‘Mohammed Ali, Michael Jordan, Pelé: daar wil ik bij horen’

'LIGHTNING BOLT': de overwinningspose die hijzelf 'To Di World' noemt, geïnspireerd op een beweging uit de Jamaicaanse dancehall. © Gettyimages

In Rio jaagt de Jamaicaanse sprintbom Usain Bolt op de unieke ’triple triple’: op drie opeenvolgende edities van de Spelen drie keer goud winnen. ‘Men zegt: je bent een legende. Yeah, maar deze Spelen zullen daar echt voor zorgen.’

De atletiekpiste – al kun je het amper zo noemen – waar Usain Bolt als leerling aan de lagere school Waldensia voor het eerst zijn benen strekte als hardloper, is een hobbelige strook gras, niet ver van de smalle straat naar het dorp Sherwood Content. Iemand heeft er vier zwarte strepen op getrokken om de banen aan te duiden, ze vervagen aan het eind onder een groepje palmbomen.

Yeah, dat is waar het voor mij begon’, zegt Bolt wanneer we hem vertellen dat we daar de vorige dag waren. ‘Daar hielden we onze sportdag, het was er allemaal erg klein.’

Kan hij zich nog herinneren wat hij toen dacht?

‘Ik dacht aan winnen.’

Wanneer Usain Bolt praat, dan lijkt dat op lachen, een muzikale stem die altijd gehoord wil worden.

Hij is 1,95 meter lang, gespierd, slank, mooi als gepolijst mahoniehout en hij stapt de kamer van het hotel in Kingston, waar we hem ontmoeten, binnen met de gratie van een gazelle. Hij draagt een trainingsbroek, een T-shirt en Pumaschoenen, en een erg groot en duur horloge van Hublot, een van zijn vele sponsors, dat hij duidelijk toont bij de fotoshoot na het interview.

De school staat op een heuvel, bestaat uit alleen maar een stenen benedenverdieping en is niet veel veranderd sinds Bolt hier leerling was. Al bestond het sanitair indertijd uit putten en zijn er nu echte toiletten, betaald door Bolt – een van de vele werken die de rijkste atleet ter wereld in zijn geboortedorp liet uitvoeren. Ook de muurschildering was er toen nog niet. Ze toont de klassieke overwinningspose van Bolt, die de wereld kent als lightning bolt, maar die hijzelf To Di World noemt, geïnspireerd op een beweging uit de Jamaicaanse dancehall.

Die pose nam hij aan toen de wereld voor het eerst zijn explosieve klasse als sprinter aanschouwde, op de Olympische Spelen van Peking in 2008. Hij vestigde er drie wereldrecords, op de 100, de 200 en de 4×100 meter. Vier jaar later, in Londen, werd hij de eerste atleet die de drie onderdelen won op twee opeenvolgende Spelen. En hij zal zijn pose ongetwijfeld opnieuw aannemen als hij in Rio de zogenaamde triple triple lukt. Je kunt je niet voorstellen dat een atleet ooit nog beter zou doen dan dat.

‘Wat ik altijd al wou, ‘ zegt Bolt, ‘dat is groots zijn.’

En wat betekent grootsheid dan?

Hij denkt na.

‘Voor mij betekent dat: herinnerd worden. Mensen praten voortdurend over sport en ik wil opduiken in hun gesprekken, snap je? Als ze het hebben over de groten, dan zijn dat Mohammed Ali, Michael Jordan, Pelé… Daar wil ik bij horen.’

Spreken de mensen dan al niet over hem?

‘Ja, maar ik loop nog altijd. Ik zit nog vers in hun geheugen. Ik wil dat ik na mijn afscheid zo beroemd ben dat je me nooit meer kunt vergeten, net zomin als je kunt vergeten wat Ali en al die anderen gedaan hebben. Zij hebben hun stempel gedrukt op de geschiedenis. Dat wil ik ook en ik denk dat deze Olympische Spelen me daarbij zullen helpen.’ Hij fluistert bijna: ‘Men zegt: je bent een legende… Yeah, maar deze Spelen zullen daar echt voor zorgen.’

