‘Ik heb nog altijd vertrouwen in het gezond verstand van “de mensen”‘

'Het zijn de saaie politici die voor werkelijke verandering zorgen.' © LIES WILLAERT

Is de keuze tussen Donald Trump en Hillary Clinton er een tussen de pest en de cholera? Historica – en sinds kort ook barones – Sophie De Schaepdrijver denkt van niet. ‘Als Hillary een man was geweest, dan hadden we haar beschouwd als een van de beste kandidaten die de Democratische Partij ooit naar voren heeft geschoven.’

We ontmoeten Sophie De Schaepdrijver in haar pied-à-terre in Anderlecht, een sobere burgerwoning die, hoewel allerminst onaangenaam, misschien niet helemaal past bij de stand waarin ze onlangs werd verheven. De Schaepdrijver gaat sinds juli als barones door het leven. Dat klinkt heel chic, en het wordt alleen maar beter. ‘Eerste keus bij de nieuwe collectie van Natan, gratis tickets voor Tomorrowland, en natuurlijk voor de rest van mijn leven leveranties van pralines. Tast gerust toe, heren.’

Onze handen zijn al in de buitenmaatse pralinedoos verdwenen als we begrijpen dat de barones ons iets op de mouw heeft gespeld. Baron of barones ben je alleen voor de eer. Dat van die extra voordelen was maar een grapje, het eerste en gelukkig ook niet het laatste tijdens een voor het overige soms bloedserieus gesprek.

‘Dat is fascisme’, zegt ze bijvoorbeeld wanneer de naam van Donald Trump voor het eerst valt. Ze is niet de enige die het f-woord gebruikt als het over Trump gaat, maar als internationaal vermaarde historica doet De Schaepdrijver dat met meer envergure dan de talking heads op televisie.

Waarom is Trump een fascist? Deelt hij zijn voorkeur voor fact free politics niet met zijn meest illustere voorgangers? ‘Weet u wat de zwarthemden van Mussolini plachten te scanderen toen ze door de straten marcheerden? “Eia, Eia! Alalà!” Dat was een strijdkreet die niets betekende, en dat was precies de bedoeling. Argumenten zijn iets voor een corrupte elite. Wie zegt: “Ik hoef niks zinnigs te zeggen, ik hoef zelfs geen samenhangende zinnen te vormen”, die gaat voorbij aan de essentie van de democratie. In een democratie probeer je elkaar tenminste te overtuigen met argumenten.’

Of ze verhuist uit de Verenigde Staten als de fascistoïde Trump straks wint? ‘Dat zeiden mijn man en ik tijdens de presidentsverkiezingen in 2004. We wilden niet nog eens vier jaar leven onder George W. Bush, maar hij werd herverkozen en wij zijn gebleven.’ Omdat ze voor de duur van dit academiejaar aan de universiteit van Kent doceert, verblijft De Schaepdrijver tijdelijk in Groot-Brittannië, maar sinds 1995 woont en werkt ze in de VS. Haar kinderen zijn er groot geworden, en ze volgt de Amerikaanse politiek met veel aandacht en zelfs engagement. ‘In 2008 heb ik campagne gevoerd voor Hillary Clinton’, vertelt ze. ‘Ik ben een fan. Maar blijkbaar wekt een vrouw die naar de macht streeft nog altijd bepaalde atavistische gevoelens op. Als Hillary een man was geweest, dan hadden we haar beschouwd als een van de beste kandidaten die de Democratische Partij ooit naar voren heeft geschoven.’

Meent u dat?

SOPHIE DE SCHAEPDRIJVER: Voor honderd procent. Hillary Clinton is ervaren, ze heeft dossierkennis, ze is koelbloedig. Toch krijgt ze de wind van voren, maakt niet uit wat ze doet. Als Hillary lacht is ze een heks, als ze niet lacht is ze zuur. Daartegenover staat dan Trump, een kandidaat die zonder veel weerstand de meest godsgruwelijke en onzinnige dingen kan zeggen.

Het idee leeft dat Clinton alleen dankzij haar man presidentskandidaat kon worden.

DE SCHAEPDRIJVER: Bullshit. Ze is er geraakt ondánks haar man. Ze is het levende bewijs dat iemand die het wil maken nog altijd beter een echtgenote kan hebben dan een echtgenote kan zijn. Ik heb in 2008 onder meer in zo’n telefoonteam gezeten. Je houdt niet voor mogelijk wat je dan allemaal hoort. ‘Hillary is een bedriegster’, bijvoorbeeld. Als ik dan even doorvroeg, werd telkens verwezen naar het overspel van Bill. Tja.

