Lucas Huybrechts
Lucas Huybrechts Lucas Huybrechts is recensent klassieke muziek.

Op 30 september zullen ze in het Flageygebouw proberen het oude vuur te laten herleven, de muzikale strijdmakkers van Maximalist!. Die legendarische groep bestond uit een aantal Vlaamse en Waalse muzikanten die hevig tegen de muzikale tradities van hun tijd aan stampten. Naar aanleiding van de reünie, een gesprek met Eric Sleichim.

Dinsdag 30/9: Max! mal Bl! ndman, het reünieconcert; woensdag 1/9 Flat Earth Society, met Armstrong mutations; vrijdag 3/9: Walter Hus, Frederic Rzewski en Oxalys. In het Flagey. Info Het Festival van Vlaanderen, tel. 070 77 00 00.

Max! mal Bl! ndman is verder te zien in Mechelen (10/10), Kortrijk (11/10), Maastricht (12/10), Gent (20/11) en Frankfurt (29/12).

Maximalist! werd twintig jaar geleden opgericht voor de dansvoorstelling Rosas danst Rosas van Anne Teresa De Keersmaeker. Niet alleen op dansgebied werd er toen geschiedenis geschreven. De Keersmaeker danste samen met Michèle Anne De Mey. Haar broer was Thierry De Mey, ci- neast, maar ook geïnteresseerd in muziek. Hij verenigde rond zich Peter Vermeersch, nu vooral bekend van het jazzensemble Flat Earth Society, Eric Sleichim, nu bezig met het Bl! ndman kwartet, en Walter Hus die onlangs nog een operatrilogie schreef op teksten van Jan Decorte. De muziek van Maximalist! was niet duidelijk te omschrijven. Ze was niet academisch of eenduidig. Je kon je afvragen of het nu om luistermuziek dan wel om gebruiksmuziek ging. De vier jonge musici lieten complexloos hun energie stromen, en de rest is geschiedenis.

‘Voor mijn werk bij Bl! ndman is het toch bij Maximalist! begonnen’, zegt Eric Sleichim. ‘Voordien heb ik bij diverse andere ensembles gespeeld. Ik lonkte naar jazz toen ik saxofoon ben beginnen te spelen. Maar ik was al snel uitgekeken op de structuren van de jazz. Ik hield wel van de vrijheid, maar in de hedendaagse muziek was er meer architectuur. Twintig jaar geleden hebben we geprobeerd de twee werelden te verenigen. Het genieten van muziek, zowel voor de muzikant als voor het publiek. En de intelligentie van de hedendaagse muziek: bij elke repetitie kwam er wel iemand met een opname die we nog niet gehoord hadden, of een citaat uit een boek. We volgden toen ook wat Nikolaus Harnoncourt met de barokmuziek deed.’

In de tijd van ‘Rosas danst Rosas’ heette de groep nog niet Maximalist!. Hoe is het allemaal begonnen?

ERIC SLEICHIM: Het is inderdaad begonnen met Thierry De Mey en Peter Vermeersch. Of liever met Thierry en De Keersmaeker en dat duo heeft nog twintig jaar lang stand gehouden. Thierry studeerde film. Hij was enorm gefascineerd door structuren en zat elke dag in het filmmuseum. Daardoor heeft hij inzicht verworven in de opbouw van een kunstwerk. Dat heeft hij dan doorgegeven aan Anne Teresa De Keers- maeker. Met Maximalist! hebben we toen een aanrakingspunt gevonden tussen structuur en poëzie. Thierry tekende het grondplan uit voor dat eerste kwartet van De Keersmaeker.

Bij het vorige werk van De Keersmaeker, ‘Fase’, dat gebaseerd was op de muziek van Reich, is de rol van de fuga heel belangrijk. Die zat toch ook in de muziek van ‘Rosas danst Rosas’?

SLEICHIM: Die fuga’s heeft De Keersmaeker ook toegepast op de choreo-grafie. Thierry is dat gaan uitdiepen. Hij is werkelijk vierstemmig gaan denken. Rosas danst Rosas was het eerste stuk dat Anne Teresa voor vier danseressen schreef. Thierry is vertrokken van percussie en heeft dan via Radeis, Josse De Pauw en via Hugo De Greef, Peter Vermeersch ontmoet. Die is er bij gekomen om melodieën te bedenken. Ik heb Peter in de Vooruit ontmoet, ik speelde vlak na hem en heb toen deelgenomen aan de opnamen voor Rosas danst Rosas. Dan waren we al met z’n drieën. Peter kende ook Walter Hus, omdat die samen op muziekschool hadden gezeten. Toen waren we al met vieren. Toen hebben we beslist om daar een lp van te maken. De volgende stap waren de liveconcerten, met een première op 24 oktober ’83 in de Beursschouwburg. Voor dat concert kwamen er nog François Deppe op cello en Dirk Descheemaeker op basklarinet bij. Dat was toen zelfstandige luistermuziek in de Beursschouwburg.

U hebt dan ook nog voor een modeshow in de AB muziek gemaakt?

SLEICHIM: Voor een show van Yamamoto en Comme des Garçons. Die muziek hebben we opgenomen en die tape is dan in de AB gespeeld.

Als je nu het verhaal van de oorspronkelijke leden van Maximalist! bekijkt, kun je je afvragen of toen al duidelijk was dat iedereen zijn eigen weg zou gaan.

