Hoe Martínez bondscoach werd

© © Reuters

Tot ieders verbazing belandde een Spanjaard zonder spraakmakend palmares in de dug-out van de Rode Duivels. Reconstructie van de aanwerving van Roberto Martínez.

Op vrijdag 15 juli ontslaat de Belgische Voetbalbond (KBVB) Marc Wilmots. Geen verrassend vertrek, gezien de ontluisterende uitschakeling tegen Wales twee weken eerder op het EK in Frankrijk. De Rode Duivels roeren zich niet, niet om Wilmots te verdedigen, noch om hem buiten te werken. Hun mening wordt niet gevraagd en doet ook weinig ter zake, want het probleem zit hoger in de hiërarchie: het botert niet meer tussen de bondscoach en de top van de KBVB. Na het EK zouden de wegen hoe dan ook scheiden. Wilmots beseft dat zijn positie onhoudbaar is, maar laat het initiatief aan de tegenpartij. De onderhandelingen over zijn ontslagvergoeding verlopen minder netelig dan men bij de KBVB had gevreesd. Goed nieuws: zo kan men snel op zoek naar een opvolger, die anderhalve maand later de eerste wedstrijden van het nieuwe interlandseizoen moet afwerken.

Officieel wordt de KBVB geleid door voorzitter François De Keersmaecker, maar het is geen geheim dat Bart Verhaeghe de echte sterke man is aan de Houba De Strooperlaan. De voorzitter van Club Brugge werd na het EK ondervoorzitter van de Bond, een regeling die eind vorig jaar al werd afgesproken. Verhaeghe zet de sollicitatieprocedure voor de nieuwe nationale coach helemaal naar zijn hand. Er wordt een vacature opgesteld die men openlijk op de KBVB-website plaatst. Het levert veertig ernstig te nemen sollicitaties op, naast uiteraard een leger grappenmakers. Sportkranten van over heel de wereld lachen met het zoekertje, zo’n advertentie is in het topvoetbal ongezien. Een journalist van The Mirror stuurt zijn cv en klaagt dat hij nooit antwoord kreeg.

‘Die open vacature was nochtans net wat Roberto Martínez prikkelde. Hij zei: “Hier denkt men out of the box, weg van de ons-kent-onsmentaliteit die het conservatieve voetbalwereldje zo kenmerkt. Dit is een kans waar ik honderd procent voor moet gaan”‘, vertelt Jesse De Preter, de man die Martínez aanbracht bij de KBVB. De Preter staat bekend als een van de sterkste netwerkers binnen het Belgisch voetbal. De Antwerpenaar leidde Lierse in de jaren dat de Kempense club nog in eerste klasse speelde en schreef mee aan het hervormingsplan van de Voetbalbond. Na Lierse werd hij consultant en spelersmakelaar. De Preter begeleidt onder meer Rode Duivel Jason Denayer en belofte-international Theo Bongonda, die hij beiden kent van de jeugdacademie van Lierse. Hij is een goede kennis van Vincent Kompany, voor wie hij allerhande zakelijke belangen beheerde, en staat dicht bij Bart Verhaeghe, want hij was een tijd kaderlid bij Club Brugge. Atticus Sports, zijn managementbureau, heeft een kantoor in Covent Garden, Londen, waar De Preter het pad kruiste van Martínez.

‘Pas sinds zijn aanstelling als bondscoach is Roberto mijn cliënt. Mannen zoals hij werken niet met een vaste agent, ze bekijken het job per job’, vertelt De Preter. ‘Martínez maakte indruk op mij toen hij manager van Everton was: een jonge, eergierige en hardwerkende coach die openstond voor innovaties. Ik zag hem als een van de coming men onder de toptrainers. Zijn ontslag bij Everton was een onrechtvaardigheid, een samenloop van omstandigheden zoals elke trainer er wel een meemaakt. Toen ik hoorde van de open sollicitatie bij de KBVB dacht ik meteen aan hem. Roberto reageerde enthousiast – ‘een team met een geweldig potentieel’, zei hij – maar dacht dat hij kansloos was: ‘Ze zullen wel voor een grote naam gaan à la Guus Hiddink of Louis van Gaal.’ Maar ik ken Bart Verhaeghe vrij goed. Dat is iemand die out of the box denkt, die een risico durft te nemen.’

‘Ik polste bij Chris Van Puyvelde (technisch directeur bij de KBVB, in principe de rechtstreekse baas van Martínez, nvdr.): is dit het profiel dat jullie zoeken? Willen jullie iemand die al prijzen won, of iemand die nog prijzen gaat winnen? Ik wou vermijden dat zijn naam de pers haalde als Roberto toch geen kans maakte. Hij was op dat moment in gesprek met twee clubs en maakte ook in een ander land kans om bondscoach te worden. Daar was één extreem lucratief aanbod uit China bij waar Roberto acht keer meer kon verdienen dan als Belgisch bondscoach. Ik moet zeggen dat ik nooit iemand zo’n bod heb zien weigeren. Dát, plus een vacature bij een club die sportief uitzonderlijk interessant was, dwong ons snel te handelen.’