Iets in het water

De weg naar Sherwood Content, het dorp van Bolts jeugd, loopt over een hobbelige weg door wouden en bananenplantages. Het huis waar Bolt opgroeide en waar zijn familie nog altijd woont, valt meteen op als het grootste van het dorp. Twee verdiepingen, recent nog vernieuwd, met een grote omheining en een 4×4 voor de poort.

Bolts vader, Wellesley, en zijn moeder, Jennifer, hadden een winkel in het dorp. Usain heeft een oudere halfzus, Sherine, en een jongere halfbroer, Sadiki.

De regio Trelawny in het noorden van Jamaica heeft een opmerkelijk hoog aantal topatleten voortgebracht. Er bestaan verschillende theorieën over: genetische resten uit de tijd van de slavernij, een heuvelachtig terrein, of – Bolts favoriete theorie – iets in het water dat de plaatselijk geteelde yam extra voedingskracht meegeeft.

Wat de oorzaak ook is, Bolt is er overvloedig mee gezegend. Wanneer de lagere scholen uit de regio samenkwamen op de William Knibb Memorial High School voor hun jaarlijkse sportdag, sprong het ruwe, pure talent van de jongen in het oog, vertelt Lorna Thorpe, sportverantwoordelijke op William Knibb: ‘De directeur besloot hem een beurs te geven, want we wilden hem niet kwijt.’

William Knibb is een rij barakken geschilderd in levendig paars – de kleuren van de school. Boven de ingang staat het motto ‘Onwetendheid knecht, kennis maakt vrij’ naast foto’s van Jamaicaanse vrijheidsstrijders en politici.

Bolt was een middelmatige student maar wel erg populair, weet Lorna Jackson, de huidige directeur, nog. ‘Een goedlachse, gelukkige jongen. Iedereen had het voor Usain.’

‘Ik haalde weleens wat uit op school’, zegt Bolt met een glimlach. ‘Maar ze wisten dat ik zo in elkaar zat, het was ook helemaal niks ergs, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik stond bekend als degene die altijd lachte.’

Lorna Jackson leerde Bolt Spaans. ‘Hij kwam hier later nog eens terug en vertelde tegen de kinderen: ‘Leer je Spaans, want ik weet nog dat Miss Jackson tegen mij zei: Usain, jij gaat nog wat van de wereld zien, dus zorg dat je Spaans kent!’ En hij vertelde hen ook dat hij in Zuid-Amerika was geweest en mooie meisjes had gezien en dat hij toen dacht: als ik nu beter mijn Spaans had geleerd, dan zou ik beter met hen kunnen praten.’ Ze lacht. ‘Maar ik denk niet dat hij nu nog Spaans of welke taal dan ook nodig heeft om te communiceren… Met zo’n aura!’

Bolt was niet bijzonder geïnteresseerd in lopen. Hij speelde graag voetbal en cricket. Zijn idool was de Pakistaanse bowler Waqar Younis. ‘Ik hield zo van cricket dat ik niks anders wilde doen’, zegt Bolt. ‘Atletiek deed ik gewoon omdat ik er goed in was. En omdat ik won, zeiden ze me: je moet daarin verdergaan!’ Hij haalt de schouders op. ‘Dus ja, vooruit dan maar…’

Lorna Thorpe – Bolt noemt haar ‘mijn tweede moeder’ – herinnert zich dat de coach bij het begin van de training geregeld iemand moest sturen om Bolt te gaan halen, omdat die cricket of voetbal aan het spelen was. ‘We zeiden hem altijd: laat die bal toch, man, je hebt een goudmijn in je benen.’

Toen hij dertien was, deed hij mee aan de nationale scholenkampioenschappen in Kingston. Hij verbleef in een hotel vlak bij het stadion. ‘Hij zat in de finale van de 200 meter’, vertelt Thorpe. ‘Toen hij op de klok keek, realiseerde hij zich dat de race zo meteen zou starten. Hij rende recht van het hotel naar het stadion en naar de startlijn. Omdat hij al zo hard gelopen had, won hij niet. Dat is de enige wedstrijd die ik hem ooit zag verliezen.’

