Geen enkel boek dat anderhalve eeuw geleden werd gepubliceerd is nog steeds zo controversieel als Charles Darwins Over het ontstaan van soorten. De implicaties van de erin ontvouwde evolutietheorie zijn dan ook niet gering.

‘Een van de omslagpunten van het westerse denken’ noemt wetenschapshistorica en Darwinbiografe Janet Browne het boek in de korte monografie die ze eraan heeft gewijd. Dat lijkt nog haast een understatement: Over het ontstaan van soorten van Charles Darwin (1809-1882) ontketende een revolutie in het wetenschappelijke denken over de aard van het leven die nog altijd niet is uitgewoed.

Het boek zette een theorie uiteen die het bestaan van de hoogste levensvormen verklaarde uit het bestaan van lagere levensvormen: de eerste waren uit de laatste geëvolueerd. En de laatste waren op hun beurt geëvolueerd uit nog weer lagere levensvormen, en zo steeds maar door, in een door de eonen heen zich aan elkaar schakelende, onverbreekbare ketting die de overvloed en de veelvormigheid van het huidige leven op aarde verbindt met het allereerste begin ervan.

Het controversiële aan deze theorie was (en is) dat ze – op z’n minst vanaf die allereerste levensvorm – ieder ingrijpen van een hogere macht overbodig maakt als verklaring voor het bestaan van welk levend wezen op aarde ook. De mens is niet door God geschapen: hij is geëvolueerd uit een wezen waaruit, zoals we nu weten, ook de andere primaten, mens-apen, zijn voortgekomen.

Hoe is hij daaruit voortgekomen? Door natuurlijke selectie: iedere levensvorm die zich in zijn leefomgeving kan handhaven, plant zich voort en blijft dus bestaan (wordt door de natuur geselecteerd, bij wijze van spreken) – en iedere levensvorm die dat een tikje beter kan (maar dus ook net een tikje van haar voorgangers verschilt), zal meer succes hebben bij het overleven. En dus ook bij het voortplanten, wat een andere manier is om te zeggen dat ze beter aangepast is aan haar omgeving. Dat laatste is die andere hoeksteen van Darwins theorie, al is de term waaronder het verschijnsel bekend is geworden niet van hem afkomstig maar van de socioloog Herbert Spencer (1820-1903): the survival of the fittest, de overleving van de best aangepaste.

Even schokkend was dat Darwin een en ander als een blind proces zag: evolutie doet zich voor maar heeft geen doel. De mens is dus niet de kroon op de schepping, want die schepping heeft hem niet speciaal ‘gewild’, en bovendien is er geen enkele reden om aan te nemen dat hij het eindpunt van de evolutie zou zijn.

Die inzichten heeft Darwin ten dele op zichzelf moeten bevechten, want hij was zeker geen atheïst. Even indrukwekkend is dat hij het bij het juiste eind had wat de genetische variatie en veranderlijkheid van het leven betreft, zonder de beschikking te hebben over een degelijke erfelijkheidstheorie – het bestaan van genen werd pas feitelijk aangetoond in 1910.

Toen On the Origin of Species op 24 november 1859 in Londen verscheen, was Darwin al een goede twintig jaar bezig geweest, vanaf 1837, zijn theorie vorm te geven en steeds verder bij te slijpen. En hij zou dat vermoedelijk nog wat langer zijn blijven doen – hij voorzag ook zelf de maatschappelijk-filosofische schokgolven die zijn theorie zou veroorzaken, en wilde zo sterk mogelijk voor de dag komen – als hij niet in juni 1858 met de post een essay van een zekere Alfred Russell Wallace had ontvangen, waarin die kort zijn denkbeelden uiteenzette over… evolutie door natuurlijke selectie.

En de rest is geschiedenis, die Browne ook schetst in haar boek, net als wat voorafging: onder meer de beroemde reis die Darwin tussen 1831 en 1836 aan boord van het marineschip de Beagle maakte, en waarop hij voor zijn denkbeelden zeer vruchtbaar veldonderzoek deed op vele plaatsen in de zuidelijke hemisfeer (onder meer op de Galapagos-eilanden). Die denkbeelden waren niet volstrekt nieuw: zijn grootvader Erasmus Darwin en de Franse bioloog Lamarck (1744-1829) hadden al evolutionistische ideeën op schrift gesteld. En zijn tijdgenoot Wallace was bezig tot een zeer vergelijkbare theorie te komen. Maar het was Darwin die de beslissende stap voorwaarts deed en alles samenbalde in het boek dat de wereld zó zou veranderen als weinige ervoor ooit hadden gedaan.

JANET BROWNE, OVER HET ONTSTAAN VAN SOORTEN VAN DARWIN. EEN BIOGRAFIE, UIT HET ENGELS VERTAALD DOOR JOSEPHINE RUITENBERG, METS & SCHILT, AMSTERDAM/ROULARTA BOOKS, ROESELARE, 156 BLZ., 18,00 EURO, ISBN 9789053306376.

DOOR HERMAN JACOBS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content