Hoe vaart Taiwan door de crisis? Adjunct-directeur-generaal Hsu Chun-fang van de dienst voor buitenlandse handel bij het ministerie van Economische Zaken in Taipei houdt de vinger aan de pols van de Taiwanese export.

Als jonge vrouw werkte Hsu Chun-fang enkele jaren voor haar regering in Brussel. Ze herinnert zich uit de tijd hoe moeilijk het was om bij de Europese Commissie nog maar iemand aan de telefoon te krijgen. ‘We inviteerden mensen voor de lunch en niemand kwam opdagen. Toen ik voor de eerste keer een visum aanvroeg voor een bezoek aan Frankrijk moest ik acht pasfoto’s voorleggen en twee maanden wachten. Toen Matra daarna van de regering in Taipei een dik contract kreeg, kon alles ineens veel sneller. In België braken ambtenaren van de douane in de haven van Antwerpen het ijs. Economie verzacht de zeden tussen landen. Er staat nu geen politiek meer in de weg tussen Europa en Taiwan. Zeker niet nu ook onze relatie met China is verbeterd. Het gaat stapje voor stapje. Petit à petit.’

Leed Taiwan sterk onder de economische en financiële crisis?

Hsu Chun-fang: Zeer. We zijn een exportland en we zijn bovendien zeer afhankelijk van de export naar enkele landen. Meer bepaald China en de Verenigde Staten. Veertig procent van onze export gaat naar de Volksrepubliek. Vooral elektronica en IT-producten. Veel Taiwanese zakenlui investeren in China. Ze importeren daar het ruwe materiaal uit Taiwan en assembleren het tot producten voor de markt. Die worden dan op hun beurt weer uitgevoerd naar, vooral, de VS. Toen de financiële tsunami Amerika vorig jaar zo hard trof, deelden wij onvermijdelijk in de klappen.

Wat deed Taiwan om de crisis te bestrijden?

Hsu: De regering werkte een exportplan uit dat vooral kleine en middelgrote bedrijven moest helpen op de wereldmarkt. Ze maken 97 procent uit van alle bedrijven in Taiwan. China is onze eerste markt – wat wil je? Die markt is zo groot, daar moeten we zijn. Maar er moet ook aandacht zijn voor Rusland, Brazilië en India.

Bent u een voorstander van de akkoorden met China?

Hsu: We zouden de onderhandelingen over een kader voor economische samenwerking, de ECFA, graag afronden en ondertekenen. De Doharonde van de Wereldhandelsorganisatie loopt niet goed en we zien dat veel landen bilaterale vrijhandelsakkoorden onder elkaar afsluiten. Taiwan valt daarbij uit de boot. Het vrijhandelsakkoord tussen China en de ASEAN-landen wordt in januari van kracht. Dat vreet aan onze competitiviteit. Ondertussen wil geen enkel land zijn relatie met Peking op de helling zetten voor een vrijhandelsakkoord met Taiwan. Ze wachten dus af wat Peking doet. Ook daarom is de ECFA zo belangrijk. We hebben nu vrijhandelsakkoorden met vijf landen, allemaal uit Centraal-Amerika. Zij vertegenwoordigen niet meer dan 0,188 procent van onze totale uitvoer. Niets dus. Daarnaast is ECFA ook politiek belangrijk: een akkoord tussen China en Taiwan zou stabiliserend werken voor de hele regio.

Het gaat om meer dan een band tussen China en Taiwan alleen?

Hsu: ECFA is zeker ook voor China van groot belang. Het is niet zo dat wij alleen vragende partij zijn. China heeft zijn problemen met Hongkong en Macao opgelost, maar Taiwan is een ander paar mouwen. We worden internationaal toch als twee onafhankelijke entiteiten gezien. China worstelt regelmatig met zijn provincies Xinjiang en Tibet. Een akkoord en een stabiele relatie met Taiwan kunnen helpen om het land rustig te houden. Taiwan mag geen voorbeeld worden voor provincies, die op meer zelfstandigheid aansturen. Maar afgezien daarvan is onze geavanceerde technologie voor Peking natuurlijk goud waard.

Hoe belangrijk is de Europese Unie voor Taiwan?

Hsu: De EU is onze vierde handelspartner. De Europe-anen investeren op dit moment overigens meer in Taiwan dan de VS. De Unie be-schouwt Taiwan als een poort naar de Chinese markt. Er is de taal en we zijn een democratie. We zijn ook vertrouwd met handel drijven op de internationale markt. In China staat de overheid toch nog vaak in de weg. Het lijkt bijna logisch dat ze hun activiteiten op het vasteland van hieruit regelen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content