‘Marine Le Pen heeft geen innerlijke overtuiging’

© Getty Images

Koen Dillen etaleerde zijn kwaliteiten als Frankrijkkenner in biografieën van Sarkozy en Mitterrand. Een gesprek over het aankomende schisma in het Front National, het clangevoel in het Vlaams Belang en politieke vadermoord.

Een klein maar geriefelijk appartement, zestien hoog in de Antwerpse London Tower. Hier woont Koen Dillen, ex-Vlaams Belang – maar wel voor eeuwig de zoon van. Koen Dillen schaamt zich daar niet voor, wel integendeel. Op de vensterbank – onder een ronduit majestueus uitzicht op de Schelde – prijkt een vakantiefoto van vader, stralend in de zomerzon. Karel Dillen deelt deze ereplaats met Frank Vanhecke en wijlen Marie-Rose Morel, het echtpaar waarmee Koen Dillen samenspande in de vruchteloze strijd tegen de hegemonie van Filip Dewinter.

Koen Dillen is geen man van bokshandschoenen. Op dezelfde vensterbank waarop hij de foto’s van zijn meest dierbaren heeft uitgestald, ligt een keuze uit de fameuze Bibliothèque de la Pléiade, het allerhoogste van de hoge Franse cultuur. Verder nog in zijn bibliotheek: een indrukwekkende collectie literatuur, geschiedenis en non-fictie, haast allemaal gesteld in de taal van Molière. De aandachtige observator bemerkt ook nog een bescheiden wijnkoelkast, eveneens gevuld met het beste dat l’hexagone te bieden heeft.

‘De belangstelling voor Frankrijk is gewekt door mijn vader’, vertelt Dillen. ‘Ik herinner me dat wij, begin jaren tachtig, samen Franse schrijvers gingen bezoeken in Parijs. Maar het vuur laaide pas echt hoog op tijdens mijn studie vertaler-tolk, en de lessen van de schrijver en criticus Georges Adé. Hij leerde me de schrijvers van de nouveau roman kennen. Alain Robe-Grillet, Michel Butor, dat werk. Die lessen van Adé vond ik bijzonder inspirerend, ook al stak hij niet weg dat hij links was. Een Vlaamsgezinde linkse, weliswaar.’ (lacht)

Frankrijk heeft Koen Dillen nooit losgelaten. Hij jongleert met namen uit de Franse politiek en cultuur. En hij kent veel van de mensen waarover hij spreekt. Denk aan le président-fondateur van het FN, Jean-Marie Le Pen: het was Dillen, als voorzitter van de Vlaams-Nationale Debatclub, die de Franse extreemrechtse voorman in 1996 naar België haalde voor een berucht geworden lezing. Dillen was ook enige tijd on speaking terms met dochter Marine, de presidentskandidate die vorige week nog voor ophef zorgde met een verklaring over een razzia uit 1942 waarbij 13.000 Joden werden opgepakt.’Niet de schuld van Frankrijk’, zo betoogde ze. Een stevige rel was geboren.

Was dat wel verstandig, om daar twee weken voor de verkiezingen over te beginnen?

KOEN DILLEN: Op het eerste gezicht niet. Een politicus moet weten dat uitspraken daarover gevaarlijk zijn, zeker als je niet de consensus volgt. Kijk maar naar Bart De Wever, die als historicus wilde reageren op de excuses van Patrick Janssens aan de Antwerpse Joden voor wat de Antwerpse politie had gedaan, maar als politicus moest terugkrabbelen. Ik ga ervan uit dat Le Pen dat ook wel weet. Ze is niet dom. Ik sluit niet uit dat het een vorm van aandacht zoeken is. De opiniepeilingen vallen de laatste weken wat tegen, misschien is dat een verklaring. Daarnaast vermoed ik er een knipoog in naar dat deel van haar kiezers dat boos is omdat ze haar vader Jean-Marie uit de partij heeft gezet. Die moesten het signaal krijgen dat ze ondanks alles nog altijd een echte Le Pen is. Bij dat type kiezer bestaat ook een zekere afkeer tegen wat men in Frankrijk de repentance noemt, het berouw, of, in dit geval, het aanhoudende schuldgevoel tegenover het verleden. Nogal wat Fransen vinden dat het weleens gedaan mag zijn met dat eeuwige knielen.

