Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Niet alleen jonge sporters snakken naar toptrainers.

Alleen al de aanblik van de springplank en de bok bezorgde me zweethanden en elastieken benen. Zodra het mijn beurt was, marcheerden de twee struiste klasgenotes naar de bok en namen elk aan een kant ervan plaats. En daar ging ik, in een wankelgang richting springplank, en voor ik het besefte werd ik stevig bij de armen gegrepen en – ‘Ja! Ik kan vliegen!’ – over de bok gehesen. Geslaagd! Met dank aan de klasgenotes en de wegkijkende turnleerkracht.

Zo gesteund moet de jonge regisseur Carl von Winckelmann zich onlangs ook gevoeld hebben. Net na de zondagmiddagopvoering van zijn regiedebuut Kasimir en Karoline (***1/2, fABULEUS) zat hij – geschraagd door de artistieke leider van fABULEUS Dirk De Lathauwer en de huisdramaturg Peter Anthonissen – zorgelijk naar de scène te kijken. Meteen werd hij opgepept door beide heren. Samen zochten ze naar wat er anders en nog beter kan.

Het tafereel vat meteen de aanpak van het Leuvense jongerentheater fABULEUS samen. Vijftien jaar geleden werd dit gezelschap door De Lathauwer opgericht met als doel: jongeren met zin in theater en dans een professioneel podium geven. Het huis geeft ‘jongeren met podiumdrang’ carte blanche en laat hen met de hulp van ervaren kunstenaars zoeken naar een eigen taal.

Die aanpak is vrij – eigenlijk té – uniek. Hier krijgt jong talent de kans om te zoeken zonder hopeloos te verdwalen. De enige vereiste is dat de jongeren proberen om de planken met volle overgave, als stieren, te bestormen.

Afgelopen weken zagen we nogal wat stiertjes, al was het soms in een wankelgang. Passie genoeg, maar de fatale hoornstoot bleef uit. In Kasimir en Karoline sprongen de spelers via een trampoline het po-dium op. Te midden van kleurige poederwolken speelden ze de sterren van de hemel. In Kleefkruid (**, Artforum) stonden twaalf jongeren met al hun talent en fysieke gebreken op de scène, maar de choreografie van Goele Van Dijck en Frauke Mariën liet hen nauwelijks vonken. Ook Hierna komt het (** 1/2) van het nieuwe gezelschap Lapzus had overgave zat, maar miste dramaturgische scherpte om met zijn verhaal ‘over het leven voor de dood’ te overtuigen.

Het bewijst dat theaterjonkies nood hebben aan begeleiders die hen vertellen wat er met hen gebeurt als ze achter elke rode lap aanlopen.

Els Van Steenberghe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content