Drie jaar geleden was Jobbik nog een van de meest omstreden partijen van Europa. De Hongaarse extreemrechtse formatie wilde een verbod op homo’s die op straat hand in hand liepen, vond Joden een gevaar voor Hongarije, en beweerde dat de Holocaust een fabeltje was. In 2014 haalde Jobbik nog 21 procent bij de parlementsverkiezingen, maar door haar extreme standpunten is de partij sindsdien teruggevallen in de peilingen. Daarom probeert ze zichzelf nu opnieuw uit te vinden als een gematigd conservatieve nationalistische partij. Haar grote voorbeeld is het Front National in Frankrijk, dat de afgelopen jaren salonfähiger is geworden.

Die nieuwe koers leidt tot onvrede in eigen rangen. Onlangs verklaarde partijbons Tibor Navracsics, een voormalige minister van Justitie: ‘Er bestaat geen complot bij de Europese Unie om massamigratie te organiseren.’ Veel militanten van de radicale vleugel van Jobbik reageerden daar woedend op.

De peilingen bieden de leiding van Jobbik vooralsnog geen troost: doordat Hongarije het economisch goed doet, is de heersende Fidesz-partij van premier Viktor Orban populairder dan ooit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content