Volgende zaterdag 11 juli viert Vlaanderen het Feest van de Vlaamse Gemeenschap. Behalve de Vlamingen hebben ook de Walen, de Brusselaars en de Duitstaligen hun eigen feestdag. En op 21 juli vieren we de Belgische nationale feestdag. Wat een land!

Emeritus hoogleraar Lode Wils (80) wordt – ook in Wallonië – beschouwd als een expert als het over nationalisme gaat. Hij publiceerde een bundel es-says onder de titel Van de Belgische naar de Vlaamse natie. Een gesprek over Vlaams en Waals nationalisme en over de toekomst van België.

Natie, volk, staat: wat wil dat eigenlijk zeggen?

lode wils: Natie en volk worden door elkaar gebruikt. Dat kan ook omdat ze een meervoudige inhoud hebben. Je kunt zeggen dat de burgers van een staat het volk vormen – vandaar de geijkte formule: ‘ik beloof de wetten van het Belgische volk na te leven’. In die definitie vallen volk en staat samen. Ook natie en staat kunnen samenvallen: de Belgische natie wordt gevormd door de inwoners van de staat België.

Je zou een volk ook kunnen definiëren als ‘mensen die een samenhorigheidsgevoel hebben’. Meteen beginnen die bepalingen uiteen te lopen. Sommigen voegen daaraan toe ‘niet alleen een samenhorigheidsgevoel, maar ook de wil een staat te vormen’. Dan blijft de band met de staat behouden.

Of: een volk bestaat uit mensen die door een gemeenschappelijke geschiedenis, cultuur, godsdienst, taal met elkaar verbonden zijn, zonder daar het begrip staat mee te verbinden.

In het boek kiest u duidelijk voor twee definities.

wils: Omdat ik die de beste vind. De Amerikaanse socioloog Karl Deutsch stelt dat het gaat om een netwerk van verbindingen dat door de geschiedenis geschapen is. Die verbindingen maken dat je met sommige mensen een gemakkelijker contact hebt dan met andere. En dat gemakkelijke contact maakt een groep mensen tot natie.

Een natie zou je ook een ‘geperfectioneerd volk’ kunnen noemen: burgers die samengehouden worden door een gemeenschappelijk verhaal over het verleden. Je kunt geen natie hebben zonder een gemeenschappelijke geschiedenis of een die als gemeenschappelijk wordt aangevoeld. Dat is ook de definitie van de Franse historicus en filoloog Ernest Renan. Het gaat om een gemeenschappelijke geschiedenis die zo waardevol is dat men ze ook gemeenschappelijk wil voortzetten. Het is dus een dubbele identiteit, een tweeledigheid.

Een geschiedenis koesteren en ze willen voortzetten: dan zit je in een dynamiek.

wils: Uiteraard, een natie is een dynamisch gegeven, ‘een plebisciet van elke dag’, schrijft Renan. Een prachtige definitie. In België is het heel duidelijk dat de Belgische natie verschoof naar de Vlaamse en Waalse natie.

Omdat we geen als gemeenschappelijk aangevoeld verleden hebben?

wils: Als het zuiver om geschiedenis ging, dan waren we allemaal Belgen. Maar omdat het Vlaams-nationalisme, vooral sinds de Eerste Wereldoorlog, een ander verhaal ging ophangen, zijn wij Vlamingen geworden. Die verhalen gaan verder op de Eerste en Tweede Wereldoorlog, waarna bij bepaalde groepen de haat tegen België ontstaat, omdat hun vader of grootvader door datzelfde België wegens verraad in de gevangenis gezet wordt. Die erfenis gaat door.

Verhalen ontstaan niet zo maar.

wils: Verhalen zijn een correctie op de geschiedenis, in het ergste geval een verwringing van de geschiedenis, zelfs een mythologisering van de geschiedenis. Er zijn veel mythen in de Vlaams-nationale geschiedenis. Maar ze kloppen niet.

Wij zijn niet eeuwenlang onderdrukt door vreemde heersers. In de 17e en 18e eeuw voelden de inwoners van deze streek zich Zuid-Nederlanders die helemaal niet onderdrukt werden door hun heersers. Integendeel: ze gingen er spontaan voor vechten.

De grootste mythe is natuurlijk dat België ontstond in 1830. We hebben zelfs 175 jaar België gevierd! Maar België is in 1430 door Filips de Goede gesticht. Nederland laat zijn geschiedenis toch ook niet beginnen in 1815, maar met Willem de Zwijger in de 16e eeuw. Frankrijk laat zijn geschiedenis niet beginnen met de Vijfde Republiek, maar met Clovis.

