‘Laat vrouwen vooral zelf beslissen hoeveel baby’s ze willen’

Gaat de planeet naar de verdommenis door overbevolking en milieucatastrofes? De doemdenkers hebben het mis, meent de beroemde wetenschapsjournalist Fred Pearce.

Aan het begin van dit decennium gooide de Britse journalist Fred Pearce een bommetje in de wetenschappelijke wereld. In zijn boek Volksbeving – van babyboom naar bevolkingscrash bewees hij met veel aplomb en cijfers het ongelijk van doemdenkers over de bevolkingsexplosie. De aarde zal helemaal niet ten onder gaan door overbevolking. Integendeel, de wereldbevolking stabiliseert langzaam maar zeker. Dat doemdenken maskeerde volgens Pearce decennialang de échte problemen die veel bedreigender zijn voor de planeet, zoals ons consumptie-gedrag en de opwarming van de aarde. Knack sprak met hem op de ‘Day of Demography’ in Gent, een internationaal symposium voor demografen.

Er leven ruim 7 miljard mensen op aarde en dat aantal blijft toenemen. Toch zegt u dat overbevolking geen probleem is?

FRED PEARCE: Overbevolking die uitmondt in de totale catastrofe is een idee van de jaren zestig, toen we met 3,5 miljard waren. In die tijd lag het gemiddelde geboortecijfer nog op vijf à zes kinderen. De wereldbevolking verdubbelde per generatie. Het verhaal was dat we die miljarden monden niet zouden kunnen blijven voeden en dat het de draagkracht van de planeet te boven ging. Honderden miljoenen mensen zouden de hongerdood sterven. Wel, die populatiebom is stilaan ontmanteld. In één generatie tijd is de wereldbevolking inderdaad verdubbeld, maar tegelijk is de voedselproductie meer dan verdubbeld. Dat is de zogenaamde groene revolutie met betere oogsten en productiemethodes. Er is genoeg voedsel, we zijn vandaag zelfs in staat om 10 miljard mensen te voeden, als je alleen al ziet hoeveel voedsel we verspillen. Het echte probleem is de efficiënte en adequate verdeling van het voedsel, niet het aantal mensen. Er is soms hongersnood in een aantal landen en gebieden, maar dat heeft doorgaans te maken met lokale oorzaken, met oorlog en droogte en niet met overbevolking. Uiteraard zijn er bevolkingsproblemen in bepaalde landen, maar op planetaire schaal is het gemiddelde aantal kinderen per vrouw gedaald naar minder dan 2,4 – en niet alleen in het rijke Westen, maar ook in arme landen. Dat geboortecijfer is ongeveer de vervangingsratio, en de helft van de wereld zit daar al onder. Zo zal de wereldbevolking uiteindelijk stagneren.

Mensen zoals documentairemaker David Attenborough, of in België filosoof Etienne Vermeersch, zitten dus fout met hun ideeën over de dreiging van overbevolking?

PEARCE: Sir Attenborough is wereldberoemd, maar daarom is wat hij beweert nog niet juist. Ik kijk naar de cijfers en prognoses van de Verenigde Naties. De prognoses komen uit op 10 à 11 miljard binnen zowat een halve eeuw, en dan stagneert de groei. Ik verzin dus niet zomaar wat. Als je geboortecontrole en gezinsplanning promoot, dan heb je een probleem als die bevolkingsgroei blijkt mee te vallen. Waarom blijft men vasthouden aan die boodschap? De grote vrees is dat de boodschap over geboortebeperking niet meer zal aanslaan in bepaalde landen waar er wel nog veel kinderen in armoede geboren worden. Eigenlijk zijn ze bang van het optimisme. Een te positieve boodschap kan fout overkomen. Sorry, maar als journalist is het mijn taak om uit te zoeken hoe de vork in de steel zit, ook al levert dat voor sommigen ongemakkelijke waarheden op. Ik bekijk de megatrends en die zijn wat ze zijn: positief. En dat gebeurt zonder overheidsingrijpen op de intiemste beslissingen van mensen, namelijk kinderen krijgen.

China had toch de eenkindpolitiek?