Voert u dit jaar opnieuw campagne voor haar?

DE SCHAEPDRIJVER: Ik kan niet zelf de boer op want ik zit in Engeland, maar ik stort een bijdrage en stuur bij tijd en wijle wat berichten rond.

Waarom?

DE SCHAEPDRIJVER: Omdat ik in haar geloof, tiens. Voor mij is Hillary Clinton een welvaartspoliticus. Een politicus van de soort die Europa na de Tweede Wereldoorlog opnieuw groot heeft gemaakt. Ik herken in haar iets van die generatie socialisten en christendemocraten die blijk gaven van grote dossierkennis en liefde voor het technische detail. Ze is niet de politicus die kiezers in tranen doet uitbarsten of doet dromen van een eldorado. Er zijn Amerikanen die de beeltenis van Bernie Sanders op hun arm hebben getatoeeerd. Tot dat soort gekkigheid zal Hillary Clinton niemand verleiden, zoals je haar ook nooit op een lekkere quote zult betrappen. Ik vind dat eerder een plus dan een min.

Zijn de mensen niet uitgekeken op zulke politici?

DE SCHAEPDRIJVER: Ik hoop van niet. De geschiedenis leert dat het die wat saaie, op het eerste gezicht weinig bevlogen welvaartspolitici zijn die voor werkelijke verandering hebben gezorgd. Mensen als Clement Attlee in Engeland, of Konrad Adenauer, de eerste kanselier van het voormalige West-Duitsland. Hij trok naar de verkiezingen met de slogan ‘Keine Experimente’. Tegelijk was hij de medearchitect van iets geheel nieuws: de sociale welvaartsstaat.

Met de slogan ‘Keine Experimente’ win je in het huidige klimaat wellicht geen verkiezingen.

DE SCHAEPDRIJVER: Dat weet ik niet. Hoelang is Angela Merkel al bondskanselier van Duitsland? Het zal u misschien verbazen, maar ik heb nog altijd aardig wat vertrouwen in het gezond verstand van (maakt aanhalingstekens met haar vingers) de mensen.

Hebt u het over dezelfde mensen die ook voor de brexit hebben gestemd?

DE SCHAEPDRIJVER: De brexit was een dubbeltje op zijn kant. Bovendien bleken nogal wat Britten na afloop spijt te hebben van hun keuze. Het deed me denken aan mensen in een huwelijk die roepen dat ze weg zijn, zonder dat het ook echt de bedoeling is om te vertrekken. Tot hun eigen verbazing moeten die Britten nu vaststellen dat hun partner zegt: ‘Het is goed, je wilde weg. Wel, je mag weg blijven.’

Waarom lopen zo veel mensen achter Trump of een brexit aan?

DE SCHAEPDRIJVER: Mag ik iets heel ouderwets zeggen? Zowel het onderwijs als de media hebben de didactiek laten varen. Alles moet in de eerste plaats amusant zijn. Zelfs het nieuws van de BBC is vandaag veel meer op entertainment gericht dan vroeger. Het idee dat er dingen zijn die uitgelegd moeten worden, is tanende. Daar is dat een gevolg van.

Waren mensen vroeger slimmer of gewoon volgzamer?

DE SCHAEPDRIJVER: Ze waren bescheidener. Ze waren bereid te aanvaarden dat ze van iemand anders iets konden leren. Nu heeft het idee dat iedereen maar z’n eigen ding hoeft te doen veel veld gewonnen, ook in het onderwijs. Dat is goedkoper en eenvoudiger dan iemand erop te wijzen dat hij verkeerd zit. Alleen wat de samenleving echt belangrijk vindt, wordt nog ernstig genomen. In wiskunde of de harde wetenschappen doet niemand zijn eigen ding. Niet toevallig wordt de kinderen van de elite vaak nog wel discipline bijgebracht – grondige talenkennis, vioolspelen… De elite wil niets liever dan dat iedereen maar zijn eigen ding doet, en zij geruisloos haar maatschappelijke positie kan behouden en doorgeven aan haar nageslacht.

Is er niet net een opstand tegen de elite bezig? De ‘verliezers van de globalisering’ slaan terug.

