‘Probeer in Wallonië maar eens een gematigde socialistische politiek te voeren’

Jean-Claude Van Cauwenberghe (r.) 'Telkens als we denken dat we bijna uit het dal zijn, worden we weer naar beneden gegooid.' © FRANKY VERDICKT

Valt er op 18 september nog wat te vieren, op het feest van het Waals Gewest? Gewezen Waals minister-president Jean-Claude Van Cauwenberghe en Walloniëkenner Guido Fonteyn laten hun licht schijnen over het Wallonië van gisteren, vandaag en morgen. ‘Dit is een fatale klap.’

Het eerste wat we van Jean-Claude Van Cauwenberghe (PS) te zien krijgen, is zijn hond Clinton. Clinton rent meters voor haar baasje naar het prachtige terras van Le Bois du Cazier waar Guido Fonteyn hem zit op te wachten. Van Cauwenberghe is de voorzitter van de tot museum verbouwde mijnsite in Marcinelle, nabij Charleroi. In Le Bois du Cazier staat ook een gedenkmonument voor de 262 slachtoffers, hoofdzakelijk Italianen, van de grote mijnramp uit 1956. Op het moment van ons gesprek heeft net andere rampspoed de streek getroffen: met de sluiting van Caterpillar laat alweer een groot bedrijf de streek van Charleroi in de steek. Een Vlaamse gids komt ‘Van Cau’, zoals hij hier gemeenzaam wordt genoemd, met tranen in de ogen zijn medeleven betuigen.

De aanleiding voor het gesprek tussen de gewezen Waalse minister-president en auteur en journalist Guido Fonteyn is de heruitgave, in een fraaie box met als titel België, een ménage à trois, van drie boeken van Fonteyn over de verhouding tussen Vlaanderen, Wallonië en Brussel. De twee mannen zijn oude bekenden van elkaar en vullen elkaar goed aan. Fonteyn heeft als journalist zijn hele carrière besteed aan het observeren van Wallonië. Van Cauwenberghe ijverde als politicus zijn hele beroepsleven voor het economisch herstel van Wallonië en van zijn Charleroi. ‘Een frustrerende sisyphusarbeid’, zucht hij. ‘Telkens als we denken dat we bijna uit het dal zijn, worden we weer naar beneden gegooid.’

De aangekondigde sluiting van Caterpillar is volgens Waals minister-president Paul Magnette (PS) nochtans geen Waals probleem. Heeft hij gelijk?

JEAN-CLAUDE VAN CAUWENBERGHE: Natuurlijk. Vlaanderen heeft ook grote fabriekssluitingen meegemaakt. De sluiting van Caterpillar is het gevolg van de bedrijfsstrategie van een multinational die alleen aan de aandeelhouders denkt en vanuit een kantoor in de VS de fabriek van Gosselies ter dood veroordeelt. Voor ons is dit onaanvaardbaar. In 2013 zijn hier al 1400 banen verloren gegaan. De werknemers die overbleven zijn flexibeler gaan werken en hebben loon ingeleverd. Die mensen voelen zich door en door bedonderd. Ook bij mij persoonlijk hakt dit erin. Mijn vader heeft als ondervoorzitter van het plaatselijke gemeentelijke investeringsbedrijf Caterpillar 50 jaar geleden naar Gosselies gehaald. Gedurende de 15 jaar dat ik burgemeester van Charleroi was, heb ik ook geprobeerd om het bedrijf zo veel mogelijk in de watten te leggen. De vriendin van mijn zoon, die zwanger is overigens, werkt ook voor Caterpillar en gaat haar baan verliezen. In Charleroi is er nauwelijks een familie te vinden die niet iemand kent die bij Caterpillar of een van de onderaannemers werkt. Het is een fatale klap voor Charleroi. Hoe gaan we dit verlies van meer dan 6000 banen in totaal compenseren?

GUIDOFONTEYN: Het zijn in elk geval niet de regeringen, de Waalse noch de federale, die in staat zullen zijn om hierop een antwoord te geven. Het internationale kapitalisme is nu eenmaal veel sterker dan de politieke klasse. De delokalisering van onze industrie is nog maar net begonnen, en ook Vlaanderen zal daar de gevolgen nog van voelen. We zullen dus ook eens het debat moeten voeren over de verantwoordelijkheid van het kapitalisme. Want achter dat abstracte begrip gaat een vrij kleine groep individuen schuil die nooit ter verantwoording wordt geroepen.