PEARCE: China is zowat dé uitzondering, en ze zijn ook daar intussen aan het terugkeren van dat beleid. Gedwongen geboortebeperking is inhumaan en treft vooral arme mensen. Het werkt ook niet. In 1984 was ik op de grote VN-bevolkingsconferentie in Mexico. Die conferentie werd gedomineerd door mannen, die daar strenge geboorteplanning zaten te bepleiten. China en ook India waren daar het grote voorbeeld. De VN gaven beide landen toen zelfs een prijs voor hun geboorteplanning. Tien jaar later werd de conferentie in Caïro gehouden, en werd ze gedomineerd door vrouwen. De VN werden vertegenwoordigd door een gynaecologe uit Bangladesh. Ze zei dat het grootste obstakel bij de bevolkingsexplosie het feit is dat vrouwen niet zelf kunnen beslissen hoeveel kinderen ze willen. Dat was de spijker op de kop.

De fertiliteit begon pas te dalen toen de doemdenkers met hun maatregelen tegen de bevolkingsexplosie werden weggeduwd door een nieuwe generatie vrouwen die sterk opkwamen voor hun voortplantingsrechten. Laat vrouwen zelf beslissen hoeveel baby’s ze willen, dat moeten mannen of overheden niet in hun plaats doen. Die ronduit feministische aanpak is de beste gebleken. Kinderen opvoeden is hard werk, en wanneer vrouwen meer controle over hun leven hebben, kiezen ze niet voor grote gezinnen maar bijvoorbeeld voor werk buitenshuis, een eigen carrière. Minder kinderen betekent dus ook meer macht voor vrouwen, en zo hollen ze ook het patriarchale systeem uit. Wereldwijd kiezen vrouwen voor kleinere gezinnen omdat ze dat kúnnen. Kindersterfte door ziekte en ontbering is zo sterk teruggedrongen dat je geen vijf kinderen meer hoeft te hebben om een volgende generatie op de wereld te zetten. Het is dus een feministische revolutie die de wereldbevolking onder controle brengt.

Speelt die feministische revolutie ook in landen waar vrouwen vandaag weinig of geen rechten hebben?

PEARCE: Zelfs in een land zoals Iran, waar de mollahs met strenge religieuze regels alles willen controleren, doen vrouwen hun zin en kiezen ze voor minder kinderen. In de jaren tachtig, tijdens de Iraans-Iraakse oorlog, was er een babyboom, met een geboortecijfer van zeven à acht kinderen. Er moest kanonnenvlees worden gebaard. Vandaag is het gemiddelde minder dan twee. De gesluierde Iraanse vrouw baart gemiddeld zelfs minder kinderen dan een vrouw in New York. Toenmalig president Mahmoud Ahmadinejad zei in 2006 dat de belangrijkste opdracht van vrouwen was om kinderen te baren. Wel, de vrouwen hebben dat even anders beslist. En wat in Iran kan, kan overal. In India is het geboortecijfer gehalveerd tot 2,5 kinderen. In een katholiek land zoals Brazilië is het nog 1,8. In een aantal Afrikaanse landen, zoals Nigeria, krijgen vrouwen op het platteland wel veel kinderen omdat de kindersterfte er nog hoog is en ook uit economische noodzaak. Kinderen moeten meehelpen op het veld, vee hoeden, thuis werken enzovoort. Maar dat beïnvloedt die wereldwijde trend van stagnatie niet.

Naast die feministische revolutie is ook de verstedelijking een belangrijke factor. In een stad heb je geen groot gezin nodig om te overleven. De wereldwijde verstedelijking leidt tot kleinere gezinnen, en de helft van de wereldbevolking woont al in steden. In landen zoals Kenia, Senegal, Zuid-Afrika, India en in Aziatische landen zag je daardoor de geboorteratio sterk dalen. In het rijke Westen, waar we stilaan allemaal in een stad wonen, is het uiteraard ook een bekend fenomeen.

Kortom, het fatalistische doemverhaal dat de wereld eraan gaat als we niet stoppen met ons ongebreideld voort te planten, is achterhaald. Helaas leeft dat verhaal nog altijd sterk onder milieu-activisten.

Het ecologische argument dat we met een miljardenpopulatie zowat alle grondstoffen uitputten en het milieu verpesten, snijdt toch hout?

PEARCE: Ik beweer niet dat alle problemen vanzelf opgelost zijn met een stabiele wereldbevolking. Maar als we ons daar al minder zorgen over hoeven te maken, kunnen we onze energie misschien beter besteden aan de aanpak van de klimaatopwarming en de milieuproble-men, maar ook aan onze consumptie, aan vergrijzing en migratie.