SLEICHIM: Dat zat erin, omdat de uitgangspunten compleet verschillend waren. Walter had net een hoger diploma piano behaald aan het conservatorium van Brussel. Toen dacht hij er nog over na om deel te nemen aan de Elisabethwedstrijd. Maar tegelijkertijd luisterde en speelde hij ook Free Music. Hij was geregeld te zien in de jazzclub Bloomdido. Thierry kwam uit de film. Peter kwam uit de theatermuziek en uit de geïmproviseerde muziek. Ik speelde dwarsfluit, maar zocht echt een taal voor de saxofoon. François Deppe was erg met de hedendaagse muziek bezig, met Brian Ferneyhough onder anderen. Iedereen had echt zijn eigen wereld. En het waren toen al zeer sterke persoonlijkheden.

Het vreemde is dat al die mensen niet meer bezig zijn met muziek die het van de ‘power’ moet hebben. Want als je naar Maximalist! luistert, valt die klankmuur wel het meest op.

SLEICHIM: Het hangt ervan af wat je met ‘power’ bedoelt. Als je naar Peter zijn Flat Earth Society gaat luisteren, dan kun je toch wel spreken van walls of sound. Sommige stukken van Thierry De Mey voor Ictus – al zit er geen versterking tussen met zoveel decibels – hebben nog altijd dat idee van materie. Maximalist! haalde wel het element versterking uit de rock om een krachtige sound te ontwikkelen. Dat zit nu nog altijd in ons achterhoofd. Bij mij ook met Bl! ndman. Alleen heb ik een moeilijker instrumentarium uitgekozen. Ik wil dat met dit programma opnieuw ontdekken, door percussie en twee piano’s aan de vier saxofoons toe te voegen.

Waar we toen naar uitkeken, was de popgroep Einstürzende Neubauten uit Berlijn bijvoorbeeld. En in de beeldende kunst de Arte Povera, die werkte met ruwe materialen. Dat zat er ook in. Maar we konden net zo goed met plezier naar de Poppea van Monteverdi luisteren en even later staan dansen op Prince. En daartussen nog even gefascineerd zijn door de structuur van Györg Ligeti. Dat maakte allemaal deel uit van onze taal. Die verschillende artistieke persoonlijkheden waren op dat moment al aanwezig. Soms hadden we een maand geen concerten, maar zodra we weer samen speelden, had je vuurwerk. Ik heb in heel wat ensembles gespeeld en heel wat ensembles opgericht, maar voor mij blijft Maximalist! het mooiste ensemble. Misschien dat er toch wat nostalgie aan deze reünie blijft hangen. Het zijn allemaal mensen die ik nog graag zie. Maar dat ik dit weer op het podium breng, is zeker geen nostalgie. We doen het voor de fun. Het is helemaal niet de bedoeling om op tournee te gaan.

Mogen we het fenomeen Maximalist! ook sociologisch interpreteren? Een vorm van opstand? Jullie begonnen zomaar muziek te schrijven, zonder het vereiste diploma op zak te hebben.

SLEICHIM: Het was de tijd van het postmodernisme. We waren bezig om een taal te vinden. Walter Huts had toen een carrière als pianovirtuoos, Peter Vermeersch was van opleiding architect. Ik was klassiek opgeleid en speelde in een aantal rockgroepen. Ik was ook bezig met jazz, waarvoor ik met saxofoon begonnen was. We wilden wat we te zeggen hadden op een nieuwe en actuele manier uitdrukken. Nachtenlang hebben we zitten praten: over film, literatuur, dans. Het was de periode dat Josse De Pauw nog bij Radeis zat en Jan Lauwers bij het Epi-gonentheater. Hugo De Greef had toen nog Schaamte. Heel die generatie is beginnen te schrijven, te tekenen. Het was een constante kruisbestuiving. Ik herinner me nog dat Jan Fabre – voor zijn grote stukken – een performance deed in Stalker. Zou die zaal nog bestaan? Een luguber café met daarachter een kleine zaal. Ik speelde met Wim Mertens, ik ben blij dat ik dat heb mogen meemaken. Toen zat ik nog aan het conservatorium.

Was Maximalist! een groep die zich vooral met het podium bezighield?

SLEICHIM: Thierry was vooral met dans bezig. Ritme fascineerde hem. Hij had via het filmmuseum les gevolgd bij Fernand Schirren, die het lichamelijke van het ritme aan zijn leerlingen uitlegde. Hij trachtte dat in zijn muziek te leggen en in een directe dialoog met een danser. Dat is ook de kracht geweest van het duo Thierry De Mey – Anne Teresa De Keersmaeker. De studio van Anne Teresa was in de Brabantstraat. Zij had haar studio boven en hij werkte op de benedenverdieping met een piano en een bandopnemer. Hij ging onmiddellijk naar boven om de zaken uit te proberen met de dansers. Het was een directe synergie. Zo geeft hij nu nog les in de dansschool van De Keersmaeker, P.A.R.T.S.. Maar zijn taal is ondertussen wel complexer geworden. Dat is wel mooi. We zijn gestopt in ’89, maar we zijn allemaal parallelle wegen opgegaan. We zijn altijd bezig geweest met hoe iets overkomt bij de muzikant, maar ook vooral bij de luisteraar.

Waarom is het dan gestopt?

SLEICHIM: Omdat ieder zijn eigen weg wilde gaan. Walter Hus is er het eerst uitgestapt. Hij wilde vooral met compositie bezig zijn. Hij had tijd en ruimte nodig. Peter Vermeersch richtte X-legged Sally op en ik heb Bl! ndman gesticht.

Lucas Huybrechts

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content