Als er na de regionale en Europese verkiezingen niet snel spijkers met koppen geslagen worden om de overheidsfinanciën op orde te krijgen, trekt Karel De Gucht de stekker eruit. ‘Ik zeg: als er tussen juni en december geen politieke duidelijkheid over de financiering en de toekomst van het land geschapen wordt, zal het zonder ons zijn.’

De verzuring van de relatie tussen de PS en de MR heeft niet alleen een nieuw hoogtepunt bereikt, ze zet ook de verhoudingen in de federale regering onder druk. Wat daarvan blijft hangen na de regionale verkiezingen van 7 juni valt af te wachten, maar het is duidelijk dat de bestuurlijke impasse op het federale niveau niet kan blijven duren. ‘Eigenlijk hoeven we niet tot dan te wachten om te weten dat het gedaan is met de schone liedjes. Ik hoop dat iedereen in de federale regering zich stilaan bewust is van de ernst van de situatie van de overheidsfinanciën en van de omvang van de maatschappelijke uitdagingen waarvoor we staan’, zegt minister van Buitenlandse Zaken en vicepremier Karel De Gucht (Open VLD).

De Gucht heeft geen moeite om toe te geven dat, na het tijdperk onder Yves Leterme (CD&V), ook de regering-Van Rompuy nog geen potten heeft gebroken in dossiers zoals het migratiebeleid, de staatshervorming of de meerjarenbegroting. ‘Maar binnen het beperkte politieke kader dat haar wordt gegund, vervult ze wel de normale taken van een regering. Ik denk aan de uitvoering van het relanceplan, de tijdelijke werkloosheid van bedienden, het posteren van soldaten op Belgische schepen voor de Somalische kust, en de nieuwe tussenkomst voor KBC. Dat zijn geen eenvoudige beslissingen, ook omdat ze telkens ideologische tegenstellingen oproepen.’

Die beslissingen vloeien voort uit de crisis of een andere calamiteit. Als de regering ook die al niet meer zou nemen, houdt ze er toch beter meteen mee op?

Karel De Gucht: Het noodzakelijke bestuur wordt op een rationele manier gevoerd. Maar er is geen elan voor een beleid met een langetermijnperspectief op budgettair en maatschappelijk vlak. Dat kan de regering-Van Rompuy niet eens verweten worden, want deze situatie kennen we al sinds de parlementsverkiezingen van juni 2007. De CD&V, die voordien lang had gehengeld naar de N-VA, heeft toen gewonnen door te zeggen dat het moment van een grote communautaire doorbraak was aangebroken. Vervolgens heeft het Vlaamse kartel een strategie van buigen of barsten gevolgd, maar die heeft niet gewerkt. De Franstaligen zijn bij elkaar gedreven en uiteindelijk is het kartel CD&V/N-VA zelf gebarsten. Het enige resultaat na twee jaar is een politiek imbroglio.

Ook Herman Van Rompuy (CD&V) werkt sinds zijn aantreden als premier met de handrem op, terwijl er zich een budgettaire ontsporing voltrekt. Is dat verantwoord?

De Gucht: Op de begroting van 2009 is nog bijzonder moeilijk vat te krijgen, omdat door de financiële en economische crisis heel veel in beweging is. De grote vraag is of men bereid is serieus werk te maken van de begroting voor 2010. En heel eerlijk gezegd, dat wil ik eerst zien voor ik het geloof.

Intussen kent het land al drie verloren begrotingsjaren. In 2007 was er een tekort van bijna 6 miljard euro, in 2008 van ruim 4 miljard. En voor dit jaar voorspelt de Europese Commissie dat het tekort zelfs tot 16 miljard kan oplopen.

De Gucht: In 2007 had de overheidsrekening perfect in evenwicht kunnen zijn als de CD&V bereid was geweest om een aantal eenmalige maatregelen uit te voeren en zo uitzonderlijke inkomsten te realiseren. Voor 2009 zouden we ook nog een en ander kunnen rechtzetten door bijvoorbeeld in te grijpen in de uitgaven voor de gezondheidszorg, maar daarvoor is er nu in de federale regering helaas geen enkel politiek draagvlak.

In de aanloop naar de verkiezingen van 7 juni durft geen enkele meerderheidspartij onpopulaire maatregelen te nemen.

