‘Het probleem van onze jongeren is dat ze zich niet meer vervelen. Maar ze zijn niet de enigen: we hebben het allemaal te druk, niemand heeft nog tijd. De toestand is zo ernstig dat de regering rust, verveling en nietsdoen op de agenda moet zetten.’ Tot u spreekt Joke J. Hermsen, eminente Nederlandse filosofe en tijddeskundige.

Ze heeft een boek geschreven over de tijd. Stil de tijd heet het . Over hoe de oude Grieken over de tijd dachten. De Etrusken. Filosofen als Henri Bergson. Kunstenaars als Mark Rothko. Schrijvers als Virginia Woolf. Maar ook hoe zij over de tijd denkt. Met het boek heeft ze de tijdgeest blijkbaar op de staart getrapt, want het kreeg laaiende recensies. En tot ieders verbazing is het intussen al negen keer herdrukt.

Joke J. Hermsen – beroep: schrijfster en filosofe – is boven de Moerdijk een naam. Twee jaar geleden werd haar hele filosofische oeuvre nog bekroond met de Halewijnprijs. En vandaag wordt ze zowat overal in Nederland gevraagd om lezingen te geven.

‘Ik wist wel dat de meeste mensen niet op doorwrochte filosofische essays zaten te wachten’, zegt ze. ‘Maar veel mensen herkenden zich blijkbaar wel in de ondertitel: pleidooi voor een langzame toekomst. Ik laat een ballonnetje op, dacht ik. Maar ik had nooit verwacht dat het zo’n grote luchtballon zou worden. Terwijl: ik wil allesbehalve een goeroe worden of iemand die zelfhulpcursussen organiseert. Het is trouwens best ironisch. Ik heb een boek over tijd geschreven en nu heb ik door al die lezingen en aandacht zelf nog amper tijd. Sinds het boek klaar is, heb ik tot mijn grote ongenoegen geen letter meer op papier gekregen.’

Maar er is beterschap op komst. Ze heeft zich voor een tiental dagen teruggetrokken uit de wereld, een huisje gehuurd in de Franse Bourgogne. Waar ze leeft volgens de regels van de concentratie, die ze opsomt in Stil de tijd. 1) Zorg ervoor dat er geen internet, televisie of radio is. 2) Ga niet de hele dag op stap. 3) Laat je niet uit je dagritme halen door bezoek. 4) Zorg voor een kamer met uitzicht. 5) Richt je aandacht op één project. 6) Geef toe aan verveling. 7) Verstop de klok en maak de tijd cyclisch.

Eigenlijk hoort er ook 8) Geef geen interviews aan Belgische journalisten bij. Maar voor Knack zondigde ze tegen die regel.

U bent natuurlijk niet de eerste die een pleidooi houdt voor onthaasting.

Joke J.Hermsen: Integendeel. Je hoort het wel vaker. Ook in de politiek, door Femke Halsema van GroenLinks onder meer. Ik neem aan dat dat in België niet anders is.

Zeker niet.

Hermsen: Maar haalt het ook iets uit?

Ik heb de indruk van niet, nee.

Hermsen: Voilà, dat is wat ik bedoel. Al die pleidooien tot onthaasten of consuminderen zijn gedoemd om loze kreten te blijven. Niemand gaat uit zichzelf onthaasten. Tenzij mensen beseffen dat er een verschil bestaat tussen de van buitenaf opgelegde kloktijd en een innerlijke tijdervaring.

Vreemd. Nooit gedacht dat er twee tijden zijn.

