De beste ploegen spelen met valse spitsen, een tactiek die is geperfectioneerd door Pep Guardiola. Vallen er daarom zo weinig doelpunten op het EK in Frankrijk?

Hij zit nergens in de dug-out en toch is Pep Guardiola nadrukkelijk aanwezig op het EK voetbal in Frankrijk. De drie dominante teams van het toernooi – Portugal, Duitsland en Spanje – hebben een cruciaal aspect van zijn voetbalsysteem overgenomen: de valse nummer 9. Dat betekent dat ze voetballen zonder diepe spits, een tactiek waarmee Guardiola bij Barcelona en Bayern München de successen aan elkaar reeg.

Tien jaar geleden waren spitsen dé voetbalsterren. Zij maakten of kraakten een ploeg. Avontuurlijke trainers stelden er twee op, verdedigende vonden één voldoende. Spitsen kwamen in twee varianten: óf koele kikkers met een neus voor de goal – denk Josip Weber – óf sterke beren die een hele verdediging aan de praat hielden – denk Jan Ceulemans of Romelu Lukaku.

Guardiola voegde daar een derde type aan toe: de diepe spits die niet noodzakelijk vaak diep gaat. Hij ontwierp die rol voor Lionel Messi, een speler met unieke kwaliteiten die volgens Guardiola onvoldoende uit de verf kwamen als je hem op de flank opstelde of als pure spelverdeler. Het resultaat was een tactiek die trainers een 4-6-0 noemen, waarbij 4 voor het aantal verdedigers staat, 6 voor de middenvelders, en 0 voor de echte aanvallers. De valse 9 laat zich terugzakken naar het middenveld en creëert daar een overtal. Het team van Guardiola stond bij balverlies vanzelf erg compact, voetbaltaal voor: dicht bij elkaar. Kom daar maar eens door als tegenstander. Je kunt dan haast niet anders dan met verre voorzetten werken en als het andere team wéét dat je dat gaat doen, is het erg eenvoudig om daarop te anticiperen. Het sluit aan bij die ene voetbalwijsheid waar bijna alle trainers ter wereld zich in kunnen vinden: de ploeg die het middenveld domineert, wint de wedstrijd.

Met zo’n 4-6-0-opstelling weten de verdedigers van de tegenpartij niet goed wat ze moeten doen: de spits volgen of in positie blijven. De spits niet volgen, betekent dat ze de slag om het middenveld verliezen. De spits wél volgen, legt het centrum van de defensie open, en daar profiteren de opkomende middenvelders van. Guardiola vond dat systeem niet zelf uit – de Italiaanse ster Francesco Totti wordt veertig en speelt al heel zijn leven als valse 9 – maar hij legde wel nieuwe accenten die het internationale voetbal jarenlang hebben overheerst. En wat werkt in het clubvoetbal wordt gekopieerd door de landenploegen: Spanje won met die tactiek achtereenvolgens het EK, het WK en nog eens het EK. Guardiola ging in Duitsland coachen, de Mannschaft leerde de valse nummer 9 gebruiken en werd wereldkampioen. Want je hebt er dus blijkbaar geen Messi voor nodig: bij Spanje vullen Cesc Fabregas of Alvaro Morata die positie in, bij Duitsland Mario Götze of Thomas Müller.

Ook Portugal vatte het EK aan zonder spits, al is dat een delicaat onderwerp. Fernando Santos, de trainer van de Portugezen, gaf voor het toernooi te verstaan dat hij een fan is van de traditionele striker, maar dat Portugal jammer genoeg niemand heeft die die rol kan invullen. Talentvolle middenvelders zijn er bij de Portugezen voldoende. Dus zette Santos ten einde raad Cristiano Ronaldo in de spits, een totaal andere rol dan de wereldster bij Real Madrid vervult. Maar zeg ijdele Cristiano vooral niet dat hij moet voetballen zoals Messi bij Barcelona, hij zou uit zijn vel springen.

Verknoeide middenvelder

Als voetballen zonder spits zo handig is, waarom doen dan niet meer ploegen het? Natuurlijk is het geen toeval dat Spanje, Duitsland en Portugal zich eraan wagen en Noord-Ierland, Albanië of Oekraïne niet: een valse nummer 9 rendeert alleen als je voortdurend balbezit hebt. Technisch beperkte elftallen zouden zonder diepe spits hun grootste wapen uit handen geven: een verre voorzet heeft alleen maar zin als er iemand staat om hem op te vangen. Voetballen zonder volwaardige aanvallers wordt in het slechtste geval nogal steriel. Dat er zo weinig gescoord wordt op dit EK, komt voor een deel omdat de beste teams het zonder typische afwerker doen.

