In deze eerste aflevering van een vijfdelige interviewserie legt historicus John Keane uit waarom de Grieken de democratie niet hebben uitgevonden, wat het belang is van nederigheid, en waarom politici die claimen dat ze samenvallen met het volk, gevaarlijk zijn. ‘Democratie is niet iets onvermijdbaars.’

‘Het lijkt zo vanzelfsprekend’, zegt John Keane. ‘Maar dat is het niet. Wij vinden het normaal dat we om de zoveel tijd kunnen gaan stemmen, dat de ene regering op vreedzame wijze de macht overdraagt aan de volgende, dat we een vrije pers hebben, en ga zo maar door. We vergeten weleens dat dat allemaal vruchten zijn van een lang en moeizaam proces. Eeuwenlang gingen mensen ervan uit dat heersers een soort goddelijk voorrecht genoten. Dat idee is fundamenteel onderuitgehaald door het besef dat mensen van vlees en bloed perfect in staat zijn om hun eigen lotsbestemming vorm te geven. Door machthebbers aan te wijzen en te zijner tijd weer af te zetten. De democratie is de meest radicale bestuursvorm die de mens tot dusver heeft uitgevonden. Voor mensen die macht hebben en daar geen rekenschap over afleggen, blijft het de gevaarlijkste utopie van de eenentwintigste eeuw.’

John Keane leidt het Centre for the Study of Democracy aan de University of Westminster in Londen. Vorige maand verscheen van hem de vuistdikke en ronduit indrukwekkende geschiedenis van de democratie: The Life and Death of Democracy.

Als hij de essentie van de democratie door de eeuwen heen in één woord moet samenvatten, dan kiest hij voor: nederigheid. ‘Het grote voordeel van een democratie is dat de mensen met macht permanent tot nederigheid worden gedwongen’, legt hij uit. ‘Waarom hebben we verkiezingen? To throw the buggers out, om die kerels eruit te gooien – al die politici die dom of arrogant zijn geworden, of die verkeerde beslissingen hebben genomen. Bij elke verkiezing zetten we hen weer met twee voeten op de grond, dwingen we hen tot nederigheid.’

Sinds haar ontstaan heeft de democratie twee ingrijpende veranderingen ondergaan, schrijft Keane. Alsof het DNA van de democratie twee keer is gemuteerd. In de eerste democratieën, wat Keane de vergaderdemocratieën noemt, namen alle stemgerechtigde burgers de belangrijkste beslissingen samen. In de zestiende eeuw ontstaat de representatieve democratie, waarbij stemgerechtigde burgers vertegenwoordigers verkiezen. Vandaag leven we volgens Keane in het tijdperk van de monitory democracy, zeg maar de waakzame democratie, die veel meer controlerende en waarschuwende mechanismen kent dan alleen maar het verkozen parlement.

De geschiedenis van Keane begint met een verrassende mededeling: de Grieken hebben ons weliswaar het woord ‘democratie’ – bestuur door het volk – geschonken, maar in tegenstelling tot wat haast iedereen gelooft, hebben ze die bestuursvorm niet uitgevonden. ‘Er is de afgelopen twintig jaar heel wat bewijsmateriaal opgedoken waaruit duidelijk blijkt dat de democratie ongeveer 2500 jaar voor onze jaartelling is ontstaan in Syrië-Mesopotamië, de regio waar nu ironisch genoeg Irak ligt’, zegtKeane. ‘Vandaaruit is de zogenaamde vergaderdemocratie zowel naar het Oosten als naar het Westen verspreid, onder meer naar Griekenland. Het is een mythe dat de Grieken de eerste democraten waren.’

Waar komt die mythe vandaan?

JOHN KEANE: Dat heeft alles te maken met de overtuiging dat het Westen superieur is aan het Oosten, een overtuiging die Edward Saïd ‘oriëntalisme’ noemde. In de achttiende en negentiende eeuw, toen men voor het eerst begon te reflecteren over de geschiedenis van de democratie, ontstond onmiddellijk de neiging om de westerse democratie te contrasteren met het oosterse despotisme. Het resultaat is dat wij vandaag nog steeds opgezadeld zitten met het arrogante dogma dat zegt dat wij in het Westen de uitvinders en bewakers van de democratie zijn, dat de democratie een geschenk van het Westen aan de rest van de wereld is.

Is het dogma vandaag niet sterker dan ooit?