Hermsen: Heel weinig mensen weten dat nog. Tijdens mijn lezingen vraag ik altijd aan het publiek: ‘Waaraan denken jullie bij het begrip tijd?’ Ze antwoorden altijd hetzelfde: de klok. Maar dat is niet altijd zo geweest. Tot aan de negentiende eeuw volgden mensen lokale, mede door de natuur bepaalde ritmes. Niemand werd in een keurslijf van 9 tot 5 gestopt, een agenda bestond niet eens. Het is pas in 1884 dat de Greenwichtijd ingevoerd werd, om internationaal transport te kunnen regelen, zaken te doen… Kortom: de wereld te organiseren. Maar eigenlijk was die klok maar een praktische afspraak. De schrijver W.G. Sebald zei ooit dat het van alle afspraken ‘misschien wel de meest kunstmatige was’. En hij had gelijk. Natuurlijk hebben we die kloktijd nodig. Anders hadden wij hier niet kunnen afspreken, en kan ik straks mijn trein niet halen. Het probleem is dat de kloktijd ons leven is gaan overheersen en zelfs is gaan overnemen. Wat de meeste mensen vergeten zijn, is dat er naast de kloktijd dus ook een andere tijd bestaat: de innerlijke tijd. Het is een kwalitatieve en daarom niet meetbare en moeilijk te beschrijven tijd, die niet uit te drukken valt in minuten of uren. De meeste mensen ervaren die innerlijke tijd alleen nog als ze met vakantie zijn, als ze bijna letterlijk uit hun wereld zijn losgebroken. Waar het mij om gaat, is dat het evenwicht tussen de innerlijke tijd en de kloktijd zoek is geraakt.

Wat zijn daarvan de gevolgen?

Hermsen: Dat er een permanente tijdschaarste heerst. Iedereen heeft het te druk. Dat is vooral dramatisch voor ons mentale en sociale welzijn. Het is geen toeval dat het aantal burn-outs en depressies elk jaar toeneemt. Zelfs bij jonge mensen. Ik vind het verbijsterend om te zien hoeveel van mijn studenten aan ADHD lijden. Het gekke is: hoe meer tijdsbesparende uitvindingen er uitgevonden worden – huishoudelijke apparaten, vliegtuigen, e-mail, internet, noem maar op – hoe minder tijd we lijken te hebben.

In uw boek schrijft u: ‘Hijgend lopen we de tijd achterna, want er is nauwelijks tijd om zich de veranderingen toe te eigenen.’

Hermsen: Het gaat ook allemaal zo razendsnel. Om maar één voorbeeld te geven. Ik heb jaren gespaard voor een collectie langspeelplaten. Toen ik dertig werd, had ik eindelijk een serieuze verzameling. En toen kreeg ik plots te horen: sorry mensen, er worden geen platen meer gemaakt, vanaf nu zijn er alleen nog cd’s. Ik kon heel mijn collectie wegsmijten. Daarna kwam de dvd, en nu is er de iPod. Alle muziek is permanent beschikbaar – de jongeren van vandaag weten zelfs niet meer wat verzamelen is. Dat is een gigantisch verschil met twintig, dertig jaar geleden. Toen ik jong was, zat ik voortdurend aan de radio gekluisterd. Te hopen dat ze toch maar eens mijn favoriete nummer zouden draaien.

Alle respect voor die nostalgie, maar dan lijkt de iPod toch een stap vooruit.

Hermsen: Dat weet ik nog zo niet. Dat ene geluksmoment – mijn nummer op de radio! – is voorgoed verdwenen. Toegegeven: we moesten er vaak lang op wachten. Ik heb mij vroeger, zoals al mijn leeftijdsgenoten trouwens, heel vaak verveeld. Dan zat ik maar wat naar het plafond te kijken, te dagdromen: om toch maar de tijd vol te maken. Pas later heb ik me gerealiseerd hoe belangrijk die lege uren zijn geweest voor mijn ontwikkeling. Toen heb ik de bron voor mijn creativiteit gekweekt.

De jeugd verveelt zich dus te weinig.

Hermsen: Meer nog: ze weet zelfs niet meer wat verveling is. Als ik naar mijn kinderen kijk: die zijn voortdurend aan het het sms’en, aan het gsm’en, aan het chatten, of ze zitten voor een tv of computerscherm… Hun hersenen hebben geen seconde rust, want voortdurend moeten die allerlei informatie decoderen. Dat is nefast voor hun creativiteit. Dat blijkt ook uit neuropsychologisch onderzoek. Hersenen moeten zich af en toe kunnen ontfocussen om creatief te zijn. Let er maar eens op: een geniale inval schiet je bijna nooit te binnen als je hard aan het werk bent. Wél op dode momenten: als je auto aan het rijden bent, onder de douche staat of op de bank ligt. Of gewoon: als je wat aan het mijmeren of dagdromen bent. Daarom raden sommige neurologen bedrijven aan om hun werknemers af en toe te dwingen niets te doen.

U steekt uw vinger op tegen de tijd. Terwijl we net te horen hebben gekregen dat we meer en langer moeten gaan werken. Het systeem van tijdskrediet staat onder druk. ‘Tijdskrediet is voor watjes’, is de teneur.

