‘Ik ga ervan uit dat ik al IS-strijders heb geopereerd’

'We moeten overwegen om grondtroepen te sturen.' © JELLE VERMEERSCH

Gewezen minister van Ontwikkelingssamenwerking en chirurg Reginald Moreels is net terug van een missie in Mosul. ‘België moet stoppen met de luchtaanvallen in Irak en Syrië.’

‘Tien seconden. Meer tijd hebben we vaak niet om een hartverscheurende keuze te maken tussen leven en dood. In tien seconden moeten we beslissen of een patiënt “rood, geel of groen” is. Rode gevallen zijn levensbedreigend en moeten meteen geopereerd worden, gele gevallen zijn urgent maar kunnen enkele uren wachten, en groene gevallen zijn de mensen die bij wijze van spreken nog kunnen spreken. Soms kregen we zo veel rode gevallen tegelijkertijd binnen dat we zelfs tussen hen een keuze moesten maken. Wennen doet het nooit.’

Reginald Moreels (67) zegt het vrij onbewogen terwijl hij op een terras in hartje Oostende van een cappuccino nipt. De wereld waarover hij vertelt lijkt wel erg ver weg. Sinds drieënhalf jaar is Moreels weer chirurg voor Artsen zonder Grenzen, de hulporganisatie waarvan hij in 1984 de Belgische tak hielp oprichten. De voorbije jaren was hij aan de slag in Pakistan, Congo, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Syrië. Over een week vliegt hij terug naar Mosul, de tweede stad van Irak, die tot voor kort in handen was van de Islamitische Staat. In juni staat een missie in Jemen op het programma.

Voor Moreels is het een opmerkelijke epiloog in een leven vol peripetieën. In 1995 werd hij eerst staatssecretaris voor en later minister van Ontwikkelingssamenwerking. Nadien volgde een tocht door de woestijn. Worstelend met anorexia en teleurgesteld in de koers van de toenmalige CVP volgde hij Johan Van Hecke in 2002 van de christendemocraten naar de toenmalige VLD. Twee jaar later haakte hij gedesillusioneerd af. De actieve politiek heeft hij achter zich gelaten, maar zijn engagement lijkt even onafscheidelijk als zijn Gentse tongval.

REGINALD MOREELS: Mosul was waarschijnlijk mijn zwaarste zending ooit. Er zijn dagen waarop ik zonder te rusten 24 uur aan een stuk heb geopereerd. Kogelwonden, mensen die door granaatscherven verminkt zijn, omstanders van zelfmoordaanslagen die hele ledematen kwijt zijn, patiënten met breuken door instortende gebouwen. Er zijn dagen waarop de stroom gewonden nooit opdroogt. Ik heb een scherf ter grootte van een ananas uit een borst gehaald. Een kind met een kogel door het hoofd begeleidde ik naar de dood…

Grijpt het u na al die jaren nog aan?

MOREELS: Absoluut. Wie niet meer aangegrepen wordt door de schandalige gevolgen van geweld zou niet naar daar mogen vertrekken. Elke keer weer kom ik terug vol verontwaardiging van wat mensen elkaar kunnen aandoen. Je moet jezelf natuurlijk een beetje in bescherming nemen: je kunt niet voortdurend naar buiten lopen om te gaan wenen.

Wordt het u dan nooit te veel?

MOREELS: Nee, daar heb je geen tijd voor. Er zijn dagen waarop we wel honderd gewonden binnenkrijgen. De dertig ernstigste gevallen kunnen we behandelen, maar de rest kun je alleen stabiliseren en doorgeven aan andere verzorgingsposten. In Syrië deed ik tussen de operaties door ook weleens een keizersnede. Dat was een welkome afwisseling: nieuw leven in plaats van de dood. In Mosul komen we niet aan keizersneden toe.

Hoeveel merkt u van de aanwezigheid van de IS?

MOREELS: Voor ons geldt het principe van de totale onpartijdigheid en onafhankelijkheid. Dat betekent dat ik iedereen opereer die op de tafel komt te liggen. Ik volg de eed van Hippocrates, en dus opereer ik ook mensen die in normale omstandigheden voor het oorlogstribunaal van Den Haag zouden verschijnen. Ik heb vaak niet eens de tijd om mij af te vragen of iemand voor de IS of al-Qaeda strijdt.

Stel dat u de keuze hebt tussen een zwaargewonde burger en een nog zwaarder gewonde IS-strijder. Wie opereert u eerst?

