‘Het EU-lidmaatschap kan Erdogan niets meer schelen’

MERKEL EN ERDOGAN 'De Europese politici gaan gewoon door met de toetredingsgesprekken. En dan zijn ze verwonderd dat rechts-populistische partijen terrein winnen.'

Zat Fethullah Gülen achter de staatsgreep in Turkije, zoals eurocommissaris Frans Timmermans vorige week zei in Knack? En hoeveel kans maakt Angela Merkel om in 2017 zichzelf op te volgen als Bondskanselier? Twee uiteenlopende vragen voor één man: Dirk Rochtus, kenner van Turkije en Duitsland. ‘De EU wil haar banden met Erdogan weer aanhalen.’

Dirk Rochtus, die internationale politiek en Duitse geschiedenis doceert aan de Campus Antwerpen van de KU Leuven, heeft twee nieuwe boeken uit: één over Duitsland en één over Turkije. Van Reich tot Republik bundelt de columns waarin hij, onder meer voor Knack.be, de Duitse politiek onder de loep neemt. In Turkije. De terugkeer van de sultan onderzoekt hij het autoritaire bewind van president Recep Tayyip Erdogan. Die gedraagt zich volgens Rochtus meer en meer als de Osmaanse sultans van weleer, en durft de relatie van zijn land met Europa op het spel te zetten. Net toen Rochtus er de voorbije zomer aan zat te schrijven, brak in Turkije een staatsgreep uit.

Was u verrast?

DIRK ROCHTUS: Toch wel. De afgelopen decennia heeft het Turkse leger geregeld staatsgrepen gepleegd. Maar Erdogan had de militairen intussen onder zijn controle gebracht. Niemand verwachtte nog ernstig weerwerk. Eigenlijk was die verwachting terecht: de opstandelingen zijn op 15 juli vreselijk amateuristisch te werk gegaan. Vroegere staatsgrepen werden in het holst van de nacht gepleegd, nu was het avond en waren veel Turken nog wakker. En Erdogan zelf was op vakantie, waardoor ze hem niet konden oppakken. Daardoor kon hij zijn aanhangers oproepen om op straat te komen en tegen de coupplegers te protesteren.

Jarenlang heeft Erdogan de macht proberen te breken van het leger en de kemalisten (de seculiere elite genoemd naar Mustafa Kemal Atatürk, de vader van het moderne Turkije, nvdr.). En dan gebeurt zoiets. Nu wil hij koste wat het kost een herhaling van 15 juli vermijden. Hij pakt iedereen aan die hij verdenkt van sympathie voor de prediker Fethullah Gülen, die volgens hem het brein is achter de mislukte couppoging.

Volgens Frans Timmermans, de eerste ondervoorzitter van de Europese Commissie, is dat geen totale onzin. ‘Er zijn steeds meer indicaties dat de Gülen-beweging wel degelijk een rol heeft gespeeld in de staatsgreep’, zei hij vorige week in Knack.

ROCHTUS: Timmermans baseert zich op Amerikaanse rapporten, maar die steunen dan weer op documenten die Ankara zelf heeft voorgelegd. Hoe betrouwbaar zijn die? Wij kunnen die rapporten natuurlijk niet inkijken, maar het lijkt er niet op dat Erdogans beschuldigingen hard gemaakt kunnen worden. Ik vermoed dat Timmermans’ uitspraken een politiek motief hebben. Dat hij de banden tussen Erdogan en de Europese Unie, die de voorbije tijd verslechterd waren, weer wil aanhalen.

De staatsgreep is waarschijnlijk gepleegd door een mengeling van gülenisten en kemalisten. Moet je daaruit afleiden dat Gülen aan de touwtjes trok? Als dat zo zou zijn geweest, zou de coup waarschijnlijk béter georganiseerd zijn.

Een adviseur van president-elect Donald Trump heeft al gezinspeeld op de uitlevering van Gülen door de Verenigde Staten. Zal dat ook gebeuren, denkt u?