De Gucht: Is dat de echte reden? Het zou ook kunnen dat de politieke fysionomie van de regering zelf ertoe bijdraagt dat er geen fundament is om duurzaam te saneren en in te grijpen op het vlak van de fiscaliteit, de sociale zekerheid, de overheidskosten, de verdeling van de middelen tussen de federale overheid en de regio’s et cetera.

Na 7 juni moet iedereen zijn kaarten op tafel leggen, en zal heel waarschijnlijk ook blijken dat die niet met elkaar te verzoenen zijn. Blijft de huidige politieke en bestuurlijke lankmoedigheid dan voortduren tot 2011? Of zal de sense of urgency eindelijk groot genoeg zijn om in te grijpen? Volgens mij zullen met name de PS en CDH, als een appendix van de Frans-talige socialisten, aangepord moeten worden. Die twee partijen doen me voortdurend denken aan het gedicht Melopee van Paul van Ostaijen over de maan, de man en de kano, die moe en gedwee naar de zee schuiven. Er is bij hen geen enkele aandrang om de problemen op te lossen, en politiek vinden ze dat nog ideaal ook. Neem het migratiedossier. Open VLD wil geen beleid met een nieuw aanzuigeffect. Maar de PS en CDH blijven liever reclameren over onze opstelling dan enig verlies in een compromis te nemen.

Wordt de samenhang van de regering-Van Rompuy ook niet op de proef gesteld door de aanhoudende kritiek dat de paarse regeringen van Guy Verhofstadt (Open VLD) de rentemeevallers hebben opgesoupeerd en niet genoeg gespaard hebben?

De Gucht: Ik ken die kritiek, maar hij is niet juist. De eerste paarse regering is, geholpen door de economische conjunctuur, op een vrij normale manier naar een begrotingsevenwicht geëvolueerd. In de periode 2003-2007 is getracht om dat evenwicht vast te houden, ook met eenmalige maatregelen. Intussen is het duidelijk dat in een land met een schuldenlast die weer groter dan het bruto binnenlands product (bbp) dreigt te worden, een stabiel begrotingsevenwicht niet mogelijk is zonder fundamentele veranderingen in diverse financierings- en uitgavenpatronen. En dat niet alleen tussen de federale overheid en de regio’s, maar ook op het federale niveau zelf in bijvoorbeeld de sociale zekerheid.

Er wordt gezegd dat Paars veel kansen heeft laten liggen. Maar neem het Generatiepact van eind 2005. Dat was een serieuze poging om de toekomstige verzuchtingen van minstens twee generaties te beantwoorden. Van de onderhandelingen over dat pact herinner ik me echter vooral dat het in dit land haast onmogelijk is om wat dan ook te veranderen. Je moet al een donquichot zijn om er met de moed der wanhoop en toch voldoende gemotiveerd aan te beginnen. Dat moeten al die critici Verhofstadt trouwens wel meegeven: hij was tenminste bereid om er zijn tanden in te zetten. Ik ben dan ook zeer benieuwd of er dit jaar ook een donquichot zal zijn, die against all odds de mouwen opstroopt.

Herman Van Rompuy is geen donquichot?

De Gucht: Nee. Maar ik denk wel dat hij beseft dat er iets moet gebeuren. En in de mate dat ik dit niet zou denken, hoop ik het.

In april heeft de regering op basis van gegevens van de Hoge Raad van Financiën beslist dat de overheidsfinanciën tegen 2015 opnieuw in evenwicht moeten zijn. Maar die intentie staat of valt met een economische groei die snel boven de 2 procent uitkomt. Is dat realistisch?

De Gucht: Cruciaal is inderdaad het groeipotentieel van de Belgische economie wanneer de crisis eenmaal over haar dieptepunt heen is – wat volgens mij best in de loop van dit jaar kan gebeuren. Welke groeitendens krijgen we dan? Op die vraag is er op dit ogenblik geen enkel onderbouwd antwoord. Het is werken met de wichelroede.

Krijgen we opnieuw een groei van meer dan 2 procent, dan kunnen we naar een budgettair evenwicht evolueren zonder ons maatschappelijke model los te laten. Is die groei niet meer dan 1 of 1,5 procent, dan staan we voor een organisatie van de verarming van de samenleving. In de populistische sfeer van tegenwoordig wordt dat laatste een schier onmogelijke opgave.

Wat bedoelt u daarmee?

De Gucht: Dat betekent dat we dan belanden in een scenario van onvermijdelijkheden, en dat er maatregelen moeten worden genomen uit noodzaak en niet omdat de beleidsverantwoordelijken die keuze maken.

