Noord-Korea is arm en onberekenbaar. Maar als het de bom heeft, wordt daar beter rekening mee gehouden.

Eerst schrok de wereld van een tweede ondergrondse kernproef en vervolgens probeerde Noord-Korea nog wat raketten voor de korte afstand uit. Tegelijk zegde Pyongyang het verdrag op, waarmee er meer dan vijftig jaar geleden een einde kwam aan de Koreaanse Oorlog. Sancties lijken niet te helpen om de Noord-Koreaanse leider Kim Jong Il tot rede te brengen. Hij negeert de uitgestoken hand van de nieuwe Amerikaanse president Barack Obama en zet de Chinese leiders voor schut, die al jaren pleiten voor geduld en een politiek van onderhandelingen om Kim uit zijn nucleaire droom te halen.

Kim Jong Il dreigt ermee dat hij nooit terugkeert naar de gesprekken met zes partijen, waaraan afgezien van Noord-Korea zelf ook de Verenigde Staten, Zuid-Korea, China, Japan en Rusland deelnemen. De bedoeling van dat forum was om Kim er voorzichtig toe te brengen zijn nucleaire installaties te sluiten en te ontmantelen. Het verbaast waarnemers niet dat de gesprekken fout liepen op het moment dat serieus zou worden gecontroleerd of Pyongyang wel al zijn beloften hield.

Noord-Korea wil erkend worden als een kernmacht, zoals India en Pakistan, en het wil zijn bom gebruiken als een hefboom om Washington tot een direct gesprek te verleiden. Om Zuid-Korea te bedreigen, heeft het geen kernbom nodig – de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoel ligt maar enkele tientallen kilometers voorbij de grens met het Noorden. Het beschouwt de VS als zijn echte vijand, en dus het land waarmee moet worden onderhandeld.

Er zijn waarnemers die geloven dat de zieke Kim Jong Il de operatie heeft opgezet omdat hij de steun van haviken in het leger nodig heeft om het land rustig te houden, in afwachting dat een van zijn zonen de dynastie kan voortzetten. De wereld blijft toch voedselhulp sturen voor de hongerende bevolking, terwijl China zich er wel voor wacht om de oliekraan naar Noord-Korea dicht te draaien. Peking is daarvoor te bang dat een totale ineenstorting van het regime een vluchtelingenstroom naar China op gang brengt. Het blijft zich daarom verzetten tegen sancties die Kim echt pijn zouden doen.

Het gevolg is blijvende onrust in Oost-Azië. De tests met almaar geavanceerdere wapens baren niet alleen Zuid-Korea zorgen. Ook in Japan gaan stemmen op om het land te herbewapenen. Tegelijk bestaat het gevaar dat deze demonstratie van nucleair kunnen klanten lokt voor wat Noord-Korea aan nucleaire kennis in huis heeft. Het vermoeden bestaat dat het Syrië hielp bij de bouw van een nucleaire reactor, die enige tijd geleden door Israël werd gebombardeerd. Er belandde al Noord-Koreaans nucleair materiaal via de zwarte markt in Libië, terwijl het land ook nauw samenwerkt met Iran. In tegenstelling tot Noord-Korea houdt Iran vol dat het alleen aan een programma werkt voor civiel gebruik. In het Westen bestaat daarover grote twijfel.

Maar hoe dan ook is de mislukking van de grote landen om het arme, onberekenbare Noord-Korea in toom te houden een slecht voorbeeld. Het kan een kettingreactie op gang brengen, van landen die vinden dat het verdrag dat de verspreiding van kernwapens verbiedt uit de tijd is. Als China dan toch als grootmacht wil worden erkend, is dit het moment om verantwoordelijkheid te nemen. Alleen Peking lijkt Kim uiteindelijk aan de leiband te kunnen houden.

© The Economist

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content