De voormalige rebellenleider Hasim Thaci won zondag de parlements- verkiezingen in Kosovo. Aan het statuut van de provincie verandert dat voorlopig niets.

De meeste Kosovaren kon het blijkbaar weinig schelen. Slechts 45 procent van de stemgerechtigden voelde zich geroepen om vorige zondag het kieslokaal binnen te stappen. Waarom zouden ze ook? In de afscheidingsgezinde Servische provincie, die sinds 1999 wordt bestuurd door de etnisch Albanese meerderheid en een missie van de Verenigde Naties, hebben de plaatselijke politici in acht jaar veel krediet verloren.

Al sinds de terugtrekking van het Servische leger in 1999 beloven de Albanese politici dat de provincie een onafhankelijk land zal worden, tegen de wil van Servië in. In de realiteit wordt over het statuut van Kosovo niet in de eigen hoofdstad Pristina, maar in buitenlandse hoofdsteden als Washington, Berlijn, Moskou, Londen, Wenen en Brussel beslist.

Dat ook de weinige Serviërs in Kosovo de stembusslag boycotten, was logisch. Servië, waartoe Kosovo officieel nog altijd behoort, weigert de voorlopige instellingen van de provincie te erkennen en riep zijn volksgenoten in Kosovo op om zondag thuis te blijven. In het noorden van de provincie, waar bijna de helft van de 100.000 Serviërs geconcentreerd leven, gingen – afhankelijk van de bron – 3 tot 5 Serviërs stemmen.

Toch is het resultaat van de verkiezingen van belang. De Democratische Liga van Kosovo (LDK), die al sinds 1999 mee bestuurt in Kosovo, kreeg namelijk forse klappen. Niet geheel onverwacht: na het overlijden van Ibrahim Rugova, jarenlang het boegbeeld van het (geweldloze) verzet tegen Servië, was de LDK met veel ruzies uiteengevallen. Grootste partij werd daardoor de Democratische Partij van Kosovo van Hasim Thaci, een man die in de jaren negentig nog deel uitmaakte van de guerrillabeweging UCK.

Thaci, die zowat 34 procent van de stemmen behaalde, moet nu wellicht proberen een regering te vormen met de LDK (22 %). Eventueel nodigt hij ook de AAK (9 %) van ex-premier en eveneens ex-guerrillero Ramush Haradinaj uit – al zit die laatste momenteel op de beklaagdenbank van het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag, waar hij beschuldigd is van oorlogsmisdaden in zijn UCK-periode.

Dat de nieuwe coalitie niet voor 10 december gevormd zal zijn, staat bijna vast. Op die dag moeten, volgens de Verenigde Naties, de Albanezen en de Serviërs een vergelijk hebben gevonden over het toekomstige statuut van Kosovo. Als dat niet het onafhankelijke Kosovo is waar veel Albanezen hun levensdoel van hebben gemaakt, herhaalde Thaci zondag nog maar eens het dreigement dat het parlement die onafhankelijkheid dan wel eenzijdig zou uitroepen.

Vraag is dan enkel nog wie in dat geval die onafhankelijkheid zal erkennen. De Verenigde Staten misschien wel, Servië en Rusland zeker niet. De Europese Unie is, zoals wel vaker, verdeeld over de zaak. Op 14 december komen de Europese leiders samen op een top in Lissabon. Een van de hoofdpijnkwesties op de agenda is misschien nu al bekend.

Gerry Meeuwssen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content