Wat we hadden kunnen vieren, is 175 jaar Belgische Revolutie of 175 jaar Koninkrijk België. Dat zou zinnig geweest zijn, maar 175 jaar België is historische onzin. België is eeuwenoud. Ook de mensen van 1830 waren zich ervan bewust dat België al eeuwenlang bestond!

Je kunt ook zeggen dat het jonge koninkrijk zijn eigen geschiedenis creëerde door alle grote figuren uit het verleden te recupereren.

wils: Die eigen geschiedenis was het sluitstuk op wat zich toen voltrokken had, namelijk wat wij de overgang van protonatie naar natie noemen. Een protonatie is gebaseerd op de dynastie, de staatsgodsdienst, de privileges. De natie wordt gecreëerd door de waarden van de Franse Revolutie: vrijheid, gelijkheid, volkssoevereiniteit, godsdienstvrijheid, laïcisme.

Die omvorming was een langdurig proces dat in ons geval van 1789 tot 1830 heeft geduurd. In de meeste Europese landen duurde dat veel langer, in Baskenland is het proces nog bezig.

En wij zijn opnieuw begonnen.

wils: Wij zijn opnieuw begonnen.

Gedreven door mythen.

wils: Bijvoorbeeld dat de Vlaamse Beweging een ‘mouvement de petits vicaires’ was en de bisschoppen tegen de arme Vlamingen waren. In 1921 werd de fundamentele wet op het taalgebruik in de administratie goedgekeurd, omdat de bisschoppen van Luik en Namen, twee Vlamingen en twee Vlaamsgezinden, druk uitoefenden op hun senatoren om die wet aan te nemen.

De toenmalige Luikse bisschop Martin-Hubert Rutten wist perfect waar het om ging: vernederlandsen of de Vlamingen kwijtraken, zoals de kerk de arbeiders al was kwijtgeraakt. De kerk wilde haar macht behouden.

wils: Dat is altijd zo. Alle bewegingen en drukgroepen willen macht verwerven, behouden of vergroten.

Het ACW, schrijft u, nam in 1929 een krachtig Vlaams standpunt in, omdat de beweging de concurrentie voelde van de Belgische Werkliedenpartij.

wils: Dat ACW werd wel voortgestuwd door de lokale mensen die wisten wat er bij hun leden en hun vakbondsafgevaardigden leefde. Niet alleen de leiding wil macht, ook de troepen. De hele beweging was flamingant.

Flamingant?

wils: Een flamingant is Vlaamsgezind, zoals een wallingant Waalsgezind is. Voor mij zijn dat neutrale termen, anders dan Vlaams-nationalist. Daar gaat het om mensen die stemmen voor een politieke partij die zeker niet Belgischgezind is.

Vreemd toch, want u stelt dat de Vlaamse Beweging de vrucht is van de patriottische bezieling ontstaan door de Belgische revolutie.

wils: De Vlaamse Beweging ontstaat als het ophemelen van het Belgisch nationaal eigene, waaronder ook de eigen taal. Vergeet niet dat de erfenis van de vorige eeuwen zeer godsdienstig geladen was. In de Europese protonaties van het ancien régime was de godsdienst een essentieel element van de identiteit. In ons geval kwam dat door de Contrareformatie sinds de aartshertogen Albrecht en Isabella. De taal zal vooral in de 19e eeuw een nationale betekenis krijgen.

In 1848 gaat er over Europa een revolutiegolf waardoor de Vlaamse Beweging een toevloed krijgt van jonge liberaal georiën-teerde democraten die niet alleen de nationale taal verdedigen, maar vooral de volkstaal, tegenover de taal van de verfranste stedelijke elites. Maar omdat de volkstaal wordt gesteund door de geestelijkheid en de katholieke partij, zal de liberale groep de volkstaal zien als een wapen van de klerikalen. En de breuk tussen die twee groepen wordt zeer groot vanaf 1864, wanneer Pius IX in de encycliek Quanta Cura de vrijheid van meningsuiting, maar ook het socialisme en liberalisme veroordeelt.

Van dan af aan zien we een grote verbrokkeling van het so-ciale weefsel in ons land. De verzuiling slaat toe, de arbeidersbeweging en de Vlaamse Beweging vallen uiteen in groepen. Er ontstaan een aantal Vlaamse liberale bewegingen die niet kunnen samenwerken met de klerikalen. Na verloop van tijd wordt de Vlaamse Beweging hoe langer hoe meer geassocieerd met de kerk. Dat brengt mee dat veel liberalen zeer vijandig staan tegen die Vlaamse Beweging, al blijft er wel een belangrijke vrijzinnige inbreng.

