Weinig mensen kunnen zo’n hondenblik opzetten als Sien Eggers. Stefan en Peter Perceval schreven dan ook speciaal voor haar de monoloog Hondstuk, waarin ze de wereld bekijkt door de ogen van een hond. Een gesprek, beurtelings drinkend uit de toiletpot.

Ze is een van de grappigste vrouwen van Vlaanderen, gewoon omdat ze er niet om doet: actrice Sien Eggers. Bekend van theater, tv-reeksen als In de gloria en Het eiland, en als de enige vrouw in de jury van De slimste mens ter wereld. ‘ Ochottekes toch, wat daar allemaal over geschreven is! Alsof dat nieuws van wereldbelang was. Ze zouden er beter mee inzitten hoe weinig vrouwen er nog altijd in de politiek zitten of een topfunctie uitoefenen’, zucht ze. Het is de actrice ten voeten uit, realistisch over wat het leven biedt, maar ook weer net naïef genoeg om zich daar niet zomaar bij neer te leggen. Soms even zoet als haar stem meestal klinkt, soms luid en flamboyant als ze over haar passie voor het theater praat en met grote gebaren haar woorden kracht bijzet. Maar vaak ook twijfelend en zuchtend, vechtend met haar gedachten.

Misschien daarom dat ze zo graag samenwerkt met regisseur Stefan Perceval. Samen met zijn broer Peter schreef hij speciaal voor haar de tekst van Hondstuk. ‘Stefan stelt me op mijn gemak. Hij durft zich kwetsbaar op te stellen zonder zich te willen profileren, zonder bijbedoelingen, gewoon omdat hij zo ís’, zegt ze. Hondstuk bij het Tieltse theater Malpertuis wordt hun derde samenwerking. Eerder speelde Eggers ook al mee in Prookjes en U bent mijn moeder, beide bij het Antwerpse jeugdtheater Het Paleis. En later dit jaar volgen nog drie samenwerkingen: bij Het Gevolg doen ze samen een Bootproject, met An Nelissen en Marrit Stocker speelt Eggers in een regie van Perceval in het Fakkelteater, en ze sluiten samen 2010 af met Eeu-wige sneeuw in Het Paleis. ‘Samenwerken: dat is elkaar graag zien, hé’, zegt Eggers. ‘Deze week tijdens de repetities zei ik nog hoe fijn ik het vond om samen te prutsen, waarna ik laat op de avond nog een sms’je kreeg van Stefan: “Zolang je maar weet dat ik jou geen prutser vind.” Ik vind het geruststellend om te weten dat iemand met dezelfde gedachten droomt en sukkelt als ik, dat die ideetjes niet alleen aan mijn ziel vreten. We verstaan elkaar in de hunker naar vriendschap, en wat een klein beetje liefde met een mens kan doen. En daar gaat Hondstuk ook over.’

‘Wilt gij vriend zijn met mij? Ja? Da’s goed. Kom hier, dat ik u aflik.’

In Hondstuk staat Eggers alleen op de scène. De trompettist die Perceval er graag bij had gehad, was uiteindelijk finan-cieel niet haalbaar. Maar Eggers wordt gesoigneerd: het decor rond haar: tapijt en behang opgetrokken uit een patchwork van pelsjes. Kunstpelsjes welteverstaan, afkomstig uit een Tieltse pluchenberenfabriek. Het oogt zacht, beschermend, maar tegelijk heeft het ook iets verstikkends. Net als de situatie in Hondstuk, dat het verhaal van een moeder en haar zoon vertelt vanuit het standpunt van een hond. De moeder haalt de hond uit het asiel opdat haar zoon toch een vriend zou hebben. Maar het feit dat die zoon geen echte vrienden heeft, heeft zo zijn redenen. Eggers: ‘Hij wordt overbeschermd – opgegeten – door zijn moeder. Zij wil hem het koste wat het kost bij zich houden, terwijl hij weg wil en schrijver wil worden. Dat hij dat niet kan of durft, is voor een groot deel haar schuld. Iedereen heeft dromen, en die mag je niet zomaar afpakken. Als je kind piloot wil worden maar het draagt een brilletje, dan moet je als ouder ook niet tegen dat kind gaan zeggen: “Jij zult nooit piloot kunnen worden want je ziet niet goed genoeg.” Ik heb geen kinderen, maar soms kwamen er logeren, en dan werden de vragen afgevuurd: “Sien, waarom rook je? Waarom heb jij geen kinderen?” Ik geef eerlijk antwoord, uiteraard rekening houdend met hun plafond.’

