Vorige zomer kwam een Brusselse vriendin eten met P., haar nieuwe vriend. We wisten alleen dat hij een Duitser uit Oost-Berlijn was en hadden een hippe dertiger verwacht, waar dat deel van de stad vol mee is. Bij P. ’s binnenkomst werden we al enigszins ontregeld door zijn werkmansbroek, het sobere blauwe hemd en de zware schoenen. Na het hoofdgerecht wisten we het zeker: P. was geen Duitser maar Oost-Duitser. Van beroep timmerman, gespecialiseerd in tafels. Zoals sommige mensen met een Servisch of Kroatisch paspoort zich nog steeds als ex-Joegoslaaf beschouwen, zo droeg P. de DDR mee.

Herinneringen aan de nacht van de Val van de Muur hebben veelal een westers perspectief. Het beeld van een gevangenis die opengaat en waar mensen uitstromen, de westerse vrijheid en volle koelkasten tegemoet. Zo niet in P.’s herinneringen vanuit de andere kant.

De avond van 9 november 1989 zat P., begin twintig, na de werkdag met zijn broer thuis in Oost-Berlijn, niet ver van de Muur. Van de verwikkelingen vanaf halftien bij de Brandenburgse Poort hadden zij geen weet. Enkele vrienden belden om te vertellen dat er iets aan de hand was. Het liep al tegen twaalven toen P. en zijn broer een kijkje besloten te nemen.

Met de mensenstroom mee staken ze de grenszone over naar West-Berlijn. Ze dwaalden wat, kenden de weg immers niet, belandden in een café in immigrantenwijk Kreuzberg en werden dronken. P. raakte in gesprek met een Turkse gastarbeider. ‘Is het waar dat bij jullie iedereen werk heeft,’ vroeg deze, ‘en dat scholen en ziekenhuizen gratis zijn?’ Na het bevestigende antwoord van beide Oost-Berlijners raadde de Turk hen dringend aan: ‘Ga terug!’

Op de terugweg ontmoette P. op straat een West-Berlijnse winkelier. Of ze uit het Oosten kwamen, vroeg deze geëmotioneerd. De man viel de jongens om de armen. Hij zei hun te wachten, rende zijn winkel in en kwam terug met een enorme bos bloemen. ‘Welkom! Mijn geschenk voor jullie vrijheid.’

Beschonken en met een onhandige bos bloemen liepen P. en zijn broer in de kleine uren van de nacht terug naar huis. In een dronkemansact schonken ze het boeket op hun beurt aan een groepje DDR-burgers dat net de grens over was. ‘Komen jullie uit het Oosten? Alsjeblieft!’ – Een paar maanden later vertrok P. naar Leningrad.

De val van de Berlijnse Muur was een fenomenale gebeurtenis. Het bijzondere is dat we dat onmiddellijk wisten. Hier ging een oude wereld heen. Vandaar dat er behalve blijdschap ook grote onrust en onzekerheid was. Van de politici in Londen, Parijs, Den Haag of Rome die de terugkeer van een groot en agressief Duitsland vreesden tot de Oost-Berlijnse timmerman die bij het binnenstappen van het Westen naast de opwinding meteen verlies ervoer. De Ostalgie begon op dag één.

Zo’n instantervaring van een historisch moment is zeldzaam. Historici betogen doorgaans dat grenzen tussen tijdperken constructies zijn. Neem de overgang tussen middeleeuwen en moderne tijd. Ligt die bij Columbus in 1492, bij Luther in 1517 of, vanwege de ronde getallen, in 1500? Een keuze achteraf, zo schijnt. Daartegenin betoogde de Duitse filosoof Hans-Georg Gadamer (in 1969) dat er wel degelijk een ‘ epochemachende Ereignis’ kan zijn, een gebeurtenis die zelf een tijdperk afsluit (naar het Griekse epochê, halte). Als een insnede in de tijd, een cesuur die bepaalt wat oud is en wat nieuw. Constructivistische opvattingen van periodisering zijn volgens hem onhoudbaar. De gebeurtenis beslist voor ons.

De val van de Muur is bij uitstek zo’n cesuur. Een gebeurtenis met een precies moment: 9 november, vanaf halftien ’s avonds. En met een sterk beeld: de verbrokkelde muur was feit en symbool ineen.

Het afscheid van de Muur viel velen zwaar, aan beide zijden. Na twintig jaar is Europa er nauwelijks overheen. Ons continent kon zich tijdens de Koude Oorlog als de hoofdprijs van de strijd tussen Amerikanen en Russen nog het brandpunt van de wereld wanen. Maar, zo schrijft Timothy Garton Ash in de nieuwste New York Review of Books, het revolutiejaar 1989 was misschien ‘ the last occasion – at least for a very long time – when world history was being made in Europe.’

Nu zijn we toeschouwers tussen de brokken; de Weltgeist offreert geen bloemen meer.

Luuk van Middelaar is een Nederlandse politiek filosoof in Brussel.

door Luuk van Middelaar

‘Is het waar dat bij jullie iedereen werk heeft, en dat scholen en ziekenhuizen gratis zijn?’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content