Terwijl hij in eigen rangen constant binnenbrandjes moet blussen, probeert Bruno Valkeniers het Vlaams Belang een nieuwe adem in te blazen. ‘Maar de federale verkiezingen van 2011 komen wellicht te vroeg voor een heropstanding’, zegt hij.

Hij houdt niet zo van al die media-aandacht en nog steeds is hij zenuwachtig voor elk interview. ‘Dat is misschien wel waar ik het meest aan heb moeten wennen na mijn overstap van het zakenleven naar de politiek’, zegt Bruno Valkeniers (Vlaams Belang). ‘Alles wat je doet en zegt wordt geregistreerd. Daar blijf ik het moeilijk mee hebben.’

Twee jaar geleden werd enige kandidaat Valkeniers verkozen tot voorzitter van het Vlaams Belang. Frank Vanhecke was net vakkundig aan de kant geschoven, met de Lijst Dedecker was er een te duchten concurrent opgedoken, en de partij moest zich voorbereiden op de Vlaamse verkiezingen van 2009. Die draaiden echter desastreus uit en daardoor werd Valkeniers de eerste VB-voorzitter die zijn partij naar een nederlaag had geleid.

Sindsdien is alle samenhang zoek en haalt het Vlaams Belang nog haast uitsluitend het nieuws met smeuïge verhalen en intern gebakkelei. In oktober vorig jaar bijvoorbeeld werd Valkeniers’ voorstel voor een nieuw partijbestuur weggestemd omdat er eerst meer duidelijkheid moest komen over de richting die hij uit wilde. Na veel gepalaver werd Marie-Rose Morel uiteindelijk toch geen ondervoorzitster en sms’te een woedende Frank Vanhecke zijn ontslag uit het partijbestuur door. Toen bleek dat Morel zelfs geen zetel in de raad van bestuur van de VRT kreeg, stookten zij en haar geestesgenoten het vuurtje nog wat meer op. En ook Vlaams Parlementslid Pieter Huybrechts zorgde voor ophef: hij wou zijn mandaat niet afstaan en schreeuwde dan maar in het wilde weg dat zijn partijvoorzitter schandalig veel verdient. Oudgedienden Filip Dewinter en Gerolf Annemans, die niet van plan zijn om de touwtjes zomaar uit handen te geven, probeerden ondertussen krampachtig de aandacht af te leiden.

En de voorzitter? Die bleef zo onpartijdig mogelijk, wikte elk woord en hoopte dat de rust uiteindelijk vanzelf zou terugkeren. Of dat zijn partij door een speling van de actualiteit alsnog de wind in de zeilen zou krijgen. Even leek dat nog te gebeuren ook toen de incidenten in de Brusselse Kuregemwijk het nieuws gingen overheersen. Maar ook die veiligheidsproblemen, die traditioneel tot de corebusiness van het Vlaams Belang behoren, konden de partij haar drive niet teruggeven. Want ook de andere Vlaamse partijen struikelden de voorbije weken over elkaar om een harde aanpak van de criminaliteit in de hoofdstad te promoten.

Valkeniers: ‘Brussel is een failed state, en dat wordt nu eindelijk door alle Vlaamse politici erkend. Maar wat doen ze eraan? Ze houden het bij wat gerommel in de marge en durven de essentie van het probleem niet aan te pakken. Aan de Brusselse wantoestanden, de baronieën en het gebrekkige beleid, wordt niets fundamenteels gedaan. Want dergelijke ingrepen stoten nog altijd op een hardnekkig non van de Franstalige partijen. Met de Parti Socialiste op kop.’

Met een nultolerantiebeleid pak je dus alleen de symptomen aan en niet de oorzaak?

BRUNO VALKENIERS: Inderdaad. Maar dat neemt niet weg dat je ook die symptomen moet bestrijden. Want ondertussen staat Brussel natuurlijk wel in brand en durven de bewoners van sommige wijken hun huis niet meer uit. Autochtonen maar ook sommige allochtonen voelen zich bedreigd. Dat mogen we niet laten gebeuren, en dus is nultolerantie echt noodzakelijk.