VAN CAUWENBERGHE: In het geval van Caterpillar zijn de aandeelhouders grote pensioenfondsen. Maar wat je zegt is waar, Guido. Het internationale kapitalisme verplaatst zijn pionnen zonder zich iets aan te trekken van de sociale effecten. Voor mijn partij is deze situatie lastig navigeren. Wallonië is politiek overwegend links, met een neiging tot snel radicaliseren. In die context is het niet makkelijk om een gematigde socialistische politiek te voeren. Ik ben als minister-president vaak bekritiseerd door de vakbonden omdat ik zei dat het gijzelen van bedrijfsleiders niet door de beugel kan.

Vandaag klinkt bij de bevolking in Charleroi het verwijt dat de PS te inschikkelijk is geweest voor grote multinationals, met publieke steunmaatregelen allerhande zonder garanties voor het behoud van de werkgelegenheid.

VAN CAUWENBERGHE: Ja. En dat is een probleem. Situaties zoals deze geven de PTB/PVDA deels gelijk, en daar spint die partij garen bij. De bevolking vraagt zich terecht af of steunmaatregelen zoals de notionele-interestaftrek wel zin hebben, als je ziet hoe cynisch grote bedrijven ermee omspringen. Dat laat de PS niet onberoerd. Maar we beseffen ook dat we die multinationals nodig hebben en ze niet zodanig mogen afschrikken dat ze Wallonië helemaal de rug toekeren.

FONTEYN: Dat de Walen politiek overwegend links zijn, komt trouwens niet omdat het nu eenmaal in hun genen zit, maar omdat Wallonië veel vroeger dan Vlaanderen een grootschalige industrialisering heeft gekend. Die industrialisering heeft langzaam een aantal sociale wetten voortgebracht die de werknemers beschermden, én een goed georganiseerde socialistische partij. Maar de sluiting bij Caterpillar heeft niets te maken met Walen of Vlamingen. Wat vandaag de regio van Charleroi overkomt, is eerder ook Limburg overkomen.

VAN CAUWENBERGHE: Drie elementen hebben Wallonië welvarend gemaakt: steenkool, staal en glas. Een belangrijk onderdeel van de Waalse sociologie is dat vrijwel iedereen in de fabrieken heeft gewerkt. Daardoor telt Wallonië te weinig kleine ondernemers en zelfstandigen. Toen de crisis in de grote industriële sectoren begon, was dat voor ons een enorme schok. De Walen waren niet vertrouwd met economische tegenslag. In tegenstelling tot de Vlamingen, die in de negentiende eeuw verschrikkelijke armoede hebben gekend – die Guido zo goed in zijn boeken heeft beschreven. Er kwam een massale Vlaamse immigratie naar Wallonië op gang, die heeft ervoor gezorgd dat iemand met de naam Van Cauwenberghe minister-president van Wallonië en burgemeester van Charleroi is geworden.

Caterpillar is dan wel geen specifiek Waals probleem, de sluiting raakt een streek die economisch al keihard is getroffen.

VAN CAUWENBERGHE: De economische indicatoren van Wallonië en van Charleroi zijn niet zo slecht. De werkgelegenheid blijft op peil en de groei zit al een hele tijd op het Europese gemiddelde. We groeien niet snel genoeg, maar we boeren ook niet langer achteruit. Ik was trouwens samen met Elio Di Rupo (PS) de architect van het eerste Contrat d’Avenir voor Wallonië en van het eerste marshallplan.

FONTEYN: Die plannen zijn veel belangrijker geweest dan veel mensen denken. Het gaat om een investering in kennis, innovatie en nieuwe technologieën, met een heel belangrijke rol voor de universiteiten. Om terug te keren naar Charleroi: het grote probleem van Charleroi is precies dat het geen universiteit heeft, in tegenstelling tot alle andere grote Waalse steden.

VAN CAUWENBERGHE: Die slag hebben we destijds verloren. Het is een gevolg van de strijd tussen katholieken en vrijzinnigen. Alle Franstalige universiteiten hebben wel een afdeling in Charleroi. Dat compenseert niet de afwezigheid van een echte, eigen universiteit, maar de ULB heeft bijvoorbeeld haar onderzoeksfaciliteit op het gebied van biotechnologie in Gosselies ondergebracht en dat is toch niet niets.

