VRT-analiste en oud-tennisprof Els Callens acht het lang niet onmogelijk dat de comeback van Kim Clijsters haar meteen tot in de finale van de US Open brengt, de grand slam die volgende maandag start.

Volgende maandag start op Flush-ing Meadows de US Open, het vierde en laatste grandslamtoernooi op de tenniskalender. Vanzelfsprekend zullen alle ogen gericht zijn op comeback kid Kim Clijsters, een oud-winnares van het toernooi trouwens. In 2005 was dat, na een finale waarin ze Mary Pierce van de baan blies.

Nadien is Clijsters op Flushing Meadows niet meer in actie gekomen. In 2006 verdedigde ze haar titel niet wegens een polsblessure, in 2007 stopte ze met tennis nog voor de US Open werd gespeeld. Maar dat pensioen bleek dus slechts een tijdelijke beslissing. Als we er nog bij vertellen dat Clijsters in 2004 óók de US Open miste door problemen met haar pols en er in 2003 de finale bereikte (en die verloor van Justine Henin), dan zult u begrijpen dat Kim Antonie Lode Clijsters indrukwekkende statistieken heeft op deze grand slam. Want het is dus al van 6 september 2003 geleden dat Clijsters er nog een match verloor. En Henin doet, zoals bekend, niet meer mee, over haar hoeft ze zich alvast geen zorgen te maken.

‘Ik moet bekennen dat ik de eerste keer dat ik Kim opnieuw bezig zag, bij die exhibitiewedstrijd in Wimbledon, dacht: oei, er zit nog veel aarzeling op. Maar dat blijkt na een paar maanden hard werk helemaal verdwenen. Ze staat er weer. Nog eens een bewijs dat Kim een fenomenaal rastalent is. Want wat ze nu al laat zien, is echt niet iedereen gegeven’, vindt Els Callens, vriendin en oud-collega van Clijsters.

Callens stopte zelf in 2005 met proftennis, na een carrière van vijftien jaar. Ze werkt momenteel als bankbediende, maar is op zoek naar een job in het proftennis. ‘Toen ik stopte, zijn er besprekingen geweest met Kirsten Flipkens, maar die koos uiteindelijk voor Marc De Hous. Sindsdien heb ik niet meer actief naar contacten gezocht, maar nu begint het toch weer te kriebelen. Alleen zit ik met het dilemma dat ik graag als coach in het profcircuit zou stappen, maar dertig weken per jaar van huis zijn, daar heb ik het na mijn jaren als prof mee gehad. Da’s dus lastig, want coachen is een job die je met hart en ziel moet doen, iets waarvoor je in principe alles moet kunnen opofferen. Tenzij je op een speelster stoot die zelf al wat ervaring heeft, en ermee kan leven om een deel van de kalender alleen af te werken’, beseft Callens. Hopelijk heeft Yanina Wickmayer, nadrukkelijk op zoek naar een coach die geen controlefreak is, dit gelezen.

Na haar uren op de bank werkt Els Callens als cocommentator bij de tenniswedstrijden op de VRT. En nu Kim Clijsters terug is, lijkt dat een grotere hap uit haar tijd te gaan nemen dan voorheen.

ELS CALLENS: Kim vult meteen de kranten, en plots zie je dat het toernooi van Cincinnati in België wereldnieuws wordt. Terecht hoor, het is fantastisch wat ze doet, maar de aandacht die ze krijgt, bewijst ook dat de Belgische sport hiernaar zat te snakken. Blijkbaar beseffen de journalisten nu pas wat het betekende om én Clijsters én Henin te hebben. Allebei nummer één van de wereld geweest, vaak grote finales gespeeld: dat was uniek voor zo’n klein sportland. En toch zag je in die jaren een zekere metaalmoeheid bij de pers, alsof ze het beu waren om altijd datzelfde succesverhaal te vertellen. Tot het succes wegvalt, natuurlijk. Toen kregen mensen als Yanina Wickmayer en Kristof Vliegen weer meer aandacht, maar je moet dan ook niet schrikken als Vliegen dan een beetje geprikkeld reageert van: ‘Ah, ik tel weer mee, nu jullie niemand anders meer hebben om over te schrijven.’

Ik had Kim eerlijk gezegd niet meer terug verwacht. Toen ze stopte, leek ze echt helemaal klaar met tennis. Ze had het allemaal wel gezien en ze leek mij daar erg zeker over. Bovendien was Kim op het eind zo vaak geblesseerd dat je je afvroeg: kan haar lichaam de belasting wel aan?