Volgens uw partijgenoot Bart Debie is het niet realistisch om in Brussel nultolerantie in te voeren.

VALKENIERS: Dat klopt niet. Nultolerantie is best haalbaar op voorwaarde dat ook de scholen en justitie volgen.

Uw partij was bijlange niet de enige die de afgelopen weken voor een hardere aanpak pleitte. De concurrentie lijkt steeds groter te worden.

VALKENIERS: Als sommige van onze standpunten mainstream zijn geworden, bewijst dat alleen maar de relevantie van het Vlaams Belang. Toch heb ik ervan opgekeken dat nu zelfs linkse partijen en groepen onze ideeën overnemen.

Beschouwt u die mensen als uw medestanders?

VALKENIERS: De een al meer dan de ander. Steeds meer mensen verkondigen tegenwoordig uitgesproken meningen over de Vlaamse identiteit en over de islam. Allemaal ideeën die wij het eerst hebben gelanceerd. Maar het Vlaams Belang is nog altijd de enige partij die het hele verhaal vertelt. Als wij het veiligheidsprobleem analyseren, benadrukken we ook het belang van onze eigen Vlaamse normen en waarden en die discussie is voor ons onlosmakelijk verbonden met de migrantenproblematiek. Nogal wat islamitische waarden staan nu eenmaal haaks op de onze. Sommige linkse mensen, zoals Luckas Vander Taelen van Groen!, maken wel een correcte analyse maar durven geen echte oplossingen aan te reiken. Ze zeggen wel a maar niet b, want ze blijven in hun typische cultuurrelativisme steken.

Andere opiniemakers, zoals Benno Barnard en Wim Van Rooy, durven wel veel verder te gaan en sluiten op dat vlak dan ook meer bij onze overtuiging aan. Ook zij beseffen dat veel problemen maar kunnen worden opgelost als we op zoek gaan naar onze eigen identiteit.

Zoals de enquête die in Frankrijk voor zoveel heisa heeft gezorgd?

VALKENIERS: In Frankrijk hebben ze inderdaad het lef gehad om dat debat aan te gaan. Bij ons durft men dat duidelijk niet. Het is dan ook veel gemakkelijker om te doen zoals Guy Verhofstadt (Open VLD), die president Nicolas Sarkozy met holle frasen een veeg uit de pan gaf en heel Frankrijk de les las. Waarom deed hij dat? Om zijn eigen land een signaal te geven natuurlijk! Verhofstadt wil koste wat het kost vermijden dat we hier een soortgelijke discussie zouden voeren. Want wat zou er gebeuren als België dat debat aanging? Dan splitste het land! Dan zouden we onvermijdelijk tot de conclusie komen dat Vlaanderen en Wallonië geen gemeenschappelijke identiteit hebben.

Gelooft u echt dat er ook maar iemand beter zou worden van zo’n identiteitsonderzoek?

VALKENIERS: Natuurlijk. Wel zouden veel politici niet gelukkig zijn met de resultaten. Maar dat is dan de prijs die ze moeten betalen voor meer democratie.

Méér democratie?

VALKENIERS: Wat anders? Kijk naar Zwitserland: daar is er een verbod op minaretten ingevoerd om de simpele reden dat meer dan 60 procent van de bevolking dat wou. Zoiets vind ik heel democratisch.

Beschouwt u het ondertussen nog altijd als uw missie om het cordon sanitaire te doorbreken?

VALKENIERS: Dat is geen doel op zich. Maar door het cordon sanitaire worden minderheden in dit land meerderheden en worden er constant tegennatuurlijke coalities gevormd. Zolang het cordon bestaat, kan de Belgische ziekte dus niet worden uitgeroeid en zullen politici zichzelf blijven wijsmaken dat ze voor veranderingen zullen zorgen zonder dat er ooit iets gebeurt. Tal van Vlaamse opiniemakers hebben zich trouwens al uitgesproken tegen het cordon.

