Volgens de voorzitter van ‘Vlaanderen In Actie’, het toekomstplan dat Vlaanderen tegen 2020 naar de top 5 van de Europese regio’s moet brengen, zullen we onze samenleving op heel wat domeinen radicaal anders moeten organiseren, willen we onze welvaart behouden. ‘Ik besef dat ik een revolutie predik’, zegt Karel Vinck.

‘De huidige crisis is zwaar, zeer zwaar en ik vrees dat het ergste pas volgt na de zomer’, zegt Karel Vinck. En hij kan het weten, want Vinck behoort tot het puik van Vlaanderens captains of industry. ‘We staan voor zeer grote veranderingen, niet alleen op economisch vlak. We moeten binnen twee, drie jaar ook een staatsstructuur hebben die werkt. Dat alles wordt niet makkelijk,’ beseft Vinck, ‘maar als het lukt, hoeven we niet armer uit de huidige crisis te komen.’

Vinck is voorzitter van Vlaanderen In Actie (VIA), het toekomstplan waarmee de Vlaamse regering onze economie een nieuwe wending wil geven. Het regeringsprogramma van Peeters II zal ook in grote mate daarop gebouwd zijn. Zo moet Vlaanderen springen van een 31e plaats op de ranglijst van Europese regio’s naar een plek in de top 5 tegen 2020. ‘Dat is een rangschikking op basis van het bruto regionaal product per hoofd, een cijfer dat op zich niet zo belangrijk is. Maar als je daar goed scoort, biedt dat een grote garantie voor de welvaart en het welzijn van de bevolking’, zegt Vinck.

‘Ik wil met Vlaanderen een doorbraak realiseren en dat wil zeggen: via de kortste weg in de kortste tijd bij de koplopers horen. En ik weet dat er enig scepticisme bestaat over de doelstellingen van VIA, maar bij aanvang was er ook steeds veel twijfel over de doorbraken die ik wou realiseren in industriële bedrijven als Bekaert, Sibelco en Umicore. En die zijn altijd gelukt. Nu moet het ook lukken met de hele regio Vlaanderen.’ Onze voorspoed staat nu extra onder druk door de financiële crisis, die begon met wantoestanden in internationale bankinstellingen. ‘Ik was furieus op de bankiers en ben het nog steeds’, zegt Vinck. ‘Ze zijn op een ethisch onverantwoorde manier omgesprongen met het geld van de burgers. Het enige wat hen interesseerde, was de winst en hun bonus.’

U kunt zich daar nog altijd over opwinden?

karel vinck: Ja maar verdorie, als je aan het hoofd staat van een bank moet je toch voortdurend beseffen dat je werkt met geld van mensen! Die geven hun centjes aan een bankier en verwachten dat die ze beheert als een goede huisvader. En dat is helemaal niet gebeurd. In het bankfiliaal in Overijse zeiden ze mij: ‘Hier is een nieuw product dat de bank lanceert, interesseert u dat niet?’ De kantoorbedienden snapten zelf niets van zo’n product en gaven ook geen persoonlijk advies. Het waren verkopers, niets anders, die hun verkoopcijfers moesten halen. Dat is toch niet ernstig! De bankiers hebben door hun hebzucht bijgedragen aan de financiële crisis. Ze moeten het echt over een andere boeg gooien.

Zouden ze hun les geleerd hebben?

vinck: Onlangs was ik toch opnieuw gechoqueerd. Mijn vader is 99 jaar en hij kreeg van de bank een voorstel om obligaties aan te schaffen, die pas na vijf jaar rendement opleveren. Kun je dat geloven? Proberen om zo’n product aan een 99-jarige te verkopen… Het lijkt wel of de bankiers niet veel hebben geleerd uit de crisis.

De banken zweren bij zelfregulering, maar die faalt?

vinck: Die heeft gefaald en het is dan ook absoluut noodzakelijk dat de overheid de banken nu meer regels oplegt, al moet ze ook opletten voor overregulering zodat we niet alle dynamiek verliezen. Weet je, zelfregulering werkt alleen maar als je een beleid voert op basis van veel verantwoordelijkheidszin. Je moet steeds goed beseffen: tot hier kan ik gaan en niet verder. Ik heb heel wat bedrijven geherstructureerd en dan zijn er steeds twee fundamentele vragen die je moet beantwoorden vooraleer je een beslissing neemt. Eén: welk resultaat wil je bereiken? Twee: welk risico gaat daarmee gepaard? Dat is bij de banken helemaal fout gelopen: gedreven door hebzucht wilden ze zo veel mogelijk winst behalen en daarbij hadden ze niet voldoende oog voor de risico’s.

