‘Mijn partij doet er alles aan om zoveel mogelijk Vlaams Belang-kiezers aan onze kant te krijgen’

Siegfried Bracke © DIETER TELEMANS

Op 1 september ontwaakt de Kamer stilaan uit haar zomerslaap, maar Siegfried Bracke is al aan het werk. De Kamervoorzitter spreekt zich uit over de terreur die de voorbije zomermaanden beheerste, over de verhitte begrotingsdiscussie en de impact van de gecrashte Optima Bank in zijn thuisstad Gent. ‘Alleen wie serieus uit de bocht is gegaan, reageert zoals Daniël Termont.’

‘Ik ben vorig weekend in Blankenberge naar de revue van Het Witte Paard gaan kijken’, vertelt Siegfried Bracke (63). ‘Fantastisch. Elke politicus zou dat moeten doen.’ Buiten is het te warm om na te denken, maar in de ambtsvertrekken van de Kamervoorzitter maakt Bracke een koele analyse van wat het publiek van Het Witte Paard hem in de wandelgangen vertelde. Over communautaire kwesties, moet de N-VA’er toegeven, trok niemand hem aan zijn mouw, en over de boerkini werden alleen op het podium grappen gemaakt.

SIEFRIED BRACKE: Nee, de mensen spraken mij allemaal aan over veiligheid. ‘We hebben getwijfeld of we wel naar de revue zouden komen. Wat als hier iemand binnenkomt met een mes of een bom?’ Dát speelt in de hoofden van de mensen. Ze zijn bang. En dan heeft het geen zin om te sussen en te zeggen ze niet moeten overdrijven, want dat IS-aanhangers een kleine minderheid zijn. Ik noem dat de Coolsaet-theorie. Professor Rik Coolsaet zegt dat je meer kans hebt op een dodelijke aanrijding met een hert in de Ardennen dan om bij een bomaanslag te overlijden. Dat klopt allicht, maar het is allesbehalve een antwoord op de angst van de mensen.

Moet een politicus uitleggen dat die angst irrationeel is, of moet hij er net in meegaan?

BRACKE: Angst is altijd irrationeel. Met statistieken neem je hem niet weg. Statistieken zijn niet het echte leven. Er ís een veiligheidsprobleem. Waarom denkt u dat er dit jaar zoveel minder volk op de Gentse Feesten was? We leven met de onuitgesproken zekerheid dat er nog aanslagen zullen volgen. Als politicus moet je mensen uitleggen dat je al het mogelijke zult doen, maar dat je niet kunt garanderen dat er geen aanslagen meer zullen volgen. Tegelijk moet je hun op het hart drukken dat ze gewoon moeten voortleven.

Een jaar geleden pleitte uw partijvoorzitter Bart De Wever al voor een Belgische Patriot Act in de strijd tegen terreur. In juli herhaalde hij dat pleidooi. Waarom blijft het resultaat uit?

BRACKE: De voorbije maanden is al veel wetgeving gewijzigd – u mag dat niet onderschatten – maar ik ben blij dat ik in een land leef waar verandering niet schoksgewijs gebeurt. Daar komen ongelukken van. We moeten de pro’s en de contra’s goed tegen elkaar afwegen. Willen we een deel van onze privacy opgeven om in ruil beter beveiligd te worden? Daar moeten we een grondige, democratische discussie over voeren.

We zijn naar verluidt in oorlog, meneer Bracke. Mist u niet wat urgentie?

BRACKE: Het is een specifieke vorm van oorlog. Tijdens de twee wereldoorlogen wisten we meteen wat ons te doen stond. Vandaag heeft geen enkele natie ons op de klassieke manier de oorlog verklaard, dus moeten we op zoek naar nieuwe manieren om de strijd te voeren.

Weet de N-VA zelf wel wat in zo’n Patriot Act moet staan?

BRACKE: Ik ben niet onze specialist ter zake. Maar denkt u werkelijk dat er een programma bestaat waarin wij vastleggen hoe je tot in de eeuwigheid het terrorisme moet bestrijden? Dan vergist u zich deerlijk. Mijn partij zal goed luisteren: naar de experts, zelfs naar de oppositie, en uiteraard ook naar onze leden. Zoals u weet is de interne democratie nergens zo levendig als bij ons.