ROCHTUS: Nee. Als ze Gülen zonder harde bewijzen uitleveren, schenden ze de principes van de rechtsstaat. Bovendien zal Gülen waarschijnlijk geen eerlijk proces krijgen. Het Turkse gerechtelijke apparaat is sterk uitgedund. En de rechters die overblijven zouden onder immense druk staan – van regering en bevolking – om hem te veroordelen.

Hebt u begrip voor de coupplegers?

ROCHTUS: Een staatsgreep is nooit rechtvaardig of democratisch. Maar dit keer was het een wanhoopsdaad, die bewees dat er iets fundamenteel schort aan de Turkse democratie. In het verleden greep het leger in twee situaties in: als het seculiere karakter van de staat bedreigd werd, of als het land instabiel werd. Turkije bevindt zich nu in beide situaties. Enerzijds wil Erdogans AKP het land een meer islamitische koers laten varen. Anderzijds zit het sinds de zomer van 2015 in een spiraal van geweld, door de aanslagen van de IS en de Koerdische nationalisten. De coupplegers vreesden dat Turkije ten onder ging. Erdogan werd almaar autoritairder, met democratische middelen kregen ze hem niet weg – en dus handelden ze paniekerig.

Op steun van de bevolking hoefden ze niet te rekenen. Waarom zijn de Turken achter Erdogan blijven staan?

ROCHTUS: Om te beginnen: Erdogan heeft de gewone Turken een stem gegeven. De kemalisten zijn seculier, wonen in de grootsteden en zijn gericht op het Westen. Zolang zij de staat beheersten, hadden veel Turken het gevoel dat ze niet thuis waren in eigen land. Erdogan heeft opnieuw een plaats gegeven aan de conservatieve moraal van de meerderheid van de Turken. Daardoor kunnen vrouwen in openbare ambten weer een hoofddoek dragen. Hij heeft Turkije ook meer aanzien gegeven in de wereld. Hij vormde het land om tot een neo-Osmaanse staat die weer meespeelt in het Midden-Oosten. En het belangrijkste is dat de Turkse economie goed draait. De afgelopen jaren is ze telkens met acht tot tien procent gegroeid. Erdogan heeft grote infrastructuurwerken laten uitvoeren en de sociale zekerheid enorm verbeterd. De levensstandaard van de meeste Turken is verhoogd. De vraag is alleen: tegen welke prijs? Allerlei fundamentele vrijheden zijn verdwenen. En wat als de economie stokt? Dan zou er weleens snel verzet kunnen groeien.

Zou u Turkije nog een democratie noemen?

ROCHTUS: Niet echt. Waren de honderdduizend mensen die sinds 15 juli hun job verloren allemaal bij de staatsgreep betrokken? Vormen ze überhaupt een gevaar? Dat zou me verbazen. Ik begrijp de angst en de woede na zo’n gebeurtenis, zeker als er meer dan tweehonderd doden vallen. Maar Erdogans reactie was buitensporig. Eerst heeft hij de gülenisten aangepakt, daarna waren de Koerden aan de beurt, en nu lijkt hij de resterende seculiere krachten onder handen te zullen nemen. De oppositie is volledig verstomd. Van een kritische pers is haast geen sprake meer. En geeft het Westen kritiek op zijn daden, dan wimpelt Erdogan die af met het argument dat het om een ‘interne kwestie’ gaat.

Vorige week vond in Brussel een betoging van Koerden plaats met een delegatie van de N-VA, en de Brusselse raadkamer oordeelde dat de gewapende Koerdische PKK geen terroristische beweging is. Erdogan zei daarop dat ons land een centrum voor PKK- en Gülen-aanhangers is.

ROCHTUS: Erdogan heeft niet alleen België maar ook Duitsland bekritiseerd. Dat is vooral een afleidingsmanoeuvre, een manier om zijn achterban te plezieren. Hij wil zich tonen als een sterke leider die opkomt voor de belangen van zijn land.

Gelooft u nog dat Turkije tot de Unie zal toetreden?

