Na de conferentie over Afghanistan in Londen moet België beslissen of zijn troepen langer in dat land blijven. Het socialistische Kamerlid Dirk Van der Maelen pleit vanuit de oppositie voor een breed debat over de kwestie. Volgens hem is de oorlog duur en ondoeltreffend. ‘Als er na acht jaar geen vooruitgang is, is het misschien tijd om iets anders te verzinnen.’

Het is geen eenvoudige oefening. Eind deze week zijn in Londen de landen en organisaties bijeen die het in Afghanistan tegen de taliban opnemen en die tegelijk werken aan de heropbouw van het land. Omdat de gedachtewisseling belangrijk is en er ook over de Belgische participatie aan de operaties moet worden nagedacht, maakt vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (CD&V) zelf de korte verplaatsing.

Het was de bedoeling dat er na die conferentie in Londen snel over een verlenging van het mandaat van onze troepen in Afghanistan zou worden beslist. Dat moment is nu met enige tijd uitgesteld, weet Kamerlid Dirk Van der Maelen (SP.A). De oppositie vraagt al een tijd om een debat in de voltallige zitting van de Kamer over de inzet van de Belgische soldaten in Afghanistan. Ze moest het voorlopig met een debat in de Commissie voor Buitenlandse Zaken doen.

‘Er komt geen groot debat omdat de regering dat niet wil’, betreurt Van der Maelen. ‘Ik hoor in kringen van de meerderheid dat de beslissing over een verlenging van het mandaat is uitgesteld omdat minister van Defensie Pieter De Crem (CD&V) voor zijn beurt sprak. Na een ontmoeting in Washington met zijn Amerikaanse collega Robert Gates liet hij uitschijnen dat alles in kannen en kruiken was – en dat zat onder meer de PS niet zeer lekker. Ze willen de Amerikanen nu laten voelen dat De Crem toch niet alleen over die dingen beslist. Maar het leidt weinig twijfel dat het mandaat wordt verlengd. Ik vraag dat de hele operatie ernstig tegen het licht wordt gehouden. Vanaf het begin van de oorlog in 2001.’

Kan zo’n evaluatie iets anders besluiten dan dat de resultaten mager zijn?

Dirk Van der Maelen: Toch vindt minister Vanackere dat ik een karikatuur maak. Dat ik alleen zie wat slecht is. Natuurlijk gaan er nu meer meisjes naar school dan in de tijd van de taliban. Dat lijkt me niet moeilijk. De vraag is of de algemene levenskwaliteit van de mensen verbeterd is. Hoe meer troepen er worden aangevoerd, hoe meer er gevochten wordt en hoe moeilijker het is om humanitaire hulp te brengen waar hij nodig is. Dat zeg ik niet. Dat zegt het Rode Kruis. Maar ook Unicef en Oxfam komen in rapporten tot de conclusie dat de Afghaanse bevolking weinig reden tot juichen heeft. Ik las in een krant dat ik me verzet tegen de inzet van meer troepen omdat ik een pacifist ben. Dat ben ik niet. Ik ben niet zo naïef om te geloven dat er geen situatie kan zijn waarin oorlog moet worden gevoerd. Maar als er na acht jaar geen vooruitgang is, is het misschien tijd om iets anders te verzinnen.

Klopt de stelling dan niet dat eerst de veiligheid moet worden verzekerd voor er aan heropbouw kan worden gedacht?

Van der Maelen: Ik geloof niet dat de militaire weg voor veiligheid kan zorgen. Opperbevelhebber Stanley McChrystal wil nu met meer soldaten de centra bezetten en die veilig maken. Tegelijk zal hij grote stukken van het land helemaal loslaten. De Amerikaanse journalist Robert Fisk schreef daarover dat hij met die tactiek de indruk had dat hij terug was in de jaren tachtig. De Sovjets maakten toen dezelfde fout. Nu al is duidelijk dat de ta-liban de centra zullen aanvallen, om te bewijzen dat het nergens in Afghanistan veilig is.

U hebt gemakkelijk praten, zei minister Vanackere in de Commissie. U stelt geen alternatief voor.