Is dat zo? In tegenstelling tot alle andere partijen heeft de N-VA sinds de verkiezingen van 2014 geen partijcongres meer georganiseerd.

BRACKE: Ik krijg van onze leden vaak kritiek te horen op onze lijn, maar er is nog niemand begonnen over het uitblijven van congressen. Laten we wel wezen: daar spreken meestal dezelfde mensen die in het partijbestuur ook al aan het woord komen.

Mensen als advocaat Fernand Keuleneer suggereerden in het terreurdebat dat het beter is een noodtoestand af te kondigen, met tijdelijke maatregelen, dan de wetgeving definitief te wijzigen. Ziet u daar iets in?

BRACKE: Ik volg die redenering, ja. Maar de terreur waarmee we geconfronteerd worden, is volgens mij niet tijdelijk. De komende weken, maanden, en ik vrees zelfs jaren, zal de dreiging niet afnemen. Daarvoor biedt een noodtoestand geen oplossing. Het klopt wel dat we voorzichtig moeten zijn met nieuwe wetgeving. Een overkill aan regels kan niet de bedoeling zijn.

Maar een boerkiniverbod kan er in het strafwetboek nog wel bij?

BRACKE: Ik volg de discussie over de boerkini met grote belangstelling. Ik ben een agnost, ik weet niet wat ik er precies over moet denken, maar natuurlijk zie ik wel dat er een probleem is. De boerkini is een symbool van een cultuur die zich tegen onze normen en waarden verzet. En dan is er nog de sociale druk die achter dat stuk textiel schuilt, maar ook achter de hoofddoek en natuurlijk de boerka. In Gent kom ik Turkse vrouwen tegen die mij smeken om dat verbod door te voeren. ‘Anders moeten we straks allemaal zo’n boerkini aan op het strand’, zeggen ze me. Ik herinner me ook een uitspraak van Mieke Vogels (Groen-politica, nvdr.) in een discussie over de hoofddoek in het Vlaams Parlement, in onverdachte tijden. Zodra één vrouw gedwongen werd zoiets te dragen, zei ze, volstond dat om er een wet tegen te maken. Misschien had ze gelijk? Het is een primaire functie van de wet dat ze mensen beschermt tegen dwang.

Er zijn ook vrouwen voor wie de hoofddoek of boerkini een opstap is naar meer vrijheid.

BRACKE: Voor alle duidelijkheid: ik droom van een wereld waarin het doodnormaal is dat zelfs agenten een tulband dragen, zoals in Engeland. Het debat is daar ook veel minder beladen. Helaas kunnen wij ons zulke vrijheden niet permitteren. We hebben de boot van de integratie gemist en lopen ver achterop.

Als inhaalbeweging zullen een aantal rechten en principes allicht in een preambule op de Grondwet verschijnen. Hebben mensen die bijvoorbeeld de gelijkheid van vrouw en man niet erkennen nog een plaats in België?

BRACKE: De gedachten zijn vrij. Met sommige wetten ben ik het ook niet eens, maar ik zal ze naleven zolang ze niet worden gewijzigd. Zo werkt ons systeem. Daarnaast mag iedereen denken en schrijven wat hij wil, en iedereen mag de wet in een debat bestrijden. Die enorme diversiteit van gedachten vind ik net interessant en spannend. Democratische partijen moeten zich natuurlijk wel aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens houden. Een moslimpartij mag niet opkomen met een programma dat die beginselen schendt. Een partij die bijvoorbeeld de doodstraf wil invoeren, zet zichzelf buiten ons systeem. We gaan toch geen overheidsgeld geven aan partijen met zulke doelstellingen?

Vlaams Belang propageerde zijn wetsvoorstel om de doodstraf weer in te voeren anders wel met overheidsgeld.

BRACKE: Het parlement heeft collectief beslist om dat voorstel zelfs niet in overweging te nemen. Is de doodstraf daarmee voor eeuwig en een dag van de baan? Geen idee. Niets is voor de eeuwigheid. Wijlen Piet Van Eeckhaut, die ik enorm respecteerde als advocaat, was een pleitbezorger voor de doodstraf in uitzonderlijke gevallen.

