Er is weinig discussie over wie momenteel de beste voetballer op de Belgische velden is. Sven Kums verbaasde vriend en vijand, zowel in de competitie als in de Champions League. Waarom leert het grote publiek de 27-jarige middenvelder van AA Gent nu pas kennen? ‘In Nederland speelde ik ook goed, maar op de een of andere manier bleef het allemaal onder de radar.’

‘We hebben een goeie ploeg en ik wist dat we ons niet belachelijk zouden maken. Maar dat we zo zouden domineren, dat had ik nooit gedacht’, vertelt Sven Kums (27). De kapitein van AA Gent schreef met zijn team sportgeschiedenis door de tweede ronde van de Champions League te halen. Die achtste finale wordt een topaffiche tegen de Duitse vicekampioen Wolfsburg. Geen onhaalbare kaart à la Real Madrid of Barcelona, maar intrinsiek wel absolute top, en sowieso een veel rijkere club dan La Gantoise.

Schrik zullen ze in Gent niet hebben. Het team van Hein Vanhaezebrouck toonde veel lef in de Champions League. Achteruitkruipen was er nooit bij. ‘Durf is wat deze ploeg doet draaien’, zegt Kums. ‘Ik kan je vrij precies vertellen vanaf wanneer Gent zelfvertrouwen kreeg: vorig seizoen in de match op Anderlecht, nog voor de play-offs. Hoewel we de betere ploeg waren, stonden we achter aan de rust. Tegen grotere clubs ontstaat dikwijls een gevoel van: ’t zal toch weer niet lukken. Het is niet uitgesproken, niemand heeft een speech gegeven of zo, maar op de een of andere manier voelde je dat iedereen toen dacht: wij kunnen dit wél! We wonnen nog met 1-2 en begonnen met een supermoraal aan de play-offs. Zo werd de basis voor de titel gelegd. De Champions League was daar een voortzetting van. Niemand gaat er bij Gent ooit nog van uit dat de tegenstander beter is. Het is elf tegen elf, je begint elke match met gelijke kansen. Bang zijn, helpt nooit.’

Wat hebben jullie geleerd in de Champions League?

SVEN KUMS: Het belang van efficiëntie. Zenit Sint-Petersburg was daar meesterlijk in. Dat team maakte de minst goede indruk van onze drie tegenstanders, maar het was wel het gevaarlijkst. Ze geven je hoop dat ze te pakken zijn, je gaat pressen, en dan slaan ze onverbiddelijk toe. Belgische ploegen laten al eens een steek vallen – ook AA Gent – maar Zenit maakt werkelijk álles af. Zo’n team blijft altijd dreigen. De coach noemt dat ‘het moment nemen’. Wel, we hebben een masterclass gekregen in hoe dat moet. We mogen trots zijn op onze Champions Leaguecampagne. We hebben misschien niet de grootste namen geloot, maar het waren stuk voor stuk goeie ploegen. Zenit Sint-Petersburg is dominant in Rusland, een van de rijkste competities ter wereld. Valencia is een vaste waarde in Spanje, en zit maar net onder het niveau van de absolute topclubs daar. Lyon blijft de ploeg waar PSG het meest voor beducht is in Frankrijk. Al die ploegen hebben we verslagen, en nu horen we bij de beste zestien teams in Europa. Lang dachten ze dat het voor een Belgische club onmogelijk was geworden om de tweede ronde van de Champions League te halen. Als we één ding hebben geleerd uit deze campagne, dan toch dat in voetbal niks onmogelijk is. Dat gaat evengoed op voor de matchen tegen Wolfsburg, volgend jaar in februari.

De andere Belgische topclubs denken: mooi wat Gent doet, maar we zullen zien hoe ze er in maart voorstaan, wanneer de play-offs beginnen. Hoeveel krachten heeft de Champions League jullie gekost?

KUMS: Die rekening kunnen we pas maken op het eind van het seizoen, maar ik denk dat het meevalt. De weekends na een Champions Leaguematch lieten we amper punten liggen. De coach had daar ook erg op gehamerd. Ook in de beker doen we nog mee. Ik heb niet het gevoel dat we zijn verslapt door die zes Europese matchen.

Hein Vanhaezebrouck heeft de naam een veeleisende trainer te zijn. Jullie staan aan kop in de competitie en blonken uit in de Champions League. Heeft hij momenteel veel aan te merken?

KUMS: O, er zijn nog genoeg dingen waar hij zich gloeiend aan ergert. (lacht) We werken nu vooral aan de communicatie. We praten onvoldoende met elkaar, vindt Vanhaezebrouck, en daardoor opereren we te weinig als een blok. Over het algemene niveau van ons spel is de coach tevreden, over de resultaten ook, maar op het oefenveld gaat het er soms pittig toe omdat het met de onderlinge coaching nog niet vlot.

Spelen jullie opnieuw kampioen?

KUMS: Goeie vraag, maar moeilijk te beantwoorden. We zijn al december en toch weet je eigenlijk nog niks, want in de play-offs ligt alles weer open. Vorig jaar rond deze tijd speelden wij nog niet als een kampioen, dat kwam later pas. Je kunt nog geen conclusies trekken.