Is dat ook de innerlijke overtuiging van Marine Le Pen?

DILLEN: Marine Le Pen heeft ontegensprekelijk veel politiek talent, maar volgens mij geen innerlijke overtuiging. In tegenstelling tot haar vader is ze niet belezen en heeft ze geen grote politiek-historische kennis.

Misschien was die uitspraak wel een uitschuiver?

DILLEN: Ik heb wel wat contacten bij het Front National in het Europees Parlement. Le Pen wist dat ze daarover een vraag zou krijgen en haar antwoord erop is vooraf op het partijbestuur besproken. Ze wist dus zeer goed wat ze zei. Die uitspraak is trouwens niet zo opmerkelijk. Er weerklinkt een echo in van François Mitterrand, die iets dergelijks in nog veel scherpere bewoordingen heeft gezegd. Hij zei ooit dat het collaborerende Vichyregime, en niet Frankrijk verantwoordelijk was voor de Jodenvervolging in zijn land. Daarom zei hij letterlijk dat hij nooit, zoals de Duitse bondskanselier Willy Brandt, zou gaan knielen in het getto van Warschau. Dat was ook de lijn van Charles de Gaulle en Georges Pompidou. Jacques Chirac was de eerste die daarmee komaf maakte.

Marine Le Pen heeft het afgelopen decennium vooral ingezet op de ‘dediabolisering’ van het FN. Zet ze de klok met die uitspraak niet een heel eind terug?

DILLEN: Ik weet niet of het Front National al zo gedediaboliseerd is. Ja, zij heeft de scherpste kantjes eraf gevijld, maar feit is ook dat nog altijd geen enkele andere partij openlijk zegt met het FN te willen samenwerken. Mocht ze straks de tweede ronde winnen, waar moet ze dan haar parlementaire meerderheid halen? Ze moet daarvoor hopen op, als ik dat woord mag gebruiken, de collaboratie van Les Républicains, maar die houden de boot af.

U bent zelf al een aantal jaren medewerker van Joëlle Bergeron, een Europarlementslid dat in 2014 uit het Front National stapte. Sindsdien verlieten nog vier FN-leden de Europese fractie. Dat wijst op een zekere onvrede.

DILLEN: Die strubbelingen op het Europese niveau zijn gerommel in de marge als je ze vergelijkt met het schisma dat er op nationaal niveau zit aan te komen. Florian Philippot, Le Pens adviseur die van de linkerzijde komt en er altijd prat op ging dat hij nooit voor FN had gestemd, ligt op ramkoers met Marines nicht Marion Maréchal Le Pen. Hij is de architect van de economisch linkse koers van het FN en fluisterde met succes Marine in dat ze moet wegblijven van manifestaties tegen het homohuwelijk. Dat staat allemaal haaks op de overtuigingen van Marion Maréchal. Zij is ethisch erg conservatief en economisch duidelijk rechts, en bijzonder populair en machtig in het zuiden. Dat conflict wordt nu nog even onder de mat geveegd, maar mondt geheid uit in een clash. De eerste voortekenen zijn er al. Marine zei in het blad Femme actuelle dat er voor haar nicht geen plaats is in haar regering. Elle est trop raide (stijfkoppig, nvdr), zei ze.

Praat u nog weleens met Marine Le Pen?