Voor toptrainer José Mourinho komt de tactiek van de valse nummer 9 neer op ‘een middenvelder verknoeien als veredelde spits’. De Portugees hoopt ooit bondscoach te worden van zijn land en is daarom spaarzaam met kritiek op de Seleção. Maar dat ze Ronaldo inzetten als valse spits vindt The Special One ‘een vergissing’. Helemaal zuiver in zijn verzet is Mourinho evenwel niet. Toen het vorig jaar bij Chelsea vierkant draaide met aanvaller Diego Costa, testte hij Eden Hazard uit als valse nummer 9. Het is bij één enkel experiment gebleven: Mourinho had vorig seizoen even graag twee keepers opgesteld als dat zijn team eindelijk aan de praat kon krijgen. Ook Kevin De Bruyne voetbalde zowel bij Wolfsburg als bij Manchester City al als valse nummer 9. Het zou best kunnen dat De Bruyne dat in de toekomst vaker zal doen: Pep Guardiola wordt trainer bij City. En waarom zouden de Rode Duivels niet met een valse nummer 9 kunnen voetballen?

Een alerte kijker van de voetbaltalkshow Panenka! stelde die vraag na de smadelijke nederlaag tegen Italië. Analist Geert De Vlieger antwoordde dat het een complexe tactiek is en dat je die tijdens een toernooi er niet meer ingeslepen krijgt. Dat klopt natuurlijk. De Belgen hebben het één keer geprobeerd, in september 2012, een van de eerste officiële interlands van Marc Wilmots als bondscoach. We speelden tegen Wales, destijds een ploeg waar niemand bang voor was. Romelu Lukaku was eerste keuze in de spits, maar geblesseerd. Christian Benteke had net Racing Genk verlaten voor Aston Villa, en werd op de bank gelaten ‘omdat hij door de transferbeslommeringen niet helemaal scherp staat’, zei Wilmots toen. De valse nummer 9 die dag was niet Eden Hazard en ook niet Kevin De Bruyne, maar Kevin Mirallas. Aanvallend maakten de Belgen weinig klaar tegen Wales. Vincent Kompany kopte een corner binnen, Jan Vertonghen knalde een vrije trap in doel, en over een valse nummer 9 werd bij de Rode Duivels nooit meer gepraat. Lukaku, Benteke, Divock Origi en Michy Batshuayi hebben zich sindsdien ontwikkeld tot spitsen van topniveau.

Goaltjesdief

Je kunt stellen dat al die valse nummers 9 op het EK in Frankrijk wat achterlopen op de algemene trend. Lionel Messi is de referentie als valse spits, maar speelt ondertussen al twee jaar niet meer op die positie. Barcelona koos voor een directer soort voetbal, met Luis Suarez als echte afwerker, en Messi op de rechterflank. Werkt ook, kunnen we met een understatement zeggen. ‘De tegenstanders weten wat we gaan doen. We moesten een nieuwe balans vinden tussen directer spelen en wat we vroeger deden’, vertelde Gerard Piqué van Barcelona en Spanje over die omslag. Zelfs Pep Guardiola is van zijn geloof afgevallen, sinds hij in Duitsland heeft vastgesteld hoe efficiënt een goaltjesdief is. Robert Lewandowski, op het EK actief bij Polen, scoorde vorig seizoen maar liefst 30 doelpunten. Guardiola switchte bij Bayern voortdurend van systeem: zwakkere tegenstanders maakte hij af met zijn topspits (Lewandowski), tegen gevaarlijkere ploegen werd de valse nummer 9 ingezet (Müller of Götze).

De spits, vroeger de koning van het strafschopgebied, is verworden tot een back-upplan. Spanje en Duitsland namen nog onvervalste spitsen mee naar het EK, maar dan alleen om in te zetten tegen kleinere landen of wanneer het tijdens de wedstrijd de verkeerde kant dreigt uit te gaan. Aritz Aduriz bij Spanje en Mario Gomez bij Duitsland zijn als voetballers de minsten uit hun selectie. Gomez is 30, Aduriz 35. Zou het toeval zijn dat het letterlijk om voetballers van een andere generatie gaat?

DOOR JEF VAN BAELEN

Eén keer hebben de Belgen een valse 9 uitgetest: niet Eden Hazard, niet Kevin De Bruyne, maar Kevin Mirallas.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content