Gent ontmoette de te verwachten concurrenten voor de titel al. Op Anderlecht werd het 1-1, maar jullie waren veruit de betere ploeg. Club Brugge werd met 4-1 weggevaagd. Dan denk je niet: het wordt lastig om hen te pakken in maart.

KUMS: Nee, dat is waar, maar je mag ook niet arrogant worden. Misschien leeft bij hen het gevoel dat ze in het begin van het seizoen nog niet op volle sterkte hoeven te presteren? Wij kijken daar zeker anders tegenaan, wegens de Champions League, maar ook omdat de coach het gewoon niet zou toestaan. Dat wij het goed doen tegen de concurrenten is wel een opsteker voor de play-offs, want in die weken speel je elke match een topper.

Deze zomer zei u: ‘Het woord dat in de kleedkamer het vaakst viel, is ‘bevestigen’.’

KUMS: We waren wat geprikkeld door sommige analyses na het titelfeest, in de trant van: knap van Gent, maar Anderlecht en Club hebben het zelf laten liggen. Dat vind ik dus niet. De andere topclubs waren in de play-offs óók goed. We hebben geen geluk gehad, we hebben ons geluk afgedwongen. We doen het nu in de competitie zelfs beter dan vorig jaar, terwijl de Champions League er toch bijkwam. Iedereen praat over het gevaar van de vermoeidheid, maar zo uitputtend waren die Europese wedstrijden nu ook weer niet. Een groter gevaar is dat we onszelf zouden gaan overschatten.

U schitterde in de Champions League en had een stevige voet in de landstitel. Wie klopt u voor de Gouden Schoen?

KUMS: Als de mensen vinden dat ik de Gouden Schoen verdien, zou ik daar geweldig blij om zijn. Maar ik laat er mijn slaap niet voor.

Vorig jaar kreeg u twee punten in de verkiezing van de Gouden Schoen, waardoor u 32e eindigde. Was 2015 dan zo veel beter dan wat u voorheen liet zien?

KUMS: Wel, voor mij dus niet. Soms lijkt het alsof ze mij nu pas ontdekken, en dat snap ik niet. Volgens mij komt het omdat ik twee jaar in Nederland heb gespeeld. Ik deed het daar goed, maar op de een of andere manier bleef het allemaal onder de radar. Daarna speelde ik bij Zulte Waregem prima.

U bent een speler die anderen aanstuurt en komt pas helemaal tot uw recht bij een dominante ploeg.

KUMS: Daar zit iets in. Ik voel me niet thuis in een elftal dat niet probeert te domineren.

U kreeg uw opleiding bij Anderlecht. Waarom brak u daar niet door?

KUMS: Omdat ik er niet klaar voor was. Ik was achttien en had zowel lichamelijk als qua techniek nog een hele weg te gaan. Mijn vertrek was de logica zelve, van revanchegevoelens tegenover Anderlecht is totaal geen sprake.

Uw vader werkt als scout bij Anderlecht.

KUMS: Hij volgt de Belgische en de Nederlandse competitie, maar mij heeft hij blijkbaar nooit getipt. (lacht) Nu ben ik te oud, pa richt zich vooral op de jonge talenten.

Zou het kunnen dat u niet doorbrak omdat de nadruk destijds meer op kracht en lengte lag? Dat kleine technische spelers kansen krijgen, is iets van de laatste jaren.

KUMS: De successen van Spanje en FC Barcelona hebben dat veranderd, hè. Xavi en Andres Iniesta bewezen dat je geen twee meter hoeft te zijn om overdonderend te kunnen voetballen. Aan die twee heb ik veel te danken, want sindsdien komen er meer kansen voor kleinere types zoals ik. Barcelona blijft toch hét grote voorbeeld voor elke voetballiefhebber. Ik probeer al lang om er een paar matchen te gaan volgen. Misschien komen we ze nog tegen in de Champions League, dan zie ik die ploeg pas echt live aan het werk. (lacht)

Hoe gaat u om met tegenstanders die u fysiek willen overtroeven? Stel dat u op training bij de Rode Duivels tegenover Marouane Fellaini of Radja Nainggolan staat: is het dan zaak slimmer en sneller te zijn?

KUMS: Bij Nainggolan zal dat al niet gaan, die is zelf supersnel. Fellaini is een beter voorbeeld: wanneer ik tegen zo’n grote jongen uitkom, zorg ik dat we niet doen waar hij goed in is. Ze noemen dat ‘uit het duel spelen’, maar zo klinkt het alsof je wegloopt en dat is het juist níét. Je moet de grotere speler achter jou laten jagen: maak de bal ongrijpbaar en doe hem twijfelen. Ik ben altijd klein van gestalte geweest en besefte dat ik aan mijn lichaam moest werken. Hein Vanhaezebrouck is erg belangrijk voor me geweest toen hij mijn trainer was bij KV Kortrijk. Ik wou centraal op het middenveld spelen. Hein zei: ‘Nee, daar heb je het postuur niet voor. Tenzij je gespierder wordt, zul je bij mij altijd op de flank staan.’ Daar is de coach goed in: zo’n uitdaging als een wortel voor je neus hangen. (lacht) Ik heb drie jaar gedieet en aan krachttraining gedaan. Toen zei de coach: ‘Oké, je bent er klaar voor.’

