Charles Darwin had de seksuele selectie nodig om van alle mensen één grote familie te kunnen maken. Dat idee van één grote familie was Darwins bijdrage aan de strijd – die onder meer door zijn familie werd gevoerd – tegen de slavenhandel met al zijn excessen. Slaven waren geen beesten, zoals slavenhandelaars volhielden, maar mensen. Darwin zag tijdens zijn reis met de Beagle schrijnende voorbeelden van de vreselijke manier waarop slaven (en autochtone stammen in door Europeanen gekoloniseerd gebied) mishandeld en vervolgd werden.

Als hij van alle mensen één grote familie wilde maken, moest hij een verklaring vinden voor de opvallende verschillen tussen rassen. Daarvoor had hij onder meer de seksuele selectie nodig. Darwin ging ervan uit dat nogal wat belangrijke verschillen in het fysieke voorkomen een gevolg waren van verschillende schoonheidsidealen. Een destijds controversieel idee dat vandaag nog altijd op weerstand stuit.

Maar wetenschappers als de Amerikaanse geneticus Spencer Wells stellen dat de opvallende spleetogen van Aziaten géén natuurlijke aanpassing zijn. Volgens hen vallen ze niet te verklaren door het feit dat mensen op de Aziatische steppen altijd de ogen moesten dichtknijpen voor de wind en het zand – zoals nogal wat analisten menen. Want dan hadden de Berbers in de Sahara ook spleetogen moeten hebben, en dat is niet het geval.

Voor Wells en de zijnen zijn spleetogen gewoon een gevolg van het feit dat er ooit toevallig in een hele kleine mensengroep op weg naar Azië iemand met spleetogen ontstond, waarna de anderen dat, ook al toevallig, mooi vonden. Daardoor kreeg de persoon met de spleetogen verhoudingsgewijs veel kinderen, en het mooi bevonden kenmerk werd snel belangrijk in de gemeenschap. Aantrekkelijkheid als sturend element in het onderscheid tussen rassen – het klinkt bijzonder, en dat is het ook.

Voor Darwin, in de geniale manier waarop hij met evolutieconcepten omging, was het de evidentie zelve.

Wat ook een rol speelt in seksuele selectie, in het bepalen van aantrekkingskracht, is de lichaamslengte. Mannen zijn doorgaans wat groter dan vrouwen. Dat is een gevolg van het gegeven dat vrouwen, op zijn minst in de prehistorie, langere mannen verkozen omdat die hen waarschijnlijk beter konden beschermen tegen allerhande onheil. En van het feit dat mannen met elkaar in competitie moesten om toegang te krijgen tot de beste vrouwen, waarbij de sterkste (dikwijls de grootste) het er meestal beter afbracht.

Hoewel dat fysieke gegeven ondertussen achterhaald is door culturele ontwikkelingen, blijft het toch in de software van ons hoofd steken. Meisjes vinden mannen nog altijd aantrekkelijk als ze wat groter zijn. In sommige maatschappijen is het opvallend hoe groot de mensen er zijn. Dat is met name zo in Nederland. Het is een raadsel waarom Nederlanders gemiddeld zoveel groter zijn dan andere volkeren.

De Nederlandse evolutionair psycholoog Bram Buunk, zelf tamelijk lang, heeft een aantrekkelijke verklaring gevonden voor dit fenomeen. Hij zocht die in de mate waarin meisjes vrij zijn hun partner te kiezen. In vele mensenmaatschappijen was het tot voor kort de gewoonte dat vooral de ouders beslisten met welke man hun dochters trouwden. Ouders dachten daarbij natuurlijk niet in eerste instantie aan aantrekkelijkheid, maar aan status en comfort. De twee groepen parameters overlappen niet altijd.

Daardoor zijn fysieke parameters in gemeenschappen waarin ouders het lang voor het zeggen hebben gehad, veel meer onder de mat geveegd dan in gemeenschappen waarin dochters zelf mochten kiezen.

Buunk en zijn collega’s vonden aanwijzingen dat in Nederland de vrijheid van meisjes in partnerkeuze extreem hoog was. Waardoor ze systematisch voor langere mannen gekozen hebben, en waardoor Nederlanders nu gemiddeld groter zijn dan vele andere natievolkeren, het onze inbegrepen. In Buunks theorie hebben onze ouders hun dochters te veel in de verkeerde richting gestuurd – althans in functie van de wens van jonge meisjes.

Het verschil in lengte tussen een man en een vrouw mag natuurlijk niet te groot worden. Als de man veel groter is dan zijn vrouw, dreigen er risico’s bij de bevalling, want het verhoogt de kans op een te grote baby voor de moeder, en op het operatief moeten ingrijpen tijdens de bevalling.

Dirk Draulans in het kielzog van Darwin

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content