Bart Cornand

Op Folk Art, zijn 21e album voor Blue Note, omarmt tenorist Joe Lovano zijn reputatie als jonge peetvader te midden van een jonge band.

Enkele jaren geleden maakte de Nederbelgische jazzpianist Jack van Poll zich in dit blad nog druk over het sleepvoetende gebrek aan initiatief onder Vlaamse jazzstudenten, met als regel 1: het is verboden naar je schoenen te staren. Kom uit je kot, was de boodschap, luister naar je leraren of net níét – allemaal goed, zolang je maar niet vrijblijvend met jazz bezig bent. Dan wenkt de kassa van de lokale superette.

Joe Lovano’s nieuwe bandleden, Esperanza Spalding (bas), Otis Brown (drums), Francisco Mela (drums) en James Weidman (piano), hadden die les goed begrepen. Weidman gaat al een eindje mee, maar de drie anderen zijn erg jong. Spalding is een rijzende ster, toert intussen onder haar eigen naam, maar werd ontdekt door de Italiaans-Amerikaanse tenorsaxofonist. ‘Ik ontmoette haar toen ze nog aan het Berkeley College of Music studeerde, waar ik doceer’, vertelde Lovano ons laatst. ‘Ze zat in een van mijn studiecombo’s, ze werkte keihard en ze was werkelijk fantastisch.’ Van Poll, beste conservatoriumstudenten, had gelijk.

Lovano opteert op Folk Art dus voor twéé drummers. Geen nieuwigheid voor de man – de voorbije jaren speelde hij geregeld in de Village Vanguard met Joey Baron en Idris Muhammad, en op zijn cd Viva Caruso had hij er dríé – maar wel voor zijn jonge band. ‘Zij zijn het echt niet gewoon’, aldus Lovano. ‘Dat maakt alles heel fris en levendig. Het doet me denken aan de tijd toen de jonge Tony Williams en Herbie Hancock bij Miles Davis speelden. Bovendien biedt deze samenstelling me ongebruikelijke manieren om de muziek te arrangeren. Binnen dit kwintet heb ik vier kwartetten, tien trio’s negen duo’s en vijf uitstekende solisten. Vandaar de groepsnaam Us Five, omdat het veel meer is dan ‘The Joe Lovano Quintet’.

Dat blijkt ook uit Folk Art, Lovano’s 21e album voor Blue Note vol eigen composities. Voor de gelegenheid bracht hij een ongewone collectie blaasinstrumenten mee, met naast zijn vertrouwde tenorsax ook een straight alto, een taragato, een altklarinet en de aulochrome – de intussen beruchte dubbele sopraansax van de Belgische instrumentenbouwer François Louis.

De opener Powerhouse is kekke bop, maar al snel trekt de meester zijn leerlingen mee richting free, met nadrukkelijke verwijzingen naar John Coltrane en Ornette Coleman. Het titelnummer Folk Art drijft rakelings langs de atonaliteit, Ettenro hoeft u maar achterstevoren te spellen om te weten hoe het klinkt. Hét hoogtepunt is Dibango, een ode aan de Kameroense saxofonist Manu Dibango waarop Lovano zichzelf harmoniseert op aulochrome. De jonkies van Us Five stáán er, en ze staren recht de zon in.

JOE LOVANO US FIVE, FOLK ART, BLUE NOTE/EMI CONCERTEN: 22 MEI WORLD FORUM CONVENTION CENTER, DEN HAAG; 23 MEI RONNY SCOTT’S, LONDEN.

Bart Cornand

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content