In 2002, toen hij vijftien was, maakte Bolt zijn debuut op het WK voor junioren in Kingston. Hij won er de 200 meter en werd zo de jongste juniorenkampioen in de geschiedenis. In datzelfde jaar kreeg hij de IAAF Rising Star Award.

Het regende meteen beurzen voor Amerikaanse universiteiten. ‘Ik heb de aanbiedingen nog altijd ergens in een la liggen’, zegt Thorpe. De VS waren een klassieke bestemming voor jonge Jamaicaanse atleten en het resultaat was al even klassiek: overtraining en burn-out. Maar in Jamaica was net het IAAF High Performance Training Centre geopend en Asafa Powell had Amerikaanse aanbiedingen afgeslagen om in zijn eigen land te blijven. Bolt nam dezelfde beslissing.

‘De mensen zeiden: je kunt blijven, maar het zou beter zijn overzees te gaan. Ze wilden dat ik naar een of andere koude staat zou gaan, maar ik zei: nah, niks voor mij, die kou’, lacht Bolt. ‘Ik wou liefst dicht bij mijn familie blijven.’

‘Hij zei van zichzelf dat hij een moederskindje was’, vertelt zijn oudste vriend, Nugent Walker – NJ voor de vrienden.

Bolt geeft toe dat hij in het begin van zijn carrière zijn talent als vanzelfsprekend beschouwde. Lopen ging gemakkelijk, maar trainen was lastig. Bij zijn olympisch debuut, in Athene in 2004, lag hij er in de eerste ronde al uit. In de Jamaicaanse pers werd de golden boy aangepakt wegens zijn gebrek aan zelfdiscipline. ‘De eerste drie jaar van mijn carrière deed ik maar wat. Ik trok het me niet aan, ik liep gewoon’, zegt hij. Dan begon hij samen te werken met een nieuwe coach, Glen Mills. ‘Hij zei: ‘Luister, je moet het eens ernstig gaan nemen. Je kunt geen olympisch kampioen worden zonder hard te trainen.’ En ik begon te luisteren naar wat hij zei en ik begreep hem. Op dat moment begon ik mezelf doelen te stellen en begon ik te werken om de beste te worden.’

Het was de 100 meterfinale in Peking die van hem een wereldster zou maken. Herbekijk de film van toen en het is nog altijd amper te geloven. Bolt komt traag uit de startblokken, maar na 50 meter ligt hij al aan de leiding en na 80 meter ligt hij zo ver voor dat hij zijn armen langs zijn lichaam kan laten hangen, zich op de borst kan kloppen en over de schouder kijken als om te zeggen: ‘Waar zitten jullie, jongens?’ Hij sprint niet zozeer over de aankomstlijn, hij danst erover. Het is de grootste olympische prestatie ooit op de 100 meter. Zijn tijd: 9.69 seconden.

Het jaar daarna, in Berlijn, loopt Bolt de 100 meter in 9.58 seconden, nog steeds het wereldrecord.

Te lange benen

Volgens de normale maatstaven zou Usain Bolt eigenlijk geen sprinter mogen zijn. Met 1,95 meter is hij te groot, zijn benen zijn te lang voor korte afstanden. Fysioloog Peter Weyand van de Southern Methodist University in Dallas beschreef hem als ‘een freak, iemand die spot met de wetten van de biologie’.

Ook zijn gedrag is verre van doorsnee. Neem de momenten voor een grote race, wanneer de tv-camera de snelste sprinters één voor één in beeld brengt, in hun gespannen houding van machoagressie. En dan is daar Bolt, ontspannen alsof hij in zijn hoofd naar muziek luistert, kushandjes werpend en andere gekke gebaren makend. Pas in de startblokken lijkt hij zich te concentreren en maakt hij een kruisteken – ‘Zijn familie is erg gelovig’, zegt Thorpe, ‘en ze hebben hem zo opgevoed.’ Dan wijst hij met zijn vinger naar de hemel, alsof hij zegt: ‘Ik, God!’