DILLEN: Toen ik Europarlementslid was voor het VB, gebeurde dat regelmatig. Dat veranderde na een aanvaring kort voor de verkiezingen van 2009. Omdat het FN toen bijzonder slecht scoorde in de peilingen, vreesde ze dat alleen de zetel van mijn vriend Carl Lang in Le Nord zeker zou zijn, en heeft ze zijn plek ingenomen. Ik heb haar toen duidelijk gemaakt dat ik dat niet netjes vond, iemand met dertig jaar trouwe dienst zo opzijschuiven. Dat is me niet in dank afgenomen. (droog) Marine Le Pen duldt weinig tegenspraak.

Zou u, mocht dat kunnen, voor Le Pen stemmen?

DILLEN: In de eerste ronde zou mijn stem naar François Fillon gaan. Ik heb het niet zo begrepen op haar linkse economisch programma. En dan is er nog dat anti-EU-verhaal. De Unie verlaten zou zeker voor Frankrijk een ramp zijn, denk maar aan de miljardensubsidies die de landbouw er al jaren krijgt. Die kan enkel daardoor overleven. Ik denk niet dat de Fransen af willen van de euro. En ik heb de indruk dat Le Pen dat zelf ook wel beseft. Beetje bij beetje krabbelt ze terug.

De tweede ronde lijkt te gaan uitdraaien op een duel Le Pen versus Emmanuel Macron.

DILLEN: Daar ben ik nog niet zo zeker van. De radicaallinkse kandidaat Jean-Luc Mélenchon is in de peilingen fors aan het klimmen, en komt stilaan in de buurt van Macron. Ik geef Mélenchon een serieuze kans omdat hij nog groeimarge heeft. Die man weet wat er in de arbeidersklasse leeft. Daar komt nog eens bij dat Benoît Hamon, de PS-kandidaat, niet eens tien procent haalt. Ik sluit niet uit dat de linkse kiezer straks voor Mélenchon kiest, als beste kans op minstens één échte linkse kandidaat in de tweede ronde. De PS zou weleens kunnen afstevenen op een regelrecht drama. Als hun kiezers massaal strategisch gaan stemmen, halen ze mogelijk niet eens vijf procent. En dan wordt hun campagnegeld niet terugbetaald door de Franse staat. Dat zou het einde zijn van de PS zoals we die vandaag kennen.

En als het een duel wordt tussen Le Pen en Macron?

DILLEN: Dan kies ik Le Pen. In Macron kan ik onmogelijk geloven. Ik weet niet eens waarvoor hij staat. Zijn programma bevat een puntensysteem voor pensioenen. Maar verder? Niemand die het weet.

De prominente Franse politicoloog en opiniepeiler Brice Teinturier vertelde vorige week in Knack dat Le Pen geen enkele kans maakt op het presidentschap. ‘Ruim zestig procent van de Fransen vindt haar partij te radicaal.’

DILLEN: Dat kan kloppen, en toch sluit ik het niet volledig uit. Zelfs Hollande waarschuwt er nu voor. Het overheersende thema in de debatten vandaag is de degout van de politiek. De gedegouteerden zouden wel eens de sleutel in handen kunnen hebben. De vraag is dan of zij al dan niet naar de stembus zullen trekken.

Marine Le Pen steunde onlangs nadrukkelijk haar ‘vriend’ Geert Wilders. Voelt u ook enige affiniteit met hem?

DILLEN: Ik vind hem een kille figuur. En hij gaat in mijn ogen ook te ver. Kritiek op de islam mag en moet er zijn. Maar kan dat ook op een beschaafde manier? Een zaal ophitsen tegen Marokkanen vind ik beneden alle peil. En ik weet wel, in de Koran staan choquerende dingen, maar zeggen dat dat boek gelijkstaat met Mein Kampf? Dat is gewoon onjuist.

U lustte er eertijds ook wel pap van. In Signaal, het blad van het Nationaal Studenten Verbond (NSV), droomde u ooit over ‘een zuiver en zelfbewust Germaans volk’, zonder ‘oosters-decadente invloeden’.