België verloor in de crisis Fortis, de grootste bank van het land, en de macht bij Dexia verschoof ook richting Frankrijk. Moeten we daarover bezorgd zijn?

vinck: De laatste jaren zijn niet alleen banken in buitenlandse handen terechtgekomen, maar ook andere grote bedrijven en zelfs strategisch belangrijke sectoren. Dat baart me veel zorgen, want in welke mate kunnen we nog een zelfstandig economisch beleid voeren?

Is dat nog belangrijk in een eengemaakt Europa?

vinck: Vóór de crisis werd inderdaad vaak gezegd dat die uitverkoop aan het buitenland geen probleem was, want er kwam toch steeds meer Europese economische integratie. Maar wat zie je met de crisis? Alle landen nemen – bewust of onbewust, verdoken of niet verdoken – protectionistische maatregelen. Het kan niet anders of dat heeft gevolgen voor onze bedrijven die vanuit het buitenland gecontroleerd worden. Ik ben bezorgd dat de prioriteiten van een buitenlandse groep met vestigingen in Vlaanderen niet vanzelfsprekend de sociaaleconomische belangen van onze regio zijn.

De bankencrisis heeft ondertussen de hele economie aangetast. Hoe erg is de toestand?

vinck: Ik hoor bij bedrijven dat de activiteit met 25 tot 30 procent is gedaald en dat is niet weinig. Maar deze crisis heeft ook een positief aspect: de bedrijven moeten zich nu grondige vragen stellen over hun producten, organisatie, distributie, marketing, financiering… Werkelijk alles staat ter discussie. En bedrijven die erin slagen om op alle ni-veaus 25 tot 30 procent beter te scoren, zullen versterkt uit de crisis komen.

U spreekt van een verbetering op alle niveaus van 25 procent, maar ondertussen hangt het lot van Opel Antwerpen met 2700 werknemers aan een zijden draadje.

vinck: Niet alle sectoren zullen de huidige crisis overleven en de autoassemblage zal op termijn in België verdwijnen. Je kunt daar geen technologische doorbraken meer realiseren en we zitten met die hoge loon- en energiekosten. Dan moet een overheid tot de conclusie komen dat ze die autoassemblage gecontroleerd moet afbouwen terwijl ze uitkijkt naar alternatieven. Aan zoiets moet je enkele jaren van te voren beginnen.

Nu probeert de Vlaamse regering zoveel mogelijk arbeidsplaatsen te redden bij Opel Antwerpen, maar we hadden eerder moeten uitkijken naar alternatieven?

vinck: Ja, met de huidige crisis is het veel moeilijker om de werknemers van Opel Antwerpen een alternatief te bieden. Vijf jaar geleden was dat makkelijker geweest. Nu staan we voor het blok.

Vlaanderen In Actie is tot vandaag niet veel meer dan een plan. Nu komt het moment van de waarheid, de actie?

vinck: We hebben met VIA vier domeinen onder de loep genomen: talentontwikkeling, logistiek en mobiliteit, internationalisering en innovatie. Daarin hebben we de doorbraakmogelijkheden vastgelegd en nu volgt de uitvoering. Zeer concreet voorbeeld: onze gezondheidszorg behoort tot de beste ter wereld. We moeten er niet alleen voor zorgen dat dit zo blijft, we moeten ook werken aan innovatieve producten en diensten op dat vlak. Ander voorbeeld: het project bij het onderzoekscentrum Imec om nanotechnologie te gebruiken, onder andere in de gezondheidszorg. Dat moet uitmonden in spin-offs, nieuwe bedrijfjes die hopelijk op langere termijn uitgroeien tot leiders in Europa en – waarom niet – wereldwijd. Dat soort doorbraken moeten we realiseren.