ROCHTUS: Turkije is een onvoorspelbaar land, waar alles snel kan veranderen, maar op dit moment geloven weinigen nog in het Europees-Turkse project. De twee partijen zijn aan elkaar gebonden door jarenlange onderhandelingen en beloftes die niemand wil breken. Aan beide kanten willen heel wat mensen ermee stoppen, maar niemand wil dat als eerste uitspreken.

En Erdogan? Onlangs hield hij een pleidooi om de doodstraf opnieuw in te voeren.

ROCHTUS: De doodstraf is voor Europa onaanvaardbaar, dat weet hij maar al te goed. Door er toch voor te pleiten, geeft hij het signaal dat het EU-lidmaatschap hem niets meer kan schelen. Hij benadrukt altijd dat Europa Turkije meer nodig heeft dan omgekeerd. Zonder het akkoord met Turkije zouden er veel meer vluchtelingen naar Europa komen, dat klopt. Maar voor onze veiligheid volstaat het dat Turkije lid van de NAVO is.

Eigenlijk heeft Turkije veel meer te winnen bij een EU-lidmaatschap. Dat zou het prestige van het land een enorme boost geven en Turken zouden vrij door Europa kunnen reizen. Het zou de Turkse handel stimuleren, die meer op Europa aangewezen is dan omgekeerd. Veel Turken begrijpen dat Europa hun toegang tot het Westen is. Als die deur gesloten wordt, dreigt Turkije zich volledig op het Midden-Oosten te moeten richten. Dat willen ze niet.

Zou een Turks lidmaatschap Europa veranderen?

ROCHTUS: Turkije zou zeker invloed hebben: het zou, na Duitsland, het op één na grootste land van de EU zijn. Maar dat betekent nog niet dat we naar Erdogans pijpen zouden dansen, of dat de Europese instellingen zouden ’turkificeren’. Daarvoor bestaan er in Europa te veel grendels die een land verhinderen om zijn wil door te duwen.

De maatschappelijke impact zou wel groot zijn. Veel Turken zouden waarschijnlijk migreren, wat de angst van veel Europeanen voor een islamisering zou aanwakkeren. Globaal gezien is amper dertig procent van de Europeanen voor het Turkse lidmaatschap van de EU, maar de Europese politici gaan gewoon door met de toetredingsgesprekken. En dan zijn ze verwonderd dat rechts-populistische partijen terrein winnen.

Wat ons naadloos bij Duitsland brengt. Volgens critici is bondskanselier Angela Merkel, om een akkoord over de vluchtelingen te bereiken, plat op de buik gegaan voor Erdogan. Wat vond u?

ROCHTUS: Angela Merkel is een pragmatische politica die begrijpt dat ze moet geven en nemen. In haar hart twijfelt ze aan Erdogan, maar ze had het akkoord met Turkije nodig: als de vluchtelingenstroom bleef aanhouden, zou ze in eigen land grote politieke problemen gekregen hebben. Datzelfde pragmatisme zal ook haar relatie met de VS bepalen: ze heeft Washington nodig, en dan kun je je niet zomaar tegen Donald Trump uitspreken. Maar Merkel is niet opportunistisch. Haar ‘Wir schaffen das’, bij het begin van de vluchtelingencrisis,was een boodschap voor de rest van de wereld. Ze wilde tonen dat Duitsland een open en menselijk land was, ondanks zijn vreselijke verleden. Misschien speelde ook psychologie een rol. Merkel is niet toevallig de dochter van een protestantse dominee: ze wil de wereld verbeteren. Bovendien had ze zich tijdens de eurocrisis erg hard opgesteld tegenover de Grieken, waardoor de linkerzijde haar uitspuwde. Wilde ze bewijzen dat ze toch niet zo hardvochtig was?

