JA

Denkt u dat zo’n wet het gedrag van ouders daadwerkelijk zou veranderen?

Zeker, in andere Europese landen heeft zo’n verbod een duidelijk effect gehad. Al zijn er daarnaast ook sensibiliseringscampagnes nodig en meer opvoedingsondersteuning voor ouders. Een aantal onder hen ziet immers geen kwaad in fysieke straffen, en in Vlaanderen wordt bij vertrouwenscentra dagelijks melding gemaakt van minstens 16 kinderen die thuis worden mishandeld. Ons voorstel is om aan het burgerlijk wetboek in het hoofdstuk over opvoeding een bepaling toe te voegen die stelt dat ‘kinderen niet onderworpen mogen worden aan vernederende handelingen of andere vormen van fysiek of psychisch geweld’. Een soort symbolische toevoeging naast de bestaande strafwetgeving over slagen en verwondingen, als signaal dat onze samenleving geen geweld binnen de opvoeding aanvaardt.

Dit voorstel van u en enkele collega’s is al ingediend in 1999. Waarom zou het nu plots wel worden goedgekeurd?

We hebben al een hele weg afgelegd. Het respect voor de integriteit voor kinderen werd ingeschreven in de grondwet. Maar intussen hebben de VN (in 2002) en de Raad van Europa (in 2005 en in 2009), steunend op het internationaal verdrag over de rechten van het kind, België toch op de vingers getikt. Omdat we geen uitdrukkelijke wetgeving hebben die geweld binnen de opvoeding verbiedt.

Volgens Amerikaans onderzoek van Marjorie Gunnoe heeft een pedagogische tik in sommige gevallen nochtans een positief effect.

Andere studies spreken dat tegen. Wat ik uit het krantenartikel over die studie vooral leer, is dat je voor kinderen duidelijke grenzen moet trekken. Dat kan op andere manieren dan met een tik op de pamper, een oorvijg of een goed pak slaag. Geweld is een gevaarlijk opvoedingsmiddel, want het kan kinderen een psychologisch trauma bezorgen of kiemen zaaien van agressie.

Waarom noemt u het wettelijk verbieden van de pedagogische tik verloren energie?

Ik weet dat er landen zijn waar billenkoek wettelijk verboden is, in Scandinavië bijvoorbeeld. Maar maatschappelijk gezien is het maken van zo’n verbod verloren energie, zeker in de Belgische context. Wetten en verboden brengen vaak maar weinig gedragsverandering teweeg, tenzij men het naleven ervan rigoureus controleert. Omdat dat controleren in België in de regel echter weinig gebeurt, heeft een verbod hier weinig zin. We kunnen onze energie beter ergens anders in steken: in het helpen van ouders om hun kinderen op een positieve manier op te voeden.

Gebeurt dat dan nu te weinig? Er zijn niet alleen veel boeken over opvoeding, zelfs Supernanny helpt op tv.

Voorzichtig uitgedrukt: het aanbod schiet tekort, ja. Veel efficiënter dan het uitdelen van een tik is het om kinderen een time-out te geven, uit te leggen waarom ze die krijgen, en hen nadien, als ze opnieuw flink zijn, daarvoor te prijzen. Opvoedingsproblemen komen in de media wel aan bod, maar vaak missen die bijdragen hun doel. Op tv komt Supernanny de problemen aan huis oplossen, terwijl het doel moet zijn dat ouders dat zelf doen. Wie denkt dat ouders die naar dat programma kijken er zelf iets van leren, komt bedrogen uit, want dat blijkt uit Brits onderzoek flink tegen te vallen.

Voor ouders met doordeweekse vragen over gewone opvoedingsproblemen zou er een telefoonlijn moeten komen, of een systeem met kortdurende consultaties. Dat is een oproep voor de overheid, maar ook voor alle hulpverleners. In de provincie Antwerpen loopt momenteel ‘Triple p’, het ‘Positive Parenting Program’. Dat is een van oorsprong Australisch initiatief dat navolging verdient, want het reikt ouders via hulpverleners eenvoudige oplossingen en tips aan voor veel voorkomende opvoedingsvragen.

NEE

Denkt u dat zo’n wet het gedrag van ouders daadwerkelijk zou veranderen?