Het woord is weer gevallen: innovatie. Er wordt bij ons zo veel over gepraat, maar zo weinig aan gedaan.

vinck: Zowel de overheid als de bedrijven doen te weinig aan innovatie. Maar innovatie gaat niet alleen over nieuwe producten en diensten, ook over innovatie in alle bedrijfsprocessen, dus in productie, administratie, distributie enzovoorts. Dankzij de informatietechnologie kunnen al die processen meestal een pak efficiënter. En dan heb je nog de structurele innovatie, waar een belangrijke rol is weggelegd voor de overheid. Die moet onder meer via het sociaal overleg en de fiscaliteit de innovatie van producten, diensten en processen ondersteunen. Kijk naar Finland: Nokia had nooit kunnen uitgroeien tot zo’n succes zonder structurele innovatie van de Finse overheid.

De Vlaamse regering moet nu wel meer dan ooit op haar centen letten.

vinck: De Vlaamse overheid kan niet overal in investeren en het wordt nog een moeilijke oefening om de juiste keuzes te maken. Ik vind wel dat het zin heeft om schulden te maken voor iets wat je doorgeeft aan de toekomstige generaties. We kunnen natuurlijk ook gewoon achteroverleunen en wachten tot de crisis over is, maar dan verliezen we kostbare tijd en komt onze welvaart in gevaar.

Op federaal niveau is de afgelopen twee jaar zo goed als niets gebeurd.

vinck: We verzanden altijd in dezelfde discussies. Toch is een staatshervorming met meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de regio’s absoluut noodzakelijk. Als uitgangspunt moet het subsidiariteitsprincipe gelden: alles wat je het best op het niveau van de regio’s doet, moet je op regionaal niveau doen, met behoud van een aantal solidariteitsprincipes. De regio’s moeten verantwoordelijk worden voor hun inkomsten en dus gedeeltelijk een eigen fiscaliteit hebben.

Alleen: van die staatshervorming komt maar niets in huis.

vinck: Omdat de regio’s geen gezamenlijk doel hebben. Je moet altijd acties ondernemen in functie van concrete doestellingen. Nu stellen we als gemeenschappelijk doel: een efficiënte staatsstructuur. Maar wat betekent dat? We moeten het in deze discussie over een heel andere boeg gooien.

U hebt een voorstel?

vinck: Vlaanderen formuleerde met Vlaanderen In Actie een zeer concrete doelstelling: we moeten in 2020 bij de beste vijf regio’s van Europa horen. Voor Wallonië is dat te hoog gegrepen, dat staat nu rond de 80e plaats. Maar ook Wallonië moet een doel formuleren: waar wil het staan in 2020 en hoe wil het dat bereiken? Ook Brussel moet zo’n oefening doen, want wat is de rol van Brussel, niet alleen in België maar ook in Europa? Elk regio en elk plan kan zijn eigen prioriteiten hebben, we moeten er alleen coherentie in krijgen en dan deze concrete plannen integreren in een federaal plan voor het jaar 2020.

Als alle regio’s akkoorden sluiten om in de komende tien jaar bepaalde coherente doestellingen te realiseren, moeten de gesprekken over de staatshervorming in die context plaatsvinden. Dan plaats je die staatshervorming toch in een veel positiever kader, met duidelijke doelstellingen. Dan moet een resultaat toch mogelijk zijn?

Dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van politici?

vinck: Iedereen met een zekere verantwoordelijkheid in onze samenleving moet daartoe bijdragen. Niet alleen politici maar ook de sociale partners, ziekenfondsen, universiteiten en hogescholen, et cetera. We moeten zelfs een stap verder zetten: de staatshervorming gaat niet alleen over de verhoudingen Vlaanderen-Wallonië-Brussel, er moet nog heel wat meer veranderen. Onze hele structuur met sociale partners bijvoorbeeld is gevormd tijdens de industrialisering na de oorlog. Maar vandaag leven we in een andere maatschappij. We moeten durven nadenken of dat allemaal zo nog moet. Heeft het nog zin dat er een christelijk, een socialistisch en een liberaal ziekenfonds bestaat? Moet de sociale uitkering nog lopen via de verschillende verzuilde kanalen? Kan dat niet veel efficiënter?

Dat zou een omwenteling betekenen van onze maatschappij.

vinck: Ik besef dat ik een revolutie predik, maar wel een geleidelijke en gecontroleerde revolutie. We moeten de organisatie van onze samenleving op de schop nemen, zo kunnen we een doorbraak realiseren. We moeten daar vandaag mee beginnen om over tien jaar het resultaat te bereiken dat ons welvaart en welzijn kan verzekeren.

DOOR EWALD PIRONET/foto’s dimitri van zeebroeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content