Maar zodra dochter Jada er was, zal het bij Kim vlug zijn beginnen te kriebelen, vermoed ik. Pas als je stopt met tennissen besef je wat je mist, hè. Ik kan me ook inbeelden dat ze met het gevoel zat: ik heb er nog niet alles uit gehaald. Zeker op haar leeftijd. Ze is nu nog altijd maar 26, dan ben je nog lang niet versleten, normaal gezien.

Jij was zelf 35 toen je stopte. Kon jij begrijpen dat een prille twintiger die fantastisch kan tennissen, bakken geld verdient en het ene toernooi na het andere wint, plots zegt: ik heb er geen zin meer in?

CALLENS: Ik kon dat niet begrijpen, nee. Maar moet ik dat kunnen begrijpen? Het is haar leven en als zij voor die weg kiest, dan moet je daar respect voor hebben. Kim wou een gezin, daar moest op dat moment alles voor wijken. Da’s haar keuze, hè.

Valt de WTA-tour te combineren met een gezinsleven? Zou je dat zelf hebben zien zitten?

CALLENS: Dat is een moeilijke vraag, want ik heb Kims moederinstinct niet. Ik zie graag kinderen, zolang een ander ze mag opvoeden. ( lacht) Kim is in ieder geval niet de eerste en ook niet de enige die voor die combinatie kiest. Als ze alles goed plant, moet dat zeker lukken. Hoe groter je entourage wordt, hoe moeilijker het is om alles te organiseren, dat wel.

Ze zal nu naast de wedstrijden zeker genoeg afleiding hebben, maar een nadeel is dat Kim mogelijke problemen in haar gezin wellicht meeneemt naar het tenniscourt. Stel dat Jada ziek is, dan geloof ik niet dat Kim zomaar zorgeloos haar matchen kan spelen. Ik vraag me af hoe ze daarmee om zal gaan.

Er wordt gezegd dat Clijsters door haar gezin beter zal kunnen relativeren. Maar moet een topsporter wel relativeren? Moet die niet alleen gericht zijn op winnen?

CALLENS: Ja, maar je moet na een match ook kunnen zeggen: oké, ik heb verloren, maar dat is ook het einde niet. Kunnen omgaan met teleurstelling is even belangrijk als kunnen omgaan met succes. En daar kan Jada Kim bij helpen. De drive om te winnen, vindt Kim wel in zichzelf.

Speelt een gezin niet een grotere rol dan dat? Roger Federer is bijvoorbeeld net vader geworden én hij heeft pas het grandslamrecord van Pete Sampras gebroken. Zijn dat geen twee redenen om te zeggen: hij kan het wat kalmer aan gaan doen?

CALLENS: Ik denk niet dat het zo werkt bij Federer. Hij is typisch een tennisser die zich heel goed kan focussen op een bepaald doel, en als hij iets echt graag wil, zal hij blijven strijden tot hij het bereikt heeft. Dus is de vraag: hoeveel grand slams wil Federer nog winnen in zijn carrière? Voor hij dat getal gehaald heeft, zal hij in ieder geval niet stoppen en het al helemaal niet kalmer aan gaan doen. De invloed van zijn vaderschap zou ik niet overschatten. Federer is een man en kan dus kiezen voor een gezin én een carrière, iets waar Kim Clijsters voor moest wachten tot Jada er oud genoeg voor was.

De vraag blijft: hoe gaat Clijsters haar comeback fysiek verteren? Op het eind van haar eerste carrière viel ze van de ene kwetsuur in de andere. Sindsdien maakte ze een zwangerschap mee, ook niet niks voor een lichaam. Zal het fysieke opnieuw haar zwakke plek worden?

CALLENS: Nee, want Kim weet ondertussen wat haar lichaam aankan en wat niet. Ze gaat goed doseren en wellicht zal ze zich beperken tot haar favoriete toernooien, gecombineerd met de grand slams. Maar die keren dat ze op het terrein staat, zal ze wel alles kunnen geven. Ik zie geen enkele reden waarom ze niet opnieuw haar allerbeste niveau zou kunnen halen en dat zelfs vrij snel. Haar ranking zal puur afhangen van hoeveel toernooien ze spelen wil.

Kim moet vooral zorgen dat ze niet geblesseerd raakt, want dan gaat ze het erg moeilijk krijgen, vrees ik. Ze heeft hard moeten werken om terug te keren, als ze nu weer ver teruggeslagen wordt, zou dat een enorme mentale dreun zijn.

