Het Israëlisch-Palestijnse conflict staat opnieuw volop in de internationale belangstelling. De Amerikaanse president Barack Obama onderneemt verwoede pogingen om het vredesproces uit het slop te halen. Tevergeefs, vindt Benny Morris. Het Arabische gedachtegoed staat een Joodse staat op Arabisch grondgebied eenvoudigweg niet toe.

De linkse Israëlische historicus en grondlegger van de ‘Nieuwe historici’ Benny Morris werd wereldberoemd met zijn eerste boek The Birth of the Palestinian Refugee Problem, 1947-1949. In een messcherpe stijl beschrijft hij daarin aan de hand van getuigenverslagen en militaire data de Israëlische onafhankelijkheidsoorlog en de verdrijving van tussen de 280.000 en 400.000 Arabieren. De laatste tijd komt Morris (61) evenwel vooral in het nieuws door zijn bittere uitvallen naar de Palestijnen. In een recent interview met The Guardian stelde hij dat de Arabieren geen respect hebben voor democratische beginselen en vergeleek hij Israël met een luxevilla in de Arabische jungle.

Toch blijft hij empirisch historisch onderzoek verrichten en zionistische taboes aanboren. Of dat nog het geval is in zijn dit jaar verschenen studie One State, Two States, is de vraag. Morris concentreert zich op de weer actuele vraag of een tweestatenoplossing levensvatbaar is. Als hij uitlegt dat de Arabieren aan de bron van het kwaad zitten – weliswaar niet opzettelijk, het zit gewoon in hun cultuur en gedachtegoed – lijkt de ideologie toch zijn werk binnen te sluipen.

Zijn die generalisaties niet ontzettend gevaarlijk?

BENNY MORRIS: Er is niets mis met generalisaties, zolang ze correct en waar zijn. We trekken allemaal conclusies uit bijzondere situaties. Jammer genoeg is er in het Westen en met name bij de westerse pers een verlangen om politiek correct te zijn en mensen niet te beledigen. De culturele verschillen worden keer op keer verdrongen. Maar er zijn wel degelijk verschillen tussen samenlevingen, tussen volken.

Ik ben na jarenlang historisch onderzoek en analyse van de huidige politiek tot de conclusie gekomen dat de culturele en politieke normen van de Palestijnen anders zijn dan die van de Joodse Israëliërs. Arabieren hebben geen respect voor mensenlevens, niet van Joden maar ook niet van henzelf. Bij de overname van Gaza door Hamas gooiden ze hun medeburgers van Fatah van hoge gebouwen en in 2007 vermoordden ze op wrede wijze collaborateurs met Israël. In Irak blazen soennieten en sjiieten zichzelf op tijdens begrafenisprocessies. Arabieren laten hun vliegtuigen met voorbedachten rade te pletter vallen op wolkenkrabbers om duizenden burgers te doden. De generale noemer is een gebrek aan respect voor de mens. Hetzelfde geldt voor het respect voor de wetgeving. De meeste Arabieren geloven in God en zijn religieus, in tegenstelling tot westerlingen die minder religieus zijn – of tenminste niet het soort fundamentalisme aanhangen waarin de mens zich volledig laat leiden door Gods woord en de seculiere wetgeving terzijde wordt geschoven. Dat geldt in het bijzonder voor de moslimgemeenschappen in het Midden-Oosten.

Veel van die moslimgemeenschappen zijn van hun land en huis verdreven. Ze zijn geboren en getogen onder bezetting, zijn arm en hebben geen vooruitzichten. Het zijn toch de omstandigheden die hen tot religie en extremisme drijven?

MORRIS: Dat argument wordt vaak gebruikt. De stelling bijvoorbeeld dat Arabieren arm zijn en er om die reden meer diefstallen door Arabieren worden gepleegd dan door andere mensen, zoals Joden, is op zich juist. Daarom heb ik in mijn onderzoek One State, Two States in principe alleen naar geweldmisdrijven en niet naar misdrijven tegen eigendom gekeken. Israëlische politieregisters tonen aan dat Arabieren, die slechts twintig procent van de Israëlische bevolking uitmaken, verantwoordelijk zijn voor meer verkeersongelukken met dodelijke afloop dan de Joden. Arabieren plegen ook twee keer zoveel moorden, blijkt uit statistieken.