Mentale barrière

Het ging gelukkig ook snel. Bij de KBVB had men op dat moment de lijst van veertig cv’s teruggebracht tot vier valabele kandidaten. François De Keersmaecker belt met Dick Advocaat, assistent-trainer bij de Nederlandse nationale ploeg. De Nederlander had de Rode Duivels al eens in de steek gelaten, maar blijkbaar waren er geen bruggen opgeblazen. Toch mag Advocaat niet op gesprek, drie andere coaches wel: Rudi Garcia, Ralf Rangnick en Roberto Martínez. De sollicitaties vinden plaats op het kasteel van Strombeek-Bever, waar het hoofdkantoor van Bart Verhaeghes Uplace is gevestigd. Officieel blijft men weg bij de Bond om lekken te mijden, maar het geeft tegelijk ook aan wie er aan de touwtjes trekt.

Ralf Rangnick valt als eerste af. De gewezen sportdirecteur van Leipzig vindt het niet nodig om naar België te verhuizen; de meeste internationals spelen toch in het buitenland. Rangnick wil Thierry Henry als assistent, een plan dat Martínez uiteindelijk zal kopiëren. Een betere indruk maakt Rudi Garcia. De Fransman had vandaag evengoed bondscoach kunnen zijn. Garcia kent Eden Hazard uit zijn tijd bij Lille en Radja Nainggolan van bij AS Roma, de club waar Garcia tot januari aan de slag was. Zijn sollicitatie maakt indruk, maar die van Martínez is nog straffer. De Spanjaard tekent voor zichzelf een voltijds weekschema uit en zegt de job even intensief te willen beleven ‘alsof hij op een club zou werken’. Al te vaak is bondscoach een uitbolbaan voor oude, uitgebluste trainers, vindt Martínez. Daarom loopt het interlandvoetbal achter op het clubvoetbal.

Zoals alle sollicitanten wordt Martínez gevraagd te analyseren waarom de Rode Duivels op het EK van Italië en Wales hebben verloren. De accentloos Engels pratende Spanjaard haalt zijn laptop boven en geeft een powerpointpresentatie, rijkelijk gestoffeerd met beeldmateriaal. In het nagesprek vermeldt hij wedstrijdfases uit interlands van vier jaar geleden. De bondsmensen eten uit zijn hand. Over zijn aanstelling hoeft niet te worden gestemd, iedereen is overtuigd dat dit de man is die de Bond zoekt. Eén passage uit het interview blijft nazinderen: Martínez vindt dat de Rode Duivels geremd worden door ‘een mentale barrière’. De ploeg won nooit een groot toernooi en heeft het daarom psychologisch moeilijk met haar status als favoriet. Dat doorbreken is voor de nieuwe bondscoach prioriteit nummer één.

Zijn bijna encyclopedische kennis van het Belgisch voetbal verbluft de toehoorders. Heeft hij daar nu op geblokt, vraagt een van de bondsmensen. ‘Natuurlijk niet, ‘ reageert een verraste Martínez, die thuis een analysekamer installeerde met zes beeldschermen. ‘Zoiets weet toch iedere coach die zijn vak ernstig neemt?’

‘Het is een voetbalfan pur sang, een maniak die van het spelletje nooit genoeg krijgt. Ik weet zeker dat hij je van elke Belgische eersteklasser kan vertellen hoe ze voetballen. Sterktes, zwaktes én bepalende spelers’, zegt Andy De Smet, wellicht de Belg die Roberto Martínez het best kent. De Smet was voetbalscout bij RAEC Mons, voor die club failliet ging. Ooit hielp hij de hoofdscout van Wigan aan beelden van Matías Suárez, destijds een transferdoel van de Noord-Engelse club. Als wederdienst mocht De Smet vijf dagen meelopen op Wigan. Martínez was er trainer. ‘Ik volgde een wedstrijdje van de U21. Tijdens de rust wenkte hij mij: “Wat gaat hier nu tactisch mis, Andy?” Ik verbaasde me daarover: een Premier League-trainer die zich niet te goed vindt om in discussie te gaan met een scoutje uit de Belgische eerste klasse, dat toevallig op bezoek was.’ Ze hielden contact en toen Martínez overstapte naar Everton dacht hij aan De Smet, die er de scouting verzorgde voor Frankrijk, België en Nederland. Het contract is nog niet helemaal rond, maar wellicht gaat De Smet nu bij de nationale ploeg aan de slag.