MOREELS: Degene die het het meest nodig heeft, zelfs als dat een IS-strijder is. Er is wel één uitzondering: de leeftijd. Een kind zal ik sneller opereren dan een tachtigjarige. (stilte) Ik ga ervan uit dat ik al IS-strijders heb geopereerd. Iedereen met een wapen is een potentiële moordenaar.

Waarom gaat u op uw leeftijd niet gewoon lekker op de dijk wandelen?

MOREELS: Wat? Nu?

Bij wijze van spreken. Waarom gaat u niet met pensioen?

MOREELS: Omdat genieten van mijn oude dag niets voor mij is. Ik voel mij nog prima in vorm. Spot ermee zoveel u wilt, maar voor mij is het een kwestie van idealisme en blijvend engagement. En ja, er zit ook een zekere avonturiersgeest in. Ik ben er nog niet klaar voor om dat te laten uitdoven en met pensioen te gaan. Ik ben nog altijd nieuwsgierig naar andere mensen, vooral omdat ik vaststel dat die anderen helemaal niet zo anders zijn dan u en ik. Ik ben 67 jaar, maar ik aanvaard die leeftijd niet.

Vindt u dat u iets te bewijzen hebt?

MOREELS: Nee. Ik ben vrij complexloos over mijn leven. Ik heb geen spijt. Ik spuw ook niet op de politiek. Als ik zie wat onze politici er nu van maken, ben ik gekwetst maar niet verbitterd. Ik volg het politieke spel nog graag, en ik moet zeggen: het kriebelt. Als ik de Franse verkiezingen volg, vind ik het jammer dat ik niet zelf kan stemmen.

Op wie zou u stemmen, als u de Franse nationaliteit zou hebben?

MOREELS: Ik vond Jean-Luc Mélenchon en François Bayrou de beste redenaars. Maar vandaag zou ik op Emmanuel Macron stemmen, het lijkt me duidelijk dat hij zal winnen.

U hebt een voorkeur voor de socialistische kandidaten.

MOREELS: Ik heb in mijn leven altijd getracht om de filosofie van het personalisme waar te maken. Pas door het contact met de andere word je echt mens. Dat personalisme vind ik politiek het best vertaald in de linkerkant van de christendemocratie. Als ik een borstkas open, vind ik aan de linkerkant een hart. Aan de rechterkant zit niets.

Voor wie zou u in België stemmen?

MOREELS: Ik bevind me nog altijd aan de linkerkant van de CD&V, al heb ik ook sympathie voor de groenen. De Open VLD is geen optie voor mij: mijn passage daar heeft mij te veel geschaad. Ik was wél aangenaam verrast door het prachtinitiatief van Alexander De Croo (Open VLD), toen hij opriep om de wapenexport vanuit Wallonië te stoppen.

Is dat geen makkelijke kritiek van De Croo? Als federaal minister heeft hij niets te zeggen over een regionale aan-gelegenheid.

MOREELS: Het is jammer dat zo’n oproep zo snel een communautair tintje krijgt, terwijl je De Croo er toch moeilijk van kunt verdenken dat hij de grote volksnationalist is. Ik vind dat een land de courage moet hebben om de wapenfabriek van FN te sluiten. Ik heb indertijd nog gepleit voor een formeel bindend verbod op export aan landen die in een oorlog verwikkeld zijn. Saudi-Arabië ís een land in oorlog: zowel in Syrië als in Jemen speelt het een heel kwalijke rol. Maar daar raakt men niet aan, want de Saudi’s hebben hier overal investeringen lopen.

Wat vond u van de reactie van Paul Magnette (PS)?

MOREELS: De aankondiging dat Wallonië gewoon wapens blijft leveren aan Saudi-Arabië heeft zijn bewonderenswaardige discours tegen het vrijhandelsakkoord CETA helemaal onderuitgehaald. Je kunt geen protectionist zijn als het om je eigen economische beleid gaat en tegelijk de ultieme vrijhandel prediken als het over wapenexport gaat. Op ethisch gebied zitten de socialisten in een niemandsland.

Je hoort vaak: als België die wapens niet levert, doet iemand anders het wel.

MOREELS: Volgens hetzelfde argument kun je zeggen dat je je afval maar op straat moet gooien want iedereen doet het toch. Als oorlogschirurg zie ik de gevolgen van al die gesofisticeerde wapentuigen die in mijn eigen land worden geproduceerd. Daar schaam ik mij dood voor.