‘Een partner kun je niet zomaar in huis nemen, een huisdier wel’, lacht Eggers. Ze had jarenlang katten, tot haar oude kat Piepje onlangs stierf. ‘Als ik een tekst moest instuderen, zei ik die tegen de poes op, en die leek dan ook echt geïnteresseerd in wat ik vertelde. We dichten dieren graag menselijke eigenschappen toe. Een huisdier is geen surrogaat voor een geliefde, maar het appelleert wel aan ons gevoel van wat graag zien is.’

Pure liefde, onbezonnen liefde is het. ‘Een dier kan niet tricheren, niet faken of verbloemen’, aldus Eggers. ‘Een mens kan dingen inkleden, wegsteken, verdringen, slechte keuzes maken: dat is ons ‘vermogen’. Gebruik toch eens je verstand, wordt ons van kindsbeen af geleerd, maar met dat verstand doet de mens velen en in de eerste plaats zichzelf vaak de duvel aan. Want als je overal bij stilstaat waarom de dingen zijn zoals ze zijn, dan bougeer je niet meer – terwijl dat wel nodig is om verder te gaan in het leven, toch?’

Er bestaat een West-Vlaamse boerenwijsheid over het gevaar van peinzen: de ezel peinsde dat hij gegeten had en door dat te peinzen, ging hij dood van de honger. Eggers lacht: ‘Het is ook niet simpel, hé? Het leven, menselijke relaties. Hoe doe je dat, contacten leggen? Een hond kwispelt en de andere hond loopt ernaartoe. En als het niet lukt, dan is dat omdat wij hen aan de leiband houden. Maar als mens houden we onszelf aan de leiband. We kruisen elkaar en passant, en gaan weer onze eigen weg want de dag is nog lang en drukdrukdruk. En als je niet oppast, ben je de ware liefde al tien keer voorbijgelopen.’

‘Ik had van alles kunnen zeggen. Maar dat heb ik niet gedaan. Ik had het te druk… met eten aan die boterham met salami in zijn hand.’

Laatst moest ze geweldig lachen voor de tv. Niet om zichzelf, maar om In Godsnaam van Annemie Struyf op Canvas. ‘Die aflevering over het zenboeddhisme, waarin mensen geleerd wordt om urenlang stil te zitten, en hoe moeilijk zij het daarmee had. Ik moest lachen omdat ik in haar mijn eigen onvermogen herkende. In het theater bepaal ik het tempo – of toch voor een groot deel want het publiek moet natuurlijk nog meewillen. Daarom ben ik ook zo blij als een voorstelling lukt, als je al is het maar even het gevoel hebt dat je elkaar beter hebt leren kennen, dat ene speciale moment. Ik herinner me nog goed die keer bij U bent mijn moeder. Het publiek kwam de zaal binnen, onrustig schuifelend, en plots was er die stilte waarbij alle energie van mij en die mensen plots samengebald werd tot één brok. Ze zeggen weleens dat een stilte adembenemend kan zijn. Wel, zo voelde het op dat moment ook echt voor mij: plots was ik al mijn middelen, mijn metier, mijn adem kwijt.’

Misschien is dat het wel wat theater zo anders maakt dan televisie, dat directe en unieke contact met het publiek? ‘Theater of tv, voor mij maakt dat geen verschil’, vindt ze. ‘De camera is het oog van de hele wereld. Natuurlijk komt de reactie van het publiek pas later, maar er is ook de reactie van de mensen achter de camera. Zoals bij de opnames van Van vlees en bloed: die camera en dan die hele crew daarachter die in je ogen komt kijken. Dat heeft een enorme intensiteit.’

Dat mensen naar Hondstuk komen kijken omdat ze Eggers voornamelijk kennen van televisie als Lydia Protut uit Het eiland of van de In mijn poep-sketch uit In de gloria, dat deert haar niet. ‘Zonder pedant te willen klinken, ik vind het fijn als mensen via mij het theater leren ontdekken en appreciëren.’

Zoals minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V), die naar verluidt naar de voorstelling zou komen. Het uitgelezen moment om haar uit te vragen – waarom ze (niet) rookt, of waarom ze zonodig met haar kind op haar verkiezingsaffiches moest staan, bijvoorbeeld. Eggers: ‘Ik geef liever dan te vragen, en er wordt haar wellicht al genoeg gevraagd. Maar ik hoop dat ze naar huis gaat met het gevoel: een mens, dat is me toch wat. En in het beste geval dat ze denkt: goh, wat zou dat gegeven hebben met een trompettist erbij?’

VAN 18 TOT EN MET 20 FEBRUARI IN THEATER MALPERTUIS, TIELT. OOK OP TOURNEE. www.malpertuis.be

DOOR LIV LAVEYNE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content