Turkije herhaalt telkens weer dat het liefst drie miljoen vluchtelingen opvangt. Dat is waar, maar die mensen leven wel in tentenkampen bij de grens. Duitsland probeert zijn miljoen vluchtelingen werkelijk te laten integreren, en dat veroorzaakt problemen. In de media was er veel aandacht voor de vrouwen die tijdens oudejaarsavond in Keulen aangerand zijn, maar er zijn nog andere incidenten geweest. Veel Duitsers vrezen voor de ziel van hun land. Ze zijn bang dat er parallelle gemeenschappen zullen ontstaan, islamitische stadswijken waar zij niet durven te komen. Ze zien in de vluchtelingenproblematiek een tikkende tijdbom.

Voert Duitsland nu het migratiedebat dat bij ons al twintig jaar woedt?

ROCHTUS: De Duitsers hebben altijd vol verbazing naar Vlaanderen en de opkomst van het Vlaams Blok gekeken. Ze dachten dat wij racisten waren, dat zoiets bij hen nooit kon gebeuren. Maar nu wordt Alternative für Deutschland (AfD), een zeer rechtse partij, populair omdat het teert op de onvrede en de ongerustheid bij de bevolking. De Duitse media en politiek weten nog niet goed hoe ze daarmee moeten omgaan. Aanvankelijk werden AfD-vertegenwoordigers niet eens uitgenodigd bij debatten: dat kon natuurlijk niet blijven duren.

De late doorbraak van rechts in Duitsland heeft veel met het oorlogstrauma van het land te maken. Alles wat naar nationalisme zweemde, is lang taboe geweest. De redenering was: ‘Nationalisme leidt onvermijdelijk tot nationaalsocialisme.’ Dat klopt niet. Het nazisme was geënt op het nationalisme, maar niet elke nationalist was een nazi. Bovendien is het niet gezond als een democratisch nationalisme niet geuit mag worden.

Bewijst het succes van het AfD dat Duitsland het ‘gehad’ heeft met zijn oorlogsverleden?

ROCHTUS: Je kunt in Duitsland niet zappen zonder op een documentaire over het Derde Rijk te stuiten. Dat leidt tot verzadiging, zeker bij de jongere generatie. Veel gewone Duitsers vragen zich af waarom zij nog altijd voor het oorlogsverleden moeten opdraaien. Ze willen dat verleden absoluut niet verloochenen, maar ze willen wel een normaal land worden – met een eigen nationalisme.

Ziet u een parallel tussen Donald Trump en de AfD?

ROCHTUS: Donald Trump en Frauke Petry, topvrouw van de AfD, teren allebei op de onvrede over de elite. Ze hebben zich ook allebei uitgesproken tegen moslims, maar het AfD is toch radicaler. Petry heeft al gezegd dat ze het woord ‘völkisch’ in ere wil herstellen: dat herinnert aan de ‘Bloed en Bodem’-ideologie van de nationaalsocialisten.

Volgend jaar zijn er nationale verkiezingen in Duitsland. Maakt Angela Merkel nog een kans om opnieuw kanselier te worden?

ROCHTUS: Volgens peilingen zou 55 procent van de Duitsers zelfs willen dat ze voortdoet. Het enige alternatief is een grote linkse coalitie, met de groenen, de sociaaldemocraten en Die Linke. Die Linke was tot voor kort geen optie: die partij flirtte nog te veel met het Oost-Duitse communisme. Nu doet ze dat wat minder, maar het valt af te wachten of ze de bevolking niet te veel afschrikt.

Als ze de verkiezingen wil winnen, moet Merkel opnieuw het vertrouwen krijgen van de Duitsers die hun toevlucht hebben gezocht bij de populisten van rechts en links. Dat zal haar bloed, zweet en tranen kosten. Maar waarom zou ze daar niet in slagen? Nee, Merkel is nog lang niet dood.

DOOR JELLE DEHAEN

‘Als de Amerikanen Fethullah Gülen zonder harde bewijzen uitleveren, schenden ze de principes van de rechtsstaat.’

‘Angela Merkel is niet toevallig de dochter van een protestantse dominee: ze wil de wereld verbeteren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content