België steunt de internationale coalitie tegen de IS met gevechtsvliegtuigen. Moeten we daarmee stoppen?

MOREELS: Ik vind van wel.

Dan laten we het initiatief volledig aan de Russen, die nog veel meer doden maken met hun bombardementen.

MOREELS: Ik zit niet in de positie van Donald Trump of Vladimir Poetin. Als ik de collateral damage zie, vind ik dat elke kleine geste de moeite waard is om slachtoffers te voorkomen. West-Mosul is een dichtbevolkt gebied, vol kleine straatjes. Je wéét dat bombardementen daar ongelooflijk veel slachtoffers zullen maken.

Wat zou u de coalitie adviseren?

MOREELS: We moeten overwegen om grondtroepen te sturen. Dan zouden we huis per huis kunnen checken of er nog vijanden aanwezig zijn. Tijdens mijn laatste dagen in Mosul merkte je al dat we in het stadium van de straatgevechten waren beland, waarbij druppelsgewijs slachtoffers binnenkwamen.

Wat vond u van de uitspraken van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA)? Hij verweet Artsen zonder Grenzen mensensmokkel te stimuleren.

MOREELS: Ik vond die uitspraak heel eigenaardig voor een lid van de regering. Men zegt dat Theo Francken altijd goed geïnformeerd is over migratie, maar daar heb ik toch mijn twijfels bij. De boten van Artsen zonder Grenzen zijn er pas gekomen ná Mare Nostrum, de reddingsoperatie van de Italiaanse kustwacht in 2014. Hij had ook kunnen weten dat er voor onze reddingsoperaties al duizenden mensen verdronken. Boot-vluchtelingen ontvluchten hun land, betalen een fortuin aan mensensmokkelaars en ontsnappen soms ternauwernood aan de dood. Hoe bestá je het om dan als staatssecretaris te zeggen dat hulporganisaties ze beter niet redden? In plaats van al die negatieve praat over hulpverleners had Francken beter eens Europa een schop onder zijn gat gegeven, want Europa vertikt het de mensensmokkel aan te pakken.

Hoe zou u het vluchtelingenvraagstuk aanpakken?

MOREELS: Ik heb altijd gepleit voor quota. Niet alleen voor hoog- maar ook voor laagopgeleiden. Daarnaast moeten zowel illegalen als legalen toegang krijgen tot de gezondheidszorg en onderwijs, en moeten ze ook tijdens hun procedure al kunnen werken. Maar ik pleit vooral om grensposten in Noord-Afrika op te richten en daar de triage te doen: wie kan blijven, wie heeft geen recht op asiel? Met zijn 560 miljoen inwoners vangt Europa een dik miljoen vluchtelingen op. Dat is niet bepaald een overrompeling.

Francken schermt met het draagvlak van de bevolking. Vindt u dat een argument?

MOREELS: Ik erken dat een politicus daarmee rekening moet houden. Maar burgers hebben ook respect voor staatssecretarissen die niet meehuilen met de wolven in het bos. Ik stoor me eraan dat Francken altijd zo negatief spreekt over vluchtelingen. Ik kan hem geruststellen: de oorlogsvluchtelingen voor wie we zo bang zijn, zullen hier niet lang blijven. Iedereen die ik verzorgde, wilde maar één ding: zo snel mogelijk terugkeren om hun huis op te bouwen.

U hebt altijd voor een ruimhartig asielbeleid gepleit. Vindt u uw standpunt nog ergens terug?

MOREELS: Ik heb respect voor de posities van Nahima Lanjri en Sabine de Bethune (beiden CD&V). Ik zou er graag eens over in debat gaan met Theo Francken. Ik denk dat ik mijn mannetje zou kunnen staan. Ik was ooit de eerste CD&V’er die in debat ging met Filip Dewinter (Vlaams Belang).

U was altijd tegen een cordon sanitaire rond het VB. Waarom?

MOREELS: Ik vind dat je zelfs met extremisten moet blijven praten. Bij ons, maar ook in het Midden-Oosten. Mosul is een symbolische stad. Het leger rukt op naar de fameuze moskee waar Abu Bakr al-Baghdadi, de leider van de IS, een tijd geleden het kalifaat uitriep. Zo’n terroristische leider kan best een intellectueel zijn, ook al loopt er spiritueel misschien veel mis bij dat soort mensen. Hoewel het onze vijanden blijven, moet je toch proberen om met hen te onderhandelen, bijvoorbeeld om de burgerbevolking uit Mosul te laten evacueren.