‘Ik ben zo goed voorbereid als maar kan’, zegt Bolt. ‘Wanneer je naar de startlijn stapt, heeft het geen zin meer je ongerust te maken. Mijn coach heeft het altijd over het geheugen van spieren: als je iets genoeg oefent, wordt het een deel van jou, het gebeurt gewoon.’ Hij knipt met zijn vingers. ‘Begrijp je? Je traint jouw start, je oefent je manier van lopen in, en wanneer je op de Spelen komt moet je gewoon maar lopen. Dat is het zowat. Alles wat je geoefend hebt, komt wel terug. Maar als je begint na te denken – ik moet dit en dat doen – dan maak je fouten. De dingen die ik dus voor de start doe, helpen me om te relaxen. Dan denk ik ook niet aan die start, want dat is mijn zwakke punt, door mijn lengte.’

Het maakt weinig uit, opperen we lachend, hij kan iemand een voorsprong geven van tien meter en die toch nog kloppen.

Hij lacht. ‘Hangt van de tegenstand af… Het enige wat ik mezelf influister is: luister, luister, luister! Wanneer ik ‘Set!’ hoor, luister ik gewoon. Want het moment dat je even aan iets anders denkt, dat is het moment dat het mis gaat.’

Eén keer veroorzaakte hij een valse start, op het WK in 2011, en werd hij gediskwalificeerd. Voor de rest heeft hij geen belangrijke race meer verloren in acht jaar, zegt hij. Is zijn grootste vijand dan misschien zijn gevoel dat hij onoverwinnelijk is?

‘Zo kijk ik niet naar mezelf. Nooit. Want het is een wedstrijd, er kan van alles fout gaan. Mijn coach zegt altijd: loop elke dag om te winnen, maar denk nooit dat je niet kunt verliezen. Want als je dat denkt, heb je het meeste kans dat het inderdaad fout loopt.’

Bolt is niet alleen de grootste atleet ter wereld, hij is ook de meest geliefde. Hij heeft iedereen verslagen, maar ook iedereen gecharmeerd, gewoon door zichzelf te zijn. ‘Of er nu twee of twee miljoen mensen naar hem kijken, hij gedraagt zich net hetzelfde’, zegt zijn makelaar Ricky Simms. ‘Hij houdt echt van mensen. Als je met hem over straat loopt, zal hij altijd stoppen om aan kinderen handtekeningen uit te delen. Ik wou dat ik kon zeggen dat ik verantwoordelijk ben voor al die geniale marketingzaken die hij doet, maar dat komt van nature bij hem. Hij is gewoon een ongecompliceerde en beminnelijke gast.’

In een sport die geplaagd wordt door dopingschandalen zijn de integriteit en het onberispelijke karakter van Bolt van monumentaal belang. Alsof de hele reputatie van het sprinten op zijn schouders rust. Het zou een zwarte dag zijn mocht Usain Bolt ooit van zijn voetstuk vallen. Als dat al extra druk geeft, dan is het hem toch niet aan te zien.

‘Voor mij geeft dat geen druk. Ik ben gewoon wie ik ben. Ik kom naar buiten, vertegenwoordig de sport, vertegenwoordig mezelf en mijn land – en dat is het. Ik ben zo opgevoed: werken voor wat je wilt, begrijp je?’

Op het WK 2015 liep hij, na een seizoen van blessures, tegen Justin Gatlin, de Amerikaan die al twee keer werd geschorst wegens doping. Gatlin was favoriet, maar toch won Bolt. Een zucht van verlichting volgde, alsof goed over kwaad had gezegevierd. Volgens BBC-commentator Steve Cram had Bolt ‘de sport gered’.

Bolt zegt dat hij geen probleem heeft met Gatlin.

‘Als de IAAF zegt dat hij mag lopen, dan mag hij lopen. Ik heb met niemand een probleem. Ik werk zelf hard en wat verder gebeurt, gebeurt…’

Nochtans kijkt hij anders aan tegen Tyson Gay, de Amerikaanse sprinter die in 2013 positief testte op anabole steroïden en één jaar geschorst werd door USADA, het antidopingagentschap van de VS. Gay moest zijn zilveren medaille van de Olympische Spelen van 2012 in Londen weer inleveren. Toen hij in 2014 weer op de piste verscheen, zei hij dat hij het gevoel had ‘met open armen verwelkomd te worden’.