FONTEYN: Dat zou allemaal nog veel meer ontwikkeld moeten worden.

VAN CAUWENBERGHE: Die handicap kunnen we jammer genoeg niet meer rechttrekken. Toen ik in 1983 burgemeester werd, had ik een leuke oneliner bedacht – ik haalde me er wel de razernij van vooruitziende socialistische vrouwen mee op de hals. Een beetje provocerend zei ik toen dat we in Charleroi drie dingen misten: een universiteit, kwaliteitsvolle bordelen en culturele trekpleisters. De universiteit, dat heb ik zonet uitgelegd. Met de bordelen bedoelde ik dat geen enkele zakenman die Charleroi bezocht hier ook overnachtte. Om te eten en zich te amuseren ging hij wel naar Brussel. En op cultureel vlak was er in 1983 in Charleroi ook helemaal niets in vergelijking met Bergen, Brussel of Namen.

Wat ontbreekt er anno 2016 in Charleroi?

VAN CAUWENBERGHE: Meer en grotere kmo’s.

FONTEYN: Het gaat niet alleen over de economie. Je hebt ook menswetenschappers, historici en sociologen nodig die over een transitie op lange termijn kunnen denken, en die mensen zie ik niet in Charleroi.

VAN CAUWENBERGHE: Dat is nu net een van onze grote zorgen. Veel te veel studenten kiezen voor sociologie of psychologie. Maar die lui kunnen hun brood niet verdienen zonder een solide economische onderbouw. En daarvoor hebben we ingenieurs, wetenschappers en ondernemers nodig. Met alleen psychologen en sociaal assistenten zullen we het echt niet redden.

Hoeveel schuld dragen de politieke partijen, en de PS in het bijzonder, voor het moeizame herstel van Wallonië?

FONTEYN: Ik overdrijf nauwelijks als ik zeg: die schuld is nul. Politieke partijen zijn niet verantwoordelijk voor de economische neergang en het trage herstel van Wallonië. Lokale regeringen hebben daar nauwelijks greep op. In Vlaanderen is het bon ton om te zeggen dat het allemaal de schuld van de PS is, maar dat is veel te kort door de bocht. De Vlaamse politici hebben de teloorgang van Limburg ook niet kunnen tegenhouden.

Precies tien jaar geleden barstten in Charleroi de politieke schandalen los die het hele PS-bestuur van de stad in opspraak brachten. Charleroi werd in de ogen van velen hét symbool van het Waalse malgoverno.

VAN CAUWENBERGHE: (zucht) Maar liefst 70 dossiers heeft het gerecht geopend, 120 personen zijn vervolgd. In de meeste gevallen is dat op niets uitgedraaid. Maar die juridische hetze heeft wel jarenlang de werking van de stad verlamd. En als ik even de aandacht mag vestigen op mijn persoonlijke geval: tien jaar van vervolgingen en zeven processen hebben geleid tot een volledige vrijspraak. Dat roept toch grote vragen op over justitie. Op het laatste proces dat tegen mij is gehouden, omdat ik twee keer ben gaan eten met de baas van een groot bedrijf, zei de procureur tijdens de zitting: er zit helemaal niets in dit dossier. Maar ik moest en zou hangen. (lacht) Van Corleone, zoals ik mezelf was gaan noemen.

FONTEYN: Als het vandaag slecht gaat met Charleroi komt dat niet door vermeend wanbeleid van de PS, maar doordat de ertsen en delfstoffen in de ondergrond, de reden waarom Charleroi is ontstaan en zo’n weergaloze bloei heeft gekend, niets meer opbrengen. Die evolutie is onomkeerbaar en dus zal Charleroi zich compleet moeten transformeren. Een voorbeeld is Franco Dragone, de regisseur met wereldfaam, in La Louvière. Die doet het zo goed dat hij zelfs is genoemd in de Panama Papers. (lacht) Ik ken hem vrij goed. In zijn atelier in La Louvière stelt hij een honderdtal mensen tewerk uit de hele wereld. Het succes van Dragone toont dat er iets anders mogelijk is. Maar daarvoor heb je anders opgeleide arbeidskrachten nodig. Met gewezen mijnwerkers of staalarbeiders kan hij niets beginnen.