KEANE: Absoluut. Denk maar aan de manier waarop de vorige Amerikaanse president Irak is binnengevallen in naam van de democratie. Het is ongehoord dat onze waarden en idealen worden misbruikt om zulke wandaden goed te praten.

Onder Saddam Hoessein was Irak toch ook niet bepaald een gezonde democratie, toch?

KEANE: Helemaal niet. Maar het besluit om dat land aan te vallen en te bezetten, niet alleen in naam van de democratie maar op basis van enorme leugens over massavernietigingswapens, heeft de regio niet vooruitgeholpen. De manier waarop Afghanistan en Irak zijn aangepakt, is zowat het perfecte voorbeeld van hoe je een land vooral níét moet democratiseren.

Wat leert de geschiedenis ons over gedwongen democratisering?

KEANE: Er bestaan voorbeelden van succesvolle democratisering door militair geweld. De herdemocratisering van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog is een goed voorbeeld, net zoals de start van het democratiseringsproces in Japan. De mars van de napoleontische legers door Europa heeft op verschillende plekken de democratisering in gang gezet, doordat de oude monarchieën door elkaar werden geschud. Dus soms lukt het. Maar meestal niet. Van alle militaire interventies van de Verenigde Staten die zogezegd werden ondernomen met het oog op democratisering, is meer dan tachtig procent mislukt. Democratie is een heel tenger plantje. Het heeft een vruchtbare grond nodig om te kunnen groeien. Het is ook veel makkelijker om te verwoesten dan om op te bouwen. Dat is wat de geschiedenis ons leert.

Toch noemt u oorlog ‘de vroedvrouw van de democratie’.

KEANE: Er zijn momenten in de geschiedenis geweest dat dat inderdaad het geval was. George Orwell schreef dat oorlog grote verheldering kon brengen. Tijdens een oorlog worden minder belangrijke zaken makkelijker opzijgeschoven om plaats te maken voor de essentie, voor kwesties van leven en dood. Omdat er tijdens een oorlog zoveel op het spel staat, is het belangrijk om domheid en arrogantie van machthebbers te voorkomen. In die zin heeft oorlog soms onbedoelde maar gunstige neveneffecten. Na de Tweede Wereldoorlog is de vorm van onze democratie zelfs helemaal gemuteerd. In de tweede helft van de twintigste eeuw ontstonden allerlei nieuwe instellingen, die een nieuw tijdperk hebben ingeluid – dat van de monitory democracy, zoals ik het noem.

Wat is er sindsdien zo anders aan onze democratie?

KEANE: De veelheid aan instellingen en controlemechanismen die in het leven werden geroepen: integriteitscommissies, grensoverschrijdende parlementen, ngo’s die zich vastbijten in de mensenrechten, waarheidscommissies, internationale strafhoven, en ga zo maar door. Democratie en mensenrechten zijn sinds de Tweede Wereldoorlog als het ware onafscheidelijk geworden: het ene kan niet zonder het andere. Al die instellingen werden geboren uit de ervaring van ongecontroleerde macht en totale oorlog. Sinds de totalitaire regimes van Hitler en Stalin beseffen we meer dan ooit dat democratie, zoals Winston Churchill zei, de minst slechte regeringsvorm is die de mensheid tot dusver heeft bedacht. Er bestaat een prachtig boek van Reinhold Niebuhr, The Children of Light and the Children of Darkness, waarin hij uitlegt hoe de ervaring van de totale oorlog de democratie in Europa veel militanter heeft gemaakt. Het simpele vooruitgangsgeloof, dat democratie haast automatisch zou triomferen, heeft een dreun gekregen. Macht moet altijd gecontroleerd worden, of het loopt fout: dat inzicht is door de Tweede Wereldoorlog sterker dan ooit. Democratie is niet iets onvermijdbaars, weten we nu.

Veel mensen denken nog steeds van wel.

KEANE: De illusie van onvermijdbaarheid heeft altijd bestaan. Alsof de democratie een soort natuurproces zou zijn, dat op een haast automatische manier uitbreiding neemt. De Grieken dachten dat al. In de negentiende eeuw geloofden heel wat intellectuelen dat de democratie een soort godsgeschenk was. En meer recent was Francis Fukuyama iemand die er zo over dacht: in de jaren negentig was hij ervan overtuigd dat de geschiedenis een soort eindpunt had bereikt dankzij de globale overwinningen van de liberale democratie. Dat soort overtuigingen bestrijd ik: de democratie is een vrucht van het toeval, een zeer fragiele uitvinding die gemakkelijk kan worden verwoest.