Hebben de Israëliërs deze situatie niet over zichzelf uitgeroepen door Arabieren te segregeren en te behandelen als tweederangsburgers? En worden anderzijds door de terugtrekking uit Gaza en Operatie Gegoten Lood de extremistische bewegingen niet versterkt ten koste van de gematigde Palestijnse meerderheid?

MORRIS: In zekere zin, ja. Verschillende beperkingen en maatregelen tegen Mahmoud Abbas en de Palestijnse autoriteiten hebben sommige Arabieren mogelijk aangezet tot extremisme. Maar dat neemt niet weg dat het extremisme en de radicalisering van de Palestijnen in het algemeen weinig te maken hebben met Israël en zijn politiek. De groei van Hamas in Gaza en de Hezbollah in Libanon zijn de lokale uitdrukking van de algemenere religieuze radicalisering van het Arabische Midden-Oosten. Het is simpelweg de trend.

En hoe vertaalt zich die trend in de Palestijnse gebieden?

MORRIS: Het is niet altijd duidelijk waardoor de Palestijnse acties worden gemotiveerd. Hamas wil Israël politiek uitschakelen, maar ook religieus en cultureel. Haar handvest uit 1988 – dat geen westers partijprogramma is maar het op de Koran gebaseerde fundament van de beweging – spreekt over de vernietiging van Israël en zegt dat heel Palestina voor altijd een islamitische waqf (schenking) is. Voorts kondigt het aan dat Hamas Israël zal vernietigen, zoals de koninkrijken van de kruisvaarders in de twaalfde en dertiende eeuw door de islam zijn vernietigd. Israël wordt gezien als de ongelovige westerse of Europese vertegenwoordiging in het Midden-Oosten, die onnatuurlijk, slecht en verkeerd is en moet worden vernietigd. Jammer genoeg onderschreven de meeste Palestijnen die afkeer van democratische normen en stemden ze in de verkiezingen van 2006 voor Hamas.

Die verkiezingen werden door waarnemers van de Europese Unie beschreven als de meest democratische in het Arabische Midden-Oosten. Hamas kreeg de meerderheid van stemmen en vervolgens keerde de rest van de wereld – de VS, Israël en Europa – zich tegen Hamas. De vraag is wie hier geen respect heeft voor democratische waarden.

MORRIS: Zoals iedere fascistische organisatie gebruikt en misbruikt Hamas de democratie voor haar eigen doeleinden. Nadat zij in 2006 de verkiezingen won, nam zij in 2007 met geweld de Gazastrook over. Ze vermoordde simpelweg haar tegenstanders of gooide hen zonder vorm van proces in de gevangenis. Zij gelooft in de absoluutheid van Gods waarheid en haar eigen interpretatie van Gods woord.

Is er in uw perceptie een verschil tussen Hamas en Fatah?

MORRIS: Er is een verschil in accenten. Fatah is seculier. Beide hebben identieke ideologische doeleinden op lange termijn. Maar terwijl Hamas geen tactische concessies wil doen, is Fatah wel bereid tot toegevingen.

Premier Benjamin Netanyahu heeft een gedeeltelijke bevriezing van de nederzettingen gedurende tien maanden aangekondigd. Zou een volledige bevriezing de spanning in het gebied kunnen verminderen?

MORRIS: Als de tweestatenoplossing wordt overeengekomen, zal een klein deel van de Westelijke Jordaanoever, ik schat vijf procent, wellicht door de Palestijnen aan Israël worden afgestaan en bij Israël worden ingelijfd. Het gaat hierbij om de meeste grote Joodse nederzettingen. Ergo, de Palestijnen hebben geen logische reden om tegen de uitbreiding van die nederzettingen te protesteren omdat ze uiteindelijk toch tot het Israëlische grondgebied zullen behoren. De nederzettingen in de overige 95 procent van het grondgebied zullen onder Palestijnse controle komen. Zij zullen de gebouwen in deze nederzettingen krijgen, wat voor hen weer een oplossing is voor de huisvesting van hun vluchtelingen. Anderzijds is er een psychologische kant aan het probleem. De Palestijnen zien de Joodse nederzettingen als diefstal van Palestijns land. In die zin zou een bevriezing van de nederzettingen waarschijnlijk zinvol zijn.

