Liefde

Bert Bultinck

IN 1922 vatte de Joods-Hongaarse socioloog Karl Mannheim in enkele onheilspellende zinnen de tijdgeest van toen: ‘Overal zijn de mensen aan het wachten op een messias, en de lucht is zwanger van beloftes van grote en kleine profeten. We zijn allemaal deelgenoten van hetzelfde lot: in ons is er meer liefde, en vooral meer verlangen, dan de maatschappij van vandaag kan beantwoorden. We zijn rijp, maar er is niemand om de vruchten te plukken.’

HET CITAAT VAN MANNHEIM staat bovenaan in de inleiding van het pas gepubliceerde en veelbesproken boek Age of anger van de Indiase schrijver Pankaj Mishra. Mishra biedt een scherpe analyse van de woede die vandaag over de planeet raast, van de IS over de school shootings in Columbine en elders, tot de om zich heen grijpende vrouwenhaat en colère van Trumpfans. Noem het moderniteit, noem het globalisering, noem het zelfs vooruitgang: overal vinden we vandaag ontwortelde individuen die, alleen of in een netwerk van haat, niet of niet genoeg hebben kunnen profiteren van die vooruitgang. Ze hebben hun frustraties laten stollen tot ressentiment, al dan niet gevoed door terroristische propaganda, een vernietigende heilsleer of een valse volksmenner.

EEN JAAR GELEDEN leidde de explosieve mix van ressentiment en moslimfundamentalisme tot de bloedige aanslagen in Zaventem en het Brusselse metrostation Maalbeek. Knack ging de afgelopen maand terug naar de broeihaarden van het moslimterrorisme in de quartiers chauds van Molenbeek, sprak met de lokale deradicaliseringsambtenaar en ging op bezoek in een jeugdhuis in Sint-Gillis. Maar samen met jihadexpert Montasser AlDe’emeh gingen we vooral naar de scholen: de plaats waar de strijd vandaag niet zelden het hevigst wordt gevoerd. In de klas, op de speelplaats en in de leraarskamer valt er nog veel te redden: de voedingsbodem voor radicalisering is zeker niet kleiner geworden -daar zijn alle experten en veldwerkers het over eens – maar alles is nog niet verloren. Dan moeten we wel durven te kiezen voor echte oplossingen, voor opvoe ding en samenlevingstechnieken, voor luisterbereidheid, weg van de segregatie en het eigen gelijk waarin alle partijen zich al eens wentelen. Het optreden tegen polarisering en radicalisering zal soms met harde hand moeten gebeuren, soms met kritische vragen over het wereldbeeld van scholieren en leerkrachten, vaak met empathie. En altijd met uitzicht op nieuwe kansen.

DE ERVARINGEN in de basisscholen en middelbare scholen in Anderlecht, Evere, Jette en Molenbeek wijzen in dezelfde richting: de polarisering is één jaar na de aanslagen alleen maar groter geworden. Het zogenaamde wij-zijdenken is geen loze kreet van wereldverbeteraars, maar een waar drama, en het gijzelt het doen en laten van veel moslimjongeren. Dat zou ons allemaal moeten verontrusten: zolang de blanke bovenklasse er niet in slaagt om iederéén in een veelkleurig en vitaal verhaal mee te nemen, blijft de dreiging imminent. Zolang allochtonen hun toevlucht blijven nemen tot valse profeten, slachtoffermentaliteit of regelrechte haat, blijven ze zelf de kloof vergroten met Belgen die hen wél kansen willen geven. Wat steeds opnieuw uit de gesprekken naar voren komt, is de onvrede met België: de stroom van Syriëstrijders is grotendeels gestopt, maar veel jonge moslims zien hier geen zinvolle toekomst meer. Ze willen weg uit Brussel, de bestemming lijkt er niet al te veel toe te doen.

PROBLEEM OPGELOST? Het zou een cynische vergissing zijn het escapisme van gefrustreerde jongeren toe te juichen. Een exodus zal tot een verdere ontworteling leiden, en tot meer ressentiment tegen een blanke elite, wat dan weer het risico verhoogt op nieuwe aanslagen. Maar zo’n emigratie zou ook een groot verlies zijn voor België na een investering van jaren – de vruchten die niet geplukt worden, zoals Mannheim het verlies omschreef. Knack vond gelukkig ook ondernemende moslimjongeren die in hun toekomst geloven, die zich tegen racisme en discriminatie gewapend hebben en met open blik hun kansen grijpen. Ook zij spreken van een gemiste kans na 22 maart, toen politici en beleidsmakers het vertikten om ook de moslimjongeren een hart onder de riem te steken: ‘Dit was het ideale moment’, zegt de zeventienjarige Hassan uit Anderlecht, ‘om zonder camera’s voor de jongeren te bewijzen: we zijn er voor jullie. Dan zou er wel liefde kunnen ontstaan.’ Het is hoog tijd om het potentieel van moslimjongeren ten goede te keren, zodat de Brusselse lucht, die zwanger is van verlangens die niet beantwoord worden, opklaart. Zoals Hassan het zegt: ‘Het is nooit te laat.’

BERT BULTINCK is hoofdredacteur van Knack.

Het optreden tegen radicalisering zal soms met harde hand moeten gebeuren, vaak met empathie. En altijd met uitzicht op nieuwe kansen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content