Hoe fragiel zijn onze Europese democratieën vandaag?

KEANE: Er zijn goede redenen om enthousiast te zijn over de tijd waarin wij leven, bijvoorbeeld omdat de hele wereld zo langzamerhand de taal van de mensenrechten spreekt. Anderzijds hebben dertig jaar neoliberalisme ook veel onheil gesticht. We moeten opletten dat we niet slaapwandelend op weg zijn naar de ondergang. De middenklasse is niet langer optimistisch over de toekomst. En er zijn de media die tekenen van decadentie vertonen, waarover we ons zorgen moeten maken. Journalisten staan onder zoveel druk dat ze niet meer de tijd nemen om hun informatie te controleren. Ze schrijven gewoon over wat ze ergens anders gelezen hebben. Met als gevolg dat sommige onderwerpen niet meer aan bod komen, dat bepaalde leugens niet worden weerlegd. Denk maar aan de verhalen over de massavernietigingswapens in Irak, die door haast geen enkele Amerikaanse journalist werden tegengesproken. Of aan de neoliberale dogma’s die ons het afgelopen jaar aan de rand van de afgrond hebben gebracht.

Terug naar de geschiedenis: welke rol heeft religie gespeeld in de verfijning en verspreiding van de democratie?

KEANE: Als je een Franse secularist bent die gelooft in de lekenstaat, dan zul je van oordeel zijn dat we de rol van religie in een democratie het best tot de privésfeer beperken. Verrassend genoeg is dat idee vrij nieuw en uitzonderlijk. De democratie is in haar verschillende fasen altijd nauw verbonden geweest met gevoelens van religiositeit. De Grieken gingen ervan uit dat de goden toekeken als zij samen beslissingen namen: bij een slechte beslissing zouden de goden wraak kunnen nemen, dachten zij. Maar ook de meer recente verworvenheden van onze democratie zijn sterk beïnvloed door religie. De geheime stemming werd bijvoorbeeld uitgevonden door protestantse kolonisten in het negentiende-eeuwse Australië. Zij vonden de daad van het kiezen een zaak van het geweten, waar niemand anders iets mee te maken had: stemmen was voor hen bijna een vorm van gebed, waarbij de burger oog in oog met God komt te staan. Wij zijn dat vergeten, maar het geloof in dat transcendentale principe heeft grote groepen mensen vaak veel hoop gegeven, en moed om de arrogante aardse machthebbers ter discussie te stellen en ter verantwoording te roepen.

Heeft de islam ook een positieve bijdrage geleverd?

KEANE: De standaardvisie is dat de islam niet echt behulpzaam is geweest in de globale democratiseringsprocessen. Alexis de Tocqueville, de Franse aristocraat die begin negentiende eeuw de jonge Amerikaanse democratie bezocht en er de klassieker De la démocratie en Amérique over schreef, was van oordeel dat de Koran en de hele geest van de islam fundamenteel antidemocratisch waren. Daarom ook, vond hij, kunnen moslims het best worden gekoloniseerd, desnoods met geweld. Wat ik in mijn boek aantoon, is dat de vroege islam, van de zesde tot de tiende eeuw, een heel ander beeld oproept, dat een inspiratie zou moeten zijn voor de moslims die vandaag leven. De vroege islam kende een permanente controverse over de legitimiteit van de overheid. En de moskee was een belangrijke plek waar gelovigen als gelijken samenkwamen, niet alleen om te bidden, maar ook om naar politieke speeches te luisteren.

Waar is het misgegaan? Vandaag lijken islam en democratie niet altijd even compatibel.

KEANE: Gaandeweg ontstonden er problemen die gepaard gaan met het besturen van een imperium. Dat kan niet altijd op een even democratische manier. De opkomst van Europa als een machtsfactor heeft ook meegespeeld, en de eerste nederlagen van de islam op het Iberische schiereiland. En uiteindelijk de militaire verovering en kolonisering van islamitische landen. Dat heeft allemaal bijgedragen tot die oriëntaalse mythe, die wil dat moslims alleen autoritaire macht aanvaarden en geen democratische instellingen kennen.