Dit is al uw vijfde seizoen onder Vanhaezebrouck, de tijd bij Kortrijk meegerekend. Het verhaal gaat dat u vorige zomer thuis al zei dat AA Gent kampioen kon spelen, onder meer omdat Vanhaezebrouck hier de nieuwe trainer werd.

KUMS: Klopt. Ik wou vorige zomer absoluut getransfereerd worden naar Gent. Op de een of andere manier had ik het gevoel dat het hier te gebeuren stond. Bij Gent speelden veel goede, nuttige voetballers, zonder daarom grote namen te zijn. Ik weet dat de trainer ze nog een paar procentjes sterker maakt en dan is dat een ploeg om de titel mee te pakken, zei ik tegen mijn vrouw. En kijk. (lacht)

Vanhaezebrouck krijgt veel complimenten. Maakt hij tactisch het verschil?

KUMS: Ja, wij komen het terrein op in de wetenschap dat we tactisch nooit zullen onderdoen voor de tegenstander. Dat geeft extra zelfvertrouwen.

Daar staat tegenover dat jullie tactische besprekingen lang duren. Niet elke voetballer is daar fan van.

KUMS: Als je matchen wilt winnen op tactiek, dan moet je er ook tegen kunnen dat daar tijd in wordt geïnvesteerd. De grote kracht van AA Gent is dat heel de kern honderd procent overtuigd is van de werkwijze. Er zijn geen interne tegenkantingen, iedereen gaat ervoor. In het begin van het seizoen hebben we hier conditietrainingen gedaan zoals ik er nog nooit had meegemaakt. Afzien tot je tong op de grond hing, maar deze groep doet dat met de glimlach. Dat is uitzonderlijk. Ik draai al een paar jaar mee in het voetbal en weet waarover ik praat. Deze kern staat ervoor open dat de voorbereiding loodzwaar is, dat er lang getraind wordt of dat er een halve dag video’s wordt gekeken.

Omdat het allemaal brave jongens zijn?

KUMS: Het is zeker niet zo dat hier alleen lamme goedzakken rondlopen, maar het zijn wel allemaal mannen die ervoor willen werken. Door die pittige voorbereiding scoren we ook vaak in het laatste kwart van de match. Opstootjes of zo kennen we hier niet, dus in die zin is het inderdaad een brave groep. Gelukkig maar: als er ooit ruzie komt, zou ik het moeten oplossen want ik ben de kapitein. En ik ben meer het lead-by-example-type, dan dat ik tegen mijn collega’s ga roepen.

Heeft de coach ooit ongelijk?

KUMS: Ik moet erkennen dat Vanhaezebrouck het meestal bij het rechte eind heeft. (denkt even na) Altijd, eigenlijk.

Vervelend, iemand die het altijd beter weet.

KUMS: Dat vind ik niet. Een trainer moet net uitstralen dat hij het allemaal doorziet. Vanhaezebrouck wil dat je meedenkt en vraagt altijd je mening, maar uiteindelijk doet hij zijn eigen zin, en dat is ook goed: die hiërarchie moet er zijn.

Nogal wat spelers bewezen dat AA Gent voor hen het eindpunt niet hoeft te zijn. Verwachten jullie een leegloop komende zomer?

KUMS: In de winter vertrekt er niemand, heeft de club gezegd. Maar na het seizoen zal er zeker interesse komen. Na deze Champions Leaguecampagne kan dat bijna niet anders.

U werd in de buitenlandse pers met lof overladen, vooral in de Spaanse kranten. Gent-manager Michel Louwagie zegt dat u 20 miljoen moet kosten.

KUMS: Dat was een halve grap, natuurlijk. Een transfer in de winter is sowieso niet aan de orde, ik ben daar helemaal niet mee bezig. Een goed jaar draaien bij Gent en dan zien we wel wat er op mij afkomt.

Eén manier om de aandacht van buitenlandse clubs te trekken, is doorbreken bij de nationale ploeg. U haalde twee keer de selectie, maar speelde nog geen minuut.

KUMS: Dat is het volgende doel: speelminuten verzamelen als Rode Duivel, al begrijp ik dat er op mijn positie spelers zijn met een grotere reputatie die meer hebben bewezen dan ik.

Maar u hebt niet het gevoel dat het een niveau te hoog is voor u?

KUMS: Nee, dat niet. Ik maakte natuurlijk alleen de trainingen mee. Daarin zie je dat alle spelers een bijzonder hoog tempo aankunnen, maar ik zou een match moeten spelen vooraleer ik kan zeggen: hier heb ik mijn plaats.

DOOR JEF VAN BAELEN, FOTO’S LIES WILLAERT

‘Ik moet erkennen dat Vanhaezebrouck het meestal bij het rechte eind heeft. Altijd, eigenlijk.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content