DE SCHAEPDRIJVER: Ze hebben ook redenen om in opstand te komen. Maar waarom moet het een opstand zonder argumenten zijn? De onderklasse wordt niet beter van Donald Trump. Een voorbeeld: belastingverlaging is zowat de kern van Trumps voorstellen. Terwijl belastingen nu net het middel zijn om de kloof tussen arm en rijk te dichten. President Harry Truman heeft na de Tweede Wereldoorlog een kruistocht gevoerd tegen de armoede in de VS. Met redelijk succes. En weet u waarom? In de jaren vijftig werden de topinkomens voor ongeveer 90 procent belast. Zonder veel gemor.

Barack Obama beloofde een meer rechtvaardige inkomensverdeling. Daar is weinig van in huis gekomen.

DE SCHAEPDRIJVER: Obama heeft zijn hervorming van de gezondheidszorg erdoor gekregen. Wie zegt dat hij niets heeft veranderd, heeft toch echt niet goed opgelet. Maar het is natuurlijk wel juist dat hij nauwelijks iets aan het armoedeprobleem heeft kunnen veranderen. Het is bijzonder naïef om te denken dat een Amerikaanse president dat probleem in acht jaar tijd wezenlijk kan verkleinen. Dat zo veel mensen dat geloofden, is voor een deel zijn schuld. Ik heb Obama altijd te sloganesk gevonden. Dat was ook mijn belangrijkste bezwaar tegen Bernie Sanders. Ik hou niet van politici die mensen luchtkastelen beloven. Dat is volksverlakkerij. Ik geef mijn stem liever aan een politicus die haalbare doelen vooropstelt.

Behalve bij de verliezers van de globalisering groeit ook bij intellectuelen een aversie tegen de klassieke politiek. Ze willen meer deliberatieve democratie: in overleg met de burgers.

DE SCHAEPDRIJVER: Ik kan me goed voorstellen dat de deliberatieve democratie werkt voor leuke bobothema’s zoals mobiliteit in de stad. Die thema’s liggen mij ook na aan het hart, en daar wil ik ook graag energie in steken. Maar werkt het ook voor hardere vragen zoals over oorlog en vrede? Uiteindelijk besteed ik die toch liever uit aan politici, al is het maar omdat ik er zelf vaak niet uit raak.

Uw vertrouwen in parlementaire democratie staat nog als een huis?

DE SCHAEPDRIJVER: De parlementaire democratie is feilbaar. Ze is geen heilsleer maar een methode. En als methode kan ze ons voor veel onheil beschermen. Precies tien jaar geleden werd Anna Politkovskaja vermoord, een Russische journaliste en in haar vaderland een tegenstem die zeer kritische reportages maakte over Vladimir Poetin en zijn vrienden. Die kritische stem is er in Rusland niet meer, met als gevolg dat zij vrij spel hebben. De gevolgen kennen we. Poetin is goed op weg om de internationale geopolitieke relaties voor decennia te verzieken.

Hetzelfde kun je zeggen over de oorlog van de democratische VS tegen Irak.

DE SCHAEPDRIJVER: (korte stilte) Dat is waar. De democratie biedt duidelijk geen garantie tegen gigantische vergissingen.

Commentatoren en historici maken dezer dagen zowel vergelijkingen met de tijd vóór 1914 in Europa als met de jaren dertig. Welke periode vindt u het leerzaamst?

DE SCHAEPDRIJVER: Ik herken vandaag meer uit de jaren voor de Eerste Wereldoorlog. We zitten in een tijdperk waarin mensen de oorlog radicaal afwijzen, maar we ons tegelijk ook de vraag beginnen te stellen of we alles zomaar over onze kant moeten laten gaan. Wat als Poetin in Oekraïne binnenvalt? Gaat hij dan een grens over en verdedigen wij waar Europa voor staat, of laten we hem doen? Tegelijkertijd is de kans zeer klein, om niet te zeggen onbestaande, dat er in Europa een militaire mobilisatie komt zoals voor 1914. Europa is in tegenstelling tot in het begin van de twintigste eeuw gedemobiliseerd. Wij hebben helemaal geen legers meer zoals vroeger.

De Gentse historica Gita Deneckere vertelde deze zomer in De Standaard over haar bezorgdheden en die van haar collega’s. Ze hadden allemaal Slaapwandelaars van Christopher Clark gelezen en maakten zich zorgen dat we vandaag net als in 1914 meegesleurd worden in een wereldbrand zonder er erg in te hebben.