U had het net al over Alexis de Tocqueville. Waarvan precies was hij destijds zo onder de indruk in de jonge Verenigde Staten van Amerika?

KEANE: Van de manier waarop de Amerikanen het juk van het oude Europese despotisme afgooiden. Van de dynamiek, de moderniteit, de geest van gelijkheid die er heerste. En bovenal zag hij er dat democratie niet alleen maar een bestuursvorm is, maar een gedeelde manier van leven, die een grote invloed heeft op hoe men de werkelijkheid ziet. In een democratie zijn mensen doordrongen van het feit dat de wereld veranderbaar is, de machtsrelaties niet van nature vastliggen, maar kunnen worden aangepast. Tocqueville zag ook meteen dat de Amerikaanse democratie niet verzoenbaar was met het bestaan van slavernij. Dat bleek een profetisch inzicht. In de Verenigde Staten werd de eerste oorlog uitgevochten tussen twee verschillende definities van democratie. De Zuiderlingen zagen zichzelf als een soort oude Grieken, die democratie en slavernij wel met elkaar konden verzoenen. De Noorderlingen waren ervan overtuigd dat het democratiseringsproces de slavernij onmogelijk zou maken.

De basis van de representatieve democratie werd volgens u gelegd in de Lage Landen. Hoe ging dat precies?

KEANE: In de zestiende eeuw beginnen een aantal vermogende burgers van steden zoals Brugge en Amsterdam zich te verzetten tegen Filips II, omdat ze beseffen dat niet-representatieve machtsuitoefening een bedreiging vormt voor hun welvaart. Het principe No taxation without representation, geen belastingen zonder vertegenwoordiging, duikt hier voor het eerst op. Deze burgers spreken voor het eerst over het houden van periodieke verkiezingen, en ze gebruiken het woord ‘democratie’ om dat proces aan te duiden. Ook dat was een primeur, want tot die tijd had de term ‘democratie’ vooral een negatieve bijklank: het volk werd gezien als een gevaarlijk en ongewassen zootje ongeregeld dat alleen maar chaos kon creëren.

Vandaag worden ‘het volk’ en ‘de mensen’ haast verafgood door politici.

KEANE: Paradoxaal genoeg is dat in een democratie niet wenselijk. Figuren zoals de Italiaanse premier Silvio Berlusconi spreken weleens in naam van het volk, en vinden dat de pers een soort linkse samenzwering is tegen het volk. In een gezonde democratie is het niet goed dat leiders op die manier praten. In extreme gevallen krijg je leiders zoals Hugo Chavez in Venezuela. Of communistische partijen zoals de Chinese, die beweren dat hun vorm van democratie veel geavanceerder is dan de onze, omdat in China één partij regeert in naam van het volk en in het algemeen belang. Dat soort demagogie heeft de democratie al vaker in de problemen gebracht. Noem het een auto-immuniteitsaandoening van de democratie: ze kan zichzelf aantasten. Politici die claimen dat ze naadloos samenvallen met het volk, zijn gevaarlijk.

Omdat het volk niet bestaat?

KEANE: Het volk bestaat niet, het is een fictie. En elke poging die wordt ondernomen om te regeren in naam van het volk, valt makkelijk ten prooi aan hoogmoed en arrogantie. In het oude Griekenland hadden de Atheners daar iets op gevonden: de populairste figuren konden in ballingschap worden gestuurd, om te voorkomen dat ze echte demagogen zouden worden. Een van de cruciale eigenschappen van een representatieve democratie is net de onverzoenbaarheid met een te simpele verwijzing naar het volk.

De vertegenwoordigers van het volk zijn per definitie nooit goed genoeg, vandaar die regelmatige verkiezingen.

KEANE: Precies. Die teleurstelling is inherent aan het systeem. En we zullen het per definitie nooit eens raken over de beste vertegenwoordigers.

Wat vindt u van de instellingen van de Europese Unie?

KEANE: In tegenstelling tot heel wat critici ben ik niet zo negatief over het Europees Parlement, bijvoorbeeld. Het minste wat je kunt zeggen, is dat het wérkt. Het neemt beslissingen die bindend zijn voor de lidstaten. Er is ook geen alternatief: een terugkeer naar de natiestaten van de negentiende eeuw zal alleen maar problemen opleveren, dat lijdt geen twijfel.