Niet door Bolt. Gay, zo zei hij, zou voor altijd uit de sport moeten verbannen worden. Hij noemde de beslissing om hem weer toe te laten ‘het domste wat ik ooit heb gehoord’.

‘Je moet dat begrijpen’, zegt hij vandaag. ‘Het voelde veel pijnlijker aan met Gay, door mijn verhouding tot hem… Niet dat we zo’n goede band hadden of zo, maar ik respecteerde hem heel erg als atleet, vanwege de manier waarop hij liep, de manier waarop hij werkte… Het ging er erg competitief aan toe, we werden almaar grotere concurrenten, en ik genoot daar echt van. Hij was mijn grootste rivaal en hij gaf me het gevoel dat ik altijd top moest zijn, altijd gefocust. Toen ik dan van zijn dopingschandaal vernam, dacht ik: come on… Het was alsof je een zoon hebt, die je laat studeren, die iets doms doet en weggestuurd wordt en je komt erachter dat alle A’s die hij haalde een gevolg waren van bedrog. Zo voelde dat voor mij. Misschien kan ik me er ooit overheen zetten, maar het zat me echt, echt dwars. Heel erg zelfs.’

Over de Jamaicaanse atletiek hangt een donkere wolk sinds zes atleten in 2013 positief testten op doping en dopingmaskerende middelen. Er rezen vragen bij de deugdelijkheid van de testprocedures in het land.

Kort na onze ontmoeting met Bolt werd bekendgemaakt dat Nesta Carter, een van de lopers van het 4×100-meterteam op de Spelen van 2008, bij een nieuwe analyse van bloed- en urinestalen positief was bevonden. Als Carter zich niet weet vrij te pleiten, zou dat kunnen betekenen dat alle vier de lopers hun gouden medaille van dat toernooi verliezen.

Bolt zelf is waarschijnlijk de meest geteste atleet ter wereld – en daar is hij blij mee. ‘Ik heb daar geen probleem mee, het is beter zo. Op het WK in Peking vorig jaar werden we om de andere dag getest. Omdat ze bloed afnamen, waren er die zeiden: ‘Dat kan toch niet, zo vaak!’ Maar ik zei: ‘Hoor eens, die mensen doen gewoon hun werk.’ Het kan vervelend zijn dat ze alle twee dagen langskomen, maar ze hebben het gevoel dat ze dat moeten doen omwille van de sport en dat is prima voor mij. Daardoor is het kampioenschap in elk geval clean.’

Atleten worden betaald voor de wedstrijden die ze lopen. ‘Toen Usain voor het eerst het wereldrecord brak in 2008 en nog voor hij won op de Spelen in Peking’, zo vertelt Simms, ‘zat ik samen met organisatoren en zei ik hen hoeveel hij volgens mij waard was. Ik werd buitengejaagd, ik was ‘die zotte Ier’. Sindsdien is zijn startgeld verviervoudigd. Wanneer Bolt loopt, komen tv-ploegen van over heel de wereld, hij maakt een groot verschil voor een evenement.’

Volgens Forbes ligt het jaarlijks inkomen van Bolt rond de 32,5 miljoen dollar, waarvan 2,5 miljoen prijzengeld. Dat is nog een eindje achter Cristiano Ronaldo (88 miljoen) en Roger Federer (67,8 miljoen), maar genoeg om van Bolt de rijkste vedette uit de atletiek te maken.

Groep vrienden

Door heel zijn carrière behield Usain Bolt dezelfde groep van vrienden en raadgevers. NJ, die hij al kent van in de lagere school – ‘Ik denk dat ik een beetje bang was en dus maar vriendjes werd met de grootste jongen uit de klas’, lacht NJ nu – beheert Bolts zaken in Jamaica. Met zijn coach Mills werkt hij al sinds 2004 samen en met Simms sinds hij zestien was.