Onze consumptie en vooral onze productiemethodes van die consumptiegoederen zijn een probleem. Maar de teneur is: wij in het Westen zijn de milieubewuste consumenten en die arme luizen in andere continenten kweken de planeet naar de verdommenis. Als we maar over de geboortecijfers blijven praten, hoeven we het minder over onze consumptie te hebben, nietwaar? Dát perfide verhaal zat achter de dreiging van de bevolkingsexplosie.

Nee, we moeten onze productiemethodes aanpassen zodat ze efficiënter, duurzamer en minder vervuilend worden. En we moeten nog meer inzetten op recycling en hernieuwbare energie. Dat doen we allemaal al een beetje met allerlei technologische ontwikkelingen, maar er is nog gigantisch veel marge voor verbetering.

Op milieuvlak ben ik toch veeleer optimistisch. Ja, we hebben al ecosystemen verwoest en dat zal wellicht nog gebeuren, maar dat heeft dus niets te maken met een catastrofale bevolkingsexplosie. Ik schrijf sinds begin jaren tachtig over milieukwesties en ik zie heel wat positieve ontwikkelingen, bijvoorbeeld rond hernieuwbare energie. De technologische evolutie zorgt voor oplossingen. Ik weet ook wel dat bepaalde technologieën risico’s inhouden of negatieve kanten hebben, en daar moeten we ook zeker iets aan doen. Maar het kan.

Bent u even optimistisch over de klimaatopwarming?

PEARCE: Ook rond klimaatverandering zie ik een positieve evolutie. Vergelijk het met ons rookgedrag, dat in dertig jaar compleet is omgekeerd. Het feit dat de impact van de klimaatverandering nu algemeen aanvaard is, is heel belangrijk. Donald Trump mag de klimaatopwarming dan een leugen noemen, dat zal niets veranderen aan het globale inzicht.

Het rijkste half miljard mensen, 7 procent van de wereldbevolking, is verantwoordelijk voor de helft van de CO2-uitstoot. De 50 procent armsten van de planeet zorgen voor 7 procent CO2-uitstoot. Geboortebeperking in die arme landen zal de klimaatopwarming dus niet tegenhouden. We weten hoe we de CO2-uitstoot zwaar kunnen beperken, maar we doen het niet of te traag. Of alle maatregelen die we nemen en nog moeten nemen zullen volstaan, dat kan niemand voorspellen. Daarvoor spelen in de klimaatwetenschap te veel onzekere factoren een rol. Misschien komt er een kantelpunt en blijkt dat we met alles te laat komen – zo’n kantelpunt kan trouwens razendsnel opduiken. Dat weten we bijvoorbeeld uit snelle veranderingen na de laatste ijstijd. We weten dus niet of we het halen. Dat is misschien beangstigend, maar het is geen reden om helemaal niets te doen.

Heeft Europa dan echt geen demografisch probleem, gezien de snelle vergrijzing?

PEARCE: De wereldbevolking is nog altijd vrij jong met een gemiddelde leeftijd van 30 jaar, maar de vergrijzing wordt in de volgende decennia wel structureel, zeker in de westerse wereld. In België is het geboortecijfer 1,8, in Spanje is het 1,5, in Italië en Griekenland 1,4. In een aantal Zuid- en Oost-Europese landen zal de bevolking zelfs krimpen. Net daarom zullen we een bijna constante instroom van migranten broodnodig hebben. Je kunt uiteraard discussiëren over de impact daarvan, en hoe de overheid dat moet aanpakken, maar migratie is hoe dan ook noodzakelijk voor westerse landen. Dat is ook goed nieuws voor niet-westerse landen met een nog vrij hoge geboorteratio en veel jonge volwassenen met weinig perspectieven. Als ze migreren naar het Westen kunnen ze hier aan de slag. Vaak sturen ze geld dat ze hier verdienen naar hun geboorteland, wat daar heel goed gebruikt kan worden. Of ze keren na een aantal jaren terug met de kennis en vaardigheden die ze hier hebben opgedaan. Ook dat is een goede zaak.

Critici wijzen erop dat je de integratie van migranten na ruim een halve eeuw en drie generaties niet echt geslaagd kunt noemen.