Nogal wat mensen klagen over het zogenaamde democratisch deficit van de EU, de kloof tussen kiezers en vertegenwoordigers.

KEANE: Zo voelt het aan, als een deficit, een kloof, een te grote afstand tussen kiezer en vertegenwoordiger. Maar als je teruggaat in de geschiedenis, zie je dat het niet de eerste keer is dat de actieradius van de democratie werd vergroot. In de oosterse en Griekse vergaderdemocratie namen alle stemgerechtigde burgers van een stad samen beslissingen. De stap naar de representatieve democratie, in de Lage Landen en de Verenigde Staten, maakte het mogelijk om de democratische ruimte uit te breiden naar een veel groter gebied. Wat wij vandaag nodig hebben, is een vergelijkbare mentale revolutie: wij moeten onze democratische ruimte nog wat verder uitstrekken, tot ze uiteindelijk de hele wereld omspant.

Is dat wel een realistisch plan?

KEANE: De democratie leeft bij de gratie van wishful think- ing. De grote vernieuwers hebben zich altijd laten leiden door hun fantasie over de manier waarop ze de wereld konden veranderen. De instellingen van de Europese Unie werken vandaag misschien niet helemaal volgens het boekje uit het tijdperk van de representatieve democratie. Maar dat mag ons niet tegenhouden om na te denken over manieren om internationale instellingen op een democratische manier vorm te geven. De invoering van de representatieve democratie ging destijds gepaard met de uitvinding van nieuwe instellingen: meerpartijenstelsel, grondwettelijke vergadering, volksjury… De vraag die we ons moeten stellen, luidt: wat zouden de eenentwintigste-eeuwse equivalenten zijn van zulke uitvindingen? We hebben er al een aantal: grensoverschrijdende parlementen, internationale strafhoven… Maar dat er nog werk aan de winkel is, bewijst de recente bankencrisis. Als we de internationale bankwereld zichzelf laten reguleren, kunnen de gevolgen catastrofaal zijn. Het invoeren van controlemechanismen op de bankwereld, zou een stap vooruit zijn voor de monitory democracy.

Zal het uitbrengen van een stem niet almaar minder belangrijk worden?

KEANE: Steeds meer mensen hebben het gevoel dat hun stem er niet langer toe doet, maar zij vergissen zich. Denk maar aan de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2008: de uitslag daarvan was van levensbelang voor de hele wereld. Maar ook in Europa blijven verkiezingen uiteraard essentiële momenten waarop het beleid kan veranderen. Stemmen wordt wel minder belangrijk in die zin dat het niet langer volstaat: een gezonde democratie vergt vandaag veel meer van haar burgers dan om de zoveel jaar een stem uitbrengen. Alleen maar stemmen is bijna de definitie van apathie. Het is vandaag cruciaal dat ook niet-verkozen instellingen de druk op de ketel houden: we hebben klokkenluiders nodig, actiecomités, organisaties zoals Greenpeace en Amnesty International, waar elke burger lid van kan worden. De representatieve democratie was zeer geschikt voor de klassieke, territoriale natiestaat. Vandaag kennen we zoveel grensoverschrijdende problemen dat die klassieke, democratische mechanismen van de territoriale natiestaat niet meer volstaan.

Hoe ziet u de democratie verder evolueren?

KEANE: Er kunnen grote problemen opduiken, maar er kan ook nog grote vooruitgang worden geboekt. Het stemrecht kan bijvoorbeeld nog worden uitgebreid. Naar jongeren, naar immigranten, naar de natuur – je zou kunnen zeggen dat de natuur via organisaties als Greenpeace in zekere zin al stemrecht heeft gekregen. Een andere evolutie is de aard van de problemen waarmee de democratie geconfronteerd wordt. Die worden almaar complexer. En dús mogen we zeker nooit alles overlaten aan die ene grote leider, omdat geen enkel individu nog in staat is om de complexe problemen van deze tijd te overzien. Democratie en zekerheid hebben het nooit goed met elkaar kunnen vinden, maar twijfel zal nóg belangrijker worden.

Volgende week Chantal Mouffe over conflict en democratie

DOOR JOëL DE CEULAER

‘De democratie is een vrucht van het toeval, een zeer fragiele uitvinding die gemakkelijk kan worden verwoest.’

‘Tot de zestiende eeuw werd het volk gezien als een gevaarlijk zootje ongeregeld dat alleen maar chaos kon creëren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content