Onrust in Kasjmir

Jonathan Holslag (°1981) is professor internationale betrekkingen aan de VUB.

In India lopen de spanningen tussen moslims en hindoes opnieuw op. Kan premier Narendra Modi het tij nog keren? JONATHAN HOLSLAG heeft zijn twijfels.

Kasjmir is een gebied van bovenaardse schoonheid, met de groene valleien, de ontzagwekkende bergpassen en de majestueuze toppen van de Himalaya immer op de achtergrond. Maar de regio is al eeuwen het brandpunt van religieuze spanningen, waterconflicten, grensgeschillen en geopolitiek getouwtrek tussen China, India en Pakistan. Sinds enkele weken laait het geweld in het Indiase deel van Kasjmir opnieuw op. Zo’n tien miljoen moslims wonen er, onder de duim gehouden door tienduizenden militairen onder commando van de hindoenationalistische Indiase premier Narendra Modi. Die escalatie is slecht nieuws: als verzoening in Kasjmir niet haalbaar is, dan zal ze in de rest van Zuid-Azië evenmin haalbaar zijn.

Voor veel waarnemers zag het er aanvankelijk niet slecht uit. Sinds 1999 zijn grootschalige conflicten uitgebleven in Jammu-Kasjmir, zoals de volledige naam van het Indiase deel van het gebied luidt. Na zijn verkiezingsoverwinning beloofde Narendra Modi de regio ook tot een moderne deelstaat om te vormen. En toch. De onvrede onder de moslims in Kasjmir bleef aanzwellen. Hoewel dat nauwelijks internationale aandacht kreeg, kwam het keerpunt er rond 2009, toen het leger onverwacht hard optrad tegen jongerenprotesten. Nadien werd de militaire aanwezigheid verder opgedreven. Studentenbewegingen werden opgedoekt en bijeenkomsten op openbare plekken verboden. Afhankelijk van de schattingen, schommelt de werkloosheid er nu tussen 30 en 60 procent.

Veel Kasjmiri’s voelen zich belazerd door Delhi, zeker nu een lokale partij namens hen mee in de nationale regering zit maar er niets te zeggen heeft. Die incorporatie van hun gematigde politieke leiders in de regering heeft ertoe geleid dat almaar meer jongeren zich aansluiten bij de radicale moslimmilitie Hizbul Mujahideen. En dan wordt het bijzonder gevoelig, want zulke milities worden van oudsher gesteund door India’s aartsrivaal Pakistan. Voor de Kasjmiri’s zelf gaat de strijd om vrijheid, maar de machtige militaire elite in Pakistan ziet haar steun aan de rebellie in Jammu-Kasjmir vooral als een hefboom om India te verzwakken. Dat verklaart meteen het bijzonder krachtige antwoord op die steun. De voorbije weken voerde India luchtaanvallen uit op groepen rebellen die samenkwamen aan de Pakistaanse kant van de provisoire grens, en staken Indiase commando’s de grens over om hun trainingskampen te vernietigen.

Delhi heeft er alle baat bij om de vrede te bewaren: mocht het tot een oorlog met Pakistan komen, dan zou India zijn plannen om buitenlandse investeerders aan te trekken kunnen opbergen. Maar de gemoederen laaien wel hoog op. Indiase dagbladen schreeuwen om wraak. Op posters van hindoenationalisten wordt Narendra Modi afgebeeld als de hindoegod Rama die met pijl en boog ten strijde trekt tegen de Pakistaanse premier Nawaz Sharif, afgebeeld als de tienkoppige demon. Precisieaanvallen, dat willen de hindoenationalisten. Modi is verkozen met de belofte het prestige van het land te zullen verdedigen, zeggen ze, en hij moet woord houden. Modi heeft die hardliners nodig wil hij de verkiezingen in 2019 winnen, zeker als zijn economische resultaten blijven tegenvallen. De ruimte voor een compromis met Pakistan is kleiner dan ooit.

De onrust in Kasjmir slaat ook over op de rest van het land. India heeft een belangrijke moslimminderheid, en zal tegen 2050 de grootste moslimbevolking ter wereld hebben. De verkiezing van Modi, die als gouverneur van Gujarat zelf religieus geweld aanstookte, was voor veel hindoes een aanmoediging om hard tegen moslims tekeer te gaan. Leiders van de hindoeïstische RSS-beweging riepen onlangs zelfs op tot een totale oorlog tegen de ‘moslimduivels’. Vorig jaar waren er volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken 561 religieuze incidenten: een daling, maar het is twijfelachtig of die zich zal voortzetten. De moslims zelf zijn het moe om als vuil behandeld te worden. De werkloosheid onder de moslims ligt veel hoger dan die onder hindoes, en er verschijnen ook almaar meer berichten over grondbezitters die aan moslims weigeren te verpachten.

‘In India is het veiliger om een koe dan een moslim te zijn’, opperde de belangrijke Indiase opiniemaker Shashi Tharoor over de situatie in zijn land. Als iemand het gezag heeft om de spanningen tussen de religies en de rivaliteit met Pakistan te temperen, dan wel Narendra Modi. De overgrote meerderheid van de hindoebevolking wil vooral dat hij zijn sterke leiderschap gebruikt om de economische groei te bespoedigen. Maar die kans lijkt nu verkeken. Hoe langer de beloofde banen uitblijven en Kasjmir het nieuws blijft domineren, hoe groter de kans op meer geweld wordt. Binnen de Indiase samenleving, en met de nucleaire mogendheid aan de andere kant van de grens.

‘In India is het veiliger om een koe dan een moslim te zijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content