Joris van Casteren

© © ID

‘Van Casteren trekt laarzen aan en marcheert door de bagger heen. Hem drijf je niet zomaar in de hoek. En maar goed ook.’

Joris van Casteren (41) is een Amsterdamse dichter en journalist, maar laat zich de laatste jaren vooral opmerken met zijn sterke literaire non-fictie. Schijnbaar alledaagse onderwerpen krijgen bij hem een wonderlijke glans. Het deels autobiografische boek Lelystad leverde hem een nominatie voor de AKO Literatuurprijs op.

Matthias M.R. Declercq: Van Casteren schrijft over het station waar u de trein neemt, over de plek waar u boeken koopt, over de rivier waarlangs u gaat wandelen. Plekken die u kent. Plekken die u denkt te kennen. Maar dan trekt de werkelijkheid een jasje uit en is niets nog hetzelfde. Een techniek die mij ook inspireerde bij het schrijven van De val.

Geen lang uitgesponnen, barokke constructies bij deze Nederlander. Wel een stijl die kortaf is, snedig, rauw en vaak ook grappig. Van Casteren ontrafelt een fait divers tot dat simpel feit een universeel karakter krijgt. Hij trekt zich daarbij van de buitenwereld kennelijk niets aan en stelt de normaliteit in vraag. Privacy is in zijn werk een rekbaar begrip, wat op kritiek stuit in onze moraliserende samenleving. Hij trekt gewoon laarzen aan en marcheert door de bagger heen. Van Casteren drijf je niet zomaar in de hoek. En maar goed ook.

De val

Matthias M.R. Declercq WPG, 296 blz., 22,50 euro

(R.S.)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content