Bij een gemiddelde groei van meer dan 2 procent, daarentegen, zijn oplossingen denkbaar die ik als liberaal kan aanvaarden. Tegelijk moeten we de veerkracht hebben om dat groeiritme vast te houden. Dat kan door maximaal te investeren in innovatie, een fiscaal beleid te voeren dat het dynamisme bewaart, het profitariaat in de sociale zekerheid aan te pakken, en door resoluut ons imago in het buitenland op te vijzelen. Er is een voluntaristisch beleid nodig. Of dat lukt, zal ook voor een deel afhangen van de gewesten. In Vlaanderen moet dat met de nodige dash mogelijk zijn, en ook in Wallonië groeit stilaan een nieuwe economische dynamiek.

Aan schema’s, die in theorie het tekort ombuigen in een overschot, hebben we voor een meerjarenbegroting niets. Zo hebben we er al genoeg gehad. Financieel kan dit land alleen maar op orde gebracht worden met maatregelen die legislatuuroverschrijdend een opbouwend effect hebben en die doorwerken in de uitgaven van de overheid. Ik denk dan aan een vermindering van het aantal ambtenaren, en het terugschroeven van de uitgavengroei in de gezondheidszorg.

De belastingen blijven buiten schot?

De Gucht: Uit een recente studie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling blijkt dat in ons land 56 procent van de loonkosten opgaat aan sociale bijdragen en belastingen. Daarmee heeft België de hoogste lastenscore in de wereld. Om dan nog maar aan een verhoging te denken, moet je knettergek zijn.

Om het begrotingstekort volgend jaar enigszins binnen de perken te houden, is een besparing van minstens 1 procent van het bbp, of zeker 3,5 miljard euro, nodig. Volgens de Europese Commissie moet het veel meer zijn. Is er dan geen budgettaire schoktherapie nodig?

De Gucht: Er moeten in elk geval maatregelen komen met een terugkerend gunstig effect op de begroting. Stel dat we, zoals de Europese Commissie doet, uitgaan van een weg te werken tekort van meer dan 15 miljard. De totale fiscale en parafiscale ontvangsten van alle overheden samen – federaal, regionaal, lokaal – bedragen 175 miljard. Die 15 miljard komt met andere woorden neer op een besparing van 9 procent.

Het is duidelijk dat we voor de overheidsfinanciën zouden moeten uitpakken met een zware antibioticakuur, gevolgd door vijf jaar nazorg. Dat kan onmogelijk alleen op het federale niveau worden ge-realiseerd, want daar is haast alle rek uit de primaire uitgaven voor de werking van de overheid. De regio’s moeten erbij betrokken worden. Dat kan bijvoorbeeld als ze de huidige federale uitgaven voor het grootstedenbeleid en andere regionale bevoegdheden overnemen, hogere bijdragen voor de pensioenen van hun ambtenaren betalen, een deel van de over-heidsschuld voor hun rekening nemen, of als ze nieuwe bevoegdheden zonder extra middelen zouden krijgen.

De regio’s zien u al komen. Door de invloed van de crisis op de mechanismen van de financieringswet ontvangen ze dit jaar 1,65 miljard euro minder en zal de nieuwe Vlaamse regering in de komende vijf jaar 7 à 8,5 miljard euro minder kunnen besteden.

De Gucht: Maar het kan gewoon niet anders. Met de Vlaamse overheid kunnen we daar in het kader van een nieuw stabiliteitspact volgens mij uitkomen, want op haar begroting zit nog vet. Als ze zich verplicht tot een overschot, heeft dat voor het globale begrotingsevenwicht van alle overheden samen een gunstige repercussie die overeenstemt met de uitgaven die ze anders zou doen. Maar met Wallonië en Brussel zal dat een ander paar mouwen zijn.

Daarom zegt Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) dat er geen sprake kan zijn van een extra inspanning zonder een inhoudelijke en budgettaire staatshervorming.

De Gucht: Op zich heb ik met die voorwaarden geen probleem. Maar stel dat die staatshervorming er niet onmiddellijk komt en dat de Vlaamse regering niet bijdraagt, wat dan? Ik zeg: als er tussen juni en december geen politieke duidelijkheid over de financiering en de toekomst van het land geschapen wordt, zal het zonder ons zijn. Partijen zoals de PS geloven in het status-quo, maar wij niet. Open VLD blijft geen rol spelen in een federale caretaker-regering. De CD&V moet dan maar uitmaken of zij wel voortdoet.