DILLEN: Ik was een jaar of 15 toen ik dat schreef. Als ik dat nu herlees, kan ik alleen maar denken: hoe absurd. Ik word er niet graag aan herinnerd, maar goed, het is onmiskenbaar een bladzijde uit mijn leven, zij het dan een hele vroege. Ik schreef die tekst lang voor ik politiek actief werd.

Als politicus was u wél gematigd?

DILLEN: Gematigd is niet het juiste woord. Ik zat in een radicale partij, en daar heb ik tot vandaag geen spijt van. Wat ik wél betreur, is dat wij binnen die partij collectief de fout hebben gemaakt om niet veel vroeger te protesteren tegen de aanhoudende provocaties van Dewinter, en geen enkele kans hebben gegrepen om het verstandiger aan te pakken. Nochtans was meer dan één mandataris ongelukkig met zijn brutale stijl.

Marie-Rose Morel was de eerste die dat ongenoegen openlijk durfde te ventileren.

DILLEN: En dat was meteen al een stap te ver voor Dewinter. Hij bleef en blijft liever zitten in de gevangenis van het cordon sanitaire.

Door nog altijd de nummeréénpositie in Antwerpen op te eisen, zet hij ook de jonge voorzitter Tom Van Grieken in deze gevangenis.

DILLEN: Uiteraard. (denkt na) Ik moet bij Dewinter vaak denken aan wat Caesar zei tegen zijn generaal Labienus, toen ze samen arriveerden in een klein Alpendorpje. Caesar wees ernaar en zei dat hij liever de nummer één zou zijn in dat kleine dorp dan de nummer twee in Rome. Dat is hélemaal Dewinter.

Kort na de vorige verkiezingen verklaarde Van Grieken dat hij Dewinter de doodsteek had kunnen geven.

DILLEN: Ik denk dat Van Grieken daar een historische kans heeft gemist. Er wordt weleens gezegd dat je op dat niveau in de politiek vadermoord móét plegen. Kijk naar de Franse politiek: Georges Pompidou deed het met Charles de Gaulle, Jacques Chirac met Valéry Giscard d’Estaing, François Fillon met Nicolas Sarkozy en Marine Le Pen – bijna letterlijk – met haar vader Jean-Marie. Van Grieken had zijn partij een grote dienst bewezen als hij die historische voorbeelden had gevolgd. Want wees maar zeker: de N-VA zou een Vlaams Belang zónder Dewinter veel meer vrezen dan een met Dewinter. Volgens mij is De Wever dolgelukkig dat hij weer lijsttrekker is in Antwerpen.

Een Vlaams Belang zonder Dewinter is een Vlaams Belang light. Komt dat niet te dicht in de buurt van N-VA?

DILLEN: Er is rechts van N-VA zeker nog plaats voor een fatsoenlijke zweeppartij die hamert op het nationalisme. En er zijn zeker gegadigden om in dat gat te springen. Wat gaat Hendrik Vuye doen? Of Jean-Marie Dedecker? Er wordt gefluisterd dat Vuye goed kan opschieten met Van Grieken. Er kan nog veel gebeuren tot de lokale en nationale verkiezingen van 2018 en 2019. Maar het struikelblok Dewinter blijft, natuurlijk.

Zat u nog bij het Vlaams Belang mocht Dewinter er niet meer bij zijn?

DILLEN: Je moet de geschiedenis niet herschrijven. Het Vlaams Belang is Dewinter, nog altijd. Bovendien ging het bij ons vertrek niet alleen over zijn bokshandschoen. Ook op menselijk vlak was er een zwaar conflict. De brutale politieke liquidatie van Marie-Rose, op een moment dat ze al zwaar ziek was, heeft zulke diepe wonden geslagen dat het voor Frank Vanhecke, mijzelf en nog een pak anderen onmogelijk was in die partij te blijven.

Ideologisch lijkt u ondertussen wel op de N-VA-lijn te zitten.

