Muzikanten scoren hits in dialect en Verkavelingsvlaams. Algemeen Nederlands valt in het theater en in televisieseries nauwelijks nog te horen, om over het Vlaams Parlement maar te zwijgen. Tijd voor alarmbelletjes?

”k Moe ‘k ik nie ler’n klapp’n. Min toal, da moej d’er bie pakk’n‘ zingt Hannelore Bedert in ‘Vocabulaire’. De ’toal’ die we in dit liedje voor lief moeten nemen is Deerlijks. Maar even kordaat zou de kleinkunstartieste zingen ‘m’n taal die moette der bij pakken’. Hannelore Bedert is een van de jonge Vlaamse muzikanten die even zelfbewust als moeiteloos door de registers van het Nederlands zappen, van journaaltaal (‘jij’) tot West-Vlaams (‘hie’). Het best lijkt ze zich te voelen bij een Nederlands dat ergens daartus-senin bengelt (‘gij’). Deze liefde voor de taal die geen dialect is, maar ook veraf staat van wat vroeger ‘Algemeen Beschaafd’ heette, heeft Hannelore Bedert gemeen met Mira, en met de Fixkes natuurlijk.

De teksten van liedjes als ‘Kvraagetaan’, ‘In de fleur’ en ‘Helemaal’ zouden linguïsten definiëren als substandaard of tussentaal. Opiniemakers durven zich minder beleefd uit te drukken. Bargoens, drab, Soapvlaams, patois! Het is maar een kleine greep uit het assortiment aan verwensingen waarop de tussentaal is getrakteerd. Vlamingen die zich van ‘nepdialect’ bedienen, riskeren bovendien van luiheid, zelf-genoegzaamheid en domheid te worden beschuldigd.

De bekendste benaming van tussentaal blijft Verkavelingsvlaams. De term werd twintig jaar geleden gemunt door Geert van Istendael. In Het Belgisch labyrint noteerde de schrijver dat er ‘iets vuils’ de taal aan het doodknijpen was: ‘Het is een manke usurpator in kale kleren, maar hij heeft de verwaandheid en de lompheid van een parvenu. Hij heet ‘Verkavelingsvlaams’.’ De naam van deze usurpator dook snel op in de media en ging deel uitmaken van de officiële woordenschat toen Van Dale er een lemma van maakte.

Ondanks het gesakker heeft het Verkavelingsvlaams zijn opmars sinds 1989 niet minder steil voortgezet. Taal als ‘mak kik binnen’, ‘amai’ en ‘mij hoort ge ni klagen’ is niet alleen te horen in liedjes, maar ook in toneel, films en televisieseries. Het hele leven gelijk ons leven is, lijkt zich tegenwoordig integraal in Verkavelingsvlaams af te spelen. Van de bakker tot de school, van de straat tot het parlement: de tussentaal woekert overal.

Hou alsjeblieft vol!

Eind april riep Philippe Hiligsmann (Université catholique de Louvain) wetenschappers, pedagogen en opiniemakers samen om in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) over de taaltoestand in Vlaanderen te debatteren. Een noodsignaal werd nog net niet uitgestraald, maar de algehele teneur loog er niet om. Het Algemeen Nederlands moet dringend in ere worden hersteld, voor Vlamingen en Nederlanders, maar ook ten behoeve van alle anderstaligen die voor de Lage Landen belangstelling hebben. Vlaanderen mag welis-waar enkele typisch Belgisch-Nederlandse woorden nodig hebben, een eigen tussentaal zou volstrekt onwenselijk zijn.

Tussen de wetenschappelijke beschouwingen van toonaangevende linguïsten als Dirk Geeraerts en Joop van der Horst (beiden K.U.Leuven), werden in de Academie heldhaftige pleidooien gehouden voor de redding van de standaardtaal. Geert van Istendael kreeg een daverend applaus voor zijn diatribe tegen ‘bijziende taalkundigen’ die zouden beweren dat het al lang goed is als ‘de boodschap overkomt’. Net als het verkeer heeft de taal een reglement nodig en nu en dan een stoplicht, brieste hij.

Ook Ruud Hendrickx, de taaladviseur van de VRT, oogstte bijval met de belofte dat hij over de standaardtaal zal blijven waken. ‘Hou alsjeblieft vol!’ bood een dame uit het publiek hem alvast haar onvoorwaardelijke steun aan. Toen Hendrickx onthulde dat voor het laatste journalistenexamen van de VRT slechts één kandidaat slaagde op een totaal van zevenhonderd, steeg uit de ongebruikelijk volle Academie een kreet van verontwaardiging op. Hoe is het mogelijk! Ja, hoe is het mogelijk? Want volgens Hendrickx zijn het precies de kijkers en luisteraars die eisen dat de VRT een baken van normvastheid blijft. Zo komt een paradox bloot te liggen waar in de KANTL weinig aandacht voor was. Als Vlamingen zo gehecht zijn aan het Standaardnederlands, waarom zijn ze die taal dan nauwelijks machtig? Of stemmen journalisten-in-spe niet af op de VRT misschien?

Of het Algemeen Nederlands al dan niet reddeloos verloren is en hoe we moeten omgaan met de opkomst van de Vlaamse tussentaal, daarover heerste in de KANTL geen eenstemmigheid. De kenners die op deze bladzijden hun inzichten toelichten, klinken ook niet unisono. Vooralsnog is slechts één ding zeker: over het Verkavelingsvlaams zijn we nog lang niet uitgeklapt.

OP 18 EN 19 OKTOBER 2010 ORGANISEERT DE UNIVERSITEIT ANTWERPEN ONDER DE TITEL ‘DE MANKE USURPATOR’ NIEUWE STUDIEDAGEN OVER HET FENOMEEN VERKAVELINGSVLAAMS. OVER DIT INITIATIEF: www.demankeusurpator.wordpress.com.

DOOR KEVIN ABSILLIS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content