Was het cordon niet de levensverzekering van uw partij?

VALKENIERS: Dat is het lange tijd geweest, maar nu zijn we op een punt aanbeland dat Vlaanderen andere coalities nodig heeft. Dat betekent echter niet dat we zomaar bereid zouden zijn om in een coalitie te stappen. Om te beginnen zullen we nooit tot een Belgische regering toetreden. Wij willen pas aan het beleid deelnemen als de anderen bereid zijn het Belgische paradigma te verlaten. Nooit zullen wij in een coalitie stappen die het status-quo in stand wil houden of genoegen neemt met communautaire borrelnootjes.

U suggereert dat uw partij de N-VA niet is?

VALKENIERS: Ik wens de N-VA veel geluk met zijn participationisme, hoor. Maar ik geloof daar niet in. Wat heeft die aanpak tot nu toe opgeleverd? Een paar staatshervormingen waar wel goede kanten aan zaten maar waarvoor ook toegevingen zijn gedaan die ons alleen maar verder van een onafhankelijk Vlaanderen hebben verwijderd. Daardoor is de Belgische ziekte langzaamaan ook Vlaanderen binnengesijpeld. Zelfs econoom Geert Noels waarschuwt nu al voor de wallonisering van Vlaanderen.

Wat wou u precies bereiken toen u de N-VA vorige maand uitdaagde om uit de Vlaamse regering te stappen en samen met het Vlaams Belang aan een onafhankelijk Vlaanderen te werken?

VALKENIERS: De N-VA staat vandaag in een wijde spagaat. Dat kan iedereen zien. Aan de ene kant zijn er de voormalige christendemocratische kiezers die op communautair vlak niet echt ver willen gaan. Aan de andere kant is er een radicale fractie die een onafhankelijk Vlaanderen nastreeft en zeer dicht bij ons staat. Die spreidstand zal gaandeweg alleen maar oncomfortabeler worden. Vandaag verkeert de N-VA dan wel in een staat van genade, maar dat zal niet blijven duren. Niet alleen omdat het om een conjunctureel fenomeen gaat maar ook omdat de kiezers op termijn resultaten zullen willen zien.

Ondertussen zijn wij niet van plan om toe te kijken hoe deN-VA ons veld inneemt. Het Vlaams Belang is in Vlaanderen nog altijd de grootste oppositiepartij en die positie zullen we echt niet uit handen geven. Daarom starten we in het voorjaar een imagocampagne om het Vlaamse onafhankelijkheidsthema te claimen. Vorige maand hebben we trouwens al een colloquium georganiseerd over de ordelijke opdeling van België. Want zolang dit land blijft bestaan, zal de chaos alleen maar toenemen. Dus moeten we dringend scenario’s uittekenen voor als Vlaanderen onafhankelijk wordt.

U kunt toch niet echt hebben geloofd dat N-VA-voorzitter Bart De Wever zou ingaan op uw voorstel om uit de Vlaamse regering te stappen?

VALKENIERS: (glimlacht) Het is niet noodzakelijk te hopen om te ondernemen, noch te slagen om te volharden.

U wou de Vlaamsgezinde achterban een duidelijk signaal geven dat alleen uw partij echt voor Vlaamse onafhankelijkheid gaat?

VALKENIERS: Nee, ik heb duidelijk opgeroepen tot frontvorming. Daarvoor baseerde ik me op het feit dat de N-VA, de Lijst Dedecker en het Vlaams Belang volgens de peilingen samen zo’n 40 procent van de stemmen behalen. Dankzij een strategische samenwerking – en dat hoeft niet eens een Forza Flandria te zijn – zouden we zelfs nog meer intellectuele en culturele milieus van de Vlaams-republikeinse zaak kunnen overtuigen. Ik geloof echt dat we dan samen wel eens boven de 50 procent zouden kunnen uitkomen.