Hermsen:(zucht) In Nederland is er zelfs sprake van om de 42-urenweek in te voeren. Pure waanzin. De politieke boodschap over tijd is ook zo verschrikkelijk eenzijdig en gaat alleen maar over arbeidsparticipatie. Terwijl tijdsarmoede een van de grootste problemen is waar onze westerse samenleving mee kampt.

Akkoord, maar wat kan de politiek daaraan doen? Een minister van Nietsdoen aanstellen?

Hermsen: Dat zou mooi zijn. U lacht nu, maar in Nederland was het bijna zover onder Paars II. Het was zelfs de regering opgevallen dat er een permanente tijdsschaarste heerste. En dus stelden ze aan PvdA’er Jan Pronk voor om ’tijd’ aan zijn portefeuille toe te voegen. Pronk vond dat een bespottelijk idee. Hij meende dat ’tijdsbesteding’ iets heel persoonlijks is. Dat is natuurlijk allang niet meer zo. Er is bijna niemand die nog vat heeft op zijn eigen tijdsbesteding. Mensen worden geleefd door de klok. In het beste geval kunnen we er nog wat ritmiek in aanbrengen. Er is hier een belangrijke taak weggelegd voor de politiek: zij moet ook rust, ontspanning, verveling en nietsdoen weer op de agenda zetten.

U pleit zelfs voor de invoering van de 25-urige werkweek.

Hermsen: In Nederland heb ik dat idee één keer laten vallen tijdens een interview. De meeste mensen kunnen maar vijf uur per dag geconcentreerd werken. Vanaf het zesde uur begint hun aandacht al te slabakken. Zo dwaas is die 25-urige werkweek dus niet. Maar toen ik het idee lanceerde, stond iedereen op zijn achterste poten. Het was idioot, te dwaas voor woorden. Weer zo’n idee van een zweverige filosoof.

Het is toch begrijpelijk dat ze zo reageren, mevrouw Hermsen. Als morgen iedereen maar 25 uur werkt, stort de economie in.

Hermsen: Het tegendeel is waar. De 25-urige werkweek biedt een antwoord op heel wat problemen van onze tijd. Toegegeven: we zullen minder geld verdienen. Maar daardoor zullen we ook minder kunnen consumeren. In plaats van twaalf cadeaus krijgen onze kinderen met Kerstmis nog maar een of twee cadeaus. Dat is beter voor hun mentale ontwikkeling: ze weten vandaag niet hoe ze met die overdaad moeten omgaan. Omdat we met zijn allen minder kunnen consumeren, kunnen we ook minder afval produceren. Ook ecologisch biedt het dus voordelen. De tijd die vrijkomt, besteden we aan onszelf en aan de wereld. Want dat is nog een kwalijk gevolg van al dat harde werken en de vervreemding ten opzichte van onszelf en de innerlijke tijd: we zullen een soort automaten worden, zoals de filosoof Henri Bergson schreef. Een gelijksoortige, vermoeide, onverschillige en cynische massa, die allemaal hetzelfde roept en alleen de eigen belangen nog verdedigt. Dat klinkt misschien overdreven, maar kijk eens om je heen. In Nederland dreigt iemand die openlijk het racisme predikt de grootste politicus van het land te worden. Wel, ik heb nog geen enkel spandoek op straat gezien tegen Geert Wilders. In de jaren zeventig en tachtig zijn we voor veel minder de straat op getrokken.

Dus: tijd scherpt onze kritische zin aan.

Hermsen: Het is zelfs essentieel voor de gezondheid van een democratie. Dat wisten de oude Grieken al. Aristoteles benadrukte dat een democratische leider zijn volk vooral rust moet gunnen, want rust is de voorwaarde om na te denken en kritisch te zijn. Een dictator, daarentegen, zorgt ervoor dat zijn volk vooral aan het werk is en probeert zo zijn macht te vergroten. Dat geldt trouwens ook voor de politici zelf. Die laten zich ook door de waan van de dag opjagen. Denken dat ze altijd meteen een antwoord klaar moeten hebben, maar worden zo clichémachines. Kent u Hans van Mierlo?

De oprichter van D66, die vorige maand gestorven is.