Een katholieke Vlaamse Beweging heeft gevolgen in Wallonië.

wils: De Waalse Beweging ontstaat in 1884. Ze vecht tegen elk officieel gebruik van het Nederlands. Tot 1905 proberen sommige Waalse leiders om de Gelijkheidswet van 1898 waarbij Frans en Nederlands op gelijke voet komen, retroactief te laten afschaffen. In 1906 legt de Waalse Beweging er zich bij neer, maar ze pleit voor een administratieve scheiding waarbij elk landsdeel zijn eigen taal spreekt.

Die Waalse Beweging ontstaat trouwens in Antwerpen, Brussel en Gent en pas later in Wallonië. Maar ze is een uitgesproken antiklerikale beweging tegen de klerikale dominantie.

Tot de Tweede Wereldoorlog vind je bijna geen klerikale wallinganten. Integendeel: er is een uitgesproken vijandigheid van de kerk tegenover de Waalse en de Vlaamse Beweging.

Zei u daarstraks niet dat de kerk de Vlaamse Beweging droeg?

wils: Ja, de bisschoppen zullen zelfs in 1925 in een herderlijke brief de Walen waarschuwen dat het land zal uiteenvallen als ze de Vlamingen hun rechten ontzeggen. Enkele maanden daarna gaat een brief in het Latijn naar de priesters om te waarschuwen dat Waals en Vlaams nationalisme het land bedreigen. De bisschoppen veroordelen dus een staatsvijandige houding, ze veroordelen landverraad zoals de activisten dat in de Eerste Wereldoorlog hadden gepleegd.

Wat was de houding van de socialistische beweging? Als die de arbeiders wilde emanciperen, moest die de volkstaal toch verdedigen?

wils: Dat zijn in de ogen van de toenmalige socialisten ‘klerikale beschouwingen’. De strijd ging in de eerste plaats tegen de klerikale dominantie en de uitbuiting van de arbeider. En of die nu in zijn eigen taal of in een andere taal werd uitgebuit, dat was lood om oud ijzer. De problemen zouden opgelost zijn als de arbeiders aan de macht kwamen.

Tussen 1884 en 1900 zullen de socialistische verkozenen van Henegouwen en Luik voor één keer de ’taal van de Vlaamse werkman’ verdedigen. Ze willen Frans en Nederlands op gelijke voet stellen. Dan krijgen we belangrijke taalwetten die meer zijn dan een sociale bescherming voor Vlamingen die nog geen Frans kennen. Maar in 1909 schrapt de Belgische Werkliedenpartij (BWP) de gelijkheid der talen als officieel programmapunt. Ze stelt dat de taalkwestie een vrije aangelegenheid is. Begrijpelijk: Wallonië leverde 34 socialistische volksvertegenwoordigers, Vlaanderen zes. Dat wil zeggen dat het anti-Vlaamse standpunt verdedigd kon worden door de meerderheid.

Dat had wel als voordeel dat de Antwerpse socialistische leider Camille Huysmans zich kon profileren als flamingant. In 1913 verdedigde hij het principe van de eentaligheid van Vlaanderen. In de loop van dat jaar schakelde hij over naar wat hij noemde: ‘de culturele autonomie’, zoals dat in Cisleithanië, het westelijke deel van Oostenrijk-Hongarije, bestond. Dat stelsel betekende dat de persoonsgebonden materies – ziekenzorg, onderwijs – overgelaten werden aan door de overheid gesubsidieerde privé-instellingen. Anders gezegd, de Italianen en Tsjechen konden hun eigen scholen in Wenen stichten, terwijl de Oostenrijkers Duitse scholen in Praag stichtten.

Dat systeem werd gepropageerd door de marxisten in Oostenrijk en Huysmans nam dat over. Dus werd het mogelijk om overal in Vlaanderen Franstalige scholen en ziekenhuizen te stichten. In de praktijk erkende hij daardoor de tweetaligheid van Vlaanderen, want in een tweetalig Wallonië zal hij wel niet geloofd hebben.

En dus bestreed hij het principe van eentaligheid zoals dat in de grote taalwetgeving van de jaren dertig werd vastgelegd. Terwijl de socialistische partij, met als woordvoerder senator August Vermeylen, in 1929 de vernederlandsing van de Gentse universiteit probeerde te beletten, om daardoor de katholiek-liberale regering van de katholieke premier Henri Jaspar te laten uiteenvallen.

Toen dat niet lukte en de regeringsmeerderheid de vernederlandsing goedkeurde, stemden de Vlaamse socialisten daar mee voor.

Vanaf het begin lopen levensbeschouwelijke, sociale en communautaire opstellingen dus door elkaar.

wils: En vanaf de Tweede Wereldoorlog wordt het economische element belangrijker. Ook dat is normaal. In de 19e-eeuwse golf van nationale bewegingen draait het om taal, in een tweede golf komt economie erbij.

