Leen Huet
Leen Huet Leen Huet is schrijfster en bekijkt details in historisch perspectief.

België bestaat gelukkig nog, dus ik hoef niet in ballingschap naar Kasterlee of Baarle-Hertog (plaatsen op een steenworp afstand van mijn favoriete Belgische huis, beide voorzien van charmante cafés). Daardoor stond het me in de eerste dagen van 2007 vrij om te dromen van verre reizen: plotseling overviel me de wens om China te zien. Suzhou, het plaatselijke Venetië; de Verboden Stad in Peking, waar ik zou denken aan de droevige memoires van He Rong Er, een leeftijdgenote van mijn overgrootmoeders die op dertienjarige leeftijd in dienst trad van de laatste keizerin; de Gele Rivier, waar ik Pleysiers mooie boek over tante non nog eens zou lezen; de Grote Muur; de duizenden terracotta soldaten uit het graf van die vreselijke dictator; de beschilderde grotten van Dunhuang, een natuurlijk museum van duizend jaar boeddhistische schilderkunst. Werd dit verlangen opgewekt door de toevloed van Chinese uitwisselingsstudenten in mijn Leuvense straatje? Door de glans van jade in winkels met antieke juwelen? Door de film Crouching Tiger, Hidden Dragon? Door de lp met hymnes van Chinese christenen, van een vriend gekregen? Misschien nog het meest door de gedachte aan monnik Wang, die in 1900 een dichtgemetselde bibliotheek ontdekte in een grot van Dunhuang. Dichtgemetseld sinds negenhonderd jaar, en de grootste schatkamer van antieke boekrollen en zelfs de oudste gedrukte boeken in Azië. Stel je voor, stilte, duisternis, verborgenheid en wat eruit tevoorschijn komt: ze maken van de wereld een ruimere plek. Kranten, tijdschriften, opinies van experts, radio-uitzendingen, gesproken dagbladen: ze bepalen niet alles op deze aarde, er zijn nog steeds plaatsen waarover ze niets weten. Een verfrissende, ja zelfs bevrijdende gedachte.

En dan is er W.L. Idema. Hij vertaalde boeddhistische en andere verhalen uit de bibliotheek van Dunhuang, zodat teksten uit die duizendjarige verzameling nu gewoon in het Nederlands beschikbaar zijn – toch ook een van de redenen waarom het goed is om in 2007 te leven. Eerder vertaalde hij al klassieke Chinese poëzie. Hij publiceerde bovendien De onthoofde feministe, een bloemlezing van twee millennia vrouwenliteratuur in China. Een lijvig boek dat ik met plezier uitlas, vol sprookjesachtige en exotische wetenswaardigheden. Niettemin, na bladzijde 512 kreeg ik het trieste gevoel dat vrouwen in China tweeduizend jaar lang dezelfde natuurgedichten en morele raadgevingen aan andere vrouwen (‘wees gehoorzaam’) hadden gepend – alsof de wereld stilstond. De indruk ontstond dat het moeilijk was en is om in China gelukkig te zijn. Zelfs in de oude volksverhalen uit Dunhuang wordt de hemel bevolkt door net zulke bureaucraten als er op aarde rondlopen, in rangen, met barema’s, belastingaanslagen en alles wat er verder bij komt kijken. Pas in 1905 werden de gevreesde staatsexamens afgeschaft, die ook alweer meer dan duizend jaar de Chinese staatsstructuur bepaalden. Het confucianisme is een edele leer, maar leidde in de praktijk tot – ja, wat? Slaap, beweerde de feministe Qiu Jin, die in 1907 als opstandelinge onthoofd werd. ‘Dames, besef dat je bij alles in deze wereld niet kunt vertrouwen op anderen maar dat je je altijd moet verlaten op eigen kracht. Die bekrompen confucianisten hebben altijd onzin uitgekraamd als ‘de man is meester, de vrouw zijn slaaf’, ‘In vrouwen is domheid een deugd’, ‘De man stelt de normen voor de vrouw’.’ Wel, het is prettig om een Chinese eens haar eigen erfgoed te horen interpreteren. Traditie is ook niet alles. Qiu Jin hoefde het niet meer mee te maken dat Mao Zedong in 1942 op een literair congres verklaarde dat literatuur alleen naar politieke inhoud mocht worden beoordeeld en dat schrijvers zich volledig moesten richten op een publiek van arbeiders, boeren en soldaten. Je zou ervan versteld staan hoeveel mensen ook hier die mening delen.

Het tijdschrift Het trage vuur is volledig gewijd aan Chinese literatuur.

LEEN HUET IS KUNSTHISTORICA EN SCHRIJFSTER.

Leen Huet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content