Dat Clijsters zo makkelijk terugkeert, wordt gezien als een bewijs dat het vrouwentennis momenteel niet veel voorstelt.

CALLENS: Je mag inderdaad stellen dat er de afgelopen jaren niet veel evolutie heeft gezeten in de top twintig. Nadat Kim en Justine zijn weggevallen, heb ik maar één waardige nummer één meer gezien en dat is Serena Williams. Er wordt soms wat schamper gedaan over Serena, maar geloof me: als die goed getraind heeft, kan ze geweldig tennissen. Eén bom energie, gekoppeld aan een fenomenale wilskracht. En wat Serena vooral heeft: ze straalt iets uit. Dat heeft Dinara Safina, de huidige nummer één, bijvoorbeeld helemaal niet. Safina is een meisje dat heel hard werkt en zeker kwaliteiten heeft, maar er mentaal niet in slaagt de nummer één te zijn, waardoor haar tegenstanders haar niet vrezen.

Charisma maakt in het tennis wel vaker het verschil tussen winst en verlies. Maria Sharapova en Venus Williams halen bijvoorbeeld lang niet het niveau dat ze zouden kunnen halen, maar als die twee op de baan komen, houdt wel iedereen de adem in. Daardoor winnen ze meer dan ze op grond van hun tennisspel eigenlijk verdienen.

Is de US Open een leuk toernooi waar de spelers naar uitkijken?

CALLENS: Zeker weten. Het is de grootste, de lawaaierigste, de meest enthou-siaste, kortom de meest Amerikaanse grand slam. Het publiek is er fantastisch. Kenners zijn het meestal niet, maar de Amerikaan is wel een onvoorwaardelijke sportfan. Wanneer je een mooi punt scoort, zal een Belg je een beleefd applausje geven, maar een Amerikaan gaat totaal uit zijn dak.

Ik herinner me een dubbelmatch tegen de zussen Williams, ik samen met Chanda Rubin. Het zat echt afgeladen vol, en de wedstrijd begon heel laat: ook typisch Amerikaans. De eerste set wonnen de Williamsen makkelijk, maar toen begon de match te kantelen en dan voel je dat publiek achter de underdog kruipen. Gejoel en geschreeuw bij ieder punt, elektriciteit in de lucht. Zonder die uitzinnige sfeer hadden Chanda en ik die match nooit gewonnen. Dat is eigen aan de US Open, dat toernooi nodigt gewoon uit voor stunts.

Kan Clijsters die grand slam winnen of is dat op dit moment een absurde vraag?

CALLENS: Dat is zéker geen absurde vraag: ik geef Clijsters absoluut een kans. Ze heeft de perfecte voorbereiding achter de rug: ze oogt erg fris en heeft op die paar kleinere toernooien haar tennis kunnen bijschaven. Tactisch heeft ze een enorme bagage en technisch lijkt ze mij nog even sterk als vroeger. Tenzij het fysieke een struikelblok blijkt, zie ik haar op de US Open ver komen. Misschien wel tot in de finale.

Ook Dick Norman wordt, samen met zijn dubbelpartner Wesley Moodie, getipt als mogelijke toernooiwinnaar.

CALLENS: Geweldig wat Dick de laatste tijd allemaal laat zien. Hij is al 38, maar speelt zijn beste tennis ooit. Daarin zie je dat leeftijd ondanks de ongemakken ook een voordeel kan zijn. Dick is mentaal duidelijk sterker geworden en oogt in alles veel meer relaxed. Hij heeft ook de tijd genomen om het leven buiten het tennis te verkennen en putte daaruit de kracht om opnieuw alles op alles te zetten.

Dick heeft bovendien het geluk dat hij een fantastische partner vond die bij hem past en met hem spelen wil, hoewel Dick toch de mindere tennisser van de twee is. Daar is het bij mij eigenlijk op misgelopen zodra Dominique Monami stopte. Ik had zeker nog de ambitie om iets te betekenen in het dubbelspel, maar daar heb je een vaste partner voor nodig. Ik heb het met veel meisjes geprobeerd, maar zodra zij merkten dat ik de zwakste van het koppel was, lieten ze mij een voor een vallen. Zodat ik eigenlijk noodgedwongen iets vroeger gestopt ben dan ik zelf wou. Maar dat is dus een moeilijkheid in het dubbel: onvermijdelijk is er een de zwakste van de twee. Dus moet de sterkere dat door de vingers kunnen zien.

Wat stelt het dubbelspel eigenlijk voor in het tennis? Nemen de spelers dat zelf wel serieus?

