S chrijf over iets anders, zeg ik al dagen tegen mezelf, de afgebroken lezing van Benno Barnard aan de Universiteit Antwerpen heeft al veel te veel aandacht gekregen, ik heb er interessante en idiote dingen over gelezen en wellicht is veel me ontgaan. Schrijf over iets anders, want hierover is alles al gezegd. Zeg ik tegen mezelf. Maar mezelf spartelt tegen. Niets zeggen is ook zo makkelijk. Het gaat hier ten slotte over belangrijke zaken en wie een column voert moet over belangrijke zaken maar een mening hebben, zegt mezelf terug. Tja.

Het is dat ik sommige dingen te ingewikkeld vind om er een eenduidige mening over te hebben. Ik benijd ze weleens, de mensen met heldere, ondubbelzinnige meningen. Het comfort van het eigen gelijk, de zelfverzekerdheid van opinie hebbers – heerlijk. Tegelijkertijd maakt die zelfverzekerdheid vele zogeheten maatschappelijke discussies ook zo oninteressant, vruchteloos, oncreatief: men analyseert of argumenteert niet, men poneert gewoon. Stellingen worden ingenomen. Men behoort tot een kamp, een clan. Men wet het eigen gelijk aan tegengestelde overtuigingen, de ‘anderen’ zijn alleen maar slijpsteen. Ook de discussie naar aanleiding van Benno Barnards verstoorde lezing verzandde algauw in een loopgravenoorlog.

In Europese discussies over de islam gaat het steeds over dezelfde twee vragen: wat is de islam? En: vormt de islam een culturele, politieke dreiging? De eerste vraag splitst meestal in meerdere deelvragen: is er één islam? Zijn er meerdere islams? Zijn islam en democratie, islam en verlichting (on)verzoenbaar? Over het antwoord op die vragen bestaat hoegenaamd geen consensus, maar je kunt er toch min of meer rationeel over denken en praten – bij voorkeur in die volgorde. Je kunt teksten bestuderen, uitspraken analyseren, politieke en culturele tradities onderzoeken. De tweede vraag is veel moeilijker te beantwoorden, zij peilt immers naar iets wat niemand met zekerheid kan weten. Er zijn mensen in het Westen die zich zo niet persoonlijk dan toch cultureel bedreigd voelen door wat zij omschrijven als de oprukkende islamisering, maar of die mensen gelijk hebben is a priori niet vast te stellen. Hetzelfde geldt voor de mening van hun tegenstanders, die helemaal niet geloven in zo’n dreiging. Wie over dreiging spreekt, spreekt over de toekomst. En over de toekomst willen wij ons weleens vergissen, zoals iedereen weet die zich bijvoorbeeld de Y2K-hysterie omtrent de millenniumbug nog herinnert. Daarom lijkt de discussie over de al dan niet reële dreiging van de islam vaak op gekeuvel onder astrologen. In deze discussie ontbreekt het ons per definitie aan goede argumenten, zowel pro als contra. Dit gaat nauwelijks over feiten maar voornamelijk over angsten.

Natuurlijk is er een verband tussen beide vragen. Hoe je de islam definieert, zal mede bepalen of en in welke mate je er bang voor bent. Maar misschien is ook het omgekeerde waar, en wordt ons begrip van de islam mede bepaald door een diffuse angst voor alles wat nu eenmaal radicaal ‘anders’ is. Misschien verklaart de angst soms de definitie, net zoals de definitie soms de angst verklaart. Het is deze vervlechting van min of meer feitelijke, toetsbare elementen met angsten en vermoedens die het hele debat over de islam zo ingewikkeld, zo vermoeiend maakt. Rationele analyse en emotionele waardering lopen voortdurend door elkaar.

Het debat dreigt vast te lopen in een armoedig, bijwijlen grimmig oppositiedenken. Dat bleek in ieder geval uit de reacties op het Barnardincident. Maar de vraag is niet: wie heeft gelijk, de islamofoben of de zogenaamde multicultirelativisten? De vraag lijkt mij veeleer: is dit het denken dat wij nodig hebben? Is het nuttig om zeer reële en complexe cultuurwrijvingen zo manicheïstisch te beschouwen? Moeten we niet veeleer proberen een hybrider soort denken te ontwikkelen, een denken dat plaats maakt voor een nieuwsoortige, meerzinnige cultuur die niet langer uit exclusief westerse (christelijke, joodse…) wortels zal groeien maar ook geen shariaterreur aanricht? Misschien moeten we alvast beginnen met de invoering van een moratorium op verongelijkt denken, op dreigend en zich bedreigd voelend denken, op beledig(en)d, schofferend, vereenvoudigend, aanmatigend, dogmatisch en nodeloos provocerend denken. Het zou heerlijk stil worden in Vlaanderen.

Frank Albers is auteur, vertaler en docent aan de Artesis Hogeschool in Antwerpen.

door Frank Albers

De discussie over de al dan niet reële dreiging van de islam lijkt vaak op gekeuvel onder astrologen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content