Nederland kende zijn eigen equivalent van de kernuitstap al in de jaren negentig. Het draaide die beslissing ook al eerder terug. Borssele is echter nog steeds open, en ondertussen kan er zelfs weer over een nieuwe reactor gepraat worden. Vlak bij de Belgische grens.

In 1960 werden bij het Reactor Centrum Nederland in het Noord-Hollandse Petten twee onderzoeksreactoren in gebruik genomen die, net als de onderzoeksreactoren BR1 en BR2 in het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol (ge- opend in 1952), vooral nucleair materiaal voor medische (kanker)onderzoeken leveren. Petten is door verscheidene kleine incidenten en stilleggingen omstreden en bovendien verouderd. De Nederlandse regering moet binnen een jaar beslissen waar een nieuwe onderzoeksreactor wordt gebouwd.

Ook de in 1969 in gebruik genomen kerncentrale van Dodewaard was een onderzoeksreactor, zij het een grotere en nadrukkelijk bedoeld om onderzoek te doen naar de opwekking van elektriciteit met kernenergie. De centrale was van het kokendwatertype: warmte die bij de splijting van atoomkernen in het hart van de kernreactor vrijkomt, wordt in de vorm van hete stoom afgevoerd. In een stoomturbine wordt daarvan elektriciteit gemaakt. Dodewaard leverde relatief weinig stroom, 58 megawatt, goed voor een stad als het nabijgelegen Arnhem, qua grootte vergelijkbaar met Gent. Dodewaard had de voorbode moeten zijn van 15 tot 20 kerncentrales die voor 60 tot 70 procent van de Nederlandse stroomvoorziening zouden instaan. Die plannen werden begin jaren zeventig ook in een brochure aan de bevolking gemeld. Toen werden ook de eerste kiemen voor het nucleaire verzet gelegd.

Ondanks het groeiende verzet werd in 1973 in het Zeeuwse Borssele nog een kerncentrale gebouwd, met een vermogen van 449 en later 485 megawatt, vergelijkbaar met Doel 2, een van de centrales die in de plannen van PS-minister van Energie en Klimaat Paul Magnette na 2015 open zouden mogen blijven.

In 1994 besloot de Nederlandse regering de centrale in Borssele uiterlijk in 2004 te sluiten. Die beslissing, vergelijkbaar met de wet op de kernuitstap in ons land, werd echter in 2000, na een rechtszaak aangespannen door het personeel van de centrale, vernietigd door het hoogste Nederlandse rechtscollege, de Raad van State. In 2006 sloot de regering-Balkenende een contract af met Essent en Delta Nutsbedrijven, de eigenaars van de centrale, waarin is vastgelegd dat Borssele openblijft tot 2033. In ruil investeren zowel de regering als Essent en Delta 250 miljoen euro in een fonds voor duurzame energie, net als in de Belgische plannen met de gedachte dat de extra winsten door het langer openhouden deels worden benut voor de ontwikkeling van duurzame energiebronnen.

Inmiddels wordt in Nederland alweer gedacht aan een nieuwe kerncentrale. Die moet 2500 megawatt leveren, en zal daarmee krachtiger zijn dan de grootste Belgische reactoren in Doel en Tihange, die elk afzonderlijk goed zijn voor ongeveer 1000 megawatt.

De centrale is gepland op het terrein van de bestaande kerncentrale in het Zeeuwse Borssele, op zo’n dertig kilometer van de Belgische grens. Internationale verdragen bepalen dat in dit geval met een milieu-effectenrapportage ook het veiligheidseffect op de 30 grensgemeenten in Oost- en West-Vlaanderen moet worden onderzocht. De gemeentebesturen van Zelzate, Sint-Laureins en Assenede verzetten zich alvast tegen de bouw. De bevolking in die plaatsen kon tot 16 oktober jongstleden bezwaar aantekenen tegen de plannen. Volgens een peiling van Het Nieuwsblad is 60 procent van de ondervraagden in de grensstreek niet opgezet met de nucleaire renaissance in Nederland.

In 2011 neemt de Nederlandse regering een beslissing over de bouw van de centrale, die dan in 2018 operationeel zou moeten zijn. De Vlaamse en federale overheden startten alvast een onderzoek naar de verwachte effecten op het milieu, vooral de lozing van het warme koelwater in de Westerschelde, en de stralingsimpact op Vlaanderen bij een noodplan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content