‘Vroeger zaten moslima’s in een tent, nu mogen ze die aantrekken om in zee te zwemmen.’ Vindt u dat humor van Bart De Wever?

BRACKE: Ja, zeker? Wat is het anders?

Kunt u ook lachen met de vergelijking van vrouwen in boerka met vuilniszakken? Die kwam even geleden van Filip Dewinter.

Bracke: Iets minder. Ziet u me lachen? Nee, toch? (lacht)

Moeten we ons zorgen maken over de toon van De Wever? Die begint soms wel erg op die van Dewinter te lijken.

BRACKE: Natuurlijk niet. Zodra Bart De Wever iets zegt, volstaat dat voor ongeveer iedereen om vierkant tegen te zijn. Dan steekt er even een mediastorm op, die na een tijdje weer gaat liggen. Vaak eindigt het ermee dat men Bart schoorvoetend gelijk geeft.

Alle N-VA’ers steken dezer dagen blijkbaar een tandje bij. Wat zou de journalist die u ooit was concluderen: dat de N-VA in paniek is vanwege peilingen waarin de partij massaal stemmen verliest aan Vlaams Belang?

BRACKE: Paniek? Zeker niet. Misschien ben ik een naïeve dwazerik, maar ik denk dat we er tegen de volgende verkiezingen in zullen slagen om de kiezers goed uit te leggen wat we allemaal hebben gedaan om de vluchtelingencrisis aan te pakken, om de veiligheid te verhogen, om de sociaal-economische problemen op te lossen enzovoort. We hebben een sterk en overtuigend verhaal. Maar dat mensen in de huidige omstandigheden terug willen naar Vlaams Belang, kan ik begrijpen – ook al denk ik dat ze zich vergissen. Er borrelt een giftige cocktail van problemen: terrorisme en een vluchtelingencrisis. Op zich hebben die twee niets met elkaar te maken. Toch gooit Vlaams Belang het allemaal op één hoop.

Op Twitter linkte uw partijgenoot Louis Ide een maand geleden de moord op een Franse priester door de IS meteen aan het vluchtelingenbeleid van Angela Merkel. Wie gooit er dan alles op één hoop?

BRACKE: Moet ik Louis nu de levieten lezen? Komaan, zeg. Ik heb ook al dingen op Twitter gepost waarvan ik achteraf dacht: dat had ik beter kunnen verwoorden. Louis is een fijn man, ik mag hem graag. Nogmaals, mensen vergissen zich schromelijk als ze denken dat Vlaams Belang hen van die giftige cocktail zal verlossen. Tegelijk kijk ik met grote verbazing naar de linkerzijde, die enthousiast reageert op het succes van Vlaams Belang in de peilingen. Ik dacht dat die partij voor haar hét probleem was? Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 in Antwerpen zei SP.A’er Robert Voorhamme al dat hij meer van Vlaams Belang had verwacht.

Hebt u daar nog andere voorbeelden van? N-VA’ers verwijzen altijd naar die ene uitspraak van Voorhamme.

BRACKE: Wie goed zoekt, zal die analyse ook in citaten van andere linkse politici terugvinden. Mijn partij doet er alles aan om zo veel mogelijk potentiële Vlaams Belang-kiezers aan onze kant te krijgen én te houden. Waarom? Omdat dat goed is voor de democratie.

Verwacht u eigenlijk iets van de flinkse koers die SP.A-voorzitter John Crombez probeert te varen?

BRACKE: Ik zou het misschien niet mogen zeggen, maar ik heb soms wat met hem te doen. In zijn recente interview met De Standaard over migratie en integratie stonden alleen maar vanzelfsprekendheden. Ik ben er toch niet steil van achterovergevallen. Maar blijkbaar liggen zelfs zulke uitspraken binnen de SP.A nog altijd gevoelig. De Gentse SP.A-schepen Resul Tapmaz zegt dat hij honderd gevallen van discriminatie tegenkomt als hij een uur door de stad loopt. Eén uur? Ja, één uur. Honderd? Ja, honderd. Alles is de schuld van de racisten: dat is nog altijd de lijn van die partij – wat Crombez er ook aan probeert te veranderen. Iemand schreef in De Standaard dat ze van Gent naar Brussel was verhuisd omdat ze Gent een racistische stad vond. Kandidaat-SP.A-burgemeester Tom Balthazar gaf haar gelijk. Wie maakt hier racisme relatief?