DE SCHAEPDRIJVER:(wikt even haar woorden) Ik vond Slaapwandelaars voor een stuk een zelfgenoegzaam boek. Het idee dat het allemaal goed was gekomen als iedereen voor 1914 maar even nuchter en wakker was geweest als de historici van vandaag, deel ik niet. Niet iedereen lag te slapen of te suffen in die tijd. Die mensen waren kosmopolieten, en kenden elkaars cultuur vaak beter dan wij vandaag. Wat gebeurde er in 1914? Het Duitse keizerrijk viel hier binnen en begon een oorlog. Wat moet een land dan doen?

Zegt u het maar.

DE SCHAEPDRIJVER: Is alles beter dan in een oorlog te sterven? Het is een terechte overweging. We hádden de bezetter kunnen laten begaan. Aan de Spaanse en zeker de Oostenrijkse bezetting van de Nederlanden hebben we tenslotte prachtige architectuur overgehouden. En als de salafisten vandaag binnenvallen, zullen we dan maar een hoofddoekje dragen als ze dat vragen – zolang het maar van Natan is. (lachje) Maar een bezetting aanvaarden, betekent nog geen veiligheid: bezetters mobiliseren dan de zonen van de bezetten om een andere oorlog te voeren, en dan sterven ze alsnog voor een ander vaderland. Om maar te zeggen: het was in 1914 wat minder eenvoudig dan Clark beweert. Met zelfgenoegzaamheid komen we nergens.

Het is een haast koloniale manier om naar onze voorouders te kijken.

DE SCHAEPDRIJVER: Inderdaad. Net de moeilijke keuzes waar zij voor stonden maken de Eerste Wereldoorlog vandaag weer interessant. De Koude Oorlog was een eenvoudige periode voor iedereen. Rechts hoefde alleen bij te dragen aan de NAVO, en hoefde zich verder niet al te veel zorgen te maken. Links vond die wapenwedloop onzin en dacht dat alles goed zou komen als we daarmee stopten. En in 1989 kreeg iedereen gelijk: Ronald Reagan vond dat hij gewonnen had van de Sovjet-Unie, en links stelde vast dat de wapens nergens toe hadden gediend. In díé simpele tijd ontstond het idee dat de Eerste Wereldoorlog een absurde oorlog was, waarin iedereen verblind de wapens had opgenomen. Het comfort van de Koude Oorlog hebben we nu niet meer.

Kunnen we lessen trekken uit de Eerste Wereldoorlog voor vandaag?

DE SCHAEPDRIJVER: Heel weinig. Hoe langer ik naar die oorlog en de generatie die toen aan zet was kijk, hoe minder ik zie wat wij beter zouden doen. De meest eenvoudige les die we vandaag kunnen trekken, is dat we beter geen wapens verhandelen met autoritaire staten zoals Saudi-Arabië. Maar zelfs daar slagen we niet in. De werkgelegenheid gaat voor politici altijd voor, en het is moeilijk om ze daarin helemaal ongelijk te geven. Nu, ik bestudeer de geschiedenis ook niet omdat ze voor vandaag relevant kan zijn. Leren omgaan met de complexe waarheden uit het verleden is een vorm van volwassenwording. Ja, de oorlog was afschuwelijk. Nee, hij was daarom niet per se absurd.

Als er vandaag zo’n rechtvaardige oorlog bestaat, is het misschien een interventie in Aleppo.

DE SCHAEPDRIJVER: Ik zou het aanmatigend van mezelf vinden om nu te declameren wat er precies moet gebeuren, maar dat is inderdaad het belangrijkste vraagstuk waarin herinneringen aan ’14-’18 doorschemeren. Rector Rik Torfs van de KU Leuven beschreef vorig jaar hoe zijn grootvader tijdens de Eerste Wereldoorlog naar Engeland was gevlucht en daar een examen had afgelegd dat hem toestond in het hele Britse Empire als dokter een praktijk te beginnen – maar ervoor had gekozen terug te komen en hier het land te helpen heropbouwen. Hij was dus vluchteling maar geen migrant. Juist, maar hoe kon dat? Door het bevrijdingsoffensief, met harde hand geleid door maarschalk Ferdinand Foch, waarbij tienduizenden jongens zijn gesneuveld. Het naar Foch vernoemde plein in Leuven is ondertussen omgedoopt omdat men geen ‘oorlogsmisdadiger’ wilde eren. Het heet nu Monseigneur Ladeuzeplein. Maar met hem was België niet bevrijd. Die keuze denkt weg waar het in 1918 om ging. Zonder dat offensief stond de grootvader van Rik Torfs voor twee keuzes: migrant worden of terugkeren naar een bezet land.

