Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Is er al dan niet sprake van politieke beïnvloeding in de zaak-Fortis? En heeft de regering-Leterme mogelijk voor niets ontslag genomen? De meningen lopen uiteen.

Alvast één man had er vorige week weinig moeite mee om aante nemen dat er in de zaak-Fortis geen sprake zou zijn geweest van grote politieke beïnvloeding: Yves Leterme (CD&V). De ochtend dat een aantal krantenartikels hem onrechtstreeks vrijpleitte, verklaarde hij meteen dat het ‘nu aan Ghislain Londers (de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, nvdr) is om zijn kaarten op tafel te leggen en zijn verantwoordelijkheid op te nemen’.

Eind 2008 leidde een nota van Londers aan toenmalig parlementsvoorzitter Herman Van Rompuy (CD&V) tot het ontslag van de regering-Leterme. De hoogste magistraat van het land schreef daarin dat hij ‘belangrijke aanwijzingen’ had ‘van pogingen tot belemmering van de rechtsgang’ door de politiek in de zaak-Fortis. Volgens bepaalde kranten, die zich baseren op lekken uit het strafonderzoek naar de zaak-Fortis in Gent, bestaat die politieke beïnvloeding eigenlijk niet.

‘Het is voorbarig om op die basis nu al conclusies te trekken’, vindt oud-magistraat Armand Vandeplas. Het onderzoek door het Gentse hof van beroep naar de lekken in het Fortisdossier is nog niet finaal afgerond. Onderzoekend magistraat Henri Heimans stelde wel twee magistraten in verdenking: Christine Schurmans, de zieke rechter van de achttiende kamer die zich moest beraden over het dossier, en Ivan Verougstraete, voorzitter van het Hof van Cassatie. Beiden zouden hun beroepsgeheim geschonden hebben. Ook de advocaat van de staat, Christian Van Buggenhout, werd in verdenking gesteld voor de schending van zijn beroepsgeheim. De overige twee raadsheren van de achttiende kamer, Mireille Salmon en Paul Blondeel, stelde Heimans niet in verdenking.

Heimans vond ook geen bewijzen van rechtstreekse contacten tussen politici en de zetel – en hier wordt het interessant voor de politiek. Hij stootte op geen andere elementen dan wat de Fortisonderzoekscommissie al naar boven had gehaald, zegt een goed geïnformeerde bron. Er waren de bekende telefoontjes van overijverige kabinetsleden met magistraten van het parket, maar het initiatief om daadwerkelijk informatie uit te wisselen ging in de eerste plaats steeds uit van de magistratuur.

Een duidelijke stelling. ‘Maar het is te kort door de bocht om op die basis te zeggen dat er geen sprake is van politieke inmenging’, zegt Vandeplas. De resultaten van het onderzoek van Heimans moeten nog worden voorgelegd aan de procureur-generaal van Gent. Aan hem om te beslissen of er al dan niet bijkomende onderzoeksdaden moeten worden gesteld, en wie er gedagvaard zal worden en wie niet. Bij een vervolging moet bovendien ook nog de eerste kamer van het hof van beroep van Gent zich uitspreken.

‘Hoe dan ook behoort het niet tot de opdracht van Heimans om conclusies te trekken over de politiek’, zegt Vandeplas. ‘Het is ook niet omdat Heimans geen harde feiten van politieke beïnvloeding heeft gevonden, dat die er ook niet zouden zijn.’

Het is dus lang niet uitgesloten dat er wel degelijk politieke inmenging is geweest. Toch is niet iedereen ervan overtuigd dat er nog extra bewijzen zullen worden gevonden. Jacques Englebert, professor gerechtelijk recht aan de Université Libre de Bruxelles, heeft naar eigen zeggen een jaar na de feiten nog geen enkel element van politieke inmenging zien opduiken. ‘Dat de staat alles in het werk zou hebben gesteld om het arrest te beïnvloeden, zoals Ghislain Londers in zijn nota beweerde, lijkt me niet hard te maken’, aldus Englebert. ‘De belangrijkste contacten zijn kennelijk steeds gelegd door de magistratuur. In de eerste plaats door Christine Schurmans, onder meer toen ze getelefoneerd zou hebben met Ivan Verougstraete van Cassatie. Verougstraete zou vervolgens zijn beroepsgeheim geschonden hebben door te bellen met twee betrokken advocaten, onder wie Christian Van Buggenhout. Verougstraete werd daarvoor in verdenking gesteld – iets wat juridisch betwistbaar is, want hij sprak niet over zijn eigen zaak. In elk geval is het ongezien dat een zo hoog geplaatste magistraat in verdenking wordt gesteld.’

Toen de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, Ghislain Londers, vorig jaar de stilte verbrak en een nota afleverde aan het parlement waarin hij wees op een mogelijke politieke inmenging, was ook dat ongezien. ‘Londers is toen op z’n zachtst gezegd onvoorzichtig geweest. Als blijkt dat er inderdaad geen sprake zou zijn van politieke inmenging, dreigt er zwaar weer voor hem’, zegt Englebert. ‘Ik vraag me zelfs af of hij zijn nota wel zou hebben geschreven als hij op dat moment wist dat Ivan Verougstraete twee advocaten zou waarschuwen.’

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content