Ander onderwerp: wanneer zal de begroting in evenwicht zijn?

BRACKE: Ik heb er geen idee van, heren.

Welk standpunt heeft de N-VA daarover?

BRACKE: Dat zal ik op het partijbureau vernemen. We zijn die discussie nog aan het voeren.

Waar is de tijd dat het regeerakkoord voor alle partijen in de regering-Michel heilig was? Daarin staat: het begrotingstekort zal in 2018 weggewerkt zijn.

BRACKE: Het zou toch dwaas zijn om vast te houden aan een datum in het regeerakkoord als de omstandigheden sindsdien compleet veranderd zijn? Als men me enerzijds overtuigend uitlegt dat een begrotingsevenwicht in 2018 niet hoeft, omdat de rente zo laag staat dat we beter kunnen investeren dan besparen, en anderzijds dat de overheidsuitgaven in de juiste richting blijven evolueren, dan zal ik dat goedkeuren. Verstandige mensen als de N-VA-ministers Jan Jambon en Johan Van Overtveldt zijn dat nu grondig aan het onderzoeken.

Die discussie over de begroting zegt ook niet alles. Hoe komt het dat een land met pakweg vijftig procent inkomstenbelasting in permanente geldnood verkeert? Zouden we daarnaar niet eens een grondige audit organiseren?

Had de regering-Michel zichzelf die opdracht niet gegeven?

BRACKE: Wel, laat dit een oproep zijn. Zolang de overheid ons 8 procent van het bbp kost, zullen we nooit uit de problemen raken. In Nederland is dat 5 procent. Ik hoef het hier niet te herhalen dat het confederalisme een uitstekende besparingsoperatie blijft. Zo zouden we bezuinigen zonder dat iemand er last van heeft, behalve misschien enkele politici.

Ondanks het groeiende begrotingstekort maakt minister van Financiën Van Overtveldt plannen om de vennootschapsbelastingen fors te verlagen.

BRACKE: Een belasting van 34 naar 20 procent verlagen kost geld, maar het levert ook banen op. Daardoor komt er uiteindelijk opnieuw geld in de overheidskas. Iedere vennootschap, groot of klein, 20 procent belasting laten betalen, is ook gewoon duidelijk en fair. We zullen elders wel compensaties vinden.

Een hogere roerende voorheffing op dividenden en spaargeld, zoals in een uitgelekt voorstel van Van Overtveldt?

BRACKE: Er ligt van alles op tafel. Ik ga het de onderhandelaars niet moeilijker maken door daar uitspraken over te doen. Lang geleden heb ik, zoals u weet, gezegd dat ik voor een vermogenswinstbelasting ben. We moeten het geld halen waar het zit, nietwaar? Of klink ik nu als een PTB’er? (grinnikt) We zijn in elk geval niet van plan om de verlaging van de vennootschapsbelasting door de gewone spaarder te laten betalen. De N-VA heeft geen zelfmoordplannen.

Heeft uw partij ondertussen al een plan voor een vermogenswinstbelasting?

BRACKE:Alle partijen hebben voorstellen uitgewerkt. Alleen: belastingen die uitsluitend de 1 procent rijken treffen, bestaan nergens. En waar ze het hebben geprobeerd, zoals in Frankrijk, hebben ze die maatregel later teruggedraaid.

Een vermogenswinstbelasting voor de allerrijksten bestaat nergens en de middenklasse mag niet geraakt worden. Wie dan wel?

BRACKE: Het hangt er maar van af wat u met ‘middenklasse’ bedoelt. Drie kinderen die een huis van hun ouders erven en dat verkopen, horen daar in mijn ogen geen meerwaardebelasting op te betalen. Maar iemand die – ik zeg maar wat – drie huizen verhuurt, kunnen we misschien wel om een bijdrage vragen. We zouden er ook aan kunnen denken om vermogensbelastingen te vervangen door vermogenswinstbelastingen, die meer opbrengen en rechtvaardiger zijn. Maar ook daarover ben ik niet de expert van de N-VA. (glimlacht)

Uw partij is blijkbaar al druk bezig met de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. In Brugge heeft ze zelfs naar de populariteit van Pol Van Den Driessche gepeild.

