Wie waren Madani Bouhouche en Robert Beijer? En wat was hun link met de Bende van Nijvel? Nagenoeg 30 jaar onderzoek heeft verschillende hypotheses opgeleverd, maar bewijzen zijn er nog altijd niet.

DOOR INGRID VAN DAELE

Hij heeft altijd ontkend dat hij ook maar iets met de Bende te maken had. En hij zal zich niet meer bedenken: de ex-rijkswachter Madani Bouhouche stierf in november 2009 op zijn boerderij in de Franse Pyreneeën toen hij een boom omzaagde. Zijn onafscheidelijke kompaan Robert Beijer heeft altijd beweerd dat Bouhouche wel degelijk betrokken was bij de Bendemisdaden, maar onderzoek lijkt het tegendeel aan te tonen. Jaren van speurwerk leverden geen enkel materieel bewijs op dat er tussen Bouhouche, Beijer en de Bende een verband zou bestaan.

Tussen de wandaden van Robert Beijer en Madani Bouhouche zijn de verbanden wel overduidelijk. Beijer, die naar eigen zeggen graag aan de slag wou bij de Staatsveiligheid, en Madani Bouhouche, een jongeman van Algerijnse afkomst, leerden elkaar kennen bij de Brusselse Bijzondere Opsporingsbrigade (BOB), op de sectie Drugs. Ze werkten er op het laagste echelon. Toch slaagden ze erin contacten aan te knopen met een hooggeplaatste functionaris van het Amerikaanse gerecht die in Brussel verantwoordelijk was voor de Amerikaanse Drugs Enforcement Administration (DEA): de Amerikaan Frank Eaton. Hij concentreerde zich op drugs-, wapen- en inlichtingenzwendel en nodigde de twee een paar keer mee uit naar de Verenigde Staten.

De twee voelden zich bijzonder sterk. Te sterk misschien, want op een dag liep het fout. Omdat ze afluisterapparatuur hadden geplaatst in het kantoor van hun baas, toen die een gesprek voerde over een informant van Beijer, werden ze bestraft en overgeplaatst. Al gauw raakten ze gefrustreerd, en ze stapten op bij de rijkswacht. Ze zetten een eigen detectivebureau op poten, het Agence de Recherche et d’Information (ARI). Onder die dekmantel pleegden ze samen tal van misdrijven, onder meer de moord op de Libanese diamantair Ali Suleiman (zie voorpublicatie blz. 34), waarvoor ze in 1994 zouden terechtstaan. Maar het was hun vermeende betrokkenheid bij de Bende van Nijvel die hen altijd het sterkst heeft achtervolgd.

Madani Bouhouche was extreemrechts. Hij was ervan overtuigd dat ‘de Russische vijand’, ‘ le péril rouge’ zich al volop in ons midden bevond. Daardoor ontstond de hypothese dat zijn daden konden passen in een poging om de staat te destabiliseren. Maar ook dat denkspoor leverde geen bewijzen op voor een samenwerking met de Bende.

De Westmorelandnota

Wie waren de Bendeleden dan wel? Daarover bestaat nog altijd grote twijfel. Eén theorie gaat uit van een kern van drie – ‘de reus’, ‘de oudere man’ en ‘de killer’. Die laatste zou bij de raid op de Delhaize in Aalst op 9 november 1985 zelf zijn omgekomen. Dat zou verklaren waarom de aanslagen toen plots zijn gestopt.

Volgens een andere hypothese bestond de Bende telkens uit een deel vaste en een aantal losse leden, die allen gebruik maakten van hetzelfde wapenarsenaal. Er zou dus een materieel verband bestaan tussen de feiten, maar toch kunnen ze niet onder dezelfde noemer worden ondergebracht. Zo was een deel van de Bendeleden kennelijk uit op een confrontatie met de rijkswacht, anderen waren dat duidelijk niet.

In 1983 dacht men de Bendeleden te hebben gevonden. Op 28 oktober werden de zogeheten Borains, een groepje marginalen afkomstig uit de Borinage, gearresteerd. Onder hen de ontslagen politieman Michel Cocu. Maar de Bende liet weten dat de speurders zich vergist hadden. Terwijl de Borains in de cel zaten, pleegde ze op 1 december een gruwelijke overval op een Pools juweliersechtpaar. ‘ Il y a les vrais, et il y a nous‘, zegden de Borains. Ze werden voor het assisenhof vrijgesproken. Exit de Borainshypothese.

Een andere hypothese is die van de zogeheten ‘spanningsstrategie’. In volle Koude Oorlog vonden de VS dat Europa te veel de linkse toer opging en zich te dicht aanschurkte bij Rusland. Daarom werd in 1970 de Westmorelandnota opgesteld, genoemd naar de stafchef van het Amerikaanse leger. Die nota gaf de Amerikanen het recht om in bepaalde Europese landen, waaronder België, tussenbeide te komen als ze dat nodig achtten. Dat konden ze doen door daden van terrorisme met banditisme af te wisselen, daar ‘waar het de bevolking het meeste trof’. Misschien was dat wel in de supermarkten?

Die hypothese houdt nog altijd stand, al kan ze niet bewezen worden. Wel wordt ze in verband gebracht met de acties van de zogeheten extreemlinkse CCC, de Cellules Communistes Combattantes. Opvallend daaraan is dat de CCC actief werd precies één week nadat de Bende van Nijvel stopte met een eerste reeks van aanslagen (in december 1983). Later zouden de aanslagen van de CCC ook ophouden toen de Bende definitief stopte met haar raids. Als die verbanden kloppen, zijn de CCC niet extreemlinks maar veeleer extreemrechts van oorsprong, en hadden ze als doel te destabiliseren en tot repressie aan te zetten.

De Cel Waals-Brabant die met het onderzoek naar de Bende van Nijvel is belast, heeft nog vijf jaar de tijd om alle hypotheses verder uit te spitten. Op 10 november 2015 verjaart de strafvordering. De schorsing van de Franstalige onderzoekschef Lionel Ruth, die een wapen uit het onderzoek verborgen had gehouden, is een streep door de rekening van de onderzoekers. Wat ook zijn agenda was, met Ruth verliezen ze een van de meest ervaren onderzoekers uit het dossier.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content