PEARCE:Dat klopt wellicht, maar de integratie is wel succesvoller dan ze soms wordt voorgesteld, vind ik. In Groot-Brittannië zijn bijvoorbeeld Aziatische en Caribische bevolkingsgroepen behoorlijk goed geïntegreerd. Ja, er zijn problemen met een klein deel van de moslimgemeenschap dat radicaliseert, en met bepaalde groepen migranten uit Oost-Europa, en er is racisme. Dat ontken ik allemaal niet, maar ik overdrijf het ook niet. Het hangt er maar vanaf wat je precies bedoelt met integratie. De migranten zullen nooit blanke Britten of Belgen worden met alles erop en eraan. Dat is ook nergens voor nodig. Migranten hoeven niet naadloos op te gaan of zelfs te verdwijnen in een blanke samenleving. Nee, ze moeten vooral zichzelf blijven in een diverse samenleving.

Ondertussen scoren in Europa rechtse en populistische politici met uitspraken en programma’s over minder migranten, vreemdelingen en vluchtelingen.

PEARCE: Het hele debat over de geglobaliseerde wereld, de migratie en vluchtelingen die onze westerse identiteit bedreigen, is oneerlijk. Het klopt gewoon niet. Europese landen doen nog altijd alsof ze immuun zijn voor de gevolgen van een lage geboorteratio en de vergrijzing. In de plaats daarvan lijken ze verlamd door angst voor migranten. We hebben in Europa de migranten hard nodig, zowel demografisch als economisch. We zouden ze met open armen moeten verwelkomen. Er zijn uiteraard spanningen en sociale problemen in zo’n diverse samenleving, maar die kunnen we oplossen. Langzaam maar zeker, zoals dat in een democratie nu eenmaal gaat.

Of willen we worden zoals Japan? Dat land heeft migratie altijd maximaal tegengehouden. De gemiddelde leeftijd is er nu 47 jaar, en daarmee heeft Japan zowat de oudste bevolking van de wereld. Het bevolkingsaantal daalt er zelfs. Daarnaast kampt het land al een paar decennia met een nauwelijks groeiende en zelfs krimpende economie. Ze zullen dus migranten nodig hebben. Zelfs in een land zoals China slaat de vergrijzing al toe.

Het voorbije decennium heeft de falende economie in westerse landen een heleboel dingen in gang gezet. Mensen zien bijvoorbeeld hun kansen op de arbeidsmarkt slinken, en dan zoeken ze een zondebok. Rechtse politici in Europa spelen daarop in met een discours tegen vreemdelingen. Voor hun politieke profijt wakkeren ze een soort bunkermentaliteit over identiteit aan. Neem de brexit. Ik heb tegen gestemd. De stemming daarover kwam eigenlijk neer op ‘wij haten vreemdelingen’. Ook Trump in de VS doet zorgwekkende dingen. Hij wil zelfs letterlijk een soort bunkermuur bouwen om Mexicanen buiten te houden, terwijl hij ze nodig zal hebben voor de Amerikaanse economie. Ik maak me dus wel degelijk zorgen over sommige ontwikkelingen, maar ik blijf vrij optimistisch over onze grote wereldproblemen. Het alarmisme is niet nodig en zelfs contraproductief.

Sommigen zullen u wellicht naïef noemen.

PEARCE: We hebben zowel pessimisten nodig die erop wijzen dat wat we doen niet goed genoeg is, als optimisten die keihard geloven dat we onze problemen kunnen oplossen.

Mijn voorzichtige optimisme slaat niet alleen op de wereldbevolking, maar dus ook op milieukwesties en vergrijzing. Mensen die langer leven gaan ook anders en minder consumeren. Ze leven doorgaans soberder en voorzichtiger. Allemaal goede ontwikkelingen die samenhangen met een verouderende bevolking. ‘Ouder, wijzer en groener’ is dus misschien zo slecht nog niet als planetaire evolutie.

Fred Pearce, Volksbeving – van babyboom naar bevolkings-crash, Uitgeverij Jan van Arkel, 320 blz., 19,95 euro.

Door JAN LIPPENS

‘In landen zoals België zal de bevolking krimpen. Net daarom zullen we een bijna constante instroom van migranten broodnodig hebben.’

‘In Iran moesten vrouwen bovenal kanonnenvlees leveren. Zij hebben anders beslist.’

‘Ouder, wijzer en groener is misschien zo slecht nog niet als planetaire evolutie.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content