Een van de eerste taken van Simms was het onderhandelen van Bolts eerste professionele sponsordeal, met Puma. Het zegt veel over Bolt dat hij in het contract liet opnemen dat de sportfirma schoenen en kleren moest leveren aan de school William Knibb – wat die momenteel nog steeds doet. ‘Niemand zei tegen Usain dat hij dat moest doen’, vertelt NJ. ‘Hij deed dat helemaal uit zichzelf.’

Iedereen is het erover eens: Usain Bolt is niet vergeten waar hij vandaan komt. Zijn stichting heeft computers en een bus geschonken aan zijn oude school en heeft een gezondheidscentrum gebouwd in Sherwood Content. En hij staat erop dat elke reclamespot waarin hij figureert, opgenomen wordt in Jamaica, met een lokale crew. ‘Het is goed voor het land, ‘ zegt hij, ‘en het zet Jamaica in de markt als een merk.’

‘Jamaica houdt hem met de voetjes op de grond’, zegt NJ. ‘De mensen zien een erg zelfverzekerde atleet op de piste en sommigen kunnen dat verkeerd interpreteren. Maar hij wil de beste persoon zijn die hij kan zijn. Zijn ouders gaven hem de basiswaarden mee: respect en bezorgdheid voor mensen. Hij is door en door goed – té goed zullen sommigen misschien zeggen. Ik denk niet dat hij beseft dat hij een beroemdheid is. We verbleven eens in Frankrijk, hij kwam beneden in de hotellobby en er stonden een hele hoop mensen buiten. Wat staan die daar te doen, vroeg hij aan de portier. En de portier antwoordde: die wachten op jou.’

Bolt heeft een vriendin, die hij nu al twee jaar kent. ‘Maar ik ga jou niet vertellen wie het is’, zegt hij. ‘Ik wil het voorlopig stil houden, want ik weet dat er van alles gezegd zal worden wanneer het in de openbaarheid komt en ik heb haar gezegd dat ze daar niet klaar voor is. Ik weet het, want ik ken de media ondertussen. Ik weet hoe jullie in elkaar zitten.’

Dat is een grapje, toch?

Hij lacht. ‘Je weet dat het waar is! Enfin, toch de tabloids. Die kerels hebben mij echt de ogen geopend. Iedere cultuur is anders. De Jamaicaanse cultuur is verschillend, als je kijkt naar vrouwen, en mannen die er meer dan één hebben… Het is anders. Ik heb bijvoorbeeld gemerkt dat in Engeland iedere beroemdheid moet trouwen – alsof dat een regel is. En ik vind… wel, dat is gewoon niet eerlijk.’

Vindt hij dat echt?

‘Ja! Kijk naar Wayne Rooney, die trouwde al heel jong. Al die voetballers: zodra ze beroemd worden, moeten ze trouwen. Ik vind dat niet eerlijk voor hen. Je wordt beroemd, en er is zo veel aandacht van meisjes die jou willen. Als je op je 21e trouwt, heb je nog helemaal niet geleefd. Het is moeilijk om dan bij één vrouw te blijven, want er zijn meisjes die zich letterlijk op jou gooien. En dan zijn er nog de meisjes die door de tabloids aangezet worden om te proberen een affaire met jou te hebben. Dat is niet eerlijk voor ons, jongens – het is moeilijk om neen te zeggen, begrijp je wat ik bedoel? Ik heb dus een en ander van jullie geleerd… Maar de verwachting is dus: als je beroemd bent, moet je een gezin stichten – dat is wat ze willen verkopen in Engeland, geen idee waarom. Het heeft te maken met fatsoen of zo. Maar ik ben niet Engels! Ik ben Jamaicaans! Wij hebben een totaal andere cultuur, dus je kunt me niet beoordelen op basis van jullie cultuur.’

Hoe zou hij dan de Jamaicaanse cultuur omschrijven?

‘Relaxed. We dansen, leven ons leven, maken plezier. En wanneer we wat ouder worden, dan is het tijd om te settelen en een gezin te stichten. Ik wil ook trouwen, want mijn ouders zijn getrouwd. Ik heb daarover nagedacht, maar ik weet dat ik niet zal trouwen voor ik 35 ben, dat staat vast.’

