Kleine details, grote gevolgen

© ZAZA

Van een schenking ben je nooit helemaal zeker. En als je niet oplet, koop je een huis dat moet terugkeren naar een erfenis waar je zelf helemaal niets mee te maken hebt. Allemaal een gevolg van technische regeltjes die hopeloos verouderd zijn.

Behalve de fundamentele hervormingen werkt de expertencommissie ook aan een rist technische aanpassingen die komaf moeten maken met de vele neveneffecten van verouderde regels.

Een voorbeeld daarvan is de hervorming van een erfrecht in natura naar een erfrecht in waarde. Buiten de kantoren van notarissen en successieplanners weet niemand waarover het gaat. Maar de gevolgen in de praktijk zijn verstrekkend. Stel dat je ouders je een appartement schenken, waarvan de waarde is opgelopen tot 300.000 euro. Aan je andere broer werd niets gegeven en ook bij het overlijden van je ouders valt er niet veel meer te rapen. Omdat de schenking uit het verleden bij de nalatenschap wordt geteld (waarop vervolgens het erfdeel van je broer wordt berekend), blijkt het wettelijk erfdeel van je broer onvoldoende gevuld. Hij kan dan de inbreng eisen van de geschonken woning, zodat die terugkeert naar de nalatenschap en opnieuw kan worden verdeeld. Zo kun je de woning verliezen waar je intussen al die jaren hebt gewoond. Je bent er dus nooit helemaal zeker van dat een schenking van vastgoed helemaal van jou is. ‘Meestal komt het zover niet. Maar als iemand je echt het leven zuur wil maken, kan die vasthouden aan de inbreng in natura. Zelfs mocht je genoeg geld hebben om zelf het waardeverschil te compenseren’, zegt Barbaix.

En het gaat nog verder. Want wat als je de geschonken woning al hebt verkocht en zelf niet genoeg geld meer hebt om het wettelijk erfdeel van je broer te vullen? Dan kan je broer in het slechtste geval de geschonken woning of minstens de tegenwaarde ervan opeisen bij de kopers, hoewel die helemaal niet betrokken zijn bij de erfeniskwestie. ‘Dat is ook de reden waarom een goede notaris je bij de aankoop van een woning altijd zal waarschuwen als het huis ooit onderwerp is geweest van een schenking en vervolgens zal nagaan of de oorspronkelijke schenker al is overleden’, zegt Blindeman.

Ook die waardebepaling moet dringend worden aangepast. Nu worden schenkingen van onroerende en roerende goederen op een ander tijdstip gewaardeerd. Voor roerende goederen geldt de waarde op het moment van de schenking, voor onroerende goederen is dat de waarde op het moment van de erfenisverdeling. ‘In de tijd van Napoleon was dat logisch. Roerende goederen hadden weinig waarde: het waren gebruiksinstrumenten waarvan de waarde toch alleen maar daalde. En onroerende goederen werden met de tijd steeds waardevoller. Maar nu klopt dat helemaal niet meer’, zegt Barbaix. Stel bijvoorbeeld dat twee ouders op hetzelfde moment 150.000 euro schenken aan elk van hun twee kinderen. Het ene kind schenken ze een appartement en het andere een aandelenportefeuille. Na twintig jaar kan de waarde van beide schenkingen zijn verdubbeld tot elk 300.000 euro. Alleen: bij de verdeling van de erfenis wordt de schenking van het appartement ingebracht aan 300.000 euro en de schenking van de aandelenportefeuille – hoewel die in realiteit veel meer waard is – aan 150.000 euro. ‘Dat probleem wordt al zeer lang aan de kaak gesteld door de specialisten. De voorgenomen hervorming is het uitgelezen moment om ook deze aspecten van het erfrecht aan te passen en eindelijk up to date te brengen’, besluit Barbaix.

‘In het slechtste geval kun je bij een schenking het huis verliezen waarin je al jaren hebt gewoond.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content