Is het op dit moment een goede of een slechte zaak dat Paul Magnette tegelijk Waals minister-president en burgemeester van Charleroi is?

VAN CAUWENBERGHE: Op dit moment is het misschien een gelukje bij een ongeluk dat Magnette overal de touwtjes in handen heeft, nu men moet proberen om nieuwe investeringen naar Charleroi te krijgen. Maar fundamenteel ben ik tegen het cumuleren van die functies. Wat mij betreft, is het nog altijd een slechte zaak. Charleroi verdient beter dan een deeltijdse burgemeester en Wallonië beter dan een deeltijdse minister-president.

Ik was als minister-president ’s avonds altijd ergens in de een of andere Waalse gemeente, om daar te proberen de Waalse identiteit en de Waalse belangen te bewieroken. Zelfs als Magnette twee keer zo slim zou zijn als ik, dan nog heeft hij maar 24 uren in een dag.

FONTEYN: Daar ben ik het helemaal mee eens. Je kunt het in zekere zin vergelijken met wat bij ons in Antwerpen gebeurt. Bart De Wever (N-VA) speelt ook een grote rol op Vlaams en federaal niveau, al is hij natuurlijk wel altijd aanwezig in Antwerpen.

VAN CAUWENBERGHE: Precies, en dat maakt een wereld van verschil. En nog iets waarvan ik van mijn stoel val, als ik mag, is het verschil tussen de Vlaamse en de Waalse identiteit. Ik werk al heel lang op dat thema. Toen ik destijds een voorstel voor een Waalse grondwet lanceerde, lachte iedereen mij uit. Terwijl er in Vlaanderen minstens drie van die projecten zijn geweest. Daar is weliswaar kritiek op gekomen, maar niemand lachte bij het idee van een Vlaamse grondwet.

Hoe komt dat?

FONTEYN: Het identiteitsgevoel in Vlaanderen is helemaal anders dan in Wallonië. Dat is historisch te verklaren. De Walen hebben zich honderden jaren lang heel goed gevoeld in België.

VAN CAUWENBERGHE: Klopt. Maar het feit dat die Waalse identiteit vandaag nog altijd zo zwak is, terwijl studies laten zien dat er een positief verband bestaat tussen de identiteit en de economische ontwikkeling van een streek, is de schuld van de Franse Gemeenschap. Die doodt de Waalse identiteit. Daarom ben ik voor de opheffing van de Franse Gemeenschap en voor een België met vier gewesten.

FONTEYN: Voor dat standpunt verdient u echt alle lof.

VAN CAUWENBERGHE: De ‘nation francophone’ van wijlen Jean Gol bestaat helemaal niet. Het Frans is geen identiteit maar de taal die Walen en veel Brusselaars delen.

FONTEYN: Hét nieuwe argument in de discussie is trouwens het groeiende zelfbewustzijn en identiteitsgevoel van de Brusselaars. Zestig procent van de Brusselaars is van niet-Belgische afkomst. We hebben nog niet goed begrepen wat daarvan de gevolgen zullen zijn. Maar in Brussel werkt het samenleven nu vrij goed. Aan Vlaamse kant is er ook geen enkele wil meer om Brussel te veroveren en in de randgemeenten is er niet één Franstalige die nog deel wil uitmaken van dat nieuwe Brussel.

VAN CAUWENBERGHE: De Franstalige politieke partijen zeggen: geen zevende staatshervorming. Prima. Maar voor een intra-francofone hervorming, die de Franse Gemeenschap zou opheffen, is geen staatshervorming nodig. Dat kunnen wij onder elkaar regelen. Hebben we als Franstaligen echt twee regeringen, twee parlementen, twee administraties nodig? Dat is allemaal overtollige ballast. Historisch te begrijpen, dat wel, maar vandaag niet meer verdedigbaar.

Wat is de staat van het Waalse regionalisme vandaag? Wat stelt die stroming nog voor?

VAN CAUWENBERGHE: Ze wint weer veld in onze partij. Maar als radicaal regionalist waarschuw ik de PS: kijk uit voor de liberalen. Ze zijn bezig ons in te halen op een thema dat altijd het onze is geweest. Iemand zoals Waals parlementslid Jean-Luc Crucke (MR) pleit ook voor een België met vier gewesten.