In One State, Two States hebt u de geschiedenis van de diverse ideologieën en strategieën – één staat of twee staten – gedetailleerd beschreven. Is de eenstaatoplossing volgens u levensvatbaar?

MORRIS: U bedoelt het concept van een geïntegreerde Israëlisch- Palestijnse binationale staat. De geschiedenis is weinig hoopgevend voor een binationale staat. Volgens de UNSCOP (United Nations Special Committee on Palestine) verzetten alle verantwoordelijke Arabische organisaties zich tegen die oplossing, omdat ze in strijd is met het recht van een meerderheid om onder een regering van haar eigen keuze te leven.

De tweestatenoplossing is het officiële beleid van de Israëlische regering, de internationale gemeenschap én de Palestijnse autoriteiten. Het is de optimale oplossing die enige rechtvaardigheid biedt aan beide volken. Maar ik denk dat de kansen voor een tweestatenoplossing de laatste jaren geleidelijk zijn afgenomen, voornamelijk omdat de Palestijnen ze afwijzen.

Maar Fatah en Mahmoud Abbas verklaren uitdrukkelijk dat ze de tweestatenoplossing nastreven.

MORRIS: Hamas wijst de oplossing openlijk af. Fatah is veel voorzichtiger. Als je naar Mahmoud Abbas luistert, dan begrijp je dat hij een onafhankelijke Palestijns-Arabische staat wil naast de staat Israël, die niet noodzakelijk Joods is maar een staat voor alle burgers. Tegelijkertijd eist hij het recht van terugkeer van alle Palestijnse vluchtelingen naar Israël. Hij creëert dus een situatie van een Palestijnse staat naast een Israëlische staat met een Palestijnse meerderheid.

Is er dan een perspectief?

MORRIS: Ik heb in mijn boek een andere oplossing voorgesteld, waarbij de Palestijnen een grotere staat krijgen die wordt geïncorporeerd in het koninkrijk Jordanië. Als de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook worden toegevoegd ontstaat er een grote staat met omvangrijk grondgebied dat vele miljoenen mensen zal kunnen huisvesten.

Dat idee is in het verleden al uitdrukkelijk verworpen door de Palestijnen en de Jordaniërs. Waarom zou het nu acceptabel zijn?

MORRIS: Het zal niet gemakkelijk zijn. Jordanië, met zijn militaire en administratieve elite die uit bedoeïenen bestaat, wil geen machtsverdeling. Bovendien kijken ze neer op de Palestijnen. En de Palestijnen willen geen Jordaanse koning als hun staatshoofd. Daarom stel ik een confederatie voor waarbij ze hun eigen soevereiniteit behouden, maar bepaalde aangelegenheden centraal via een gezamenlijk overkoepelende regering regelen. Zo’n staat heeft uiteindelijk vanuit historisch perspectief een veel betere kans van slagen dan een Palestijns ministaatje.

Is het mogelijk dat er momenteel geen oplossing is?

MORRIS: Dat is de voor de hand liggende conclusie.

Is het dan niet mogelijk om de Palestijnse gebieden, die volgens u de reden van het falen van de onderhandelingen zijn, economisch en cultureel te ontwikkelen?

MORRIS: Een van de lessen die we de afgelopen vijftig jaar hebben geleerd, is dat Arabische moslimgemeenschappen extreem resistent zijn tegen elke vorm van verandering. Zij worden nauwelijks beïnvloed door westerse normen en waarden. Dat komt vooral door de invloed en de centrale plaats van de islam.

Is daarom de afwijzende houding tegen-over het Westen in deze samenlevingen versterkt?

MORRIS: Onder invloed van godsdienst en de aanwezigheid van olie is de laatste twintig jaar in Arabische landen de afkeer van het Westen versterkt en radicaler geworden. Kijk naar de uitspraken van president Mahmoud Ahmadinejad van Iran, die tijdens de VN-wereldconferentie tegen racisme zei dat het zionisme moet worden uitgeroeid.

