In Dagestan zijn aanslagen schering en inslag. Er woedt een aanslepende oorlog tussen de terroristen in de bergen en de veiligheidsdiensten in de stad.

Het kleine Dagestan in de Kaukasus is een lappendeken van verschillende talen en volkeren. Ruim 90 procent van de inwoners is moslim, maar slechts 15 à 20 procent gaat naar de moskee. ‘Religie is tegenwoordig in de mode’, hoor je hier. De recente aanslagen in de Moskouse metro waren het werk van twee jonge Dagestaanse zelfmoordterroristes. De jacht op de familieleden is geopend. In het dorpje Balachani herkende schoolmeester Rasoel Magomedov zijn 28-jarige dochter Marjam Sjaripova als een van de daders. De andere zelfmoordterroriste was de 17-jarige Zjennet Abdoellajeva, de vrouw van de zelfbenoemde Emir van Dagestan, Oemalat Magomedov, die in december 2009 bij een antiterroristische operatie om het leven kwam. Aanslagen zijn in de noordelijke Kaukasus schering en inslag. Daags na de aanslagen in de metro blies in de Dagestaanse stad Kizljar een terrorist zichzelf op nabij een politiepost. Daarbij kwamen twaalf mensen om. Afgelopen weekend ontspoorde er een Dagestaanse goederentrein door een bomaanslag, en kwamen in de deelrepubliek Ingoesetië nog eens twee mensen om het leven door een explosie. In de Kaukasus gaat de strijd tussen de radicale islamisten en de antiterreureenheden van het Russische leger, de politie en de geheime dienst. Onder het motto ‘oog om oog, tand om tand’. Wanneer speciale politie-eenheden een dorpje uitmoorden, plegen de radicalen een aanslag op een politiepost.

‘Ik ken genoeg vrouwen die ook aanslagen willen plegen, ze weten van wanhoop niet wat ze moeten doen. Ik moet het hen uit het hoofd praten’, vertelt Svetlana Isajeva. Haar 25-jarige zoon is drie jaar geleden spoorloos verdwenen. ‘Ze zeggen dat hij met de terroristen de bergen in is gegaan. Maar daar geloof ik niets van, het zijn de veiligheidsdiensten geweest die hem hebben meegenomen.’ Haar zoon werkte, net als veel jongeren in de Kaukasus, af en toe voor de politie. Hij kreeg een paar honderd euro per maand, een pistool en een telefoon. ‘Ik denk dat hij daar op een gegeven ogenblik iets moest doen wat hij niet wou. Toen is hij verdwenen’, legt Isajeva uit. Samen met andere moeders van verdwenen kinderen heeft ze een organisatie opgericht, de Moeders van Dagestan. ‘De veiligheidsdiensten en de terroristen, ze versterken elkaar alleen maar. Wie zijn mond hier opendoet, is er geweest. Maar ik ben niet bang, ik heb alles al verloren.’

Olaf Koens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content