Alom bekend is de theorie van de Duitse filosoof Karl Jaspers over de Achsenzeit, de spiltijd, van de menselijke cultuur. Zowat 2500 jaar geleden verschenen overal ter wereld, ongeveer terzelfder tijd, ‘universele denkers’ ten tonele. In China was het Confucius en in India de Boeddha, in het oude Griekenland waren het de presocratische filosofen, in Israël de profeten. Zij bedachten ethische, religieuze of wijsgerige wereldsystemen, waaraan wij tot op heden intellectueel schatplichtig zijn. Alsof tweeënhalf millennium geleden in het heelal de Meester de bel liet rinkelen, en de versufte menselijke geest uit zijn dagdromen wakker schoot. De spiltijd luidde het begin in van de spirituele speeltijd van de mens – ook wel ‘cultuur’ geheten. Wij, mensen, ontdekten onze geest, en maakten daarvan, bescheiden als wij zijn, nietwaar, de oorzaak van het heelal: God, Dharma, Wereldgeest…

Mocht er naast zo’n spiltijd ook een culturele ‘spilruimte’ bestaan – de universele speelplaats, zo je wilt, voor de homo ludens – dan zou ik kiezen voor de woestijn. Misschien kijkt u nu vreemd op. Toch meen ik een goed argument te hebben voor mijn keuze. Grote religieuze leiders, vaak rechtstreekse geestesverwanten van de stichters van de spiltijd, hadden altijd een bijzondere band met de leegte van de woestijn. Mozes leidde zijn volk erdoorheen, op weg naar het Beloofde Land. De legendarische Zarathoestra, uitvinder van het monotheïsme, bracht naar verluidt 12 jaar van zijn leven door in een woestijn. Vooraleer zijn leven als religieuze leraar aan te vangen verbleef ook Jezus van Nazareth 40 dagen in de woestijn, waar hij door alle geneugten van het vlees, zoals het zo mooi heet, op de proef werd gesteld. Ten slotte had ook Mohammed iets met woestijnen – niet onbegrijpelijk, gelet op de regio waar de brave man vertoefde.

De woestijn wordt traditioneel beschouwd als een symbool voor de avontuurlijkheid van de menselijke geest: pure, onbestemde, onbegrensde ruimte. Tegelijk is het ook een spiegelbegrip voor ‘beschaving’. Als je even doordenkt, begrijp je meteen waarom. De menselijke beschaving begon 5000 jaar geleden met de bouw van de eerste woningen, de eerste steden. En wat is een woning anders dan een steriele ruimte, opgetrokken uit leem of baksteen? Een miniwoestijn dus, waar de mens zich terugtrekt uit de welig tierende natuur en waarin hij vervolgens zijn eigen kleine oase inricht, met vogeltjes in kooien, visjes in bokalen, plantjes in potten – netjes naar het evenbeeld van de eigenaar. Onze steden zijn nog net dezelfde als toen: artificiële woestijnen. Daarom trokken profeten eerst wég uit de steden, de echte woestijn in. Vervolgens konden ze bij hun terugkeer naar de beschaving, en geïnspireerd door de onmetelijke ruimten van de werkelijke woestijn, de stadsmens confronteren met zijn geestelijke leegte, met zijn spirituele woestijn. Er zit systeem in: eerst was er de spilruimte van de (bebouwde) woestijn, dan kwam Jaspers’ spiltijd van de geest.

De door een voorthollende verstedelijking gestuwde wereldbeschaving werd niet zo lang geleden door een vrolijke filosoof omschreven als: die Wüste wächst, de woestijn grijpt om zich heen. Een recente interessante architecturale (tegen)beweging heet daarom niet voor niets: ‘Shrinking Cities’, krimpende steden. Je zou kunnen zeggen dat het een beweging is tegen de toenemende verwoestijning van de moderne mensheid. Minder steden, met minder mensen, een andere beschaving, met meer menselijkheid – (Geheel terzijde: zou de idee van de shrinking city niet dé oplossing zijn voor het uitdijende Belgische probleem Brussel?)

Ook wij trekken dezer dagen en masse weg uit onze stenen woestijnen, op zoek naar zee, zon en wijde natuur. Het toerisme als profane versie van Bijbelse woestijnverhalen: exodus naar de landen van overvloed, de verleiding door de geneugten van het vlees. De spiltijd zomervakantie – speeltijd van het moderne leven. En eens terug uit al die overvloed zal ook voor ons, en onze extra kilo’s, nog slechts één devies gelden: Shrinking!

Peter De Graeve (49) is filosoof.

door Peter De Graeve

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content