Is er iemand die vandaag de juiste antwoorden vindt?

DE SCHAEPDRIJVER: De durf en de moed die Angela Merkel toont, spreken mij zeer aan. Merkel toont staatsmanschap en zet het krediet dat ze daarvoor had opgebouwd op het spel.

Maar Merkel is wel de risee van Europa.

DE SCHAEPDRIJVER: Is dat zo? Ik ben het daar niet mee eens. Er lijkt momenteel wel een monsterlijk psychologisch experiment bezig in het Midden-Oosten. In Syrië en de hele regio groeit een hele generatie van jongeren op die helemaal vervreemd is van deze wereld, en ook niets meer te verliezen heeft. We kunnen ons nog meer wapenen en we kunnen nog meer grenzen optrekken, maar hoe voorkomen we dat die jongeren zwelgen in wrok en rancune? Door hen een horizon te geven. Het Marshallplan was niet bedoeld om geld op te brengen, maar om Duitsland vooruit te helpen. Voor hetzelfde geld groeide ook in Duitsland een verarmde en verbitterde generatie op. Merkel heeft alvast geprobeerd om op de lange termijn te denken.

Iemand zoals Bart De Wever zegt dat we die vluchtelingen ook hier geen toekomst kunnen bieden. We importeren een onderklasse.

DE SCHAEPDRIJVER: Ze hebben hier in elk geval een betere kans op een goed leven dan in een tentenkamp in Jordanië of in een uitgebombardeerd flatgebouw in Aleppo. We doen een immense gok, dat is waar. Er zal hier niet meteen een multiculturele middenklasse ontstaan, maar we zijn misschien wel rijk genoeg om hen te redden van die uitzichtloze ellende in het Midden-Oosten.

Veel doen we niet. Nationalistische oprispingen halen zelfs de Europese gedachte onderuit.

DE SCHAEPDRIJVER: Spreken we hier wel echt over nationalisme? Voor mij is het eerder een vorm van liberalisme: laat ons met rust, wij willen niet opdraaien voor de problemen van anderen. Dat liberalisme leidde tot de brexit, en we zien het ook in de Verenigde Staten. Binnen de verschillende staten worden de grenzen van districten hertekend zodat rijkere wijken geen geld meer hoeven af te staan aan armere buurten. Dat is de reden waarom Detroit en andere stadskernen verloederd en verpauperd zijn. Hele streken gaan zo de dieperik in.

Guy Verhofstadt zegt nochtans dat alleen de vanzelfsprekende solidariteit zoals in de VS Europa kan redden.

DE SCHAEPDRIJVER: Die solidariteit is er in elk geval niet zo bínnen de staten. Maar het is logisch dat het Europese project onder druk staat. Het was nooit de bedoeling dat de Europese lidstaten en economieën zouden opgaan in een groter geheel. De afspraak was dat de nationale economieën beter zouden worden van Europa. In die zin was Europa eigenlijk nooit een nationalistisch project: nationalisme betekent kiezen voor de natie, of dat nu welvaart en veiligheid oplevert of niet. Ik denk dat Bart De Wever in dezen écht een nationalist is: Vlaanderen óm Vlaanderen, welvaart of geen welvaart.

U staat bekend als een hartstochtelijk liefhebber van Brussel. Hoopt u ooit terug te keren?

DE SCHAEPDRIJVER: Absoluut. Ik merk ook dat ik met die liefde minder en minder alleen sta. Brussels patriottisme is tegenwoordig zelfs een beetje een ding. (lacht)

Hoe hebt u de aanslagen van 22 maart ervaren?

DE SCHAEPDRIJVER: Het was een moment waarop ik nog meer ben gaan beseffen hoeveel ik van deze stad hou. Het is afschuwelijk om te zeggen, maar die aanslagen raakten me veel meer dan de aanslagen van 9/11, ook al heb ik drie jaar in Manhattan gewoond. Ik voel me met geen enkele plek zo verbonden als met deze stad. Meer dan ooit heb ik de wens om hier op een dag weer te wonen en te leven.

Gaat u dan ook campagne voeren voor een politieke partij?

DE SCHAEPDRIJVER: Ik heb weleens gezegd: als de N-VA een echt plan heeft voor Brussel, dan neem ik – in het geheim – een partijkaart. (lacht) Helaas heeft voorlopig geen enkele partij een goed plan voor deze stad.

