‘Het is een mirakel dat hier geen doden zijn gevallen’

MERKSPLAS 'In dit uitgewoonde bewaarhuis zitten vandaag 675 gevangenen 'op een kluitje bij elkaar'. © Reporters

De gevangenis van Merksplas beleefde in het weekend van 7 en 8 mei de zwaarste opstand in jaren. Gedetineerden sloegen de boel kort en klein en legden een deel van de gevangenis in de as. Een reconstructie op basis van ooggetuigenverslagen.

Ook het gevangenispersoneel heeft er het raden naar waarom uitgerekend in Merksplas, een strafinrichting waar niet werd gestaakt, de vlam in de pan sloeg. Maar feit is dat op zaterdag 7 mei een tweehonderdtal gevangenen weigerden om na de wandeling naar hun cel terug te keren.

17.30 uur: scheldtirades

‘Toen we ze naar binnen riepen om 17.30 uur eisten ze een gesprek met de directie’, vertelt een bewaker die anoniem wil blijven. De opstandige gevangenen herhaalden bekende grieven in verband met het dragen van eigen kleren en betere communicatie met de directie. Vanwege het personeelstekort krijgen de gedetineerden in Merksplas nog zelden iemand van de gevangenisdirectie te zien.

Die zaterdag dan weer wel. In allerijl begaf een directeur die dichtbij woont zich naar Merksplas om de boze gedetineerden te sussen. Hij stelde een overlegmoment na het weekend in het vooruitzicht. ‘Dat werd weggelachen en beantwoord met scheldtirades’, vertelt de bewaker.

Toch was op dat moment de sfeer op de binnenplaats volgens de bewaker nog ‘ludiek’ te noemen. Extra politie oproepen was nog niet aan de orde. ‘Dat was ook niet zo makkelijk omdat er verschillende voetbalwedstrijden gaande waren, en de situatie leek toen niet acuut.’

20.00 uur: peppers

’s Avonds werd de situatie volgens ooggetuigen grimmiger. ‘Wat precies de trigger is geweest, is me niet duidelijk. Maar het staat als een paal boven water dat de rellen doelbewust zijn uitgelokt en dat de meest intelligente gevangenen de anderen hebben opgestookt om door het lint te gaan’, vertelt een stafmedewerker van Merksplas die ook niet bij naam genoemd wil worden.

Het lijdt volgens de man ook geen twijfel dat er verdovende middelen en alcohol in het spel waren. ‘Sinds de opstand doet in Merksplas zelfs een nieuwe gevangenismythe de ronde. Gedetineerden zouden agressief zijn geworden na het drinken van een colafles met daarin een bijzonder goedje dat mensen in beesten doet veranderen.’

Aan het bestaan van zo’n duivels toverdrankje hecht het gevangenispersoneel geen geloof. Maar ze gaan er wel van uit dat sommige gedetineerden ‘stijf stonden van de peppers’, zoals amfetaminen. ‘De gevangenis zit tjokvol drugs’, zegt de stafmedewerker. ‘Als je nog niet verslaafd was, maak je in de gevangenis een goede kans om het te worden.’

Rond 20.00 uur vlogen de eerste stenen, losgewrikt uit de muren van de binnenplaats, door de lucht, sneuvelden de eerste ramen van de paviljoenen rondom en werden vuilnisbakken in brand gestoken. Bewakers die met de gevangenen op de binnenplaats aanwezig waren, zochten hun toevlucht in bewakingshokjes.

In de daaropvolgende uren brak de hel los. ‘Ik heb eerder al een opstand in de gevangenis van Hasselt meegemaakt,’ zegt de bewaker, ‘maar dat was peanuts in vergelijking met wat zich in Merksplas heeft afgespeeld. Pure chaos, echte oorlogstaferelen. Gedetineerden sloegen de boel kort en klein en bekogelden ons met alles wat los en vast zat: betonnen tegels, stenen, fitnesstoestellen, vuilnisbakken, buizen, glasscherven – you name it.‘ De bewaker kreeg een grote steen rakelings langs zijn hoofd en kwam er met de schrik vanaf.

De losgeslagen massa wist uit de eigen binnenplaats te breken en via een andere binnenplaats de gevangeniskeuken en een aantal kantoren te bereiken. Ook die werden vernield en in brand gestoken. ‘Zo veel mogelijk infrastructuur kapotmaken, daar ging het om’, zegt de stafmedewerker. ‘Onder de gevangenen zitten nogal wat mensen met psychopatische trekken en antisociale, gestoorde persoonlijkheden. Het zijn mannen die vaak in de gevangenis terecht zijn gekomen precies omdat de middelen die ze gebruiken volstrekt niet in verhouding staan tot het doel dat ze beogen.’

In het heetst van de opstand kwamen dertien leden van het gevangenispersoneel in hachelijke en potentieel levensgevaarlijke situaties terecht. Ze probeerden zichzelf in veiligheid te brengen, weg van de binnenplaats en het paviljoen waar de muitende gevangen vrij spel hadden. Ze verstopten zich in de ateliers en sloten zichzelf op in de cellen van aanpalende paviljoenen. Een vrouwelijke bewaker die de uit de hand gelopen wandeling surveilleerde en naar een bewakershokje was gevlucht, werd anderhalf uur lang bekogeld met stenen en andere projectielen. Gelukkig hield het hokje stand of dit was uitgemond in ‘een lynchpartij’, aldus een ooggetuige. Wat niet wegneemt dat de bewaakster doodsangsten uitstond tot ze uiteindelijk door de politie kon worden ontzet. Ze had al die tijd wel de tegenwoordigheid van geest om de namen van haar belagers en andere relschoppers te noteren.