In België zien we wel dat de communautaire breuklijn door alle partijen heen liep en loopt.

wils: Dat is dan ook het begin van het einde van België. En dat was ook het opzet van de nationalisten aan weerszijden. Toen de nationale partijen gesplitst werden, gingen we onvermijdelijk naar federalisme.

Is dat niet te veel eer voor de Vlaams-nationalisten?

wils: Er komt nog iets bij. De ideologische kloof verdampte in de jaren zestig. Maar er is een culturele kloof overgebleven: Wallonië is meer getekend door het socialisme, Vlaanderen meer door de christendemocratie. Dat betekent dat de beide groepen cultureel en sociaal voorstander zijn van een andere politiek en dat maakt samenleven erg moeilijk.

U schrijft dat de Waalse Beweging wel het territoriale beginsel van een eentalig Wallonië accepteert, maar niet voor Vlaanderen.

wils: Een deel van de Waalse Beweging stelde in de jaren vijftig dat echt federalisme enkel mogelijk was via akkoorden met de Vlamingen. Het Centrum Harmel werd door Kamer en Senaat ingesteld om dat te onderzoeken. De conclusie was: ieder zijn taalgebied, een taalgrens en geen faciliteiten. Dat gebeurde in 1963, maar de socialistische vakbondsleider André Renard zette onmiddellijk het verzet daartegen in. En dat verzet gaat tot vandaag door. De Franstaligen stellen dat België ‘hun’ land is en dat ze dus overal in het land hun taal kunnen gebruiken en overal in het Frans bediend moeten worden. Ze vinden de Vlamingen racisten als ze weigeren hen in Vlaanderen Franstalige scholen, Franstalige rechtspraak en Franstalige documenten te geven.

Dat is ook niet abnormaal. Als de Israëli’s zeggen dat ook Pales-tina tot hun land behoort, doen ze niets anders.

De Franstaligen begrijpen werkelijk niet wat de Vlamingen willen. En dat is ook het onoplosbare probleem in dit land.

Als ik uw boek lees, zagen sommigen toch al vroeg het probleem én de oplossingen. Voor de minderheden, voor de eentalige gebieden, voor het samenleven. Die oplossingen werden alleen nooit uitgevoerd.

wils: Ik kan alleen maar vaststellen dat de stuwing voor de erkenning van het Nederlands als officiële taal enkel uit klerikale hoek kwam, maar die had geen meerderheid. En zelfs toen ze de meerderheid had, was er van links een sterk remmende invloed. Luc Huyse stelt dat in België geregeerd wordt met onderlinge toestemming. Anders gezegd: er worden geen dingen doorgeduwd die de minderheid niet aanvaardt.

Zonder Brussel en zonder monarchie zou België al lang opgesplitst zijn.

wils: Inderdaad. En als België opgesplitst wordt, dan is Vlaanderen Brussel kwijt én de randgemeenten. Ook dat is een bewuste politiek. Als het FDF de Vlamingen ertoe kan brengen dat die België willen verlaten, krijgen die de schuld en kunnen de Franstaligen eisen stellen. In het ergste scenario ligt Vilvoorde dan aan de Franse grens.

Het is erg moeilijk om met Franstaligen op voet van gelijkheid te leven. Maar ook dat is normaal. Elke groep eist zijn groepsrechten op en kent de andere groep enkel individuele rechten toe. Zo gaat het overal. En al even normaal: de zwakste groep heeft het meeste geduld.

De laatste zin van uw boek luidt: ‘Ik weet niet of Wallonië al méér dan België een natie is geworden, maar Vlaanderen zeker wel. En in het plebisciet van elke dag verschuiven de stemmen verder.’ De verkiezingen geven u gelijk.

wils: België is niet populair. Het Belgische gevoel is verdwenen. Dat treft me voortdurend, want ik ben nog steeds een Belg. Ik ben door de Tweede Wereldoorlog patriot geworden. Toen was elke uiting van Belg zijn verboden. Er mocht geen Belgische vlag worden uitgehangen, je mocht geen driekleur dragen. De Brabançonne mocht niet gespeeld worden. Behalve twee keer: op 21 juli en op 15 november, de Dag van de Dynastie, zoals het toen nog heette. Dan mocht de Brabançonne na de hoogmis op het orgel gespeeld worden. En die dagen zaten de kerken vol. Ik had dan de tranen in mijn ogen. Dat kan sentimenteel zijn, maar het is wel waar.

LODE WILS, VAN DE BELGISCHE NAAR DE VLAAMSE NATIE, ACCO, 366 BLZ., 27,50 EURO.

DOOR MISJOE VERLEYEN/foto’s franky verdickt

‘De Franstaligen begrijpen werkelijk niet wat de Vlamingen willen. En dat is ook het onoplosbare probleem in dit land.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content