TAZ#2009 was goed, maar miste meer dan eens zijn doel.

Theater aan Zee, het jaarlijkse zomerfestival voor theatermakend en theaterminnend Vlaanderen in Oostende, hield woord. De editie onder het curatorschap van KVS-directeur Jan Goossens en muzikant Arno Hintjens baadde in een geëngageerd sfeertje. Dat engagement lag bijna (!) overal voor het rapen.

Gevestigde waarden zoals theatermaker Raven Ruëll of choreograaf Wim Vandekeybus vertaalden hun geëngageerde attitude niet zozeer in een verhaal maar in een ontwrichtend scènebeeld en dito vertelstructuur. Het publiek ervoer het engagement vooral door de manier waarop er verteld en verbeeld werd.

Explicieter ging het ertoe bij de Congolese voorstellingen, zoals L’invisible van Dieudonné Kabongo. Een aangrijpende, vrij klassiek gespeelde monoloog over niet meer weten waar je thuishoort. Hier kleurde het publiek voor het eerst écht multicultureel. Het is schandalig te moeten schrijven dat dit een zeldzaamheid was. Hopelijk maakt TAZ er in de toekomst werkelijk een zaak van om meer lagen en kleuren van de bevolking te verwelkomen.

Het jonge theatergeweld toonde zich minder uitgesproken geëngageerd. Ze smeten zich vol lef op de scène – die in hun geval meer een ongepolijste vloer van een of andere lugubere locatie was dan een traditionele plankenvloer.

Dat is het ‘spel’ waartoe TAZ de pas of net niet afgestudeerde makers jaarlijks uitdaagt: zet de eerste professionele theaterstapjes op een scène die er geen is. Het levert theater met hoogtes en laagtes af. Want ook falen doen de jongeren met volle overgave. Daarbij denken we aan het collectief zie! duif, dat met Actie Teddy – een metatheatraal onderzoek naar de wortels van engagement – jammerlijk de mist inging.

Een jong veulen dat wel gauw op een echte plankenvloer mag draven, is Jeroen Vander Ven. Met zijn explosieve monoloog Fobbit bracht hij een van de sterkste voorstellingen van het festival. Ook Arend Pinoy (zoon van Marijke Pinoy, jawel) met het intieme Talking about Kevin en het collectief MARS met Sunday Smile toonden potentieel.

Kortom, dit was een geslaagd festival, dat behalve theater ook schitterende muziek- en literatuurmomenten opleverde. Ware het niet dat we meermaals groen uit het Leopoldspark strompelden. Niet van de grasvlekken, maar door de voorstellingen onder de noemer ‘Familiepark’.

TAZ slaagt er doodleuk in om de artistieke kwaliteit waaraan de voorstellingen voor een volwassen publiek moeten voldoen, onder het tapijt te vegen wanneer het over jeugdtheater gaat. Behalve Studio ORKA’s Berninna, The Flying Karamazovs van 4Hoog en het circusduo Cie Pol & Freddy bestaat het jeugdtheateraanbod van TAZ uit jolige voorstellingen die kinderen als onnozelaars benaderen. Dat zulke voorstellingen bestaan, tot daaraan toe, maar dat ze geprogrammeerd worden op een festival dat artistieke kwaliteit hoog in het vaandel draagt, is onbegrijpelijk.

door Els Van Steenberghe

TAZ veegt zijn kwaliteitseisen doodleuk onder het tapijt wanneer het om jeugdtheater gaat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content