Van der Maelen: Dat doe ik wel. De voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger steunde vorig jaar al de idee van een dubbel diplomatiek spoor. Enerzijds zou een binnenlandse dialoog in Afghanistan moeten leiden tot een machtsdeling. Het is een fictie om te denken dat het land met al zijn clans en etnische groepen centraal vanuit Kabul kan worden geleid. Afghanistan is alleen bestuurbaar als al die groepen zich in een soort van federaal systeem voldoende betrokken voelen. Er zal, in dat geval, ook met de taliban of met een deel ervan moeten worden gepraat. Anderzijds moet dat binnenlandse proces worden ingebed in een regionaal akkoord, waarbij niet alleen de VS en de Verenigde Naties betrokken zijn, maar vooral ook alle buurlanden die Afghanistan allemaal als een neutraal land moeten erkennen.

Dat is nodig omdat het land nu wordt verscheurd door tegenstrijdige belangen en geostrategische overwegingen. Iran is bang van de Amerikaanse aanwezigheid. India en Pakistan gebruiken Afghanistan om elkaar de duivel aan te doen. Het Westen wil de hand leggen op Afghanistan, omdat het de beste weg is om de rijkdommen van de Kaukasus te verschepen zonder dat die via Rusland moeten. De huidige president Hamid Karzai probeerde in de jaren negentig al om in opdracht van de Amerikanen afspraken te maken met de taliban over de aanleg van een pijpleiding.

Wanneer kunnen de soldaten dan naar huis?

Van der Maelen: Als al die afspraken zijn gemaakt, kunnen ze geleidelijk worden teruggetrokken. Ik vraag dus niet dat ze direct en eenzijdig worden teruggetrokken, zoals Pieter De Crem altijd beweert. Ondertussen zijn veel waarnemers het met me eens dat de buitenlandse troepen mee het probleem vormen. Er zijn er die ervoor pleiten om de westerse troepen te vervangen door soldaten uit Arabische landen, omdat de culturele tegenstelling dan niet zo groot zou zijn.

Het Amerikaanse opperbevel verwacht veel van een doorgedreven opleiding van het Afghaanse leger, dat straks de plaats van de westerse troepen moet innemen.

Van der Maelen: Dat is zeker geen mirakeloplossing. Om te beginnen, zit de etnische balans van het Afghaanse leger helemaal verkeerd. Het bestaat voor een meerderheid uit Tadzjieken, die in het land een minderheid vormen tegenover de Pashtun. Maar die bieden zich niet graag aan voor het leger, omdat ze vrezen dat ze tegen andere Pashtun zullen moeten vechten. Het is ook nog altijd zo dat een kwart van de soldaten na een jaar weer uit het leger vertrekt.

President Karzai bleef alleen door verkiezingsfraude aan de macht. In welke mate staat hij een oplossing in de weg?

Van der Maelen: De Crem en Vanackere houden vol dat hij zijn leven wil beteren. Onder druk van de Amerikanen. Ik ben zo vrij om daaraan te twijfelen. Karzai heeft zijn verkiezing te danken aan deals met clanleiders, mensen die ongetwijfeld oorlogsmisdaden hebben gepleegd en die banden hebben met de opiumindustrie. Wij sturen soldaten om het regime te beschermen van een man die geen enkele democratische legitimiteit heeft.

In Nederland kapittelde een rapport premier Jan Peter Balkenende omdat hij in verband met Irak verzuimde om het parlement juist en volledig in te lichten. Wat weten wij over wat er in Afghanistan gebeurt?

Van der Maelen: Op 7 oktober 2008 zeiden Pieter De Crem en toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht dat onze soldaten alleen naar Afghanistan gingen om in het noorden Afghaanse troepen op te leiden, en dat ze die zeker nooit zouden vergezellen op het terrein. Drie maanden later bleek naar aanleiding van een incident dat ze wél bij een operatie betrokken waren. Dat was, zo bleek ook, vanaf het begin de bedoeling. De Amerikanen pleiten nu voor een model, met gemengde eenheden van Afghaanse en westerse soldaten. Ook om aan gevechtsoperaties deel te nemen. Op vragen daarover antwoordt de minister van Defensie altijd ontwijkend. Het noorden van Afghanistan wordt ook hoe langer hoe onveiliger. Twee jaar geleden werd er nog vooral in het zuiden gevochten. Nu slaan de taliban overal toe.

Daarom vraagt generaal Stanley McChrys-tal ook meer troepen.

Van der Maelen: McChrystal is zeer duidelijk. Hij zei voor de zomer al dat we zonder extra soldaten zouden verliezen. Iedere keer als Pieter De Crem van een uitstap naar Afghanistan terugkeert en we vragen hem naar een stand van zaken, zegt hij: we zijn goed bezig. Eigenlijk bevestigt McChrystal nu dat onze minister van Defensie ons al anderhalf jaar verkeerd informeert.

