‘Politieke kabinetten kunnen beter afgeschaft worden’

FRANK VAN MASSENHOVE: 'Al die hoogvliegers uit de privé zijn als overheidsmanager mislukt.' © Belgaimage

Frank Van Massenhove, voorzitter van de FOD Sociale Zaken, betreurt de tweestrijd tussen minister van Mobiliteit Jacqueline Galant (MR) en Laurent Ledoux, de topman van haar administratie. ‘Echte civil servants zijn zeldzaam geworden.’

Mogen we in deze zaak van een billijk gelijkspel tussen politiek en ambtenarij spreken?

FRANK VAN MASSENHOVE: Nee, de politiek is de grote verliezer, want normaal trekt de minister bij dit soort conflicten aan het langste eind. Hij schudt een negatieve evaluatie uit de mouw, en daarmee zijn het probleem en de vervelende ambtenaar van de baan.

Dat scenario lag ook voor Laurent Ledoux klaar. Door zelf op te stappen, heeft hij op zijn negatieve evaluatie geanticipeerd. Maar hoe objectief is zo’n beoordeling?

VAN MASSENHOVE: Dat is een groot pijnpunt. Bij een evaluatie zouden de belangen van de burger en de administratie moeten vooropstaan, maar in de praktijk is het een politiek instrument waarmee eigengereide ambtenaren afgedreigd kunnen worden. Ik heb dat zelf al meegemaakt. Een keer weigerde ik de luxueuze dienstreis van een aantal kabinetsleden vanuit mijn administratie te financieren. Wacht maar tot de volgende evaluatie, klonk het. Gek genoeg kwam die bedreiging van een staatssecretaris die me niet eens mocht evalueren. Maar we mogen niet overdrijven: in mijn veertien jaar als voorzitter heb ik altijd een goede verstandhouding gehad met mijn voogdijministers. Dat geldt voor de meeste van mijn collega’s, maar toch moet er een neutrale instantie komen. Het kan niet dat we ons jaarlijks aan het politieke oordeel van een kabinet moeten onderwerpen.

Politieke kabinetten hebben de voorbije weken een slechte beurt gemaakt. Behalve Jacqueline Galant werd ook CDH-coryfee Joëlle Milquet door onfrisse praktijken op haar kabinet onderuitgehaald. Kunnen we de kabinetten niet beter afschaffen?

VAN MASSENHOVE: Daar valt heel wat voor te zeggen. Kabinetten bemoeilijken het rechtstreekse contact met de minister, een element dat ook in de botsing tussen Ledoux en Galant heeft gespeeld. Daarnaast is de kwaliteit van de kabinetsmedewerkers de voorbije jaren fel achter- uitgegaan. Dat heeft met vele factoren te maken. Zo is het veel moeilijker geworden om kabinetsmedewerkers na hun tour of duty met een politieke benoeming te parkeren. Ik merk in mijn eigen administratie nog weinig animo om naar een kabinet te verhuizen, ook omdat je er een politieke stempel aan overhoudt. Gevolg: kabinetten worden nu overwegend door piepjonge medewerkers bemand. Aan de top valt het nog mee, maar elders is de spoeling heel dun. Vele cabinetards weten van toeten noch blazen, hebben geen duidelijk mandaat en improviseren erop los. Maar als ze nadien door het ijs zakken, proberen ze de schuld op de administratie af te schuiven.

Laurent Ledoux heeft het spel keihard gespeeld. Zou u hetzelfde hebben gedaan?

VAN MASSENHOVE: Nee, ik zou nooit zelf ontslag nemen. Ik zou desnoods naar de eerste minister gaan en vragen om te bemiddelen. Pas als dat niet lukt, zou ik mijn ontslag aanbieden. Maar zelfs dan zou ik op mijn lip bijten om geen mediastorm te veroorzaken. Misschien zit daar wel het verschil met iemand zoals Ledoux: ik ben een echte civil servant die de belangen van de burgers en de administratie dient. Die mentaliteit is zeldzaam geworden sinds overheidsmanagers extern worden gerekruteerd. Al die hoogvliegers uit de privé zijn als overheidsmanager mislukt. Alleen Johnny Thys heeft bij Bpost een fantastisch parcours gereden.

Erik Raspoet

‘Veel cabinetards weten van toeten noch blazen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content