Volgens Bart De Wever zou u de Vlaamse zaak beter dienen door het Vlaamse discours niet de hele tijd met een antivreemdelin- genboodschap te vermengen.

VALKENIERS: Wat een onzin! Hoe kun je onze Vlaamse identiteit nu los zien van de problematiek van de vele vreemdelingen in dit land? Waarom heeft iedereen het er toch zo moeilijk mee om toe te geven dat er hier veel te veel niet aangepaste migranten leven die zich tegen onze identiteit afzetten?

Omdat het dergelijke stellingen zijn die uw partij in het cordon sanitaire hebben doen belanden?

VALKENIERS: Dan is dat maar zo. Als het Vlaams Belang soft en salonfähig moet worden om tot het beleid te mogen toetreden, dan hoeft het voor mij niet. Het klopt niet dat wij de sleutel in handen hebben om het cordon te doorbreken. Als we morgen ons hele programma afzweren, zullen we wellicht mogen meedoen. Dat wel. Maar dan houdt het Vlaams Belang ook op te bestaan, en dat is niet meteen onze bedoeling.

Is iedereen in uw partij er al van overtuigd dat het een goede zaak zou zijn om het cordon te doorbreken?

VALKENIERS: Wel als ik het op die manier uitleg.

Ook kopstukken als Gerolf Annemans en Filip Dewinter die te aangebrand zijn om ooit nog aan de macht deel te nemen?

VALKENIERS: Veel van onze boegbeelden staan echt niet te springen om schepen of minister te worden. Zij vinden het veel belangrijker dat onze partij niet langer alleen gelijk heeft maar ook gelijk krijgt. Daarnaast staan er in het Vlaams Belang ook vele nieuwe mensen klaar die in de toekomst zeker van zich zullen laten horen.

Ondertussen blijft het rommelen in uw partij.

VALKENIERS: Dat komt door een samenloop van omstandigheden. We hebben concurrentie gekregen, voor het eerst een verkiezingsnederlaag meegemaakt en daardoor een aantal interne hervormingen moeten doorvoeren. Dat is voor geen enkele partij gemakkelijk. Dat het partijbestuur bijvoorbeeld is ingekrompen, zorgt automatisch voor ongenoegen bij mensen die er niet meer bij zijn. Dat is alleen maar menselijk. Belangrijker is dat de partij nu echt door een groep partijgenoten wordt geleid die helemaal op dezelfde lijn zitten. De tijd dat een drietal kopstukken alle touwtjes in handen had, ligt definitief achter ons.

Weten die kopstukken dat zelf al?

VALKENIERS: Een politieke partij is per definitie een verzameling ego’s. Mensen als Filip Dewinter en Gerolf Annemans hebben jarenlang enorm goed gescoord en willen dat ook blijven doen. Gelukkig maar. Dat neemt niet weg dat ik ook wil inzetten op verjonging en vernieuwing.

Met Filip De Man als voorzitter van de partijraad en Marijke Dillen als ondervoorzitster van de partij lijkt het Vlaams Belang nochtans meer dan ooit in de greep van Filip Dewinter te zitten.

VALKENIERS: Ik weet dat sommigen daar zo over denken en ik kan dat alleen maar ontkennen.

Hoe komt het dat de rangen in uw partij zo lang gesloten zijn gebleven en het ongenoegen nu constant naar buiten komt?

VALKENIERS: Goeie vraag. (zucht) Die gedanken sind frei, hè. Als voorzitter kan ik er alleen maar op aandringen dat iedereen zijn mening bínnen de partij ventileert. Onze interne discussies hoeven niet naar buiten te komen, want daar wordt Vlaanderen niet beter van. Integendeel.

Dus zult u Marie-Rose Morel op de een of andere manier de mond moeten snoeren?

VALKENIERS: Ik wil niemand de mond snoeren. Wel vraag ik iedereen met aandrang om interne discussies binnen de partij te houden. Meer niet.