Manchester United

Bolt heeft in het verleden gezegd dat hij van plan is om te stoppen na het WK van 2017. Hij speelt met het idee om in de atletiek te blijven in een functie als ambassadeur: ‘Rondreizen, kinderen enthousiast maken en op welke manier dan ook helpen met het ondersteunen van de sport.’

Zijn investeringen in vastgoed en andere zaken in Jamaica, plus zijn doorlopende sponsorcontracten verzekeren hem van rijkdom voor de rest van zijn leven. Simms spreekt over mogelijkheden in de film- of tv-wereld. ‘Hij voelt zich als een vis in het water voor de camera’, zegt Simms, en hij voegt er lachend aan toe: ‘Usain denkt dat hij gaat voetballen voor Manchester United.’

Maar op dit moment gaat er maar één gedachte om in Bolts hoofd. Vraag of hij vertrouwen heeft in de komende Olympische Spelen en hij antwoordt simpelweg: ‘Je moet altijd vertrouwen hebben.’ Op zijn 29e bevindt hij zich op de top van zijn kunnen als atleet. ‘Mijn coach zegt me dat je vanaf je 28 of 29 wel op niveau kunt blijven, maar hij denkt dat je dan niet meer sneller kunt gaan. Maar wat mij betreft, ‘ zegt hij al lachend, ‘ik ben nooit tot aan mijn grens gegaan.’

Dus het spook van de veroudering heeft zich nog niet aan hem getoond?

‘Nee, ik denk dat mijn grootste concurrenten ongeveer even oud of ouder zijn dan ik. De jongeren lopen goed, maar ik denk dat ze nog niet ons niveau halen, daar hebben ze nog wat tijd voor nodig. Ik maak me dus niet al te veel zorgen. En ik houd mezelf altijd voor: als ik 9.6 loop, is er niks aan de hand. Mijn coach zegt dat ook: 9.6 is prima, want niemand anders loopt 9.6. Als ik het niveau haal om 9.6 te lopen, dan komt het goed.’

En gelooft hij dat hij dat kan halen?

‘Geloven doe ik altijd!’

De dag na dit interview draait Bolt een reclamespot voor Hublot op de atletiekpiste van de University of the West Indies – de UWI Usain Bold Track zoals die heet.

Bolt arriveert in een BMW met NJ aan het stuur en verdwijnt in een trailer, tot hij naar de startlijn wordt geroepen waar de filmcrew zich aan het opstellen is. De temperatuur gaat vlot boven de dertig graden. Bolt neemt plaats in een vouwstoel onder een parasol, opengehouden door een assistent, en houdt zich bezig met zijn smartphone. Uiteindelijk neemt hij zijn plaats in aan de startlijn en bootst hij de positie in de startblokken na, terwijl hij recht in de camera kijkt. De oplettende toeschouwer zal twee ongewone zaken opmerken: Bolt draagt gewone loopschoenen, geen spikes, en hij draagt een polshorloge. Bij het innemen van de starthouding schroeit het tartan zijn vingers. Een vloek. Hij staat op, probeert uit alle macht zijn handen af te koelen.

Iemand haalt een Jamaicaanse vlag tevoorschijn, voor het volgende shot, en Bolt drapeert die om zijn schouders. De fotoshoot loopt twee uur achter op schema. De hitte is verpletterend. Irritaties beginnen her en der op te borrelen. Maar Usain Bolt is zo rustig als een bergmeertje. Iemand zet een gigantische ventilator in werking, de vlag achter hem begint te wapperen, hij lacht naar de camera en begint te zingen: ‘I believe I can fly…’

DOOR MICK BROWN

‘We zeiden hem altijd: laat die bal toch, man, je hebt een goudmijn in je benen.’

Met een jaarlijks inkomen van 32,5 miljoen dollar is Bolt de rijkste vedette uit de atletiek.

‘Het is moeilijk om bij één vrouw te blijven, want er zijn meisjes die zich letterlijk op jou gooien.’

Hij staat erop dat elke reclamespot waarin hij optreedt, wordt opgenomen in Jamaica, met een lokale crew.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content