De Leuvense economen Koen Algoed, Dirk Heremans en Theo Peeters noemen een staatshervorming ‘de reddingsboei voor de overheidsfinanciën’. Ze pleiten voor een herziening van de financieringswet door de regio’s verantwoordelijk te maken voor de personenbelasting.

De Gucht: Ik ken hun stelling, en zelf spreek ik ook altijd over een financiële staatshervorming. Maar ik vrees dat er daarvoor op korte termijn geen tweederde-meerderheid is. Daarom doe ik een ander voorstel: bereken de gevolgen van zo’n financiële hervorming, en neem ze op en voer ze uit in het kader van een nieuw stabiliteitspact tussen de federale overheid en de regio’s. Dat kan op die twee niveaus met gewone meerderheden goedgekeurd worden en vervolgens zo geïmplementeerd worden dat een tweederdemeerderheid het in de toekomst in nieuwe institutionele wetten móét omzetten.

Ik wil na 7 juni weten of de regerings-partners bereid zijn om hierin mee te stappen. Indien niet, dan is die twederdemeerderheid enkel een vals alibi en een variant van het thatchersyndroom. Margaret Thatcher kreeg altijd het verwijt dat ze tegen Europa was, maar daardoor hoefden haar critici hun nek evenmin uit te steken.

Kijk, ik ben 55 jaar. Sinds de verkiezingen van 2007 maak ik de meest frustrerende episode uit mijn politieke loopbaan mee. Ik heb geen zin in nog eens twee jaar sukkelen en in allerlei communautaire dialoogformules die niets opleveren. Het is kiezen of delen. Anders moeten er over enkele maanden ook maar nieuwe federale verkiezingen georganiseerd worden.

Dan had men die toch evengoed nu kunnen laten samenvallen met de regionale verkiezingen?

De Gucht: Wie daarvoor heeft gepleit, had allicht als uitgangspunt dat men na 7 juni onmiddellijk aan een nieuwe staatshervorming zou beginnen. Maar dat is in de huidige politieke constellatie ook mogelijk. Bovendien is er nu een stok achter de deur. Indien op geen enkel vlak knopen worden doorgehakt, houdt het op voor de regering-Van Rompuy en komen er beter vervroegde federale verkiezingen in plaats van door te gaan tot 2011.

Zullen de budgettaire zorgen van de federale regering niet zwaar wegen op de vorming van de nieuwe regionale regeringen?

De Gucht: Laten we elkaar geen Liesbeth noemen. Ofwel trekken de nieuwe regionale regeringen zich inzake de financiering niets aan van het federale niveau, ofwel vinden die twee elkaar wel, en dan wordt dat ook een thema in de regeringsonderhandelingen in de regio’s. Dat op de twee niveaus grotendeels dezelfde partijen aan tafel zitten, is daarbij een voordeel. In ons land vormen zij nog het enige bindmiddel. Maar als ook dat niet meer werkt, hebben we een levensgroot probleem.

Krijgt u daar al niet meteen mee te maken als de PS en CDH de Franstalige liberalen opnieuw buiten de Waalse regering zouden houden?

De Gucht: Dat zal het zeker niet eenvoudiger maken. Maar het zal de PS, die in ons versplinterde partijenlandschap voortdurend een onevenredig grote rol krijgt toebedeeld, evenmin beletten om met de MR in een federale regering te blijven, die niet meer doet dan op de winkel letten. Dan ligt de bal echter toch weer in ons kamp. En willen we dat?

Zou het op de keper beschouwd niet beter zijn dat in de komende twee jaar op federaal en regionaal niveau overal klassieke tripartites gevormd worden om de financiële en maatschappelijke uitdagingen aan te pakken?

De Gucht: Federaal is eind 2007 de PS erbij gehaald omdat oranje-blauw geen tweederdemeerderheid had. Wat is er sindsdien opgelost? Niets. Het fundamentele probleem van onze democratie is dat de meerderheden niet alterneren. Dan maar overal tripartites installeren, is een reparatieoplossing. Dat werkt alleen als vooraf duidelijke afspraken zijn gemaakt over de meerjarenbegroting, de staatshervorming, de financieringswet. Op papier oogt dat mooi, maar in de praktijk krijgen we enkel de voortzetting van een onoverzichtelijk en kleurloos beleid. Ik geloof dus niet in de levensvatbaarheid van een federale tripartite.

DOOR PATRICK MARTENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content