DILLEN: Ik heb bij de laatste verkiezingen voor N-VA gestemd. En ook in 2018 krijgt De Wever mijn stem. Hij is een goede burgemeester, wat dat betreft heeft hij weinig te vrezen, denk ik.

Hoe lastig is het om de zoon van Karel Dillen te zijn?

DILLEN: Ik heb dat nooit als een last ervaren. Marine Le Pen heeft ooit geschreven dat ze haar achternaam met moeite torst. Bij mij is dat nooit het geval geweest. Ik draag de naam van mijn vader met trots.

Uw achternaam zorgde blijkbaar wel voor complicaties toen u uw veelgeprezen biografieën van Mitterrand en Sarkozy wou uitgeven. Waarom moest dat onder pseudoniemen?

DILLEN: Mijn Nederlandse uitgever Aspekt was daar duidelijk in: onder mijn eigen naam publiceren ging niet. Maar dat had niet alleen te maken met die fameuze achternaam. Ik was toen ook nog actief in de politiek, als Europarlementslid. Een biograaf heeft beter geen duidelijke politieke kleur.

Uw biografie van Nicolas Sarkozy werd in 2010 abusievelijk uitgegeven in een speciale reeks van De Morgen, een krant die toen nauwelijks Belangers in de kolommen toeliet. Dat moet u toch geestig gevonden hebben?

DILLEN: (lacht) Een nogal bijzondere vorm van erkenning, ja. Ik vond het vooral vreemd dat ze niet wisten dat ik achter dat pseudoniem zat. Dat deed toch al even de ronde.

Als anonieme biograaf hebt u meer waardering gekregen dan als politicus. Was het wel zo verstandig om het pad van uw vader te volgen?

DILLEN: Als ik iets gemist zou hebben, is dat vooral mijn eigen schuld. Maar mijn leven is nog niet ten einde, hoop ik. (glimlacht) Misschien kan ik de volgende jaren nog wat schade inhalen.

Hebt u nooit willen rebelleren: weg uit de marge?

DILLEN: Wij voelden ons in die marge thuis. Het was ook geen kleine marge, he. Het Belang was op een gegeven ogenblik goed voor 24 procent. Dat was één grote familie, waarin het clangevoel alleen maar werd versterkt door de vijandigheden uit de boze buitenwereld. Voor velen was die partij hun enige thuis. Ik heb gelukkig wel altijd mensen daarbuiten gekend. Het gros van mijn vrienden deelt mijn politieke mening niet. Dat is een enorme verrijking.

Een erg moeilijk moment voor het VB was de schietpartij van Hans Van Themsche, die in 2006 eerst een Turkse vrouw verwondde en dan een tweejarig Belgisch meisje en haar Malinese oppas doodschoot.

DILLEN: Ik herinner me het moment dat het bericht binnenkwam nog goed. Marie-Rose was zo wit als deze tafel. De hele partij was groggy. Ook al zou niemand ons direct beschuldigen, toch voelden we dat we met de vinger gewezen zouden worden. (aarzelend) En tegelijk flitst het door je hoofd: hebben we er niet ergens een beetje schuld aan?

Hebt u zich nooit vragen gesteld bij het zeventigpuntenprogramma, dat inhield dat vreemdelingen teruggestuurd moeten worden?

DILLEN: Wij waren jong en radicaal en dat was onze insteek om het probleem aan te kaarten. Intussen is de maatschappij geëvolueerd en zie ik ook wel in dat terugsturen niet de oplossing is voor dit probleem. Voor de duidelijkheid: ook toen niet.

Er werd in dat programma ook gepleit voor aparte scholen voor moslims.

DILLEN: Ook dat is, bekeken door de bril van vandaag, natuurlijk een slecht idee. Aparte scholen zijn het ideale recept voor jihadistische radicalisering. Als je ergens die ontsporing kunt vermijden, dan wel in het onderwijs.

Mogen we zeggen dat u gederadicaliseerd bent?