Denk u echt dat de IS bereid zou zijn om te onderhandelen?

MOREELS: Ik denk dat iedere mens, hoe slecht ook, aangesproken kan worden. Uw lezers zullen wellicht denken dat ik compleet zot en naïef ben geworden, maar ik geloof daar echt in. Wie met anderen praat, zal beter begrijpen hoe zij zich voelen. De eerste vorm van conflictpreventie is je verplaatsen in de geest van de anderen. Zelfs in de geest van je ergste vijand.

Geldt dat ook voor fanatici die bereid zijn zich op te blazen voor hun geloof?

MOREELS: Het is het proberen waard.

Vindt u dat iemand zoals Theo Francken is opgeschoven in de richting van het Vlaams Belang?

MOREELS: Ik zie niet veel verschil meer tussen de N-VA en het Vlaams Belang als het gaat over asielbeleid en de aanpak van de vluchtelingencrisis. Ik kan echt niet overweg met een volksaard die zegt dat het eigen volk primeert en dat de grenzen op slot moeten. Ik werk voor een organisatie die niet voor niets Artsen zonder Grenzen heet.

Betekent werken voor Artsen zonder Grenzen automatisch ook pleiten voor een warm asielbeleid?

MOREELS: Nee, maar naarmate je ervaring opdoet, neig je vanzelf naar die kant. Het betekent niet dat we allemaal pleiten voor open grenzen en álle asielzoekers willen toelaten. We zijn wel fundamenteel voor het helpen van álle mensen die zowel legaal als illegaal het land binnenkomen. Ik vind het bijvoorbeeld knap dat Artsen zonder Grenzen sinds de deal met Turkije alle financiële steun van de Europese Unie weigert. Dat is een principiële en moedige houding.

De Nederlanders hebben al meer dan 30 miljoen euro ingezameld in de strijd tegen de hongersnood in Afrika. De Vlamingen houden de hand op de knip. Maakt dat u kwaad?

MOREELS: Nederlanders waren altijd al vrijgeviger dan Vlamingen. Toch is Vlaanderen echt rijk: meer dan 5 procent van de bevolking heeft een vermogen van meer dan 1 miljoen euro. Ach ja, je kunt maar rijk worden als je weinig weggeeft. Er is een zekere donormoeheid, maar Artsen zonder Grenzen heeft in Vlaanderen duizenden financiële donoren en die haken gelukkig niet af. Misschien aarzelen Vlamingen ook om geld over te schrijven voor de crisis in Mosul omdat ze vinden dat de mensen daar hun problemen maar eerst onder elkaar moeten uitvechten. Voor zwarte uitgemergelde kindjes heeft de Vlaming sneller medelijden.

Hoe kijkt u terug op uw politieke carrière?

MOREELS: Met dankbaarheid. Ook al is Ontwikkelingssamenwerking misschien maar een bijpostje in de federale regering – een appendix, om het in medische termen te zeggen. Maar het is een interessant kabinet waar je zowel sociaal als internationaal actief bent, waar je over verdragen moet onderhandelen, financiële middelen beheert en je interessante mensen ontmoet op de meest uiteenlopende plekken in de wereld.

U hebt ooit gezegd dat u de functie van minister van Ontwikkelingssamenwerking weer sexy hebt gemaakt.

MOREELS: Ik heb er ongetwijfeld een sterker departement van gemaakt. Toen ik er aankwam, was het een vastgeroest, bureaucratisch en technocratisch ministerie. Ik heb er schandalen en corruptie moeten opkuisen – en dus ook veel tegenstand gekregen – maar het is gelukt.

U bent er wel niet in geslaagd om de dalende budgetten voor ontwikkelingshulp te stoppen.

MOREELS: Herman Van Rompuy (CD&V) zei me altijd: ‘Zorg eerst dat je het gekregen geld ook effectief uitgegeven krijgt.’ Want daar slaagde het departement toen niet in. Op een bepaald ogenblik gaf Ontwikkelingssamenwerking maar de helft van het toegezegde budget ook effectief uit op het terrein, aan de mensen die het nodig hadden. Ik heb geen enkele moeite om toe te geven dat ook ik fouten heb begaan.

Hebt u spijt van uw overstap naar de VLD?