Er zijn nog Belgische links met Martínez, vooral dan uit zijn periode als coach van Everton. Dat hij zo’n voetbalfreak is, gaf de Spanjaard een streepje voor bij Romelu Lukaku, nog zo’n type dat geen tien minuten zonder voetbal kan. Kevin Mirallas is meer een speelvogel en met hem klikte het iets minder. Een derde Rode Duivel die onder Martínez werkte, is Marouane Fellaini. Hij maakte hem mee in zijn laatste weken bij Everton. Een rumoerige tijd, Fellaini wilde een transfer forceren. Ook de relatie met Mirallas en Lukaku liep schaafwonden op. De Smet: ‘Mirallas blesseerde zich, raakte moeilijk weer in de ploeg en vreesde daardoor het EK te missen – wat uiteindelijk ook is gebeurd. Natuurlijk ligt de trainer dan niet in de bovenste la. Ook de frictie met Lukaku kun je terugvoeren op de nationale ploeg. Romelu voelde dat hij bij Everton moest schitteren om zijn positie bij de Rode Duivels veilig te stellen. Hij werd nukkig toen hij eind vorig seizoen een paar weken niet scoorde. Maar als Lukaku terugkijkt, zal hij beseffen dat hij onder geen enkele trainer beter speelde dan onder Martínez. De Lukaku van Everton zag je nooit terug wanneer hij bij de Rode Duivels speelde. Dat lijkt me voortaan ondenkbaar. Martínez haalt altijd het maximum uit zijn teams. En aangezien hij nooit betere spelers onder zich had dan nu, denk ik dat we mooie dingen mogen verwachten.’

Dat er geen kwaad bloed is tussen Martínez en de Belgen met wie hij werkte, moge blijken uit zijn eerste selectie: zowel Lukaku, Fellaini als Mirallas werden opgeroepen. En te zeggen dat die laatste zijn plek bij de Rode Duivels in feite kwijtraakte door Martínez. ‘Iedere voetballer die naast de ploeg valt, is ontevreden, ‘ haalde de nieuwe bondscoach de schouders op, wanneer hij die voor de hand liggende vraag kreeg. ‘Kevin is geweldig aan het seizoen gestart, ik zag hem nooit scherper. Ik heb geen probleem met hem.’

De hamvraag blijft: hoe zal Roberto Martínez de Rode Duivels laten voetballen? In de Premier League had hij de reputatie van een naïeve idealist: alles op de aanval. Uitgekooktere coaches lokten zijn ploegen uit hun tent, en sloegen dan genadeloos toe. Maar de prijs van de sympathie was telkens voor Martínez, of het nu bij Wigan was, waarmee hij uiteindelijk degradeerde, of bij Everton, waar hij een geweldig debuutseizoen draaide, maar daarna twee jaar ontgoochelde. Die opmerking werd hem ook voor de voeten geworpen tijdens de sollicitatie: Martínez was een trainer in opmars, genoemd bij de grootste Engelse clubs, maar hij verloor veel van zijn glans. Hebben we dan te maken met een has-been van amper 43? ‘Ik denk eerlijk gezegd dat dit net het ideale moment is om Martínez aan te stellen: hij heeft zijn eerste ontgoocheling achter de rug, en daar leerde hij ook uit’, reageert makelaar Jesse De Preter. ‘Het maakt hem, zo mogelijk, nog meer vastberaden. Bij de sollicitatie zag ik in ieder geval geen spoor van twijfel.’

Scout Andy De Smet verwacht dominant voetbal van Martínez: ‘Daar staat hij voor, en sowieso kun je bij de Rode Duivels niet anders. Tegenstanders spelen nooit vrank en vrij tegen de Belgen. Je moet elke wedstrijd starten met een plan om het spel open te breken. Wanneer ik vergelijk met het België van voor zijn komst, dan zal Martínez zeker meer beweging willen. Meer verrassing ook. Hij gaat er een aanvalsmachine van maken. Voetbal blijft in de eerste plaats entertainment, met spelers die tegen hun zin op het veld staan, win je nooit. Maar als de vlam in de pan slaat, dan kruipt het publiek erachter en daar wordt een team sterker van. Belangrijk is dat een ploeg in zichzelf gelooft, zich nooit verstopt. De creatieve Rode Duivels moeten het nu doen. Als ze het onder deze coach niet kunnen brengen, dan nooit.’

DOOR JEF VAN BAELEN

Al te vaak is bondscoacheen uitbolbaan voor oude, uitgebluste trainers, vindt Martínez. Daarom loopt het interlandvoetbal achter op het clubvoetbal.

‘Martínez haalt altijd het maximum uit zijn teams. En aangezien hij nooit betere spelers onder zich had dan nu, denk ik dat we mooie dingen mogen verwachten.’Scout Andy De Smet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content