Iran is in dialoog met het Westen, maar ontwikkelt intussen zijn nucleaire programma. Hoe urgent is de Iraanse kwestie?

MORRIS: Iran heeft de strategie van de diplomatie aangenomen, zodat het de onderhandelingen met het Westen eindeloos kan rekken. Maar parallel voltrekt zich het werkelijke proces op de grond. Er worden kerncentrales gebouwd en grondstoffen, noodzakelijk voor de productie van atoombommen, aangeschaft. Iran heeft nu de faciliteiten om de bom te produceren. Israël begrijpt dat.

Hoe groot is de kans dat Iran nucleaire wapens zal gebruiken?

MORRIS: Het Iraanse regime is radicaal en op verschillende punten vervreemd van de werkelijkheid. De Iraanse president zegt dat de Holocaust niet heeft bestaan en dat er geen homoseksuelen zijn in z’n land. Als je met irrationele mensen te maken hebt, kun je er niet van uitgaan dat ze hun wapens op een verstandige manier zullen gebruiken. Misschien vertrouwen ze erop dat Allah hen zal beschermen als ze hun atoombommen op Israël afvuren?

Wat zal er volgens u gebeuren als Iran de kerncentrales niet ontmantelt?

MORRIS: Sancties werken niet. Rusland, China en verschillende Europese landen zouden die niet implementeren. Diplomatie werkt ook niet. Dan moet je kiezen tussen twee kwaden: of je gaat akkoord met de Iraanse atoombom en vertrouwt erop dat ze niet wordt gebruikt, of je vernietigt de kerncentrales voordat ze bommen kunnen produceren. Dat laatste is een reële mogelijkheid, maar de Amerikanen zijn te verwikkeld in de conflicten in Afghanistan en Irak om een derde oorlog te voeren. Dat betekent dat Israël de aanval zal moeten leiden. Niemand weet of Israël de mogelijkheden heeft om alle Iraanse kernreactors te vernietigen, en of dat tot een nieuwe oorlog zal leiden.

Uw voorspellingen over het Midden-Oosten zijn uitermate somber. Geheel anders dan uw positieve uitlatingen van twintig of zelfs tien jaar geleden. Wie of wat is er veranderd? Benny Morris of de situatie in het Midden-Oosten?

MORRIS: In de jaren tachtig heb ik twee boeken geschreven over het ontstaan van het Palestijnse vluchtelingenprobleem. Als historicus observeerde en registreerde ik zeer nauwkeurig dat proces. In de jaren negentig besteedde ik bijna tien jaar aan het onderzoek van de ontwikkeling van het Joods/Israëlisch-Arabisch/Palestijnse conflict van 1932 tot 1999. Terwijl ik de geschiedenis bestudeerde en beschreef, kwam ik tot de conclusie dat er een grote mate van consistentie was in de Palestijns-Arabische stellingname. Zij hebben de tweestatenoplossing en een compromis met de Joden altijd afgewezen. Zij wezen het voorstel van de Britten in 1937 om een grote Arabische staat naast een Joods ministaatje te stichten, af. Vervolgens wezen ze het tweestatenvoorstel van de VN in 1947 af, net zoals het voorstel van Anwar Sadat en Menachim Begin in de Camp Davidonderhandelingen van 1978 en nog later het door Bill Clinton en Ehud Barak uitgewerkte vredesvoorstel van 2000.

Toen ik die consistentie ontdekte, veranderde dat mijn denkbeelden. Niet zozeer over het gewenste doel, dat volgens mij nog steeds de tweestatenoplossing is, maar over de haalbaarheid van dat doel. Ik benadruk dat Palestijnen volgens mij een legitiem recht hebben op een eigen staat in Palestina, net zo goed als de Joden recht hebben op hun eigen staat. In dat opzicht blijf ik een overtuigd aanhanger van politiek links. Ik betwijfel echter of de Palestijnen dat werkelijk willen.

DOOR SIMONE KORKUS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content