MOREELS: Nee, omdat ik uit loyaliteit ben overgestapt. Johan Van Hecke heeft mij een unieke kans gegeven. Er zijn slechts drie Artsen zonder Grenzen die ooit een uitvoerend mandaat hebben gehad, en ik ben er één van. Toen Johan in de patatten zat door zijn affaire met Els De Temmerman en ontslag nam als partijvoorzitter van de CVP, vroeg hij me om hem niet te laten schieten. Nadat Van Hecke ons bij Guy Verhofstadt (VLD) had binnengebracht, zijn onze wegen snel gescheiden. Willy De Clercq vertelde me na mijn overstap: ‘Reginald, jij bent geen liberaal. Verkracht uw natuur toch niet.’

Had hij gelijk?

MOREELS: Natuurlijk. Ik ben dan ook spontaan teruggekeerd.

Getuigt die episode niet van enig opportunisme?

MOREELS: Als ik echt een opportunist was geweest, dan was ik nooit teruggekeerd. Ik heb van de partijtop nog het aanbod gekregen om aids-ambassadeur te worden. Een prachtige functie, maar ik heb ze geweigerd. De Van Heckes en de Turtelbooms die gebleven zijn, hebben wél allemaal mooie postjes gekregen.

Zou u nog willen deelnemen aan verkiezingen?

MOREELS: Willen misschien wel, maar ik ben ondertussen al 67 jaar. Hoe ouder, hoe minder kansen in de politiek. Toch denk ik dat heel wat mensen nog op mij zouden stemmen.

Zou u nog altijd voor de CD&V willen uitkomen?

MOREELS: Ik zou de linkervleugel van de christendemocraten kunnen versterken. Ik zie geen andere partij.

Volgens Wikipedia bent u nog vrijmetselaar geweest.

MOREELS: (fronst) Ik ben nooit bij de loge geweest, ook al respecteer ik de loge vanwege haar mooie handvest. Ik ben een gelovige christen. Tien, vijftien jaar geleden heb ik weliswaar een agnostische periode gekend, maar ik denk dat mijn geloof door die periode is versterkt. Je kunt niet geloven als je niet kunt twijfelen. Geloof staat voor mij gelijk aan twijfel.

Waarom hebt u die agnostische periode achter u gelaten? Wat gaf de doorslag?

MOREELS: Het appel. Dat is zoals een priester een roeping krijgt. Het is ingaan op een Stem, met hoofdletter, die je denkt te horen. Trouwens, ik heb dat appel lang geleden ook al eens gekregen. Mijn echte roeping was om priester-dokter te worden. Ik wilde jezuïet zijn, maar dat kon niet op dat moment. Maar goed, spijt heb ik niet, ik heb een prachtig leven gekregen.

Als u in Mosul aan het opereren bent, en u ziet de ellende die mensen elkaar aandoen, wordt uw geloof dan versterkt of verzwakt?

MOREELS: (lange stilte) Het houdt stand. Ik geloof wel niet in de volkswijsheid dat de mens zijn goede én zijn slechte kanten heeft. Ik neem daar geen vrede mee. Is de mens inherent goed of slecht? Ik worstel enorm met die vraag. Ik ben over dat dilemma een essay aan het schrijven, binnenkort ga ik het in een abdij afwerken. De mens heeft een natuur die misschien wel kan veranderen. De maatschappij kan van iemand een slecht mens maken, terwijl de opvoeding of een opleiding van een slecht mens weer een beter mens kan maken. Ik bekijk het vanuit filosofisch, neurofysiologisch, persoonlijk en genetisch standpunt.

Welke richting gaat het uit?

MOREELS: Ik ben vertrokken van het idee dat de mens een slechte oorsprongsnatuur heeft, en heimelijk hoopte ik te eindigen met de conclusie dat de mens van nature toch goed is. (stilte) Maar ik twijfel. Je kunt niet zeggen dat de mens een sapiens is als je ziet wat er in Mosul gebeurt, of wat er zich afspeelde in de concentratiekampen.

Door MICHEL VANDERSMISSEN en JEROEN ZUALLAERT, foto’s JELLE VERMEERSCH

‘Paul Magnette? Je kunt geen protectionist zijn voor je eigen economische beleid, en de ultieme vrijhandel prediken als het over wapenexport gaat.’

‘In plaats van al die negatieve praat over hulpverleners had Francken beter eens Europa een schop onder zijn gat gegeven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content