BRACKE: Ik vond dat geen slecht idee. Bij de VRT hebben we indertijd veel onderzoeken laten uitvoeren naar wat de mensen dachten en wilden. We hebben daar altijd veel uit geleerd. De VRT is zo marktleider geworden.

Kan iemand als Van Den Driessche, met zijn geschonden reputatie, nog burgemeester van Brugge worden?

BRACKE: Ik zie het probleem niet. Hij heeft toegegeven dat hij fouten heeft gemaakt én hij heeft de gevolgen daarvan gedragen. In 2012 stond hij niet op de kieslijst. Maar iedereen verdient een tweede kans. Mensen blijven achtervolgen vanwege fouten uit het verleden: eerlijk gezegd huiver ik daarvan.

Zal de N-VA ook uw populariteit in Gent onderzoeken?

BRACKE: Geen idee. Als ik er het geld voor had, zou ik er misschien zelf naar laten peilen.

Zou u in 2018 graag de burgemeester van Gent worden?

BRACKE: Ik zal met veel liefde en gedrevenheid doen wat de partij mij vraagt. Meer zeg ik daar niet over.

U zit in de commissie die in Gent de contacten onderzoekt van SP.A-burgemeester Daniël Termont en andere mandatarissen van de stad met de failliete Optima Bank. Wat heeft Termont in uw ogen verkeerd gedaan?

BRACKE: Als we dat wisten, hadden we die commissie niet nodig. Termont heeft de beschuldigingen zelf aangedragen door alle verschillende verklaringen die hij heeft afgelegd. Eerst zei hij dat hij Optima-topman Jeroen Piqueur niet kende, daarna kende hij hem wél. Eerst vertelde hij dat hij niets verkeerd had gedaan, daarna was hij zogezegd onvoorzichtig geweest. Finaal diende hij zelfs een klacht in tegen zichzelf. Nu heeft hij zijn advocaat, Patrick Devers, vier bladzijden met procedurefouten laten opstellen tegen een commissie die hij zelf mee heeft opgericht. Alleen wie serieus uit de bocht is gegaan, reageert zoals Termont en neemt een procedurepleiter in de arm. Een kat in het nauw maakt rare sprongen. De commissie is nochtans niet bedoeld om iemand aan de schandpaal te nagelen, maar om aanbevelingen te doen.

Aan welke aanbevelingen denkt u?

BRACKE: Kijk, contacten tussen politici en bedrijfsleiders zijn noodzakelijk. Alleen moeten er, zoals politicoloog Carl Devos het uitdrukt, op de drukste kruispunten misschien wat meer verkeerslichten komen. Aan de andere kant heeft Gent al een uitstekende deontologische code. Daaraan kunnen alleen wat details verbeterd worden. De vraag is: wat moet er gebeuren als politici die code niet naleven?

Tot slot: hebt u onlangs nog klachten over de VRT gehad?

BRACKE: Niet echt. De nieuwe ceo van de VRT doet blijkbaar wat de vorige niet heeft gedaan. Ik hoop op beterschap.

Niet lang na zijn aantreden heeft die nieuwe ceo, Paul Lembrechts, algemeen hoofdredacteur Luc Rademakers ontslagen. Dat is een verbetering?

BRACKE: Dat zegt ú. (grijnst) Maar u hebt begrepen wat ik bedoel. De VRT is een work in progress. Het blijft een schande dat een krant als De Standaard een ombudsman heeft en de VRT-nieuwsdienst niet. Transparantie is hét adagium van de eenentwintigste eeuw, op alle niveaus. Als je een baken van de journalistiek wilt zijn, kun je je toch niet zo klunzig laten voorbijsteken door commerciële media.

DOOR PETER CASTEELS EN JAN LIPPENS, FOTO’S DIETER TELEMANS

‘In Gent kom ik Turkse vrouwen tegen die mij smeken om een boerkiniverbod.’

‘Alles is de schuld van de racisten: dat is nog altijd de SP.A-lijn. Wat John Crombez er ook aan probeert te veranderen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content