U woont enkele maanden per jaar in Anderlecht. Voelt u zich hier als geëmancipeerde westerse vrouw helemaal op uw gemak?

DE SCHAEPDRIJVER: Misschien kom ik hier niet genoeg of ligt het aan mijn leeftijd, maar ik heb me, zelfs op het beruchte Anneessensplein, nooit ongemakkelijk gevoeld. Daarmee wil ik geen oordeel vellen over mensen die zich hier wel onveilig voelen. Natuurlijk is het hier geen multiculturele idylle. De kritieken van bijvoorbeeld Luckas Vander Taelen snijden absoluut hout, ook al omdat hij ze schrijft als overtuigd Brusselaar. Maar ik ben geen pessimist. Ik denk dat het pragmatisme uiteindelijk zal winnen. Even geleden had ik hier een paar vrienden uitgenodigd om een glas champagne te komen drinken. Omdat ik geen champagneglazen had, wilde ik er gaan kopen in een van de talloze winkeltjes in de buurt. Daar bleken ze zelfs geen wijnglazen te verkopen. Een verkoper zei me, heel vriendelijk, dat hij normaal gezien wel wijnglazen had, maar dat hij ze tijdens de ramadan niet mocht verkopen. Op dat ogenblik bekropen mij twee gedachten tegelijk. De eerste was: ‘Ja zeg, hoever is het niet gekomen dat ik in mijn eigen wijk geen wijnglazen meer kan kopen.’ De tweede was: ‘Oké, voor de duur van de ramadan moet ik een wijk verder mijn glazen kopen’, en ‘Wat een vriendelijke man’. Dezelfde dubbele gevoelens bekruipen me als ik meisjes met een hoofddoek op de universiteitsbanken zie, ook aan mijn eigen universiteit in de Verenigde Staten trouwens. Misschien ben ik daar te dogmatisch in, maar ik kan er geen symbool van eman- cipatie in zien. Maar het belangrijkste is toch dat die jonge vrouwen daar überhaupt zitten.

Je hoort weleens zeggen dat de VS al een heel eind verder opgeschoten zijn met de multiculturele samenleving.

DE SCHAEPDRIJVER: Vergeet dat maar. Ja, Amerika heeft een zwarte president, maar staar je daar zeker niet blind op. Gemengde koppels zijn er vandaag nog altijd een rariteit. Daarbovenop komt nog de cultuur van vuurwapens. In vergelijking met de gemiddelde Amerikaanse stad is hell hole Brussel een oase van veiligheid.

U definieert zichzelf graag als Brusselaar en Belg. Voelt u zich ook Europeaan?

DE SCHAEPDRIJVER: Ja. Wat mij met andere Europeanen verbindt, is in de eerste plaats het nog altijd breed gedragen ideaal van de welvaartsstaat en zijn belangrijkste pijler: de sociale zekerheid.

Volgens sommigen eindigt Europa waar de liberale alcoholcultuur eindigt.

DE SCHAEPDRIJVER: Dat lijkt me nu niet echt het verschil te maken. En bovendien, als je het zo definieert hoort Molenbeek er al niet bij.

Daar zegt u iets.

DE SCHAEPDRIJVER: Toch hoort zelfs de meest vervreemd lijkende groep veel meer bij de plek waar ze is opgegroeid dan wij denken. Als je documentaires bekijkt over jonge mensen met wat heet een allochtone achtergrond in Amsterdam, dan valt je als Belg vooral op hoe Hóllands die gasten zijn. Hetzelfde met de jonge allochtone leerlingen uit de film Entre les murs: dat zijn toch vooral Parisiennes. En zo zijn veel jonge mensen uit Molenbeek of Anderlecht ook gewoon Brusseleirs. (korte stilte) Als ik hier rondloop, heb ik het idee dat het de laatste jaren beter en beter gaat met Brussel. Maar de stad komt dan ook van heel ver.

DOOR PETER CASTEELS EN JEROEN DE PRETER, FOTO’S LIES WILLAERT

‘Ik heb Barack Obama altijd te sloganesk gevonden. Ik hou niet van politici die mensen luchtkastelen beloven.’

‘Poetin is goed op weg om de internationale geopolitieke relaties voor decennia te verzieken.’

‘De eenvoudigste les uit WO I is dat we beter geen wapens verhandelen met staten zoals Saudi-Arabië. Maar zelfs daar slagen we niet in.’

‘In vergelijking met de gemiddelde Amerikaanse stad is hell hole Brussel een oase van veiligheid.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content