De Britse premier Gordon Brown wil op de conferentie in Londen ook over Jemen praten. Moeten daar straks ook NAVO-soldaten naartoe?

Van der Maelen: Ik dacht in 2001 ook dat een aanval tegen de taliban ons voor een goed deel van Al-Qaeda zou verlossen. Maar je bestrijdt terreur niet door een land te bezetten. Het is, bij nader inzien, logisch dat ze verhuizen als de grond ze te heet onder de voeten wordt. Naar Pakistan, Jemen, Somalië. Moeten al die landen worden bezet? En daarna Ghana en Nigeria? Dat is niet alleen weinig efficiënt, het is ook zeer duur. De Amerikaanse operatie in Afghanistan kost nu al per jaar meer dan alle ontwikkelingshulp aan alle arme landen.

Moet terreur dan niet worden bestreden?

Van der Maelen: Punt één: goed ontwikkelde inlichtingendiensten en stevig politiewerk bieden de beste garantie op veiligheid. Punt twee: bij geen enkele recente aanslag bleek een band met Afghanistan. Vaak gaat het om jonge mensen die in het Westen geïnspireerd worden door verhitte, fundamentalistische sites die de geesten vergiftigen met verhalen over Afghanistan en Palestina. De oorlog is dus niet alleen duur en weinig efficiënt, hij brengt jonge mensen ook op foute gedachten. Het verstandigste wat je kunt doen, is er zo snel mogelijk een eind aan maken.

Dat wil zeggen dat er ook met de zogenaamde ‘gematigde’ taliban wordt gepraat. Bestaat die eigenlijk wel?

Van der Maelen: Niet alle taliban zijn automatisch strijders van Al-Qaeda of moslimterroristen. De Pakistaan Ahmed Rashid schreef dat er onmiddellijk na 11 september 2001 in de taliban fel werd gediscussieerd over de vraag of Al-Qaeda in Afghanistan kon blijven. Een groep vond dat ze met de aanslagen te ver waren gegaan. Anderen waren bereid om hun kant te kiezen. De Britten zullen in Londen pleiten voor de oprichting van een fonds, waarbij geld beschikbaar zou worden gesteld om de taliban te vergoeden die de wapens willen neerleggen. De Britten gaan er dus van uit dat er elementen zijn waarmee kan worden gepraat. En zij kennen het terrein toch.

De Rand Corporation onderzocht meer dan 600 vergelijkbare conflicten. In bijna de helft van de gevallen zorgde een politiek akkoord met alle betrokkenen voor een oplossing. In maar zeven procent van de gevallen werd verzet militair verslagen. Het komt er dus op aan om zoveel mogelijk mensen bij een akkoord te betrekken. Hoe meer volk rond de tafel, hoe groter de kans dat het vechten stopt.

Van der Maelen: Hij is zeker een zegen voor Amerika. Voor de rest van de wereld is hij een verbetering, in vergelijking met zijn voorganger. In tegenstelling tot George W. Bush wil hij altijd eerst praten. Maar of Amerikaanse presidenten nu Republikein zijn of Democraat, er is ook altijd het nationale belang. Dat kan politiek zijn, of economisch. Wat Afgha-nistan betreft, valt het mij in hun discours op dat de doelstellingen in de loop van de jaren voortdurend zijn verschoven. Ik leid daaruit af dat de VS absoluut in dat land willen blijven. Ik vermoed, achteraf bekeken, dat de aanslagen van 11 september door de militante neoconservatieve denkers rond Bush zijn aangegrepen om schoon schip te maken in een strategisch belangrijke regio. Precies zoals ze dat ook in Irak hebben gedaan.

Wat heeft de komst van Obama voor ons veranderd?

Van der Maelen: Hij boezemt vertrouwen in, en dat zet meer landen ertoe aan om toch troepen te sturen. Europa is op dat vlak erg naïef. Het moet zijn eigen beleid ontwikkelen, dat steunt op het internationale recht en sterkere internationale instellingen. Met een blik op de realiteit in de wereld. Als we de Amerikanen in alles achternalopen, verliezen we krediet. Ik ben geen anti-Amerikaan. Ik ben voor het onderhouden van een latrelatie. Als er zich een probleem voordoet, vormt Amerika zijn mening en wij de onze. Lopen die meningen samen, zoveel te beter. Is dat niet zo: stop.

DOOR HUBERT VAN HUMBEECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content