Sommige Vlaams Belangers noemen Morel een tikkende tijdbom. Klopt dat beeld?

VALKENIERS: Voor alle duidelijkheid: ik behoor niet tot het ene of andere kamp. Het enige kamp dat voor mij telt, is het Vlaams Belang. Maar als die externe discussies blijven aanhouden, zal dat de partij onvermijdelijk schade berokkenen.

Dan zult u Marie-Rose Morel en eventueel ook haar sidekick Frank Vanhecke uit de partij moeten zetten?

VALKENIERS: Dat ben ik niet van plan en ik hoop ook dat het nooit zover zal komen. In onze partij is er plaats voor iedereen. Op voorwaarde tenminste dat men zich achter ons programma en onze visie- en strategietekst schaart, en bereid is om zoveel mogelijk mensen van onze politiek te overtuigen. Daar moet iedereen zich naar schikken. Van hoog tot laag.

Sommigen vinden dat u niet hard genoeg bent om het Vlaams Belang te leiden.

VALKENIERS: Ach, er is niets zo gemakkelijk als met harde hand regeren. Maar wat bereik je daarmee? Ik ben een spelverdeler. Altijd geweest. Ik laat anderen graag scoren en ik wil mensen helpen om boven zichzelf uit te stijgen. Maar dan wel tot nut van de gemeenschap.

Kamerlid Luc Sevenhans, die een tijd geleden naar de N-VA overliep, noemt u aangeschoten wild omdat het Vlaams Belang onder uw voorzitterschap de verkiezingen heeft verloren. Voelt u zich aangesproken?

VALKENIERS: ( grinnikt) Niet echt, nee. Toen ik twee jaar geleden voorzitter werd, heb ik een moeilijke opdracht aanvaard en die ben ik nu aan het uitvoeren. Mocht ik op een bepaald moment het gevoel krijgen dat het me niet lukt of dat de basis wil dat ik vertrek, dan zal ik mijn conclusies trekken. Maar dat is vooralsnog niet het geval.

Ondertussen lijkt u zich alvast minder zorgen te moeten maken over de concurrentie van de Lijst Dedecker.

VALKENIERS: Dat weet ik nog niet zo zeker. Wel heeft de LDD natuurlijk een grote handicap: het is en blijft een eenmanspartij. Dat geldt op een bepaalde manier trouwens ook voor de N-VA, want daar is het al Bart De Wever wat de klok slaat. Die man wordt echt gehypet en dat zal binnen de kortste keren problematisch worden voor de N-VA. Want op den duur valt De Wever natuurlijk samen met de partij, en vice versa. Dat zou echt niets voor mij zijn; ik ben allesbehalve jaloers op Bart De Wever.

Zou uw partij dan niet gebaat zijn bij een nieuwe Filip Dewinter die de hele partij verpersoonlijkt?

VALKENIERS: Helemaal niet. Wat we nu in de eerste plaats nodig hebben, is een hecht team.

Mikt u op een heropstanding van het Vlaams Belang bij de federale verkiezingen van 2011 of zal daar meer tijd voor nodig zijn?

VALKENIERS:(denkt na) De kans is groot dat de volgende verkiezingen nog te vroeg zullen komen. Ik denk dat veel kiezers nog wat meer tijd nodig hebben om in te zien dat de economische crisis niet zal worden opgelost door het Belgische establishment. Daarnaast is er ook de klacht tegen mijn partij waarover de Raad van State zich moet uitspreken. Daardoor zouden we straks een paar maanden lang zonder partijfinanciering kunnen zitten. Niet plezant natuurlijk, maar electoraal zou het wel in ons voordeel kunnen spelen. Want als de Raad van State ons drooglegt, zal iedereen weten dat het om een politieke uitspraak gaat. En dat zullen de Vlamingen niet pikken. Zoveel rechtvaardigheidsgevoel hebben ze wel.

DOOR ANN PEUTEMAN / FOTO’S FRANKY VERDICKT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content