Patrick Martens

Over de verdeling van de ministersportefeuilles wordt pas op het einde van de Vlaamse regeringsonderhandelingen beslist. Maar een ernstig scenario is dat Jo Vandeurzen onderwijs overneemt van Frank Vandenbroucke.

Aftredend Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) leidt de onderhandelingen over de vorming van een nieuwe Vlaamse regering deze week naar de laatste rechte lijn. De delegaties van CD&V, SP.A en N-VA zijn klaar met de contouren van een ontwerpregeerakkoord. Die moeten nog worden vertaald in een begrotingstraject dat voor 2010 en 2011 een besparing van ongeveer 2 miljard euro inhoudt. Pas nadien staat de verdeling van de ministersportefeuilles op de agenda.

Over de gesprekken tussen CD&V, SP.A en N-VA lekte bijzonder weinig uit, behalve dan over de opstelling van aftredend Vlaams minister van Onderwijs en Werk Frank Vandenbroucke (SP.A). Zijn dossierkennis wordt niet betwist, maar ze resulteert kennelijk in een vorm van alwetendheid die andere onderhandelaars op de zenuwen werkt. Ook binnen de eigen partij is er irritatie over Vandenbroucke, onder meer omdat hij fel gekant zou zijn tegen een Vlaamse hospitalisatieverzekering en hardnekkig elke besparing voor onderwijs afwijst.

Naast die ongunstige onderhandelingssfeer rond Vandenbroucke zijn er berichten dat het vrije onderwijs hem liever niet terug wil als minister van Onderwijs. Met Daniël Coens in de periode 1988-1992 was Onderwijs voor het laatst in handen van een christendemocraat. Na hem volgden Luc Van den Bossche (SP.A), Marleen Vanderpoorten (Open VLD) en Vandenbroucke. In het katholieke net zou daarom de voorkeur uitgaan naar een CD&V-minister van Onderwijs. Andere stemmen uit die hoek gaan niet zo ver. ‘Vandenbroucke heeft voor het vrije onderwijs meer gedaan dan wat ooit mogelijk was geweest met een minster die politiek dichter bij ons aanleunt. Denk aan de financiering van het leerplichtonderwijs’, zo luidt het. ‘Voor andere dossiers, zoals de maximumfactuur en de leerzorg, was het moeilijk kersen eten met hem. Maar als de Vlaamse regering moet besparen, is een sterke minister van Onderwijs nodig. En we weten dat Vandenbroucke het klappen van de zweep kent.’

De nieuwe Vlaamse regering moet inderdaad de broekriem aanhalen voor een budgettair evenwicht. Er wordt gepraat over het schrappen van de jobkorting (500 miljoen euro), het annuleren van andere eenmalige uitgaven, en over structurele besparingen in alle domeinen (600 miljoen euro). Daarbij wordt van Onderwijs een inspanning van minstens 100 miljoen euro verwacht. Door die besparing zou er bij de SP.A weinig animo bestaan om weer de bevoegdheid voor onderwijs te claimen. In dat scenario komt vooral Jo Vandeurzen (CD&V), eerder genoemd voor Welzijn, in beeld als nieuwe minister van Onderwijs. Als de nummer twee voor zijn partij in de nieuwe Vlaamse regering zou hij zo ook een belangrijke portefeuille beheren. Met een budget van ruim 9 miljard euro is onderwijs goed voor bijna 40 procent van de Vlaamse begroting. Daar staat tegenover dat het grootste deel van die middelen naar de personeels- en werkingskosten van de scholen gaat, en dat er weinig ruimte is voor nieuw beleid.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content