De voorbije jaren heeft de PS een uitgesproken belgicistische koers gevaren.

VAN CAUWENBERGHE: Het Waalse debat in de PS was morsdood toen Elio eerste minister was. We moesten het land redden! Vandaag spreek ik met Elio, met wie ik opnieuw een goede verstandhouding heb, weer over die thema’s. Tegen de volgende gewestverkiezingen moeten we de knoop doorhakken. Wat wil de PS? Op termijn is deze Franstalige institutionele lasagne niet vol te houden. De recente uitspraken van Paul Magnette om onderwijs en cultuur over te hevelen van de Franse Gemeenschap naar het Waals Gewest, hebben me aangenaam verrast. Daarmee gaan mensen die twijfelden binnen de PS stilaan overstag.

Hoe bang is Wallonië nog van de N-VA?

FONTEYN: De Walen hebben nog weinig redenen om bang te zijn, dankzij de bizarre houding van de N-VA, die België niet eens zo slecht bestuurt en in elk geval op een manier die niets te maken heeft met haar programma.

VAN CAUWENBERGHE: Ik hoor ook best goede dingen over sommige N-VA-ministers. Wat ons stoort, is het feit dat de Franstaligen in de federale regering zwaar in de minderheid zijn. Hoe kon de MR in deze door Vlamingen gedomineerde regering stappen?

FONTEYN: Er is toch premier Charles Michel?

VAN CAUWENBERGHE: Handige kerel, die Michel. De manier waarop hij zich in de Caterpillar-crisis meteen naar Namen repte… Zo legde hij de verantwoordelijkheid bij de Waalse regering. Als hij Paul Magnette in Brussel had uitgenodigd, was die verantwoordelijkheid op zijn bord terechtgekomen.

Heeft Wallonië echt niets te vrezen van de N-VA? Een onafhankelijk Vlaanderen blijft toch het voornaamste programmapunt van de partij?

FONTEYN: Ik geloof niet dat de N-VA in 2019 opnieuw naar de verkiezingen gaat met de eis voor een onafhankelijk Vlaanderen. De partij is van de macht gaan houden. Intussen beheert ze België als een goede huisvader.

VAN CAUWENBERGHE: Op 5 oktober modereer ik op verzoek van een vereniging een conferentie over het thema: wat wil de N-VA voor België? N-VA’ers Hendrik Vuye en Veerle Wouters komen daar tekst en uitleg geven. Ik heb ze intussen allebei ontmoet. Het zijn interessante, hartelijke mensen en ik ben blij dat ze op de uitnodiging zijn ingegaan. Het initiatief wordt door sommigen in Charleroi scheef bekeken, maar ik wil ze graag aan eens aan de tand voelen. Want wij kennen hen niet. Wij lezen het N-VA-programma niet, dat in het Nederlands is opgesteld. Van hun website worden we ook niet veel wijzer, en dus lijkt een directe dialoog me nuttiger dan zonder kennis van zaken de partij te demoniseren. Wat bij mij ook meespeelt, is dat goede vrienden in Namen zeggen dat de lessen staatsrecht van professor Vuye van een uitzonderlijke kwaliteit zijn. Men heeft hem na zijn toetreding tot de N-VA willen verjagen van de universiteit. Dat is een schande. Met wat hij zegt over het koningshuis ben ik het trouwens in grote lijnen eens. Ik ben dus erg benieuwd naar wat hij nog meer te vertellen heeft. (lacht)

De box België, een ménage à trois, die de boeken Over de taalgrens,Grensgebied en Vlaanderen, Brussel, Wallonië bevat, is uitgegeven bij EPO.

DOOR HAN RENARD, FOTO’S FRANKY VERDICKT

‘Ik ben vaak bekritiseerd door de vakbonden omdat ik zei dat het gijzelen van bedrijfsleiders niet door de beugel kon.’ Van Cauwenberghe

’60 procent van de Brusselaars is van niet-Belgische afkomst. We hebben nog niet goed begrepen wat daarvan de gevolgen zullen zijn.’ Fonteyn

‘De Walen hebben nog weinig redenen om bang te zijn voor de N-VA.’ Fonteyn

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content