CALLENS: De top ziet dat als tijdverdrijf en als training, dat is waar, maar voor de subtop is het dubbelspel financieel erg belangrijk. Niet alleen om het prijzengeld zelf, maar ook om langer in het toernooi te blijven. De toernooi-organisatie betaalt je hotel zolang je niet uitgeschakeld bent, en omdat spelershotels altijd goed bezet zijn, moet je op voorhand meerdere dagen tegelijk boeken. Niemand maakt graag verlies aan een toernooi, dat is dodelijk voor je motivatie. Het dubbelspel is dus een vangnet voor als je in het enkel vroeg moet vertrekken.

Bij de koppels die er zich echt op toeleggen, ligt het sportieve niveau trouwens erg hoog. Een match van Norman en Moodie is een genot hoor, die spelen fantastisch tennis. Voor de toeschouwers is dat eigenlijk veel spectaculairder dan een enkelspel.

Nu Norman en Clijsters de krantenkoppen domineren, zou men al bijna Yanina Wickmayer vergeten. Waar ligt haar limiet als tennisster?

CALLENS: Fysiek zie ik in haar een meisje voor de top tien. Yanina is een prachtige atlete, zo sterk en explosief. Ze werkt ook erg hard en ik ken geen enkele tennisster met meer wilskracht. Alleen vind ik dat ze te veel van zichzelf eist. Soms oogt ze zo opgenaaid dat ze het overzicht verliest en tactisch in de fout gaat. Alsof ze zo gevangen zit in de match, dat ze niet meer doorheeft waarom ze aan het verliezen is. Als Yanina een beetje meer relaxed zou kunnen tennissen, zou dat haar veel goed doen. Ik veronderstel dat ze alleen nog wat leeftijd en ervaring mist om dat in orde te krijgen.

Steven Martens zei onlangs in Knack dat het oneindig veel moeilijker is om bij de mannen door te stoten naar de top dan bij de vrouwen. Ben je het daarmee eens?

CALLENS: Dat is nu typisch iets dat alleen een man kan zeggen. ( lacht) Mannen begrijpen soms niet goed hoe vrouwen in elkaar steken. Als een man slecht speelt, kan hij dat doorgaans vrij vlot van zich af gooien. Die gaat gewoon nog wat harder op de bal kloppen, of zelfs de match weggooien, morgen is er immers weer een nieuwe dag. Bij vrouwen blijft een slechte prestatie véél langer hangen en iedere keer als er zich een wedstrijdsituatie voordoet die ook maar een beetje het gevoel van die negatieve ervaring oproept, dan zal een vrouw denken ( met geacteerde snik in de stem): ‘Waarom lukt het nu weer niet? Wat is er toch mis met mij?’

Telkens weer uit die put klauteren, is emotioneel bijzonder vermoeiend. Daarom is het voor vrouwen zelfs moeilijker om de top van de ranking te halen dan voor mannen. Ik geef Steven wel gelijk dat er kwalitatief gezien meer goede mannen in het circuit rondlopen dan goede vrouwen. Maar die kloof wordt stilaan gedicht. Ik ben nu vier jaar gestopt en sindsdien stel ik vast dat het niveau gevoelig gestegen is. Niet bij de absolute top, maar de categorie daar net onder, de Samantha Stosurs en de Flavia Pennetta’s, met hen heb je nu veel meer last dan in het verleden.

Hoe is de sfeer op het circuit eigenlijk? Valt er vriendschap te vinden of zijn tennissters allen meedogenloze concurrentes van elkaar?

CALLENS: Ik kan uit eigen ervaring getuigen dat er echte feeksen bij zitten, maar gelukkig is dat een minderheid. Voor een jonge speelster is het niet altijd gemakkelijk om met zulke tennissters om te gaan. Je moet het gedrag van de tegenstander leren relativeren. Want uiteindelijk zijn die vedettestreken ook niet meer dan een zelfbeschermingsmechanisme hè. Dat is trouwens nog een verschil tussen de seksen: bij de mannen zul je dat pesterige gedrag bijna nooit zien. Nog een reden waarom het in de ATP dus eigenlijk gemakkelijker is dan in de WTA. ( lacht)

DOOR JEF VAN BAELEN

‘Tenzij het fysieke een struikelblok blijkt, zie ik Clijsters op de US Open ver komen. Misschien wel tot in de finale.’

‘Clijsters moet vooral zorgen dat ze niet geblesseerd raakt, want dan gaat ze het erg moeilijk krijgen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content