22.00 uur: brandbommen

Vanaf 22.00 uur ging de toestand van kwaad naar erger. Gedetineerden staken hun eigen T-shirts in brand en gooiden die als geïmproviseerde brandbommen door kapotgeslagen raampjes van bemande cellen. ‘Of ze trokken gordijnen naar buiten, staken die in de fik, en gooiden die dan weer naar binnen. Niet alleen bij andere gedetineerden, maar ook bij geïnterneerden waarvan ze pertinent weten dat hun celdeur op slot is’, zegt de stafmedewerker. Als bij wonder konden zowel de gevangenen als de personeelsleden die in het brandende paviljoen als ratten in de val zaten uiteindelijk door de brandweer worden bevrijd en naar veiliger oorden worden gebracht, maar pas nadat de oproerpolitie de opstandige gedetineerden in een hoek had gedreven.

‘Zelfs de brandweer wilden ze niet doorlaten’, zegt de ontdane stafmedewerker. ‘Ik noem dat moord met voorbedachten rade.’

Bij het gevangenispersoneel dat op een afstand machteloos moest toekijken hoe de vlammen uit de gebouwen sloegen, rolden de tranen over de wangen. ‘Ze zagen het gebeuren, de paniek op de gezichten bij de raampjes van de cellen waar brand was gesticht, maar konden niets doen want ze raakten niet langs de relschoppers heen.’

‘In onze hoofden zagen we de lijkzakken al buitengedragen worden’, zegt de bewaker, die de situatie op dat moment observeerde vanuit de portiersloge waar hij met collega’s heen was gevlucht. ‘Het is een mirakel dat er geen doden zijn gevallen.’

23.00 uur: ordediensten

Nadat rond 23 uur eindelijk de speciale interventie-eenheden van de politie ter plaatse waren en ook de brandweer aan het werk kon, hadden de ordediensten nog uren werk om de situatie onder controle te krijgen. Pas tegen de ochtend waren alle onruststokers opgepakt.

Verwoeste gevangenis

De opstand kwam volgens ingewijden niet helemaal onverwachts. De dagen ervoor hadden bewakers de gevangenen na de wandeling ook al eens met harde hand naar hun cellen moeten terugsturen. En in individuele rapporten van gedetineerden was gewaarschuwd dat er iets op til was. ‘Maar het is onmogelijk om op elk gerucht in te gaan’, zegt de stafmedewerker. ‘De directie moet met beperkte middelen en almaar minder personeel de zaak draaiende zien te houden.’

Het gevangeniscomplex van Merksplas dateert uit 1824 en was oorspronkelijk een plek waar bedelaars en landlopers werden opgesloten. In dit uitgewoonde bewaarhuis zitten vandaag 675 gevangenen ‘op een kluitje bij elkaar’. Maar dat het hier een opstand betrof tegen de mensonwaardige detentieomstandigheden in de ‘hel van Merksplas’, wil de bewaker nuanceren.

‘Verouderd en verstoken van modern comfort is Merksplas zeker. Als op zondag de friteuses aanstaan om frieten te bakken, valt niet zelden de stroom uit. Laat staan dat we hier wasmachines en drogers voor eigen kleren zouden kunnen installeren. Maar de gedetineerden die deze ravage hebben aangericht, hadden stromend water en ruime cellen met een eigen toilet’, aldus de bewaker.

Wel maakt de verouderde infrastructuur het moeilijk om tuchtmaatregelen zoals geïsoleerd wandelen daadwerkelijk uit te voeren. Daardoor heerst er een gevoel van ‘straffeloosheid’ in Merksplas, aldus het gevangenispersoneel, en ‘een gebrek aan respect voor de cipiers’.

De trieste balans van de opstand: twee volledig uitgebrande paviljoenen met 120 cellen. Plafonds zijn er naar beneden gekomen, elektriciteitskasten zijn weggesmolten. Uit de binnenplaats zijn alle tegels uitgebroken. De helft van de gevangenen is naar andere gevangenissen overgeplaatst. Het personeel in Merksplas is zwaar aangeslagen. Met de lichamelijke schade valt het gelukkig mee, een paar gedetineerden raakten gewond en zeker twee mensen van het bewakend personeel hadden medische verzorging nodig, maar veel meer personeelsleden hebben psychische trauma’s opgelopen. Sommige bewakers gingen meteen weer aan het werk, anderen zitten ontredderd thuis.

Pijnlijk detail is dat inrichtingshoofd Engelbert Brebels, de grote directeur van Merksplas, over enkele weken met pensioen gaat. ‘Als afscheid kan dit tellen’, zegt de stafmedewerker. ‘Hij laat een verwoeste gevangenis na.’

DOOR HAN RENARD

Een vrouwelijke cipier die naar een bewakershokje was gevlucht, werd anderhalf uur bekogeld met stenen en andere projectielen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content