Zeker, in andere Europese landen heeft zo’n verbod een duidelijk effect gehad. Al zijn er daarnaast ook sensibiliseringscampagnes nodig en meer opvoedingsondersteuning voor ouders. Een aantal onder hen ziet immers geen kwaad in fysieke straffen, en in Vlaanderen wordt bij vertrouwenscentra dagelijks melding gemaakt van minstens 16 kinderen die thuis worden mishandeld. Ons voorstel is om aan het burgerlijk wetboek in het hoofdstuk over opvoeding een bepaling toe te voegen die stelt dat ‘kinderen niet onderworpen mogen worden aan vernederende handelingen of andere vormen van fysiek of psychisch geweld’. Een soort symbolische toevoeging naast de bestaande strafwetgeving over slagen en verwondingen, als signaal dat onze samenleving geen geweld binnen de opvoeding aanvaardt.

Dit voorstel van u en enkele collega’s is al ingediend in 1999. Waarom zou het nu plots wel worden goedgekeurd?

We hebben al een hele weg afgelegd. Het respect voor de integriteit voor kinderen werd ingeschreven in de grondwet. Maar intussen hebben de VN (in 2002) en de Raad van Europa (in 2005 en in 2009), steunend op het internationaal verdrag over de rechten van het kind, België toch op de vingers getikt. Omdat we geen uitdrukkelijke wetgeving hebben die geweld binnen de opvoeding verbiedt.

Volgens Amerikaans onderzoek van Marjorie Gunnoe heeft een pedagogische tik in sommige gevallen nochtans een positief effect.

Andere studies spreken dat tegen. Wat ik uit het krantenartikel over die studie vooral leer, is dat je voor kinderen duidelijke grenzen moet trekken. Dat kan op andere manieren dan met een tik op de pamper, een oorvijg of een goed pak slaag. Geweld is een gevaarlijk opvoedingsmiddel, want het kan kinderen een psychologisch trauma bezorgen of kiemen zaaien van agressie.

Waarom noemt u het wettelijk verbieden van de pedagogische tik verloren energie?

Ik weet dat er landen zijn waar billenkoek wettelijk verboden is, in Scandinavië bijvoorbeeld. Maar maatschappelijk gezien is het maken van zo’n verbod verloren energie, zeker in de Belgische context. Wetten en verboden brengen vaak maar weinig gedragsverandering teweeg, tenzij men het naleven ervan rigoureus controleert. Omdat dat controleren in België in de regel echter weinig gebeurt, heeft een verbod hier weinig zin. We kunnen onze energie beter ergens anders in steken: in het helpen van ouders om hun kinderen op een positieve manier op te voeden.

Gebeurt dat dan nu te weinig? Er zijn niet alleen veel boeken over opvoeding, zelfs Supernanny helpt op tv.

Voorzichtig uitgedrukt: het aanbod schiet tekort, ja. Veel efficiënter dan het uitdelen van een tik is het om kinderen een time-out te geven, uit te leggen waarom ze die krijgen, en hen nadien, als ze opnieuw flink zijn, daarvoor te prijzen. Opvoedingsproblemen komen in de media wel aan bod, maar vaak missen die bijdragen hun doel. Op tv komt Supernanny de problemen aan huis oplossen, terwijl het doel moet zijn dat ouders dat zelf doen. Wie denkt dat ouders die naar dat programma kijken er zelf iets van leren, komt bedrogen uit, want dat blijkt uit Brits onderzoek flink tegen te vallen.

Voor ouders met doordeweekse vragen over gewone opvoedingsproblemen zou er een telefoonlijn moeten komen, of een systeem met kortdurende consultaties. Dat is een oproep voor de overheid, maar ook voor alle hulpverleners. In de provincie Antwerpen loopt momenteel ‘Triple p’, het ‘Positive Parenting Program’. Dat is een van oorsprong Australisch initiatief dat navolging verdient, want het reikt ouders via hulpverleners eenvoudige oplossingen en tips aan voor veel voorkomende opvoedingsvragen.

opgetekend door jan jagers

‘De VN en de Raad van Europa hebben België op de vingers getikt.’

‘Opvoedingsproblemen komen in de media wel aan bod, maar vaak missen die bijdragen hun doel.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content