Mark Elchardus
Mark Elchardus Hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel

Hij was arts. Aan een vriend van wie de buik over de broekriem puilde, schreef hij ‘geen wijn, maar water, geen brioche, maar brood, en vroeg naar bed’. Maar ook ‘hecht je aan een jonge vriendin, zo eentje dat is vrijgevochten, sportief, mooi ook’. Over kritiek was hij zakelijk: ‘Ongeacht de kunstvorm waarover we het hebben, 999 op de 1000 beoefenaars zijn mislukkelingen. Daarom wordt elk succes bedolven onder een zondvloed van hatelijkheden.’ Hij beweerde van Vlaamse afkomst te zijn, Céline. Onder die naam schreef hij romans. Hij koppelde groot talent aan heel foute opvattingen; verschilt daarin scherp van onze politici, en kan precies daarom als voorbeeld dienen. Over de rol van romans maakte hij zich, net zoals heel wat van onze politici over politiek, weinig illusies. Hun documentaire, psychologische rol was uitgespeeld, overgenomen door de media en de opiniepeilingen. Dat lijkt ook van toepassing op de politiek. Daarom, zo besloot Céline, rest er nog maar één ding: stijl. Wie naar grote inhoudelijke of ideologische verschillen speurt in onze politiek, vindt wel wat, maar weinig. Principes zwellen als verkiezingen naderen, net zoals de roze konten van de bavianen als ze een tegenstander willen imponeren. Ook politiek is bovenal een kwestie van stijl geworden, en er is ruime keuze.

Mogelijkheid 1. Het beleid wordt voorgesteld als een sportprestatie, in de hoop dat het electoraat jubelend opspringt. ‘Een begroting in evenwicht.’ Het klinkt als ‘voor de eerste keer bleef iemand onder de 10 seconden op de 100 meter’. Gejuich alom. Het gevaar van deze stijl schuilt in zijn beperkte herhaalbaarheid. ‘Voor de zevende keer loopt huppeldepup de 100 meter in minder dan 10 seconden.’ Stilte, net zoals voor ‘de zevende keer een begroting in evenwicht’. Erger zelfs, dan worden er vragen gesteld. ‘Wat heeft hij geslikt?’ ‘Kreeg hij een spuitje van de olieboer?’

Mogelijkheid 2. De werken van Hercules, zoals in de 10 werven van Verhofstadt, de 8 werken van Vandeurzen. In de communicatie ligt de klemtoon niet op hoe, maar op wat: we innoveren, worden competitief, laten de jeugdwerkloosheid dalen, roeien de armoede uit, verbreden de informatiesnelweg en steken daarop iedereen voorbij enzovoort. Deze stijl heeft en geeft elan. Vandeurzen heeft hem nog niet echt onder de knie. Het aantal is belangrijk, 3, 5, 7, 10 of 12, andere hoeveelheden vijfkampen, werken of werven zijn niet echt geloofwaardig. Stijl is niet een louter rationele aangelegenheid.

Mogelijkheid 3. Het ideetje. Dit is een moeilijke en briljante stijl, te vergelijken met sierlijke drieband. Men heeft een idee nodig dat vooral de eigen achterban aanspreekt, waarmee men kan tonen dat men van aanpakken weet en snel iets kan realiseren, en dat kritiek doorstaat. Die stijl is momenteel alomtegenwoordig, zoals blijkt uit de hogere aftrek van beroepskosten, voorgesteld op de nieuwjaarsreceptie van de VLD en de mottebollentaks op oude energiecentrales, voorgesteld op de nieuwjaarsreceptie van SP.A. Afwachten wat daarvan komt, nietwaar. Inderdaad, zoals alle grote stijlen is deze gevaarlijk. De meester, ja, de uitvinder ervan, zit nu in Hasselt met een overvloed aan tijd om ideetjes te hebben, maar weinig kans om ze koesterend door de stormen van eerste reacties te loodsen.

Mogelijkheid 4. Ernst (met hoofdletter). Wie geen ideeën heeft, kan openen met te zeggen dat hij of zij niet meedoet met die folliekes, zich ver houdt van de grote beloftes. Doorgaans wordt dat gevolgd door een waslijst van wensen en eisen die er weinig toe doen, omdat de spreker hoopt dat zijn ernstige openingszin hem een blijvend aura van degelijkheid bezorgt.

Mogelijkheid 5. Van Kooten en De Bie.

Mark Elchardus is hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit Brussel.

Mark Elchardus

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content