DILLEN:Wij zijn nooit religieuze fanatici geweest.

Maar politiek toch wel?

DILLEN:Ik vind nog steeds dat het zelfbeschikkingsrecht der volkeren ook voor Vlamingen geldt en dat een onafhankelijk Vlaanderen een goede zaak zou zijn. Wat dat betreft ben ik niet gederadicaliseerd. Maar ik zal nooit meer herhalen wat het VB ooit zei over bijvoorbeeld migratie. Veel mensen in die partij doen dat trouwens ook niet meer.

Uw vader heeft uit onvrede met het Egmontpact het Vlaams Blok opgericht. Dat was duidelijk een Vlaams-nationalistische drijfveer. Waarom is het VB daarna dé antimigratiepartij geworden?

DILLEN: Vlaamse onafhankelijkheid is altijd het belangrijkste strijdpunt gebleven, maar daar waren journalisten en ook wel de kiezers veel minder in geïnteresseerd. Het was Dewinter die het genie had om in te zien dat het thema migratie een electorale goudmijn was.

Uw vader heeft hem niet tegengehouden.

DILLEN: In de jaren 1980 keek hij met grote aandacht naar Frankrijk, waar het FN tien jaar vooropliep en al intensief met migratie bezig was. De jongere generatie is verder gegaan dan hij. Hij heeft ze niets in de weg gelegd, gewoon omdat het zijn thema niet was. De discussie over de doodstraf, waar ook electoraal potentieel in zat, heeft hij wel altijd radicaal stilgelegd. Daar was hij op ethische gronden mordicus tegen.

U hebt ook Jean-Marie Le Pen verschillende malen ontmoet. Welke indruk maakte hij op u?

DILLEN: Het was altijd erg boeiend om met hem te praten. Hij is erg gecultiveerd en beschikt over een fenomenaal geheugen. Ik heb Le Pen lang geïnterviewd voor mijn boek over Mitterrand, met wie hij lang in het Franse parlement heeft gezeten. Bijzonder interessant. Mitterrand heeft het FN groot gemaakt, louter om de rechterzijde te verdelen. Daarom heeft hij ervoor gezorgd dat Le Pen, hoe weinig betekenisvol die politiek ook was, in de belangrijkste praatprogramma’s kwam. Een telefoontje vanuit het Elysée aan de staatsmedia kon in die tijd nog volstaan. Mitterrand verkocht dat als pluralisme, maar eigenlijk was dat puur machiavellisme. En het werkte nog ook. In 1988 is hij glansrijk herkozen, ondanks de moeilijke economische situatie van toen, en dankzij de verdeeldheid op rechts.

Oude foto’s laten zien hoe jullie jonge Vlaams Blokkers hem als een idool ontvangen. Klopt dat beeld?

DILLEN: Toch wel. Een bezoek van Jean-Marie Le Pen was spektakel. Het verschil in stijl met mijn vader was enorm. Mijn vader was bang van de media. Oud-hoofdredacteur van De Standaard Manu Ruys zei me dat mijn vader kansen heeft gemist door zijn stugheid. Als je dan Le Pen zag, met al zijn verbaal talent: dat maakte indruk. Hij was een veel beter debater dan mijn vader. Zijn drama is dat hij zich heeft vastgeklampt aan de partij en de macht. Hij wordt in juni 89 en hij zit nog altijd in het Europees Parlement. De kamp te veel, dat geldt evenzeer voor politici als voor boksers.

Door JEROEN DE PRETER en SIMON DEMEULEMEESTER

‘De Europese Unie verlaten zou zeker voor Frankrijk een ramp zijn.’

‘Marine Le Pen schreef ooit dat ze haar achternaam met moeite torst. Ik draag de naam van mijn vader met trots.’

‘Mitterrand heeft het FN groot gemaakt, louter om de rechterzijde te verdelen. Hij verkocht dat als pluralisme, maar eigenlijk was dat puur machiavellisme.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content