Hermsen: Hij was de enige Nederlandse politicus die twee keer tegen een interviewer heeft gezegd: ‘Jee, dat weet ik even niet.’ De enige! Het was zo’n opmerkelijk antwoord voor een politicus dat het onlangs bij alle in memoriams opnieuw vermeld werd. Van Mierlo was ook niet toevallig de meest filosofische van onze politici. De rest zijn bijna allemaal kooplui en dominees.

Werken geeft mensen natuurlijk wel een sociale status. Ik ken geen enkele luierik voor wie een standbeeld is opgericht.

Hermsen:(lacht) Het wordt misschien tijd dat dat eens gebeurt. Net zoals het tijden geleden is dat ik nog eens iemand heb horen zeggen: ‘Het gaat heel goed met mij. Ik heb echt helemaal niets te doen.’ Dat kan niet. Je moet namelijk altijd iets te doen hebben. En het liefst heb je het druk. Of iemand wel of niet succesvol is, wordt afgemeten aan het aantal uren dat hij werkt. Op nietsdoen rust een taboe. Als mensen een uur nietsdoen, hebben ze al schuldgevoel. Zelfs onze vakanties en onze vrije tijd stoppen we vol met activiteiten. Omdat we zo bang zijn geworden van lege uren. We zijn zo gedrild door de kloktijd dat elk uur aan nut besteed moet worden. Terwijl alle mooie dingen in het leven volstrekt nutteloos zijn: de liefde, de kunst, de filosofie… Eigenlijk zijn dat allemaal rebellen tegen de klok.

U roept iedereen op om af en toe een huisje te huren op een plek ver weg van de wereld. Om weer de tijd te voelen. Klinkt verrukkelijk, hoor. Maar veel mensen kunnen zich dat niet permitteren. Die moeten zich een hele dag te pletter werken of er staat ’s avonds geen eten op tafel.

Hermsen: En denkt u dat een schrijfster zulke schatten verdient? (grijnst) Dan moet ik u ontgoochelen. Kijk, wat ik signaleer is natuurlijk een westerse problematiek. Zo’n huisje huren kost niet veel, ik denk dat de meeste mensen in België of Nederland zich dat nog wel kunnen permitteren. Maar u raakt wel iets belangrijks aan: veel geld verdienen wordt door de meeste mensen als zaligmakend ervaren. Dat heeft geleid tot het massale graaien, en heus niet alleen door bankiers. Kijk naar wat onze directeurs van zorg- of grote onderwijsinstellingen verdienen. Dat is vaak drie keer wat Jan Peter Balkenende of Yves Leterme binnenrijven: volstrekt absurd, want het gaat ten koste van de mensen die naast de bedden of voor de klas staan. Tegelijkertijd worden we door de industrie voortdurend aangespoord om het zoveelste mobieltje, de zoveelste versie van de iPod aan te schaffen. Je laptop is bijna al verouderd als je er de winkel mee uit stapt. Geen enkele partij – ook de groenen niet – durft dat nog aan te klagen. We lopen allemaal aan de leiband van het neo-kapitalistische systeem.

Over kapitalisten gesproken. Hebt u ooit het pamflet Recht op luiheid van Paul Lafargue, de schoonzoon van Karl Marx, gelezen? Vooral dan de onsterfelijke slotzin: ‘O luiheid, moeder der kunsten en edele deugden, was de balsem der menselijke kwellingen.’

Hermsen: Hij heeft gelijk. Vroeger luidde het spreekwoord: ‘Ledigheid is des duivels oorkussen.’ Vandaag is het omgekeerde waar: ‘Ledigheid is het kussen waar de muze op slaapt.’ Die muze die ons doet denken, schrijven, muziek maken, mens zijn. De nieuwe rijken van onze samenleving zijn niet de mensen die veel geld hebben. Dat zijn de mensen die tijd hebben.

JOKE J. HERMSEN, STIL DE TIJD – PLEIDOOI VOOR EEN LANGZAME TOEKOMST, ARBEIDERSPERS, 272 BLZ., 21,95 EURO, ISBN 9789029571395.OP 28 APRIL GEEFT JOKE HERMSEN EEN LEZING IN DE GROENE WATERMAN IN ANTWERPEN. INFO: www.groenewaterman.be

DOOR STIJN TORMANS

‘Het is zo lang geleden dat ik nog ’s iemand heb horen zeggen: “Ik ben niets aan het doen. En dat voelt fantastisch.”‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content