Ju ju, wat een grof volkje!

GEERT WILDERS Iedereen heeft het recht om te schelden. © MARCEL ANTONISSE/IMAGE GLOBE
Piet Piryns
Piet Piryns Piet Piryns is redacteur bij Knack.

Na de vrijspraak van Geert Wilders is Gidsland Nederland weer helemaal terug.

Het kwam niet echt als een verrassing. Maar het was wel wereldnieuws. Het enfant terrible van de Nederlandse politiek Geert Wilders is vorige week na een proces waarin zowel de verdediging als het Openbaar Ministerie de vrijspraak eiste, vrijgesproken. Minderhedenorganisaties hadden Wilders aangeklaagd op grond van uitspraken als: ‘De kern van het probleem is de fascistische islam, de zieke ideologie van Allah en Mohammed, zoals neer-gelegd in de islamitische Mein Kampf: de Koran.’ De Amsterdamse rechtbank achtte die uitspraken ‘weliswaar grof en denigrerend’, maar ‘niet discriminerend’ omdat de kritiek van Wilders zich niet op individuele moslims maar op de islam richt. Een subtiel onderscheid. De klagers stappen nu naar het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties.

Wilders noemde zijn vrijspraak ‘een triomf voor de vrije meningsuiting’. En zelfs zijn grootste politieke vijanden juichten het vonnis toe – een veroor-deling van Wilders zou pas slecht nieuws zijn geweest, omdat het een martelaar van hem had gemaakt. Dat gebeurde bijvoorbeeld met de ideoloog van de Deense Volkspartij Lars Hedegaard die begin mei in Denemarken in hoger beroep werd veroordeeld wegens zijn opmerking dat ‘meisjes in moslimfamilies worden verkracht door hun ooms, hun neven of hun vader. (…) Als een moslimman een vrouw verkracht, is het zijn recht om dat te doen. Het zit in hun cultuur.’

‘De vrijspraak van Wilders is uniek in Europa’, jubelde het dagblad Trouw. Want zie: Gidsland Nederland is terug van weggeweest. Gidsland Nederland beroemde zich in de later zo vermaledijde jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw op zijn tolerantie. Maar die tolerantie is de voorbije jaren in een kwade reuk komen te staan omdat ze ’te ver was doorgeschoten’. Het was weer tijd voor ‘normen en waarden’.

Het curieuze is nu dat de bewonderaars van Wilders – die zijn kritiek op de ‘excessen’ van de jaren zestig en zeventig nooit gespaard heeft – in hem de kampioen zien van de Nieuwe Tolerantie. De Leidse rechtsfilosoof Thierry Baudet noemde hem in een opiniestuk in Trouw zelfs in één adem met vroege religiecritici als Spinoza en Voltaire, wier werken lange tijd alleen in Nederland konden worden uitgegeven, terwijl ze elders in Europa verboden waren. ‘Door de vrijspraak van Geert Wilders is Nederland het eerste land in West-Europa waar ook de rechterlijke macht expliciet consequenties heeft verbonden aan het loslaten van het multiculturalisme. Zo doet Nederland zijn naam eer aan als vrijplaats voor tolerantie ten aanzien van het woord.’

Het is waar: iedereen heeft het recht om uitgescholden te worden. En iedereen heeft het recht om te schelden. Maar impliceert dat ook de plicht om te schelden? De veel te vroeg gestorven schrijver Michaël Zeeman schreef daar in 2006, naar aanleiding van de controverse over de Deense spotprenten van de profeet Mohammed, een interessant essay over, uitgaande van het even klassieke als verstandige onderscheid tussen recht en moraal. ‘Het vermijden van conflicten is niet louter een zaak van de rechtsorde, want wetten noch instituties garanderen de maatschappelijke vrede. Die wordt ge- dragen door fatsoen, door een weloverwogen ethiek van wat je doet en laat. Zelfbeheersing kan daarin stukken moediger zijn dan het opzoeken van de grenzen van andermans verdraagzaamheid of van de wettelijk toegestane vrijheid van meningsuiting.’

Op het vonnis van de Amsterdamse rechtbank valt weinig af te dingen: de vrijheid van menings-uiting is inderdaad een groot goed. Maar ze verdient betere boegbeelden dan Geert Wilders.

Piet Piryns

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content